direct naar inhoud van 4.10 Water
Plan: Vleuterweide, Vleuten
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPVLEUTERWEIDEVLEU-0601

4.10 Water

4.10.1 Aanleiding

Door ruimtelijke plannen en ontwikkelingen kunnen de belangen èn het functioneren van het watersysteem en de waterketen onder druk komen te staan. Het doel van de 'Watertoets' is het waarborgen van watergerelateerd beleid en beheer door ruimtelijke ontwikkelingen expliciet en op evenwichtige wijze te toetsen aan het desbetreffende beleid en besluiten van Rijk, provincies en gemeenten. Met de watertoets worden de waterhuishoudkundige gevolgen van een ruimtelijk plan inzichtelijk gemaakt, de afwegingen expliciet en toetsbaar vastgelegd en het wateradvies van de waterbeheerder opgenomen. Door vroegtijdige afstemming met de waterbeheerder(s) wordt voorkomen dat door een ruimtelijke ontwikkeling de kansen voor de waterhuishouding niet worden benut en de bedreigingen niet worden herkend. Door de bestaande (geo)hydrologische situatie en randvoorwaarden, de geplande ontwikkeling en de ruimtelijke consequenties ten aanzien van de waterhuishouding te analyseren, kan het streven naar een duurzaam en robuust watersysteem vroegtijdig in het ontwerpproces worden geïntegreerd.

Ruimtelijke plannen moeten wettelijk voorzien zijn van een 'Waterparagraaf', een ruimtelijke onderbouwing van de huidige en toekomstige waterhuishoudkundige situatie waarin tevens de afstemming en de afspraken in het kader van de watertoets zijn verankerd.

Voor de wijk Vleuterweide in de vinexlocatie en stadsdeel Leidsche Rijn te Utrecht wordt een beheerbestemmingsplan opgesteld om de bestaande situatie vast te leggen. Beheergebieden zijn gebieden (wijken) waar geen grote ontwikkelingen meer plaatsvinden. Deze waterparagraaf beschrijft de bestaande waterhuishoudkundige- en rioleringssituatie van Vleuterweide zodat eventuele ontwikkelingen optimaal op het lokale watersysteem kunnen worden afgestemd.

4.10.2 Beleidskader

In het algemeen is het beleid van het Rijk, de provincie Utrecht, het waterschap HDSR en de gemeente Utrecht gericht op een duurzaam en robuust waterbeheer. Bij ruimtelijke ontwikkelingen dienen (indien doelmatig) de waterkwaliteitstrits 'gescheiden inzamelen-gescheiden afvoeren-gescheiden verwerken' en de waterkwantiteitstrits 'water vasthouden-bergen-vertraagd afvoeren' te worden gehanteerd. Per overheidsniveau is het waterbeleid in de onderstaande beleidsdocumenten verankerd:

  • Rijksbeleid: Vierde Nota Waterhuishouding, Vijfde Nota RO, WB21, NBW, Waterwet, etc.;
  • Provinciaal beleid: Nota Planbeoordeling, Waterhuishoudingsplan, Beleidsplan Milieu en Water, Streekplan, etc.;
  • Gemeentelijk beleid: Gemeentelijk Rioleringsplan 2011-2014 [1];
  • Waterschapsbeleid: Waterstructuurvisie 2002 [2], Waterbeheerplan 2010-2015 [2], Beleidsregels 2010 Keur 2009, Keur [3].


[1] De gemeente heeft de zorgplicht voor de inzameling en het transport van afvalwater, het inzamelen en verwerken van overtollig hemelwater en het voorkomen van structurele grondwateroverlast. Het actuele beleid hiervoor is vastgelegd in het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) 2011-2014. De ontwerpeisen zijn opgenomen in het Handboek Inrichting Openbare Ruimte, onderdeel riolen, rioolgemalen en drainage (versie juni 2005). Daarnaast stelt de gemeente eisen aan het ontwerp van watergangen waarvan zij eigenaar of beheerder is of wordt.


[2] Zie bijgevoegde bijlage 'Beleidskader HDSR' voor een toelichting op deze planfiguren.


[3] Het waterschap Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) heeft de zorg voor het kwantiteits- en kwaliteitsbeheer van het oppervlaktewater in het plangebied. Het beleid en de regels van het waterschap zijn vastgelegd in diverse wetten en verordeningen. De belangrijkste verordening is de keur.

