Plan: | Westflank Zuid, Stationsgebied 1e herziening |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BPWESTFLZUI1EHER-ON01 |
Het bestemmingsplan 'Westflank Zuid, Stationsgebied' is onverminderd van toepassing, met dien verstande dat de navolgende artikelen worden toegevoegd of herzien:
Artikel 1 van het bestemmingsplan 'Westflank Zuid, Stationsgebied' wordt geheel vervangen door de volgende begripsbepalingen uit het CHW bestemmingsplan algemene regels, Utrecht, waarbij voor dit bestemmingsplan de begrippen Buurthuis, Plintfuncties, Sokkel, Stadslobby en Toren zijn toegevoegd.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur die de locatie aanwijst als werkingsgebied van een regel.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Een ruimte of complex van ruimten waarin een bezoeker tegen betaling tijdelijk kan overnachten.
Horeca-activiteiten, die passend, aanvullend en ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie die ter plaatse is toegestaan.
Een winkel waar in hoofdzaak kant en klare maaltijden, kleine etenswaren, alcoholvrije drank en consumptie-ijs te koop zijn. De waren worden niet in de winkel gegeten of gedronken. Een afhaalzaak is een specifieke vorm van detailhandel.
Een bedrijf waarbij het accent ligt op het in handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsmede het verkopen en leveren van goederen, die verband houden met het ambacht als niet-zelfstandig onderdeel van de onderneming.
Installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
Antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
Onderzoek verricht door of namens een bedrijf dat beschikt over het in artikel 1, eerste lid, van de Erfgoedwet, bedoelde certificaat.
De aan een gebied toegekende waarde in verband met de waarschijnlijk in dat gebied voorkomende historische overblijfselen in de bodem.
Werkplaats in het bijzonder voor kunstenaars waarbij tevens kunstwerken tentoongesteld en verkocht kunnen worden.
Eén of meer bouwwerken.
Het met een aanduiding of in de regels aangegeven percentage, dat aangeeft hoeveel van een bouwperceel ten hoogste mag worden bebouwd met gebouwen en bijbehorende bouwwerken.
Het tegen betaling verstrekken van logies met ontbijt binnen de woning of de bedrijfswoning.
Een onderneming waarbij het accent ligt op het maken, bewerken, herstellen, installeren en verhandelen van goederen, waarbij detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop of levering van ter plaatse gemaakte, bewerkte of herstelde goederen, of van goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.
Beroep of bedrijf dat in een woning of een daarbij bijhorend bouwwerk wordt uitgeoefend.
Een woning die bij een bedrijf hoort en die is bedoeld voor een werknemer die bij het bedrijf woont in verband met het noodzakelijke beheer van het bedrijf.
Een onderneming die diensten aanbiedt op het gebied van telecommunicatie, zoals telefoon- en internetverbindingen.
Besluit waarin de ten hoogst toelaatbare geluidsbelasting op grond van de Wet geluidhinder is vastgesteld.
De grens van een bestemmingsvlak.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij horende bijlagen. Zie ook: Plan.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Een inrichting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
Vorm van een distributiebedrijf dat elektronisch geplaatste en afgerekende bestellingen van, meestal dagelijkse, consumentengoederen bij de klant thuisbezorgt, waarbij het bedrijf vaak een korte tijd tussen de bestelling en de bezorging van de goederen aanbiedt.
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak (bron: Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht).
Het plaatsen, oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
De grens van een bouwvlak.
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van een onderbouw, een kap en een bijzondere bouwlaag.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
Een grens van een bouwperceel.
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
Niet commerciële activiteit voor en door bewoners uit de omgeving van de locatie waar de activiteit plaatsvindt met een verwaarloosbare planologische uitstraling op de omgeving, zoals activiteiten van bewonersorganisaties, het verenigingsleven, ouderen- en jongerenwerk, huiswerkbegeleiding, muziekles, burendag, kaartclubs en scouting. Hieronder worden in ieder geval niet verstaan kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, religieuze voorzieningen, voorzieningen voor verslavingszorg of vergelijkbare maatschappelijke voorzieningen of een horeca-activiteit van de Lijst met Horeca activiteiten.
