direct naar inhoud van 4.2 Verkeer en openbare ruimte
Plan: Zijdebalen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPZIJDEBALEN-0601

4.2 Verkeer en openbare ruimte

4.2.1 Verkeer

De Oudenoord en de David van Mollemstraat zijn benoemd als secundaire assen in het GVVP (Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan) en maken deel uit van de verkeerskundige hoofdstructuur van de stad. De Kaatstraat is een wijkontsluitingsweg en draagt zorg voor verbinding met de hoofdstructuur. De wegen binnen het plangebied, zoals de Zeedijk en de Westerdijk, zijn verblijfsgebieden en hebben alleen een functie voor lokaal verkeer.

Vanuit Zijdebalen komen parkeergarages en interne wegen uit op de Westerdijk, de Hogenoord/Zeedijk en de Otterstraat. Deze takken direct aan op de hierboven genoemde doorgaande wegen. Om de verkeersdrukte te temperen en om de gewenste, verblijfsvriendelijke straatprofielen te kunnen realiseren, wordt een groot deel van de straten ingericht voor eenrichtingsverkeer. De richtingen zijn bij voorkeur zoals aangegeven in het figuur. In het plangebied zijn alleen de Otterstraat en kleine delen van de Westerdijk tweerichtingsverkeer. Van de Zeedijk maakt gebiedsvreemd verkeer gebruik vanwege de onmogelijkheid vanaf de Oudenoord linksaf te slaan naar de Kaatstraat. Dit verkeer heeft geen alternatief en kan gebruik blijven maken van de bestaande route. De route wordt wel anders ingericht en wordt in zijn geheel eenrichtingsverkeer. Dit komt de kwaliteit ten behoeve van het fietsverkeer ten goede. Het hele gebied tussen de Vecht, de Oudenoord, de David van Mollemstraat en de Kaatstraat wordt tevens ingericht als 30km/uur gebied.

In de nieuwe Zijdebalenstraat zullen in de praktijk slechts bewoners zich met de auto verplaatsen. Het is in dit geval niet ondenkbaar de weg aan de noordzijde als fiets/voetgangersgebied in te richten. Dit geeft extra ruimte voor eventuele horeca. Wel moeten de bereikbaarheid van de woningen en eventuele bevoorrading via deze kade mogelijk blijven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0344.BPZIJDEBALEN-0601_0005.png"

Figuur 4.3: Ontsluiting Zijdebalen (bron SPvE)


Langzaam verkeer
Voor langzaam verkeer is het gebied vanuit alle zijden goed te bereiken via de bovengenoemde wegen. De Oudenoord en de Zeedijk maken geen deel uit van het hoofdfietsroutenetwerk. Aan de oostzijde loopt een hoofdfietsroute via het Lauwerecht en de Bemuurde Weerd. De Zeedijk wordt desondanks veelvuldig gebruikt door fietsverkeer (enkele honderden fietsers per uur in de spits). De fiets moet daarom goed worden ingepast op de Zeedijk/ Hogenoord zodat een veilige en comfortabele fietsroute blijft bestaan. Dit wordt ook aangegeven in het Groenstructuurplan.

4.2.2 Parkeren

Uitgangspunt zijn de parkeernormen van de gemeente Utrecht. In de Parkeernota ( 'Parkeren, een kwestie van kiezen', 2003 en Nota herijking parkeernormen, 2008) worden de kaders van het parkeernormenbeleid van de stad neergelegd. Het uitgangspunt is dat, rekening houdend met de kenmerken van de locatie en functie, het parkeren op eigen terrein opgelost dient te worden en bij voorkeur ondergronds. De parkeernormen hebben een bandbreedte, om optimale flexibiliteit en maatwerk te bieden bij het realiseren van bouwplannen.