4.10.3 Plangebied


De wijk Vleuterweide wordt aan de zuidzijde globaal begrensd door de Leidsche Rijn, aan de westzijde door de wetering Heycop, aan de noordzijde door het spoor Utrecht-Woerden en aan de westzijde door de Europaweg/Wilhelminalaan. Het sportcomplex Fletiomare-Oost, gelegen tussen de Burg. Middelweerdbaan, de Europaweg en de Leidsche Rijn, valt ook binnen de contouren van het bestemmingsplan Vleuterweide.

Vleuterweide ligt tussen Vleuten en De Meern en is vernoemd naar de voormalige gelijknamige polder. In het plangebied Vleuterweide kunnen drie ontginningseenheden worden onderscheiden die aan het stedenbouwkundige ontwerp ten grondslag hebben gelegen: de stroomrug met Vleuten aan de Vleutense Wetering, de stroomrug met De Meern aan de Leidsche Rijn en de lager gelegen rivierkom met de Middelwetering. De hoofdstructuur van het plan Vleuterweide is gevormd door bestaande en nieuwe groen- en waterstructuren. Deze structuren verdelen het plangebied in vele deelgebieden met elke een eigen, kenmerkende stedenbouwkundige ordening en identiteit.

Dorpse kenmerken als ruimte, kleinschaligheid, veel openbaar groen, afwisseling in woningtypen, voornamelijk laagbouw, geborgenheid en een eigen karakter zijn terug te vinden in Vleuterweide. De zes deelgebieden, De Boomgaarden, De Rietvelden, Het Centrum & De Hoven, De Hagen, De Erven en De Tuinlanden, die samen Vleuterweide vormen, hebben allemaal een eigen sfeer die het dorpse karakter ondersteunen. De openbare ruimte is in heel Vleuterweide in dezelfde sfeer ingericht, hierbij hebben bestaande landschappelijke elementen als oude boomgaarden, de structuur van de verkaveling, riviertjes, boerderijen en kerktorentjes een belangrijke rol gespeeld.

4.10.4 Water


Voor de buitenruimte in Vleuterweide is in een heel vroeg stadium een zogenaamd 'groen-blauw raamwerk' gemaakt. De hoofdstructuur van de wijk Vleuterweide is deels gebaseerd op de bestaande ligging van de Middelwetering en wetering de Heycop. De gekanaliseerde Leidsche Rijn vormt de fysieke zuidelijke grens van de wijk, de Heycop de natuurlijke westelijke grens. De oorspronkelijke Middelwetering is als zuidoost-noordwest radiaal geïntegreerd in het stedenbouwkundig patroon van de wijk. Een ander grootschalig ruimtelijk object is de grote, nieuwe kunstmatige vijver die zich nabij Landschapsbaan bevindt.

De wijk en VINEX-locatie Vleuterweide is inmiddels grotendeels voltooid. Alleen de deelplannen aan de noordzijde nabij het spoor (deelplan 5 - De Erven) en aan de zuidzijde nabij de Leidsche Rijn (deelplan 6 - De Tuinlanden) dienen nog deels gerealiseerd te worden. Momenteel wordt een deel hiervan bouwrijp gemaakt.


 

afbeelding "i_NL.IMRO.0344.BPVLEUTERWEIDEVLEU-0601_0011.png"
Figuur 1 - Analysekaart Vleuterweide (bron: Welstandsnota Utrecht - juni 2004)

4.10.5 Oppervlaktewater

Watersysteem Leidsche Rijn [4]

Het oppervlaktewater in de wijk Vleuterweide maakt onderdeel uit van het watersysteem Leidsche Rijn: een zelfstandig functionerend watersysteem waarbij aan- en afvoer van gebiedsvreemd water in een normaal hydrologisch jaar vanuit het Amsterdam-Rijnkanaal vrijwel niet nodig is. Hiertoe wordt hemelwater opgevangen en vastgehouden in het lokale grond- en oppervlaktewatersysteem.

Ter bevordering van de waterkwaliteit circuleert het water in een vrijwel gesloten systeem door het stadsdeel Leidsche Rijn en aansluitende gebieden. Door variatie in waterpeil en het rondpompen van oppervlaktewater wordt stilstaand water (en zuurstofloosheid en muggenoverlast) vrijwel voorkomen.


[4] De oorspronkelijke doelstellingen en visie van het waterhuishoudkundige systeem van de VINEX-locatie Leidsche Rijn zijn verwoord in het document 'Nieuwe stad, schoon water' (NSSW) uit 1997. Het document is opgesteld in opdracht van Projectbureau Leidsche Rijn (PBLR) door de Projectgroep Waterhuishouding.


