Plan: | Papendorp |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BPPAPENDORP-0601 |
De Nota Ruimte is in januari 2006 door de Eerste Kamer aangenomen. Deze Nota is gebaseerd op de beleidsvoornemens van het Tweede Structuurschema Groene Ruimte en de Vijfde Nota over de Ruimtelijke Ordening. Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak dat ons in Nederland ter beschikking staat.
Bundeling
Centraal staat het bundelen van verstedelijking en economische activiteiten. Dit betekent dat nieuwe bebouwing grotendeels geconcentreerd tot stand komt in bebouwd gebied, aansluitend op het bestaande bebouwde gebied of in nieuwe clusters van bebouwing daarbuiten. Het Rijk wil verstedelijking en infrastructuur zoveel mogelijk bundelen in nationale stedelijke netwerken, economische kerngebieden en hoofdverbindingsassen.
Verdichting
De ruimte die in het bestaand stedelijk gebied (verouderde bedrijventerreinen en wijken) aanwezig is, moet door verdichting optimaal worden gebruikt door revitalisering, herstructurering en transformatie.
Voor groen signaleert de Nota Ruimte dat de ontwikkeling van recreatievoorzieningen de afgelopen decennia is achtergebleven bij de verstedelijking. Door de hoge grondprijzen hebben nieuwe wijken vaak een hoge woningdichtheid en weinig groen. In en rond de steden ontstaat door dit alles een groot tekort aan recreatiemogelijkheden. Bovendien voldoet het huidige groen vaak niet aan de huidige kwaliteitseisen en is het groen in veel gevallen versnipperd en matig toegankelijk. Het is dan ook van belang om voldoende ruimte te reserveren voor groengebieden en andere recreatiemogelijkheden en te streven naar een balans tussen rood en groen/blauw. Het rijk rekent erop dat gemeenten bij de opzet van nieuwe locaties het door de praktijk ingegeven richtgetal van circa 75 m2 groen per woning hanteren (dit betreft zowel het regionale als het locale groen).
Momenteel wordt gewerkt aan een nieuwe nationale en provinciale structuurvisie, met bijbehorende aanpassingen in de verordening en AMvB.
De Nota Ruimte (2006), de Vinex-overeenkomst en de Structuurvisie Randstad (2008) zijn van belang voor dit bestemmingsplan. De Nota Ruimte gaat uit van het bundelen van infrastructuur en concentratie van verstedelijking en economische activiteiten. Daarnaast wordt Utrecht benoemd als belangrijke locatie aan een verkeersknooppunt in de Randstad. De ontwikkelingen die worden mogelijk gemaakt in het bestemmingsplan Papendorp, zoals het compacte kantorenpark De Taats, passen daarmee binnen het beleid uit de Nota Ruimte. In de Nota Mobiliteit wordt in aansluiting op de Nota Ruimte aangemerkt dat provincies een locatiebeleid moeten ontwikkelen voor bedrijven en voorzieningen om de bereikbaarheid te verbeteren en de groei van verkeer te faciliteren. Bij nieuwe ontwikkelingen dient rekening gehouden te worden met ecologische en archeologische waarden op basis van de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet en het Verdrag van Malta. In hoofdstuk 3 is aangegeven hoe met deze aspecten is omgegaan.
Deze Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) bevat alle ruimtelijke beleidskaders van het Rijk en vormt een sluitstuk van rijkszijde van het nieuwe stelsel van ruimtelijke ordening. De AmvB Ruimte bevat alle ruimtelijke rijksbelangen uit eerder uitgebrachte planologische kernbeslissingen (PKB's) die juridisch doorwerken in bestemmingsplannen. Het gaat om kaders voor onder meer bundelen van verstedelijking, de bufferzones, nationale landschappen, de Ecologische Hoofdstructuur, de kust, grote rivieren, militaire terreinen, mainport ontwikkeling van Rotterdam, en de Waddenzee.
Tot 1 september 2009 kon een ieder zienswijze op het ontwerp kenbaar maken. De inwerkingtreding van de AmvB Ruimte is voorzien in 2011.
Het ministerie van VROM heeft in samenwerking met bestuurders van de Randstad een structuurvisie Randstad 2040 opgesteld. Het kabinet heeft de structuurvisie op 5 september 2008 vastgesteld. De ambitie is om de Randstad tot een duurzame en concurrerende Europese topregio te ontwikkelen. Richting 2040 is er meer aandacht voor klimaatbestendigheid, groene gebieden, internationale topfuncties en de bereikbaarheid van steden.
Groenblauwe structuur
Op regionaal schaalniveau bestaat de uitdaging om door combinaties van water, natuur, landschap, cultuurhistorie, wonen en werken bij te dragen aan meer diversiteit in woon-, werk- en verblijfsmilieus. Binnen de grote groenblauwe delta kiest het kabinet voor een meer gedifferentieerde aanpak: bescherming (landschap, natuur) én ontwikkeling (combinaties van groen, rood en blauw) van de groenblauwe structuur
Tot 2040 moet er naar verwachting 500.000 woningen in de Randstad gerealiseerd worden. De verstedelijking vraagt om een goede en aantrekkelijke woonomgeving. Daarnaast wordt in de visie een groot tekort van toegankelijk recreatief groen bij de grote steden geconstateerd. Het kabinet kiest voor de ontwikkeling van een aantal 'metropolitane parken' nabij de grote steden. De parken zijn toegankelijke recreatieruimten voor de stedelingen en hebben een internationale allure. In een uitvoeringsalliantie worden naar geschikte locaties voor de metropolitane parken gezocht.
De ontwikkeling van Papendorp past binnen de Structuurvisie Randstad 2040.
De ontwikkeling van Papendorp past binnen de Nota Ruimte en de Structuurvisie Randstad 2040.