De parkeernormen gelden als voorwaarde voor het verstrekken van een bouwvergunning en geven aan hoeveel parkeerplaatsen gebouwd moeten worden als een gebouw wordt gebouwd, uitgebreid of verbouwd voor een andere functie. Hierin zijn normen opgenomen voor de verschillende functies in het gebied. De belangrijkste normen voor dit gebied zijn (vallend binnen de zone Centrale stad en inclusief parkeren voor bezoekers) conform de Nota de volgende parkeernormen van toepassing zijn:

Woningen:

  • Koop vanaf 120m²: 1,3-1,5pp/woning
  • Koop 70-120m² en huur boven de 90m²: 1,2-1,4pp/woning
  • Koop 50-70m² en huur 40-90m²: 1,1-1,2pp/woning
  • Koop tot 50m² en huur tot 40m²: 0,5-0,8pp/woning

Overige functies:

  • Café: 4-6pp/100m²
  • Restaurant: 8-10pp/100m²
  • Commerciële dienstverlening: 1,5-2,0pp/100m²
  • Kantoor: 0,8-1,3pp/100m²

Overige normen staan opgenomen in de tabel behorend bij de Partiële herijking (erratum 7 juli 2008).

Het huidige bouwprogramma omvat maximaal 484 woningen in allerlei groottes, bedrijfsruimte en horeca. Dat betekent dat bij toepassing van de parkeernormen moet worden voorzien in ongeveer 530 parkeerplaatsen voor de ontwikkeling Zijdebalen (afhankelijk van het exacte programma). Voor de ontwikkelingen rondom Zijdebalen, zoals Oudenoord 275 en de Metaalmarkt wordt, conform de in Utrecht vigerende parkeernormering, op eigen terrein voorzien in de parkeerbehoefte.

Omwille van de ruimtelijke kwaliteit dient de parkeerbehoefte voor de ontwikkeling grotendeels in gebouwde voorzieningen gerealiseerd te worden. In de parkeervoorzieningen onder de vier blokken en in de kelder van Kamps worden voor de woningen, bedrijfsruimte en horeca circa 400 plaatsen gerealiseerd. Hierbij is voor de commerciële ruimten een gemiddelde functie opgenomen. Het is hierbij van belang dat terughoudend moet worden omgegaan met eventuele publiekstrekkers. In de openbare ruimte worden maximaal 131 parkeerplaatsen gerealiseerd ten behoeve van het parkeren door bezoekers. Dit aantal kan worden verhoogd ter behoud van de parkeerplaatsen die reeds in het gebied aanwezig zijn.

Hiermee voldoet de ontwikkeling Zijdebalen voor wat haar programma betreft aan de vigerende parkeernormen. De hoeveelheid parkeerplaatsen in de openbare ruimte leidt hier wel tot druk op de kwaliteit van de openbare ruimte. Bij uitwerking zal nader worden bezien of een deel van de benodigde parkeerplaatsen nog op een andere wijze dan in de openbare ruimte kan worden opgelost.

Vanwege het belang van de uitstraling van de aanwezigheid van de Vecht, zal op de Zeedijk in beginsel niet geparkeerd worden. Parkeren is wel mogelijk aan de gevelzijde van het meest noordelijke deel (blok 1), gezien het relatief brede profiel op die plek. Het bestemmingsplan legt de exacte locatie en omvang van het aantal parkeerplaatsen niet vast. Binnen het bestemmingsplan zijn verschillende parkeeroplossingen mogelijk. Zoals aangegeven dient een inrichtingsplan de kwaliteit van de openbare ruimte te waarborgen. De toets aan de vigerende parkeernormen zal plaatsvinden tijdens de bouwvergunningprocedure.

4.2.3 Openbare ruimte

Straten
De Vecht is de belangrijkste ruimte in het plangebied en biedt veel potentie om deze herontwikkeling een bijzondere kwaliteit mee te geven. In het Groenstructuurplan is de Vechtoever aangegeven als wenselijke groene verbinding tussen stad en land. De fysieke ruimte is echter beperkt, wat heeft geleid tot de keuze voor het realiseren van een rij bomen langs de Vecht.