Gedurende de afgelopen 15 jaar zijn er diverse randvoorwaarden gewijzigd (financiën, inpasbaarheid) en is er meer kennis opgedaan over het functioneren van het systeem door onder andere metingen aan de aangelegde delen en studie. Dit vraagt om een heroriëntatie van de bestaande plannen.

In opdracht van PBLR en in samenwerking met Stadswerken van de gemeente Utrecht en het waterschap HDSR wordt door Wareco en een begeleidingscommissie een hernieuwde eindvisie voor het watersysteem opgesteld. Deze actualisatie moet recht doen aan de oorspronkelijke doelen en gewijzigde randvoorwaarden.


Watersysteem Vleuterweide

Het (nieuwe) watersysteem van Vleuterweide vormt een dragend en ordenend onderdeel van het stedenbouwkundige ontwerp. De omgang met hemelwater is 'duurzaam gescheiden': het ontvangen en ingezamelde hemelwater van daken en schone verhardingen wordt voornamelijk naar boven- en ondergrondse infiltratievoorzieningen afgevoerd waar het infiltreert en aan het grondwater wordt toegevoegd. Overschot aan water wordt via een overloopvoorziening op het oppervlaktewater geloosd.


afbeelding "i_NL.IMRO.0344.BPVLEUTERWEIDEVLEU-0601_0012.png"

Figuur 2 - geschematiseerd hoofdwatersysteem Vleuterweide (bron: Actualisatie basiskaart- 2007)


Het watersysteem in Vleuterweide is gereed en functioneert naar behoren. Dit deelgebied en deelsysteem van het totale watersysteem van Leidsche Rijn wordt dan ook niet betrokken bij de actualisatie en hernieuwde eindvisie die in 2013 door Wareco voor het 'Watersysteem Leidsche Rijn' wordt uitgewerkt (zie [4]). Er is geen sprake van een opgave ten aanzien van de waterhuishouding en riolering.

Peilgebieden

Figuur 2 toont het geschematiseerde hoofdwatersysteem van Vleuterweide. Het watersysteem in de wijk Vleuterweide vormt de schakel tussen de deelsystemen 'Joostenlaan-wetering', 'Hoge Stelsel Zuid' en 'Veldhuizen'. De verbindingen tussen deze deelsystemen zijn vanwege hun belangrijke afvoerende en bergende functie aangemerkt als primaire (hoofdwatergangen). Primaire watergangen hebben de bestemming 'Water' op de plankaart. De overige watergangen hebben de status van tertiaire (wijkwatergangen) en dienen voornamelijk om drooglegging, ontwatering en afwatering te garanderen.


Beschermingszone

De status van de watergangen is van belang voor de breedte van de beschermingszone (schouwstrook): een aan een waterstaatswerk grenzende zone -die als zodanig in de legger is opgenomen- waarin ter bescherming van dat waterstaatswerk voorschriften krachtens de keur van toepassing zijn. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit van het profiel en/of veiligheid wordt aangetast, de aan- en/of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd.

De breedte van de beschermingszone aan weerszijden van oppervlaktewater is vastgelegd in de legger en bedraagt vanuit de insteek 5 meter voor primaire en secundaire watergangen en 2 meter voor tertiaire watergangen. Deze beschermingszone dient ook als zodanig in het bestemmingsplan te worden verankerd.


Peilgebieden

Figuur 2 toont de peilgebieden in Vleuterweide. In het zuidelijke en centrale deel van Vleuterweide bedraagt het peilbeheer NAP -1.00/-1.30 m. Het noordelijke deel kent meerdere peilgebieden: NAP -0.20/-0.40, NAP -0.70 m en NAP +0.05/-0.15 m. De watergang langs de Europaweg heeft een peilbeheer van NAP -0.30/-0.40 m. Het peilbeheer is variabel: in de zomer wordt een lager peil aangehouden en in de winter een hoger peil, de waterfluctuatie volgt de seizoensdynamiek. Bij hevige neerslaggebeurtenissen mag het waterbezwaar leiden tot een peilstijging van 0,3 m.


