direct naar inhoud van 5.3 Geluidhinder
Plan: Terwijde
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPTERWIJDE-0601

5.3 Geluidhinder

Geluid beïnvloedt vaak de kwaliteit van de leef- en woonomgeving. De belangrijkste geluidsbronnen die in het kader van de ruimtelijke ordening van belang zijn, zijn wegverkeer, railverkeer en bedrijven. De mate van acceptatie en hinder is onder meer afhankelijk van de functie van het geluidsbelaste object – hiervoor kent de wet "geluidsgevoelige bestemmingen" (o.a. woningen en scholen).

De regels van de Wet geluidhinder zijn van toepassing bij het vaststellen van een bestemmingsplan. De normen uit die wet zijn van toepassing bij:

  • a. bestemmen van gronden voor nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen
  • b. bestemmen van gronden voor aanleg van nieuwe (gezoneerde) wegen (niet bij woonerven of wegen waarvoor een maximum snelheid van 30 km/u geldt)
  • c. reconstructie van wegen
  • d. geluidsgezoneerde industrieterreinen

Verkeer

De Wet geluidhinder geeft grenzen aan de toegestane geluidbelasting op woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen. Deze grenzen worden bepaald door de voorkeursgrenswaarde en de maximale ontheffingswaarde. Voor binnenstedelijk wegverkeer is de voorkeursgrenswaarde 48 dB en de maximale ontheffingswaarde 58 dB. Voor spoorweglawaai liggen de grenswaarden op respectievelijk 55 en 68 dB. Bij een geluidsbelasting onder de voorkeursgrenswaarde gelden er geen voorwaarden voor het bestemmen van geluidsgevoelige bestemmingen. Boven de maximale ontheffingswaarde zijn geluidsgevoelige bestemmingen niet toegestaan (uitzondering voor zogenaamde "dove gevels").

Uit akoestisch onderzoek blijkt dat de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden en worden hogere grenswaarden toegestaan mits wordt voldaan aan de vereisten van de gemeentelijke geluidsnota (o.a. de aanwezigheid van een geluidluwe gevel). De procedure voor het verlenen van een hogere waarde loopt parallel met de bestemmingsplanprocedure.

Op grond van de Geluidnota Utrecht 2007 gelden de volgende voorwaarden:

  • 1. Er dient een reden te zijn om van de voorkeursgrenswaarde af te wijken, die past binnen de ontheffingscriteria.
  • 2. Er dient te worden voldaan aan een aantal voorwaarden:
  • 3. Iedere woning dient te beschikken over een geluidsluwe gevel;
  • 4. De woning bevat voldoende verblijfsruimten aan de geluidsluwe gevel, te weten 30% van het aantal verblijfsruimten of 30% van de oppervlakte van het verblijfsgebied;
  • 5. Indien de woning beschikt over een buitenruimte, dan is deze bij voorkeur gelegen aan de geluidsluwe zijde. Het geluidsniveau mag er in ieder geval niet meer dan 5 dB hoger zijn dan op de geluidsluwe gevel.

Plansituatie

Het bestemmingsplan Terwijde is grotendeels een conserverend plan waarbij geen uitbreiding van de reeds opgenomen geluidsgevoelige bestemmingen wordt toegestaan. De ontwikkeling van Terwijde is mogelijk geweest op grond van het bestemmingsplan Leidsche Rijn Utrecht 1999. Voor de in dit bestemmingsplan opgenomen woningen is het aspect geluid geregeld. Woningbouw is daarbij mogelijk indien bij de planuitwerking wordt voldaan aan de Wet geluidhinder of middels de gereguleerde inzet van ontheffing. Voorwaarde hierbij is dat de woning een luwe gevel heeft en de woningisolatie is afgestemd op het geluidsniveau bij uitwerking. De diverse ontwikkelingen binnen het plangebied zijn met uitwerkingsplannen binnen bovengenoemde randvoorwaarden gerealiseerd. Bij het vaststellen van deze ontwikkelplannen dient opnieuw een toets aan de Wgh plaats te vinden voor die delen die nog niet vergund (bouwvergunning afgegeven) zijn.

Voor een klein aantal locaties wordt de realisatie van nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen voor het eerst toegestaan. Het betreft Terwijde Zuid-Oost, uitwerkingsplan Terwijde 3 (kubuseiland) en Hoflaan en Hofboerderij. Deze nieuwe bestemmingen moeten worden getoetst aan de Wet geluidhinder.

Voor Terwijde zijn de relevante geluidsbronnen de Rijksweg A2, Stadsweg en spoor Utrecht-Gouda. De geluidsbron van de A2 wordt afgeschermd door een geluidswal van 12 meter hoogte. Langs het spoor zijn schermen aanwezig: 3 meter hoog aan de noordzijde, tussen de sporen 2 en 3 een hoogte van 3 meter en aan de zuidzijde 1,5 meter hoog ten opzichte van bovenkant spoor (BS).

Op grond van de reeds bestaande woningen en de toetsing daarvan aan de Wet geluidhinder kan worden aangenomen dat ook de laatste ontwikkelingen in de wijk die met dit bestemmingsplan mogelijk gemaakt worden, kunnen voldoen aan de eisen van de Wet geluidhinder en de voorwaarden vanuit het gemeentelijke geluidbeleid voor het verlenen van hogere waarden.

Voor de ontwikkelingen is op grond van het nieuwe verkeersmodel VRU 20 Utr 2.2 dat op 1 juli 2011 van kracht wordt, een geluidsonderzoek verricht voor het peiljaar 202. Op basis hiervan wordt waar nodig een hogere grenswaarde procedure gestart.

Industrielawaai

Van industrielawaai kan ook hinder worden ondervonden. Het optreden van hinder als gevolg van industrielawaai kan worden voorkomen en beperkt door afstand te bewaren tussen geluidsbron en ontvanger. Bij industrieterreinen met bedrijven die veel geluid produceren zijn geluidszones vanwege de Wet geluidhinder vastgesteld. Buiten deze zone mag de geluidsbelasting niet hoger zijn dan 50 dB(A). Voor geluidsgevoelige bestemmingen binnen een geluidszone kan ook een hogere waarde worden vastgesteld. De grenswaarde liggen hier op 50 dB(A) respectievelijk 55 dB(A) .

Plansituatie

Het plangebied ligt niet in de zone van een gezoneerd industrieterrein. De RWZI op het naastgelegen industrieterrein De Wetering kent een geluidszone maar deze valt niet over het plangebied Terwijde.

De geluidszone van het verder gelegen geluidsgezoneerde bedrijventerrein Lage Weide grenst gedeeltelijk aan het plangebied Terwijde maar ligt hier niet overheen. Dit betekent dat de geluidsbelasting van de bedrijven niet meer zal bedragen dan 50 dB(A).

Het volledige rapport Akoestisch onderzoek Terwijde is toegevoegd als Bijlage 4 bij de toelichting op het bestemmingplan.