In de maatvoering en uitstraling van de straten dient rekening te worden gehouden met het belang van de Vecht. De Vecht dient ervaren te worden als belangrijkste ader in het plangebied. De Westerdijk is qua maatvoering en/ of uitstraling hieraan ondergeschikt. Vervolgens zijn de drie dwarsstraten ondergeschikt aan de Vecht en de Westerdijk. Vanuit de stedenbouwkundige structuur is al aangegeven dat de breedte van de dwarsstraten smal moet zijn (max. 18m) om de doorgaande gevelwand langs de Vecht te versterken.

Naast het benadrukken van de Vecht wordt zo het gewenste stedelijke karakter bereikt. De sfeer van de straten in het plangebied is zoveel mogelijk autoluw en binnenstedelijk. De verkeersfunctie mag dan ook niet dominant aanwezig zijn. Differentiatie ten behoeve van verschillende verkeersfuncties kan gezocht worden in bestratingpatroon of materialisatie.

De straten maken een belangrijk deel uit van de openbare ruimte in dit plan, waarbij enkele straten worden verrijkt met grachten. Het bestemmingsplan maakt het mogelijk om in het verblijfsgebied water toe te laten.

Bijzondere plekken
De inpassing van de tuinderswoning is een delicate opgave. De tuinderswoning heeft beperkte afmetingen, wat extra aandacht vraagt van de inrichting van de ruimte er omheen. De inrichting dient er op gericht te zijn de positie van de tuinderswoning te versterken.

Het plein zal een belangrijke centrale plek in het gebied innemen (figuur 4.4). Op het plein dient geen gemotoriseerd verkeer te komen, behalve voor expeditie van de aangelegen zaken. In de noordwesthoek is ruimte voor een klein bouwwerk ten behoeve van de functie horeca.

Het plein komt naast blok3 te liggen aan het water. De relatie hiermee dient dan ook uitgewerkt te worden in het plan voor de buitenruimte, bijvoorbeeld in de vorm van een grote trappartij. Het water vormt een natuurlijke begrenzing voor het plein.

afbeelding "i_NL.IMRO.0344.BPZIJDEBALEN-0601_0006.png"

Figuur 4.4: Kaart Groen Stedenbouwkundig Programma van Eisen

Binnenhoven
Gezien de beperkte hoeveelheid speelruimte en openbaar groen in de omgeving en in het plan zelf, dienen de binnenhoven groen te worden ingericht (figuur 4.4). Het is de bedoeling dat minimaal twee hoven openbaar toegankelijk zijn, ‘s nachts zouden de hoven dan wel afgesloten kunnen worden.

Speelruimte
De Jantje Betonnorm wordt toegepast: minimaal 3% van de bebouwde oppervlakte wordt bestemd voor buitenspeel- en verblijfsruimte. Stoepen en vergelijkbare openbare ruimte worden hierin niet meegeteld. Binnen het project Zijdebalen lenen zich de twee openbare binnenhoven en het plein voor speel- en/of verblijfsruimte.

Beplanting
Zowel langs de Zeedijk als in de Verlengde Otterstraat komt een rij bomen. In verband met de kademuur langs de Vecht moeten de bomen op een afstand van minimaal 1.20m uit de kade staan. Verdere aanplant van bomen is gewenst en moet worden uitgewerkt in een IPvE. Bestaande bomen worden zo veel mogelijk behouden.

Afvalinzameling
Afhankelijk van het te realiseren programma in de openbare ruimte moet gekozen worden voor ondergrondse afvalcontainers of een wekelijkse ophaaldienst. Ondergrondse afvalcontainers vergen veel ondergrondse ruimte.

Expeditie
Expeditie dient plaats te vinden via duidelijke routes die geen overlast veroorzaken voor bewoners. Eventuele grootschalige expeditie dient op eigen terrein te worden opgelost. Kleinschalige expeditie kan in de openbare ruimte plaatsvinden.