Aan- en afvoer

De wateraanvoer naar en de stroomrichting in het watersysteem 'Vleuterweide' is afhankelijk van de hydrologische situatie. Nabij de Liesgrassingel bevindt zich een stuw en opvoergemaal van HDSR waarmee de waterafvoer- en aanvoer in natte en droge perioden naar en van het deelsystemen 'Joostenlaan-wetering' (noord) gereguleerd kan worden. In droge periode wordt via de stuw onder vrijverval water ingelaten vanuit het deelsysteem 'Joostenlaan-wetering', in extreem natte periode kan via het opvoergemaal water naar dit deelsysteem worden afgevoerd (zie figuur 2). Via een sifon onder de Leidsche Rijn kan water worden afgevoerd naar deelsysteem 'Veldhuizen' (zuid). De toekomstige duiker onder de Europaweg dient om wateraanvoer vanuit het deelsysteem 'Hoge Stelsel Zuid' ('t Zand) mogelijk te maken (zie figuur 2). De centrale vijver nabij de Landschapsbaan heeft tevens een bergende functie.


Kaderrichtlijn Water

In het plangebied bevindt zich de Leidsche Rijn. Dit oppervlaktewater is in het kader van de Europese Kaderrichtlijn Water (EKRW) aangewezen als waterlichaam van het type M6b (Grote ondiepe Kanalen met scheepvaart) en heeft de EKRW-code NL14_16. De Leidsche Rijn wordt door het HDSR gekarakteriseerd als een kunstmatig, groot, ondiep kanaal dat vooral bestaat uit oppervlaktewater waarbij de herkomst wisselend is en de stromingsrichting gedurende het jaar kan omkeren. Periodiek is er zichtbare stroming, vooral in de buurt van inlaten/gemalen. Er is sprake van een belangrijke scheepvaartfunctie, het water heeft een bakvormige inrichting met abrupte overgangen van land naar water. Bij de Haanwijkersluis gaat de Leidsche Rijn over op de Oude Rijn.


Beheer

De hoofdwatergangen van het oppervlaktewater in Vleuterweide (zie figuur 2, zwart omlijnt) liggen in het beheergebied van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (paarse arcering), dit waterschap is verantwoordelijke voor het functionele kwantiteits- en kwaliteitsbeheer.

De gemeente Utrecht - Stadswerken (gele arcering) heeft de zorg voor het operationele waterkwantiteits- en kwaliteitsbeheer van de wijkwatergangen die in eigen beheer zijn.

Het beheer van een relatief groot deel van de wijkwatergangen ligt in handen van de Gemeenschappelijke Exploitatie Maatschappij (GEM) Vleuterweide beheer BV (roze arcering). Van de overige wijkwatergangen is de status nog onduidelijk, de beheerder hiervan is voorlopig als 'Geen info' aangemerkt (zwarte arcering).

Om goed beheer te kunnen waarborgen, voert het waterschap onderhoudstaken uit en toetst of bij de aanleg van werken ter plaatse van oppervlaktewatergangen en in beschermingszones voldaan is aan de algemene en specifieke criteria. Over het algemeen geldt dat het aanleggen van werken ter plaatse van dan wel in de beschermingszone van een oppervlaktewaterlichaam negatieve gevolgen kan hebben voor het functioneren van het watersysteem.


afbeelding "i_NL.IMRO.0344.BPVLEUTERWEIDEVLEU-0601_0013.png"



Figuur 3 - beheerderskaart watergangen Vleuterweide (bron: gemeente Utrecht - juni 2010)


Ruimtelijke consequenties

Het functioneren van ondergrondse èn bovengrondse voorzieningen ten behoeve van de inzameling en het transport van afvalwater, de inzameling en verwerking van overtollig hemelwater en het voorkomen van structurele grondwateroverlast, dient te zijn gewaarborgd.


De mate van functioneren is afhankelijk van de conditie èn de dimensies van de voorzieningen. Het huidige ruimtebeslag en afmetingen van bv. riolering, rioolgemalen, persleidingen, watergangen, wadi's en infiltratievoorzieningen is dus essentieel voor een goede systeemwerking. Verkleining of aanpassing hiervan (bv. het verwijderen van een greppel of wadi) heeft directe consequenties voor het functioneren van de voorzieningen en is niet toegestaan zonder compenserende maatregelen.


Status wadi's

De wadi's (voorzieningen voor de berging en infiltratie van hemelwater) die zich in Vleuterweide bevinden, hebben geen formele ruimtelijk-juridische status. De groenstroken waarin deze wadi's aangelegd zijn, hebben enkel de bestemming 'Groen'. Hierdoor zijn de wadi's niet specifiek voor hun functie bestemd als 'Groen-Water' of 'Water'. De ervaring leert dat wadi's bij herinrichting van de openbare ruimte vaak moeten wijken voor bv. parkeerplaatsen of ander ruimtelijke claims. Door het dempen van wadi's kan de noodzakelijke verwerking van hemelwater en de robuustheid en duurzaamheid van het watersysteem onder druk komen te staan.

