direct naar inhoud van 5.4 Luchtkwaliteit
Plan: Spoorsevoorzieningen Daalsetunnel en Leidseveertunnel
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPSPOORSEDAALLEID-0601

5.4 Luchtkwaliteit

In artikel 5.16 Wet Milieubeheer staat een limitatieve opsomming van de bevoegdheden waarbij luchtkwaliteitseisen een directe rol spelen. Het gaat in ieder geval om ruimtelijke besluiten, zoals bestemmingsplannen, die direct gevolgen voor de luchtkwaliteit hebben en daardoor kunnen bijdragen aan overschrijding van een grenswaarde.

Luchtkwaliteitseisen spelen in beginsel geen belemmering voor het uitoefenen van een dergelijke bevoegdheid, als tenminste aan minimaal één van de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. Aannemelijk is gemaakt dat geen sprake is van feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde.
  • b. De voorgenomen ontwikkeling leidt - al dan niet per saldo - niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit;
  • c. Aannemelijk is gemaakt dat de ontwikkelingen niet in betekenende mate (NIBM) bijdragen aan de concentratie PM10 (fijn stof) en NO2 (stikstofdioxide) in de buitenlucht.
  • d. De voorgenomen ontwikkeling is genoemd of is niet in strijd met het Nationaal Samenwerkings-programma Luchtkwaliteit (NSL).


Plansituatie & conclusie
De gebouwen kennen geen zelfstandige verkeersaantrekkende werking. In het gebouw zullen, behalve bij incidentele onderhouds- en storingswerkzaamheden, namelijk geen mensen verblijven. De ontwikkeling leidt niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit zodat het aspect luchtkwaliteit geen belemmering is voor de vaststelling van het bestemmingsplan.