Een openbaar gebouw dat dienst doet als centrum voor buurtactiviteiten, zoals omschreven in artikel 1.34.
Consumentenvuurwerk als bedoeld in artikel 1.1.1 van Vuurwerkbesluit.
Bedrijven die zich hoofdzakelijk richten op:
Voorzieningen gericht op kunst, ontspanning, vrijetijdsbesteding en vermaak, zoals theaters, bioscopen, musea, ateliers en muziekcentra.
De aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met historische kenmerken.
Het direct onder het dak liggende deel van een hoofdgebouw, waarin zich een of meer verblijfsruimten bevinden en dat zich bouwkundig van de ondergelegen bouwlagen onderscheidt, bijvoorbeeld door de constructie, de vorm of door de terug liggende voorgevel.
Het bedrijfsmatig verkopen van consumentengoederen in een winkel.
Het bedrijfsmatig verlenen van een dienst of van hulp aan een klant, bijvoorbeeld door een kapper, een stomerij of wasserette, een pedicure, een bankfiliaal, een reisbureau of een uitzendbureau.
De officiële ingang van een woning, wat blijkt uit de volgende kenmerken:
Georganiseerde, publieke, bijzondere gebeurtenissen.
Een onderscheidend kenmerk van een locatie waaruit blijkt voor welke activiteiten de locatie bedoeld of geschikt is; functie in de zin van artikel 4.2 van de Omgevingswet; bestemming als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening.
Een bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Park, plantsoen, berm of erf waar planten en bomen groeien of kunnen groeien; oppervlaktewater.
Activiteit die het verstoren van de bodem of de daarop aanwezige beplanting tot gevolg kunnen hebben zoals graven, ploegen, ophogen, het aanbrengen of verwijderen van verharding, het leggen van leidingen, het dempen van oppervlaktewater of het aanbrengen van drainage, funderingen, constructies of apparatuur in de bodem; activiteit in de zin van artikel 3.3, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening.
Een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen of gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
Een incidenteel en rank gebouw of een beperkt onderdeel van een gebouw, met een afwijkende bouwhoogte naar boven ten opzichte van de direct omliggende bebouwing, dat dient als markering of oriëntatiepunt van een plek in een wijk of buurt.
Het bedrijfsmatig verstrekken van drank of etenswaren voor gebruik ter plaatse of het exploiteren van zaalaccommodatie.
Het bedrijfsmatig verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en drank voor consumptie ter plaatse of het exploiteren van zaalaccommodatie.
Het wonen in een woonruimte die deel uitmaakt van een woning waarin een ander huishouden woont.
De digitale weergave van het grondgebied van de gemeente dat bij een bestemmingsplan hoort, waarop de locaties en aanduidingen die in de regels worden genoemd zijn ingetekend op een topografische ondergrond, met uitzondering van locaties of aanduidingen die voor het hele grondgebied van dat bestemmingsplan gelden.
Een gebouw of een gedeelte van een gebouw dat dient voor de bedrijfsmatige uitoefening van administratieve werkzaamheden en voor zakelijke dienstverlening.
Een gebouw of ruimte waarin hoofdzakelijk werkzaamheden worden verricht aan een bureauopstelling, in combinatie met vergaderruimten. De werkzaamheden zijn onder meer:
Een gesloten en hellend of gedeeltelijk hellend dak.
Het doorlopende gedeelte van een gebouw, dat geheel onder het peil ligt.
Waarden in landschappelijk-esthetische geomorfologische zin.
Lijst die een onderverdeling van bedrijfsactiviteiten aangeeft. De onderverdeling is gemaakt op basis van de te verwachten invloed van een activiteit op de omgeving. De lijst maakt deel uit van de regels.
Lijst die deel uitmaakt van deze regels, waarin bedrijfsactiviteiten zijn opgenomen die passen op een locatie met woningen.