4.10.6 Waterkeringen

Status en veiligheid

Vleuterweide grenst aan de zuidzijde aan de Leidsche Rijn en aan de westzijde aan De Heycop. De noordelijke kade van de Leidsche Rijn en de oostelijke oever van de Heycop (het deel tussen de Leidsche Rijn en het gemaal bij de Liesgrassingel) is aangemerkt als waterkering met de status 'Regionale Waterkering (genormeerd)'. Waterkeringen met een belangrijke waterstaatkundige functie worden door de provincie -via de provinciale verordening en conform de IPO-richtlijn- aangewezen als genormeerde regionale waterkering. Daarbij wordt tevens het maatschappelijk gewenste beschermingsniveau vastgesteld (de veiligheidsnorm). Dit beschermingsniveau wordt weergegeven in een veiligheidsklasse, die uitgedrukt wordt in de verwachte overschrijdingsfrequentie van inundatie van het door de waterkering beschermde gebied. Deze veiligheidsklasse wordt door de provincies bepaald op basis van een inschatting van de economische schade na het bezwijken van de waterkering. Hoe groter de gevolgen, hoe hoger de veiligheidsklasse.

In december 2008 is door HDSR het hoofdrapport 'Veiligheidstoetsing regionale waterkeringen - 1e Toetsronde genormeerde regionale waterkeringen HDSR' gepubliceerd. Hieruit blijkt dat de waterkering aan de noordzijde van de Leidsche Rijn ('Leidsche Rijnkade Noord') veiligheidsnorm I heeft met een overschrijdingsfrequentie van 1/10 jaar.


Dubbelbestemming

De waterkering 'Leidsche Rijnkade Noord' en 'Heycopkade Oost' heeft een kernzone / waterstaatzone van 12 m (6 m aan weerszijden van as kering) en een beschermingszone van 50 m. De kernzone dient in het bestemmingsplan als 'waterstaat - waterkering' (dubbelbestemming) te worden aangemerkt. Voor beide zones gelden voorschriften die in de legger zijn opgenomen. Werken zijn conform de keur vergunningsplichtig.

De locaties aan de Wilgenrooslaan, Knolruskade, Landschapsbaan, Burgemeester Middelweerdlaan, Paradijstuinlaan, Europaweg, Kruidentuinlaan, Zilverschoonlaan, Groene dreaksingel, Dwergbloemsingel Kantbloemsingel, Zandweg hebben de dubbelbestemming waterstaat-waterstaatkundige functie. De aangewezen locaties zijn mede bestemd voor de waterhuishouding en het in stand houden en het onderhoud van de waterkering.

Begripsbepaling

Een waterstaatswerk is een waterkering die als zodanig in de legger is aangegeven. In de beleidsregels wordt het waterstaatswerk onderscheiden in een dijklichaam en aangrenzende zones. Het dijklichaam is gedefinieerd als "de kruin en de wederzijdse taluds van de waterkering met inbegrip van de bermen tot aan de teen van de waterkering of tot aan de bodem van de naastliggende watergangen en de daarin of daaraan aangebrachte werken". Wanneer geen sprake is van een talud is het dijklichaam gelijk aan het waterstaatswerk. Het leggerprofiel is het minimale profiel waaraan een waterkering in elk geval dient te voldoen en dat in de legger is vastgelegd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0344.BPVLEUTERWEIDEVLEU-0601_0014.png"


Figuur 4 - principeprofiel beschermingszone waterstaatswerk (bron: HDSR- april 2011)

invoegen

Beleid

Tussen 1 oktober en 1 april mogen er geen werkzaamheden plaatsvinden die mogelijk het waterkerende vermogen van een waterkering negatief beïnvloeden. Het betreft met name werkzaamheden waarbij in of naast de waterkering wordt gegraven of waarbij de bekleding van het dijklichaam wordt veranderd.


Waterwet

Op 22 december 2009 is de Waterwet in werking getreden. Een achttal wetten is samengevoegd tot één wet, de Waterwet. De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater, en verbetert ook de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. Daarnaast levert de Waterwet een flinke bijdrage aan kabinetsdoelstellingen zoals vermindering van regels, vergunningstelsels en administratieve lasten. De Waterwet kent één watervergunning.
Niet elke activiteit in het watersysteem is vergunningsplichtig. Vaak is voor minder ingrijpende activiteiten een melding voldoende, maar de melder moet wel voldoen aan algemene regels zoals opgenomen in het Waterbesluit, de Waterregeling of een verordening van het waterschap (de keur) of de provincie.

