direct naar inhoud van 5.7 Water
Plan: Spoorsevoorzieningen Daalsetunnel en Leidseveertunnel
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPSPOORSEDAALLEID-0601

5.7 Water

In het kader van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en Besluit ruimtelijke ordening is voor dit ruimtelijke plan het digitale watertoetsproces doorlopen. De 'watertoets' is een instrument dat waterhuishoudkundige belangen expliciet en op evenwichtige wijze laat meewegen bij het opstellen van ruimtelijke plannen en besluiten. Het is niet een toets achteraf maar een proces dat de gemeente en waterbeheerder met elkaar in gesprek brengt in een zo vroeg mogelijk stadium. De inzet daarbij is om in elk afzonderlijk plan met maatwerk het reeds bestaande waterhuishoudkundige en ruimtelijke beleid goed toe te passen en uit te voeren. Het watertoetsproces voor deelplannen Daalsetunnel (“Nieuwbouw relaishuis 100 locatie voetbalkooi”) en Leidseveertunnel (“Nieuwbouw relaiskasthuis 110 locatie De Stek”) zijn beide op 4 april 2012 digitaal doorlopen via www.dewatertoets.nl. Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden is via deze weg door de initiatiefnemer van de ruimtelijke ontwikkelingen op de hoogte gebracht van de plannen.

Uit de digitale analyse blijkt dat er geen grote waterbelangen zijn en volstaan kan worden met een standaard wateradvies van het waterschap. De ruimtelijke ontwikkelingen voldoen aan de belangrijkste minimale voorwaarde: "het standstill beginsel". Dit beginsel houdt in dat door het plan geen verslechtering van de waterhuishouding ontstaat. Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden adviseert positief over de ruimtelijke plannen.

De automatisch gegenereerde standaard waterparagraaf van het Hoogheemraadschap is in de bijlagen opgenomen. Aangezien het om een geautomatiseerd bestand gaat, is hieronder een gemeentelijke en samenvattende weergave opgenomen.

Beleidskader
In het algemeen is het beleid van het Rijk, de provincie Utrecht, de gemeente Utrecht en het waterschap HDSR gericht op een duurzaam en robuust waterbeheer. Bij ruimtelijke ontwikkelingen worden (indien doelmatig) de waterkwaliteitstrits 'gescheiden inzamelen-gescheiden afvoeren-gescheiden verwerken' en de waterkwantiteitstrits 'water vasthouden-bergen-vertraagd afvoeren' gehanteerd. Dit beleid is per overheidsniveau in de onderstaande beleidsdocumenten verankerd:

  • Rijksbeleid: Vierde Nota Waterhuishouding, Vijfde Nota RO, WB21, NBW, Waterwet, etc.;
  • Provinciaal beleid: Nota Planbeoordeling, Waterhuishoudingsplan, Beleidsplan Milieu en Water, Streekplan, etc.;
  • Gemeentelijk beleid: Gemeentelijk Rioleringsplan 2011-2014 [1];
  • Waterschapsbeleid: Waterbeheerplan 2010-2015, Beleidsregels 2010 Keur 2009, Keur [2].

[1] De gemeente heeft de zorgplicht voor de inzameling en het transport van afvalwater, het inzamelen en verwerken van overtollig hemelwater en het voorkomen van structurele grondwateroverlast. Het actuele beleid hiervoor is vastgelegd in het Gemeentelijk afval-, hemel- en grondwaterplan 2007-2010 en binnenkort in het Verbreed Gemeentelijk rioleringsplan 2011-2014. De ontwerpeisen zijn opgenomen in het Handboek Inrichting Openbare Ruimte, onderdeel riolen, rioolgemalen en drainage (versie juni 2005). Daarnaast stelt de gemeente eisen aan het ontwerp van watergangen waarvan zij eigenaar of beheerder is of wordt.

[2] Het waterschap Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) heeft de zorg voor het kwantiteits- en kwaliteitsbeheer van het oppervlaktewater in het plangebied. Het beleid en de regels van het waterschap zijn vastgelegd in diverse wetten en verordeningen. De belangrijkste verordening is de keur.

Water in relatie tot ruimtelijke ontwikkeling
De ruimtelijke ontwikkeling bij de Leidseveertunnel heeft weinig tot geen gevolgen voor het watersysteem. Het verhard oppervlak neemt niet toe. Ook voor de locatie Daalsetunnel geldt dat de ruimtelijke ontwikkelingen weinig tot geen gevolgen heeft voor het watersysteem. Het verhard oppervlak neemt toe met circa 200 m2. Deze geringe toename van verhard oppervlak heeft weinig gevolgen voor het watersysteem. Het bestaande watersysteem kan tijdens een hevige regenbui al het hemelwater vanaf dit oppervlak verwerken en bergen.

Voor beide plandelen geldt dat:

  • het bestaande oppervlaktewater niet wordt aangepast;
  • water niet buiten het plangebied wordt geborgen;
  • er geen lozing plaats vindt van verontreinigingen en/of verontreinigd water naar oppervlaktewater;
  • het plangebied niet in een peilgebied ligt waar een wateropgave (NBW of KRW) is;
  • het plangebied niet op of nabij een waterkering of belangrijke watergang ligt;
  • het plangebied niet nabij een rwzi of rioolpersleiding ligt.


Afvoer hemel- en afvalwater
Er is geen sprake van afvalwater.
Schoon hemelwater (bijvoorbeeld vanaf dakoppervlakken) mag direct worden afgevoerd naar oppervlaktewater. Het hemelwater van de loactie Leidseveertunnel wordt naar de Leidsche Rijn afgevoerd, via een bestaand hemelwaterriool (westzijde De Stek). Het hemelwater van de locatie Daalsetunnel wordt afgevoerd naar het hemelwaterriool nabij het begin van de J.J.A. Goeverneurstraat.

Conclusie
In de bestaande situatie is er is geen sprake van een wateropgave in of rondom het plangebied. Op basis van het plan neemt het verhard oppervlak bepertk toe. Met inachtneming van het bovenstaande heeft het plan geen negatieve gevolgen voor de waterhuishouding.