Lijst die een onderverdeling van horeca-activiteiten aangeeft. De onderverdeling is gemaakt op basis van de te verwachten invloed van een activiteit op een nabij gelegen of omringende woonomgeving. De lijst maakt deel uit van de regels.
Ruimte of complex van ruimten die tegen betaling voor een periode voor overnachtingen worden aangeboden. Er zijn verschillende vormen van accommodatie, bijvoorbeeld hotel voor kort verblijf, middellang zakelijk verblijf (“short stay”), de woning of een deel van de woning aanbieden als accommodatie (particuliere vakantieverhuur, bed-and-breakfast).
Voorzieningen voor welzijn, volksgezondheid, religie, onderwijs, kinderopvang, buitenschoolse opvang, openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen sectoren.
De aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en fauna.
Voorzieningen zoals transformatorhuisjes en andere bouwwerken voor het leveren van gas, elektriciteit of internettoegang, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
Een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; na inwerkingtreding van de Omgevingswet: een vergunning als bedoeld in artikel 5.1 van de Omgevingswet.
Zelfstandige woonruimte, of een deel daarvan, in gebruik geven of laten geven als onzelfstandige woonruimte. Ook het in stand laten van het gebruik van zelfstandige woonruimte als onzelfstandige woonruimte valt onder het begrip omzetting.
Een kelder of een souterrain.
Woonruimte die niet voldoet aan de begripsbepaling zelfstandige woonruimte.
Incidentele verhuur van een woning voor een korte periode aan toeristen of aan andere bezoekers van de gemeente door de eigenaar-bewoner, die tijdens de verhuur meestal niet in de woning aanwezig is.
Het bestemmingsplan Westflank Zuid, Stationsgebied 1e herziening van de gemeente Utrecht met identificatienummer NL.IMRO.0344.BPWESTFLZUI1EHER-ON01.
Een horizontaal vlak ter afdekking van een gebouw of bijzondere bouwlaag.
Een stedelijke programmamix bestaande uit dienstverlening, creatieve zakelijke dienstverlening, ambachtelijke bedrijvigheid, kunst-, cultuur- en buurtfuncties en horeca.
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen betaling.
Functie die publiek aantrekt, zoals buurtvoorzieningen, horeca, cultuur of vermaak.
Een permanent gebouw, geen caravan of andere constructie op wielen zijnde, dat bedoeld is om uitsluitend of hoofdzakelijk te worden gebruikt als recreatieverblijf, door personen die hun hoofdverblijf elders hebben.
Een voor klanten toegankelijke ruimte of meerdere besloten ruimten in elkaars nabijheid, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof dit bedrijfsmatig is, seksuele handelingen, al dan niet met een sekswerker, tegen vergoeding worden verricht.
Deel van een gebouw dat terug ligt ten opzichte van de sokkel.
Het deel van een gebouw dat het onderste deel (voetstuk) vormt van het totale gebouw en op de grond staat.
Het doorlopende gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of vrijwel gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen wordt begrensd en dat maximaal 1,2 m boven het (straat)peil is gelegen.
Een openbaar toegankelijke ontmoetingsplaats voor onder meer medewerkers, bewoners en bezoekers.
Het deel van het gebouw dat op de sokkel staat en dat zich stedenbouwkundig van de sokkel onderscheidt door middel van uitkragingen en setbacks.
De omgevingsvergunning van artikel 2.1, lid 1, onder b of c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; na inwerkingtreding van de Omgevingswet: de omgevingsvergunning van artikel 5.1, lid 1, onder a, van de Omgevingswet.
Bedrijf zoals bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
Een pand waar de activiteit detailhandel plaatsvindt.