Een watermeldingsplicht kan ook voortvloeien uit bijvoorbeeld het Activiteitenbesluit, het Besluit lozing afvalwater huishoudens (Blah) of het Besluit lozen buiten inrichtingen (Blib).

Veel activiteiten vallen onder algemene regels, waardoor geen watervergunning nodig is en veelal met een melding kan worden volstaan. Het is dan ook verstandig vooraf contact met de gemeente (als het overheidsloket) of direct met het bevoegde gezag (Rijkswaterstaat, waterschap of provincie) op te nemen of vooroverleg aan te vragen.


Keur HDSR 2009

Het beleid en de regels van het waterschap zijn vastgelegd in diverse wetten en verordeningen. Aanpassingen aan het bestaande waterhuishoudingsysteem moeten door het Hoogheemraadschap worden vergund. Er geldt een vergunningsplicht op grond van de belangrijkste verordening, de "Keur" (ex artikel 77 en 80 van de Waterschapswet).

In de Keur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2009 staan verboden en geboden die betrekking hebben op oppervlaktewatergangen, waterkeringen en grondwater. De verboden betreffen die handelingen en gedragingen die in principe onwenselijk zijn voor de constructie of de functie van oppervlaktewatergangen, waterkeringen of grondwatergangen. De geboden geven de verplichtingen aan om deze waterstaatswerken in stand te houden. Een gebod kan bijvoorbeeld betrekking hebben op een onderhoudsverplichting.

In de keur wordt uitgegaan van een systeem van kernzones (de fysieke kering) en beschermingzones (zie figuur 3). Een beschermingszone is een aan een waterstaatswerk grenzende zone die als zodanig in de legger is opgenomen en waarvoor ter bescherming van dat waterstaatswerk voorschriften krachtens de Keur van toepassing zijn. Het komt erop neer dat binnen de beschermingszone niet zonder ontheffing van het Waterschap gebouwd en opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit van het profiel en/of veiligheid wordt aangetast, de aan- en/of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd.

Eventuele vergunningen worden alleen verleend als waterstaatkundige belangen niet in het gedrang komen. Bij het verlenen van een vergunning worden deze belangen altijd afgewogen. Daarnaast moet rekening gehouden worden met de verbrede doelstellingen van de Waterwet te weten de samenhang met chemische en ecologische aspecten en de vervulling van maatschappelijke functies van watersystemen.


Algemene regels Keur HDSR 2009

In principe zijn alle activiteiten die van invloed (kunnen) zijn op waterstaatswerken volgens de Keur verboden. Onder bepaalde voorwaarden kunnen, voor specifieke activiteiten, vergunningen van die verboden worden verleend. De ervaring leert dat bepaalde, regelmatig voorkomende activiteiten weinig invloed hebben op de staat van oppervlaktewaterlichamen en/of waterkeringen in het beheersgebied van De Stichtse Rijnlanden. Om de administratieve lasten voor zowel burgers/bedrijven als het waterschap te verminderen, en om de regelgeving met betrekking tot deze activiteiten te vereenvoudigen, zijn voor deze veelvoorkomende, weinig risicovolle activiteiten algemene regels opgesteld.

Door het stellen van algemene regels zijn de betreffende activiteiten niet langer vergunningsplichtig, maar moeten ze wel worden gemeld. De algemene regels behorend bij de Keur van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2009 hebben betrekking op de kern- en beschermingszones van primaire, secundaire en tertiaire oppervlaktewaterlichamen en waterkeringen.


Watervergunning

Ten behoeve van het dempen en graven, aanleggen van vlonders en steigers en bouwen in en langs water is een Watervergunning van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden noodzakelijk. Alle wateraspecten (inclusief de Keur-aspecten) worden in de watervergunning geregeld.
Ook tijdelijke onttrekkingen van grondwater tijdens bouwwerkzaamheden zijn vergunningsplichtig, evenals tijdelijke lozing van bemalingswater op oppervlaktewater. Ook rechtstreekse afvoer van hemelwater naar oppervlaktewater is vergunning- of meldingplichtig in het kader van de Waterwet.

