direct naar inhoud van 5.6 Flora en fauna
Plan: Marco Poloplantsoen, Kanaleneiland Zuid
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPMARCOPOLOPLANTKZ-0601

5.6 Flora en fauna


Kader
Het Groenstructuurplan Utrecht (vastgesteld door de raad in april 2007) heeft tot doel het verhogen van de kwaliteit van het stedelijk groen ten behoeve van de leefbaarheid van de stad. In het Groenstructuurplan zijn de bestaande en wenselijke stedelijke groenstructuren vastgelegd. Deze groenstructuren hebben zowel een landschappelijke, cultuurhistorische, recreatieve als ook ecologische functie. Het is op grond van dit Groenstructuurplan de bedoeling dat de kwaliteit van het groen in deze zones steeds verder ontwikkelt en verbetert. Veranderen van functie is alleen mogelijk na bestuurlijke afweging. Een afname van oppervlakte van de stedelijke groenstructuur dient te worden gecompenseerd.

In de Flora en fauawet zijn verschillende verbodsbepalingen opgenomen om in het wild levende flora en fauna te beschermen. Het is verboden om dieren opzettelijk te verontrusten, te doden of hun rust- of verblijfplaats te verstoren of te beschadigen. Ook is het verboden om beschermde planten te beschadigen of van hun groeiplaats te verwijderen. De Flora en Faunawet legt daarnaast een algemene zorgplicht op voor alle (wilde) dieren en planten en hun directe leefomgeving.

Ruimtelijke ontwikkelingen en uitvoering van projecten of (bestemmings-)plannen mogen niet in strijd zijn met de internationale richtlijnen of de Flora en fauna wet. Indien er een besluit wordt genomen op grond van de Wet ruimtelijke ordening waarbij de uitvoering van het besluit gevolgen kan hebben voor beschermde soorten, moet getoetst worden of beschermde soorten aanwezig (kunnen) zijn. Ook dient te worden bekeken wat de eventuele effecten van de activiteiten op de soorten zijn. De centrale vraag daarbij is of er een vrijstelling of een ontheffing nodig is op grond van de Flora en faunawet. Dit is afhankelijk van de beschermingsgraad van de aangetroffen soort.

Bij het vaststellen van het bestemmingsplan dient van tevoren duidelijk te zijn dat de Flora en faunawet niet in de weg staat aan de uitvoering van het plan en dat eventuele ontheffing of vrijstelling zal worden verleend.

Plansituatie
Het plangebied ligt niet in de Ecologische Hoofdstructuur zoals vastgesteld door de provincie of in de directe omgeving daarvan. Het huidige schoolgebouw grenst wel aan de stedelijke groenstructuur zoals vastgelegd in het Groenstructuurplan. Het Marco Poloplantsoen is de centrale groene ruimte van Kanaleneiland zuid met uitlopers naar het Amsterdam Rijnkanaal in het westen en Park Transwijk in het oosten. Het plantsoen is de verbinding tussen beide. De nieuwbouw kan een bijdrage leveren aan het gebruik van het Marco Poloplantsoen. Om het gebruik van het plantsoen voor de bewoners te verbeteren wordt aan een renovatieontwerp voor het plantsoen gewerkt.

Voor de sloop en herontwikkeling van het scholencluster is een quick scan in het kader van flora en faunawet uitgevoerd. Uit die quick scan kwam naar voren dat er een nader onderzoek naar vleermuizen noodzakelijk was. In de maanden juli tot en met september 2012 is een veldinventarisatie verricht naar vleermuizen en is het gebruik van de omgeving onderzocht.
Er zijn geen verblijfplaatsen aangetroffen in de bomen. Tijdens inspecties is wel vastgesteld dat vleermuizen het gebouw gebruiken als zomer- en paarverblijf. Dat betekent dat voor de sloop van de school een ontheffing is vereist van de flora en faunawet. Deze ontheffing is aangevraagd.

Om voor deze ontheffing in aanmerking te komen zullen compenserende maatregelen genomen moeten worden. Zowel in de tijdelijke als de nieuwe situatie. Hierbij kan gedacht worden aan het ophangen van tijdelijke vleermuizenkasten en aan het toegankelijk houden van de spouw in het nieuwe gebouw.