Het complex van ruimten dat een zelfstandige woonruimte vormt, bedoeld voor de permanente huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Een woning verbouwen tot twee of meer woningen of het zodanig inrichten, gebruiken of laten gebruiken van een deel van de woning dat er feitelijk twee of meer woningen ontstaan. Ook het in stand laten van de verbouwing of inrichting of het gebruik van de extra woning valt onder het begrip woningvorming. Dat een extra woning is ontstaan, kan in ieder geval opgemaakt worden uit de aanwezigheid van een keuken in die nieuwe woning.
Elk vaartuig of drijvend voorwerp, dat wordt gebruikt als woning.
Een bouwlaag die voor bewoning is bestemd.
Besloten ruimte die, al dan niet tezamen met één of meer andere ruimten, bestemd of geschikt is voor de bewoning door één huishouden.
Woonruimte die een eigen toegang heeft en die door één huishouden kan worden bewoond zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen, zoals een badruimte, een toilet en een keuken buiten de woonruimte.
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, waarop antenne-installaties worden geplaatst.
De periode van 1 april tot en met 31 oktober van een jaar.
Woning voor een bewoner die aantoonbaar en vaker dan dagelijks langdurige, professionele zorg, toezicht of begeleiding nodig heeft, zoals zorg die geboden wordt op grond van de Wet langdurige zorg of zorg in de vorm van beschermd wonen (artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015).
Artikel 2 van het bestemmingsplan 'Westflank Zuid, Stationsgebied' wordt als volgt herzien:
De hoek die het dakvlak maakt ten opzichte van het horizontale vlak.
De inhoud van een bouwwerk: de inhoud, gemeten tussen:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 3.1 van het bestemmingsplan 'Westflank Zuid, Stationsgebied' wordt als volgt herzien:
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Artikel 3.2.1 van het bestemmingsplan 'Westflank Zuid, Stationsgebied' wordt als volgt herzien:
Artikel 3.3 van het bestemmingsplan 'Westflank Zuid, Stationsgebied' wordt als volgt herzien:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de afmeting en de plaats van de bebouwing, ten behoeve van:
Artikel 3.4 van het bestemmingsplan 'Westflank Zuid, Stationsgebied' wordt als volgt herzien:
Artikel 3.5 van het bestemmingsplan 'Westflank Zuid, Stationsgebied' wordt als volgt herzien:
De functies zoals bedoeld in lid 3.1 zijn uitsluitend toegestaan ter hoogte van de voor 'Gemengd' aangewezen gronden, in de bouwlagen, zoals aangegeven in onderstaande tabel. Daarbij geldt dat met de bouwlagen de bouwlagen worden bedoeld van het totale gebouw, dus sokkel plus toren, tenzij anders aangegeven:
Functie | Onderdeel functie | Locatie (in bouwlaag) |
Kantoor |
Kantoor | In de 3de bouwlaag en hoger |
Entree en ontmoetingsruimtes |
In de 1e en 2e bouwlaag | |
Hoofdentree | Verhoogd maaiveld (Knooppleinniveau) | |
Wonen | Wonen | Uitsluitend in de toren, boven het kantoorprogramma. Bij een gebouw met een maximale bouwhoogte van 90 meter, is wonen toegestaan vanaf de set back, zoals bedoeld in 3.4 onder 4. |
Entree en verticale opgang en ontmoetingsruimtes | In alle lagen van het gebouw | |
Hoofdentree | In 1e bouwlaag (begane grond) | |
Plintfunctie | Plintfunctie | In de 1e en 2e bouwlaag. In de 3de bouwlaag, alleen wanneer minimaal 1000 m2 b.v.o. aan plintfuncties in de 1e en 2e bouwlaag zijn gerealiseerd. |
Entree | In 1e (begane grond) of 2e (verhoogd maaiveld/ Knoopplein-niveau) bouwlaag. | |
Hoofdentree | In 1e (begane grond) of 2e (verhoogd maaiveld/ Knoopplein-niveau) bouwlaag. |
Terrassen bij horecagelegenheden zoals bedoeld in 3.1 onder 1c zijn niet toegestaan.