Het toepassen van uitlogende materialen (lood, koper, zink en bitumen) zonder KOMO-keurmerk voor verhardingen die rechtstreeks lozen op oppervlaktewater is niet toegestaan.

4.10.7 Grondwater

Zorgplicht

De gemeente heeft per 1 januari 2008, voortkomend uit de nieuwe wet 'Verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken', de zorgplicht om in openbaar gemeentelijk gebied maatregelen te treffen om "structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming te voorkomen of beperken'. Dit is alleen zo als het nemen van maatregelen doelmatig is en het niet onder de verantwoordelijkheid van het waterschap of de provincie valt. De nieuwe gemeentelijke grondwaterzorgplicht stelt de gemeente Utrecht beter in staat een bijdrage te leveren aan de aanpak van grondwaterproblemen in het bebouwd gebied.


Verantwoordelijkheden

De zorgplicht heeft het karakter van een inspanningsplicht. Dat wil zeggen dat de gemeente niet verantwoordelijk is voor handhaving van het grondwaterpeil in bebouwd gebied. De wetgeving geeft aan dat de burger met grondwateroverlast bij de gemeente met zijn probleem terecht moet kunnen: de gemeente is het eerste aanspreekpunt voor de burger.

De perceelseigenaar is op eigen terrein zelf verantwoordelijk voor het treffen van maatregelen tegen grondwateroverlast. Deze verantwoordelijkheid geldt ook voor de gemeente als eigenaar van de openbare ruimte. De perceelseigenaar is verantwoordelijk voor de staat van zijn woning en perceel, voor zover deze problemen niet aantoonbaar worden veroorzaakt door onrechtmatig handelen of nalaten van de buur (overheid of particulier). Bij grondwaterproblemen mag dus in de eerste plaats van de perceelseigenaar worden verwacht, dat hij de vereiste waterhuishoudkundige en/of bouwkundige maatregelen neemt.

Criterium

Grondwater wordt in de openbare ruimte door de gemeente als overtollig beschouwd indien het ontwateringscriterium van 0,7 meter beneden de as van de weg gedurende meerdere jaren langer dan vijf aaneengesloten dagen per jaar wordt overschreden en als dit daadwerkelijk als grondwateroverlast wordt ervaren. Voor grootschalig openbaar groen en parken wordt gestreefd naar een ontwateringsdiepte van tenminste 0,5 m beneden maaiveld. Afhankelijk van de begroeiing kan hier in overleg met de groenbeheerder van worden afgeweken.


Grondwateroverlast

Met het bouwrijpmaken van de deelgebieden van Vleuterweide is een grootschalig drainagesysteem aangelegd. Deze drainagevoorzieningen dienen, gecombineerd met de benodigde grondverbetering, een minimale ontwateringsdiepte van 0,7 m te garanderen (zie 'criterium'). Het is niet bekend of er in Vleuterweide in de huidige situatie (gebruikersfase) sprake is van overtollig grondwater en structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand.


Onttrekkingen

De provincie Utrecht stelt met het strategisch grondwaterbeleid de kaders vast voor de uitvoering van het grondwaterbeheer door de waterschappen. Het waterschap is bevoegd gezag voor het verstrekken van vergunningen of het behandelen van meldingen ten behoeve van grondwateronttrekkingen (afhankelijk van hoeveelheden).

In Vleuterweide is geen grondwaterwin- of grondwaterbeschermingsgebied aanwezig. Wel bevindt zich een deel van de wijk (zuidoosten) in de Boringsvrije zone van het Grondwaterbeschermingsgebied van de waterwinlocatie De Meern (zie figuur 4).

afbeelding "i_NL.IMRO.0344.BPVLEUTERWEIDEVLEU-0601_0015.png"
Figuur 5 - beschermingszone drinkwateronttrekking waterwingebied Leidsche Rijn en De Meern (bron: Provincie Utrecht)


Boringvrije zone

Binnen de boringsvrije zone gelden regels en voorschriften ten aanzien van het maken van boorputten, grond- en funderingswerken die verwoord zijn in het 'Besluit Boringen en Funderingen provincie Utrecht 2003'. De regels zijn bedoeld om de kleilaag in stand te houden die het grondwater beschermd tegen verontreinigingen. Onderstaand zijn de relevante verbodsbepalingen uit dit besluit opgenomen:

  • 1. Het is in boringsvrije zones en in grondwaterbeschermingsgebieden buiten inrichtingen verboden om:
    • a. boorputten op te richten, in exploitatie te nemen of te hebben,
    • b. grond- of funderingswerken in de bodem uit te voeren of te hebben, op een diepte van 40 meter of meer onder het maaiveld.
  • 2. Het verbod geldt niet voor:
    • a. het onderzoeken of saneren van de bodem krachtens de Wet bodembescherming, mits degene die deze handelingen verricht alle maatregelen treft die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde het risico van verticale verspreiding van verontreinigingen als gevolg van deze handelingen te voorkomen, dan wel teneinde die verspreiding zoveel mogelijk ongedaan te maken;
    • b. handelingen in het kader van een op basis van de Ontgrondingenwet verleende vergunning.
4.10.8 Riolering

De omgang met hemelwater in Vleuterweide is 'duurzaam gescheiden': het ontvangen en ingezamelde hemelwater van daken en schone verhardingen wordt voornamelijk naar boven- en ondergrondse infiltratievoorzieningen afgevoerd waar het infiltreert en aan het grondwater wordt toegevoegd. Overschot aan water wordt via een overloopvoorziening op het oppervlaktewater geloosd.

Het (huishoudelijk) afvalwater van geheel Vleuterweide wordt onder vrij verval via een vuilwaterstelsel (of DWA) ingezameld en getransporteerd naar het rioolgemalen 'Rivierkom', 'Stroomrugbaan' en 'Busbaan Vleuterweide'. Deze rioolgemalen verpompen het afvalwater naar opvoergemaal 'Gouden Koetslaan' die het vervolgens doorperst naar RWZI Leidsche Rijn aan de Prooswetering.

Om de vereiste ontwatering te waarborgen, is in vrijwel geheel Vleuterweide een separaat drainagestelsel aangelegd waarmee voornamelijk het freatisch grondwaterregime wordt gereguleerd. Het overschot aan grondwater wordt in natte perioden geloosd op het aangrenzende oppervlaktewater.


Aansluitingen

Alle nieuwe woningen en appartementen dienen een aparte huisaansluiting op het vuilwaterstelsel (dwa) van het (verbeterd) gescheiden stelsel te krijgen. Voor de aansluiting van de woningen op de openbare riolering is een aansluitvergunning vereist van de dienst Stadswerken. Bij ontwikkelingen en nieuwbouw dient het hemelwater bovengronds te worden afgevoerd.


Bijzonderheden

In deelgebied de Hoven zijn voornamelijk ondergrondse infiltratievoorzieningen aangelegd. Deelgebied Centrum loost het schone hemelwater direct op de grote aangrenzende vijver.

De centrale ontsluitingsroute Stroomrug-Rivierkom-Landschapsbaan is voorzien van een separaat hemelwaterstelsel (of HWA) waarmee het verontreinigd afstromend hemelwater wordt ingezameld, getransporteerd en via een voorzuiverende voorziening wordt geloosd op het aangrenzende oppervlaktewater. De Busbaan Vleuterweide is voorzien van bermafwatering en een naastgelegen greppel.

De lintbebouwing langs de Zandweg is aangesloten op drukriolering die rechtstreeks injecteert op de RWZI Zandweg. De woningen langs de Europaweg zijn aangesloten op een drukrioleringssysteem dat uiteindelijk afstroomt naar opvoergemaal 'Gouden Koetslaan'.


Persleidingen HDSR

In het plangebied zijn twee persleidingen van het HDSR aanwezig. Voor rioolpersleidingen is een beschermingszone van 5 meter van toepassing (2,5 meter vanuit as persleiding). Binnen de beschermingszone mogen geen graaf-, grond- of bouwwerkzaamheden plaatsvinden.


RWZI De Meern

In de wijk Vleuterweide bevindt zich aan de Zandweg nabij de Veldhuizerweg de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) De Meern. Deze installatie is van het type Carrousel, heeft een hydraulische capaciteit van 1.650 m3 / uur en is eigendom van en in beheer bij het waterschap HDSR. Het afvalwater van de wijken Veldhuizen, De Meern Centrum, De Meern Noord ('t Weer en Castellum) en Oudenrijn wordt er behandeld en gezuiverd geloosd op de Leidsche Rijn.

4.10.9 Verslaglegging van gevoerd overleg gemeente - waterbeheerder

Op 13 februari 2013 heeft HDSR een positief wateradvies gegeven. De door HDSR gemaakte opmerkingen zijn beantwoord in de nota van vooroverleg en verwerkt in het bestemmingsplan. Het advies is opgenomen in de bijlagen bij deze toelichting.