Artikel 3.6 van het bestemmingsplan 'Westflank Zuid, Stationsgebied' wordt als volgt herzien:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.2 onder c voor de bouwhoogte van palen en masten, die worden opgericht op het verhoogde maaiveld, waarbij de maximale bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 30 meter, met dien verstande dat de hoogte van dergelijke bouwwerken op het verhoogde maaiveld wordt gemeten vanaf de bovenkant van het verhoogde maaiveld.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels in artikel 3.1.1 onder c voor wat betreft het minimum aantal plintfuncties en de locatie eisen voor de plintfuncties, als bij de aanvraag omgevingsvergunning kan worden aangetoond dat met deze afwijking ook een levendige plint gerealiseerd kan worden.
Artikel 3.7 van het bestemmingsplan 'Westflank Zuid, Stationsgebied' wordt als volgt herzien:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de regel in artikel 3.5.2 voor het realiseren van een terras behorend bij een naastgelegen horecagelegenheid, als wordt aangetoond dat het gecumuleerde langtijdgemiddelde geluidniveau van het geluid dat op het terras veroorzaakt wordt op de gevels van omliggende geluidsgevoelige functies niet meer bedraagt dan 55 dB(A) voor de dagperiode (7-19 uur), 50 dB(A) voor de avondperiode (19-23 uur) en 45 dB(A) voor de nachtperiode (23-7 uur).
1. De omgevingsvergunning voor het bouwen wordt alleen verleend, als vaststaat dat 15 mm waterberging, gerekend over het verhard oppervlak, op eigen terrein plaats kan vinden en dat er bij een piekbui van 80 mm of meer per 24 uur, geen schade optreedt aan gebouwen en vitale infrastructuur. De waterbergende voorziening dient binnen 10 tot 48 uur te kunnen ledigen, zodat de berging binnen 48 uur weer beschikbaar is voor een nieuwe bui.
2. Van de regel onder 1 kan worden afgeweken als bij de aanvraag omgevingsvergunning wordt aangetoond dat het hemelwater op een andere manier binnen het plangebied wordt vastgehouden en verwerkt.
Artikel 4.1 van het bestemmingsplan 'Westflank Zuid, Stationsgebied' wordt als volgt herzien:
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Artikel 4.2.1 van het bestemmingsplan 'Westflank Zuid, Stationsgebied' wordt als volgt herzien:
Artikel 4.3 van het bestemmingsplan 'Westflank Zuid, Stationsgebied' wordt als volgt herzien:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Artikel 4.4 van het bestemmingsplan 'Westflank Zuid, Stationsgebied' wordt als volgt herzien:
Na artikel 4.5 van het bestemmingsplan 'Westflank Zuid, Stationsgebied' wordt dit artikel 'Specifieke gebruiksregels' toegevoegd met de volgende leden:
De functies zoals bedoeld in artikel 4 lid 1 zijn uitsluitend toegestaan in de bouwlagen, zoals aangegeven in onderstaande tabel. Daarbij geldt dat met de bouwlagen de bouwlagen worden bedoeld van het totale gebouw, dus sokkel plus toren, tenzij anders aangegeven:
Functie | Onderdeel functie | Locatie in bouwlagen |
Kantoor |
Kantoor bij specifieke vorm van kantoor-2 | In de 3e bouwlaag en hoger |
Kantoor bij specifieke vorm van kantoor-3 | In de 4e bouwlaag en hoger | |
Entrees, ontmoetingsruimtes | In alle lagen van de gebouwen ter hoogte van de specifieke functieaanduidingen 'specifieke vorm van kantoor-2' en 'specifieke vorm van kantoor-3' | |
Plintfuncties | Plintfuncties |
In 1e t/m de 3e bouwlaag ter hoogte van de specifieke functieaanduidingen 'specifieke vorm van kantoor-2' en 'specifieke vorm van kantoor-3' |
Stadslobby | Stadslobby | In de 1e t/m de 5e bouwlaag (de sokkel) van het gebouw ter hoogte van de specifieke functieaanduiding 'specifieke vorm van kantoor-3' |
In de ondergrondse en/of halfverdiepte parkeergarage onder het (verhoogde) maaiveld, zoals bedoeld in artikel 4.1 onder 4, wordt in ieder geval het aantal gebouwgebonden fietsparkeerplaatsen en autoparkeerplaatsen gerealiseerd op grond van artikel 7.1 Voorwaardelijke verplichting over parkeren. Daarbij zijn maximaal 280 parkeerplaatsen voor auto's toegestaan, waarvan 11 parkeerplaatsen voor deelauto's gebruikt moeten worden. Daarnaast worden hier zoveel mogelijk openbare fietsparkeerplaatsen gerealiseerd en wordt maximaal ingezet op dubbelgebruik van de fietsparkeerplaatsen.
Terrassen bij horecagelegenheden zoals bedoeld in artikel 4.1 onder 2b zijn niet toegestaan.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels in artikel 4.1 2 onder d, e en f voor wat betreft het minimum aantal plintfuncties en de locatie eisen voor de plintfuncties, als bij de aanvraag omgevingsvergunning kan worden aangetoond dat met deze afwijking ook een levendige plint gerealiseerd kan worden.
Na artikel 4.5 van het bestemmingsplan 'Westflank Zuid, Stationsgebied' wordt dit artikel 'Afwijken van de gebruiksregels' toegevoegd:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de regel in artikel 4.5.3 voor het realiseren van een terras behorend bij een naastgelegen horecagelegenheid, als wordt aangetoond dat het gecumuleerde langtijdgemiddelde geluidniveau van het geluid dat op het terras veroorzaakt wordt op de gevels van omliggende geluidsgevoelige functies niet meer bedraagt dan 55 dB(A) voor de dagperiode (7-19 uur), 50 dB(A) voor de avondperiode (19-23 uur) en 45 dB(A) voor de nachtperiode (23-7 uur).
1. De omgevingsvergunning voor het bouwen wordt alleen verleend, als vaststaat dat 15 mm waterberging, gerekend over het verhard oppervlak, op eigen terrein plaats kan vinden en dat er bij een piekbui van 80 mm of meer per 24 uur, geen schade optreedt aan gebouwen en vitale infrastructuur. De waterbergende voorziening dient binnen 10 tot 48 uur te kunnen ledigen, zodat de berging binnen 48 uur weer beschikbaar is voor een nieuwe bui.
2. Van de regel onder 1 kan worden afgeweken als bij de aanvraag omgevingsvergunning wordt aangetoond dat het hemelwater op een andere manier binnen het plangebied wordt vastgehouden en verwerkt.
Artikel 5.1 van het bestemmingsplan 'Westflank Zuid, Stationsgebied' wordt als volgt aangevuld:
Artikel 5.2 van het bestemmingsplan 'Westflank Zuid, Stationsgebied' wordt als volgt herzien:
Binnen deze bestemming mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
De bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte' mag niet worden overschreden, waarbij voor de bouwhoogte van 8 meter geldt dat deze moet aansluiten op het bestaande, naastgelegen verhoogde maaiveld.
1. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen, waarbij geldt dat de hoogte van dergelijke bouwwerken op een verhoogd maaiveld, wordt gemeten vanaf de bovenkant van het verhoogde maaiveld.
2. De regel onder 1 geldt niet voor noodzakelijke voorzieningen ten behoeve van het verbeteren van het windklimaat.
3. In afwijking van de regel onder 1 mag de bouwhoogte van palen en masten niet meer dan 6 meter bedragen, waarbij geldt dat de hoogte van dergelijke bouwwerken op een verhoogd maaiveld, wordt gemeten vanaf de bovenkant van het verhoogde maaiveld.
Artikel 5.3 van het bestemmingsplan 'Westflank Zuid, Stationsgebied' wordt als volgt herzien:
1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van de regel in artikel 5.2.2 onder 3 voor de realisatie van palen en masten met een maximale bouwhoogte van 30 meter, waarbij geldt dat de hoogte van dergelijke bouwwerken op het verhoogde maaiveld wordt gemeten vanaf de bovenkant van het verhoogde maaiveld.
2. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 5.1 en van artikel 5.2.1 en toestaan dat tussen het gebouw met de functieaanduiding 'specifieke vorm van kantoor SK-1' en het gebouw met de functieaanduiding 'specifieke vorm van kantoor SK-2' een gebouwde verbinding gerealiseerd wordt, mits deze verbinding voldoet aan de volgende voorwaarden:
a. de maximale bouwhoogte van de gebouwde verbinding is gelijk aan de hoogte van de sokkel van het gebouw ter hoogte van de functieaanduiding 'specifieke vorm van kantoor SK-2'.
b. de gebouwde verbinding mag maximaal 1 bouwlaag hoog zijn en wordt als ondergeschikt element met het hoofdgebouw mee ontworpen.
c. onder de gebouwde verbinding moet een vrije doorloophoogte van minimaal 8 meter gerealiseerd worden.
d. de gebouwde verbinding wordt uitsluitend gerealiseerd op de locatie, waar de ruimte tussen het gebouw met 'de specifieke vorm van kantoor SK-1' en het gebouw met de 'specifieke vorm van kantoor SK-2' het kleinst is.
e. De gebouwde verbinding wordt uitsluitend gerealiseerd voor de gebruiksfunctie kantoor.
f. De gebouwde verbinding zorgt niet voor een onevenredige aantasting van:
Artikel 6 'Waarde Archeologie' van het bestemmingsplan 'Westflank Zuid, Stationsgebied' komt te vervallen.
Hoofdstuk 3 algemene regels van het bestemmingsplan 'Westflank Zuid, Stationsgebied' komt te vervallen en wordt vervangen door de regels uit hoofdstuk 3, 4, 5 en 6. ,
Regels in dit hoofdstuk blijven buiten toepassing voor zover zij niet te verenigen zijn met een regel over de toegewezen functie, met uitzondering van de regel in artikel 7, lid 7.5, die altijd van toepassing is.
Het bouwen is alleen toegestaan als de activiteit bouwen past bij het doel van de functie en als ook de activiteit of activiteiten waar het bouwwerk voor gebouwd wordt passen bij het doel van de functie.
De bouw van een bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning voor het bouwen is verleend mag in ieder geval niet beginnen, voordat het bevoegde gezag of zijn vertegenwoordiger:
1. Een vergunning voor het bouwen wordt alleen verleend, als vaststaat dat 15 mm waterberging, gerekend over het verhard oppervlak, op eigen terrein plaats kan inden en dat er bij een piekbui van 80 mm of meer per 24 uur, geen schade optreedt aan gebouwen en vitale infrastructuur. De waterbergende voorziening dient binnen 10 tot 48 uur te kunnen ledigen, zodat de berging binnen 48 uur weer beschikbaar is voor een nieuwe bui.
2. Van de regel onder 1 kan worden afgeweken als bij de vergunningaanvraag wordt aangetoond dat het hemelwater op een andere manier binnen het plangebied wordt vastgehouden en verwerkt.
Een vergunning voor het bouwen wordt alleen verleend als na sloop van de bebouwing en vóór de herinrichting een actualiserend bodemonderzoek wordt verricht naar de chemische bodemkwaliteit en de afvoer van grond bij de parkeergarage.
Op grond van dit plan is voor het bouwen geen vergunning nodig:
In de openbare ruimte is, als de toegewezen functies zich daartegen niet verzetten en de verkeersveiligheid, de waterveiligheid en de veiligheid van personen die in de openbare ruimte verblijven niet worden aangetast, het bouwen van de volgende voorzieningen toegestaan:
Burgemeester en wethouders kunnen, voor zover geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen, een vergunning verlenen voor:
Burgemeester en wethouders kunnen, in afwijking van artikel 8, lid 8.1, een tijdelijke vergunning verlenen voor het vergroten van een bijgebouw voor mantelzorg, ongeacht de gezamenlijke oppervlakte van aanbouwen en bijgebouwen, voor zover de vergroting voor het doel noodzakelijk is en geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende woonpercelen veroorzaakt. Zodra de vergunning vervalt, moet de vergroting ongedaan gemaakt worden voor zover die in strijd is met artikel 8, lid 8.1.
Het bouwen van andere bouwwerken dan de bouwwerken die op grond van de artikelen 6 tot en met 9 toegestaan zijn, is verboden.
Activiteiten die niet passen bij het in de regels beschreven doel van een functie die aan een locatie is toegewezen, gelezen met toepassing van artikel 13, zijn verboden.
Alleen in panden met de functie Detailhandel of met een functie die detailhandelsactiviteiten toestaat is de activiteit detailhandel toegestaan, met uitzondering van afhaalzaken, waarbij de activiteit aan de volgende kenmerken voldoet:
Burgemeester en wethouders kunnen, in afwijking van de maximale bedrijfscategorie die een functie toestaat, een vergunning verlenen voor andere dan de op de lijst aangeven activiteiten, waaronder bedrijfsactiviteiten in een hogere categorie, als de invloed van die activiteit op de omgeving vergelijkbaar is met activiteiten die binnen de functie passen.
Aan de bedrijfsactiviteiten ondergeschikte en daarmee samenhangende kantoorruimte is onder de volgende voorwaarden toegestaan:
Additionele horeca is als ondergeschikte activiteit toegestaan, onder de volgende voorwaarden:
Ondersteunende horeca is als ondergeschikte activiteit toegestaan in een winkel, onder de volgende voorwaarden:
In een horecabedrijf is winkelverkoop als ondergeschikte activiteit toegestaan, onder de volgende voorwaarden:
Een winkel met ondersteunende horeca of een horecabedrijf met ondersteunende verkoop mag een of meer gevelbankjes plaatsen, als die aan de volgende regels voldoen:
Dit artikel is alleen van toepassing op kruisingen van verkeersinfrastructuur of water met andere verkeersinfrastructuur of met water, waarbij de toegewezen functie, een andere functie doorkruist, wat onder meer blijkt uit het feit dat ter plaatse van de kruising aan weerszijden diezelfde andere functie is toegewezen.
Op de locatie van de kruising zijn naast de activiteiten die bij de toegewezen functie horen ook de activiteiten toegestaan die bij de functie horen die gekruist wordt.
Het volgende grondwerk is niet toegestaan op een locatie die in verband met een functie beschermd is met een verbod om grondwerk te verrichten:
Burgemeester en wethouders kunnen, om onevenredige schade uit te sluiten of om onveilige situaties te voorkomen, voorschriften aan de vergunning verbinden.
Met inachtneming van artikel 19 is het volgende grondwerk toegestaan:
Met inachtneming van artikel 19 en lid 20.3 mag het volgende grondwerk op een locatie binnen een zone met een archeologische verwachtingswaarde zonder vergunning uitgevoerd worden, voor zover de activiteit aan de op de locatie geldende voorwaarden voldoet:
Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning weigeren:
Burgemeester en wethouders kunnen op grond van artikel 21.2 voorschriften aan de vergunning verbinden.
De aanvrager levert bij de aanvraag de volgende gegevens aan:
De geometrische begrenzing van de bebouwingscontour houtkap, bedoeld in artikel 5.165b van het Besluit kwaliteit leefomgeving, waarbinnen de regels over houtopstanden van het Besluit activiteiten leefomgeving niet van toepassing zijn, is aangeduid met 'overige zone - bebouwingscontour houtkap'.
De bepalingen van afdeling 4.3 van de Algemene plaatselijke verordening, zoals deze luidden voorafgaand aan de inwerkingtreding dit bestemmingsplan, zijn van toepassing op:
Deze regels worden aangehaald als:
regels van het bestemmingsplan Westflank Zuid, Stationsgebied 1e herziening.