direct naar inhoud van 4.1 Projectbeschrijving
Plan: Langzaamverkeersbrug en Moreelsepark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPLANGZAAMVERKEERS-0401

4.1 Projectbeschrijving

In (de directe omgeving van) het Stationsgebied zullen verschillende locaties worden ontwikkeld tot hoogstedelijke woon-, werk- en recreatiegebieden. De forse toename van stedelijke voorzieningen in het stationsgebied en de ontwikkeling van Leidsche Rijn leidt tot toenemende verkeersbewegingen over het spoor tussen de nieuwe (woon)gebieden aan de westzijde van het spoor en de stedelijke voorzieningen van de binnenstad en vice versa. De bereikbaarheid tussen de oude binnenstad en de westzijde van het spoor is een zorgpunt in de huidige situatie vanwege de beperkte 'doorwaadbaarheid' in oost-west richting van het spooremplacement. Over een lengte van 1,3 kilometer is er geen verbinding voor fietsers en voetgangers aanwezig. De komst van de Langzaamverkeersbrug (werktitel Rabobrug) betekent een welkome verfijning van het netwerk voor langzaam verkeer.

afbeelding "i_NL.IMRO.0344.BPLANGZAAMVERKEERS-0401_0006.png"

Afbeelding 4.1 Impressie langzaamverkeersbrug 

Naast de rol van de brug op het stedelijke schaalniveau vervult de brug ook op het lokale schaalniveau een rol. Door de brug wordt de doorwaadbaarheid van het spooremplacement verbetert en wordt de levendigheid met name aan de westzijde van het spoor verbeterd. Met de aanleg van de brug wordt daarbij een natuurlijke verbinding in de stad hersteld en de relatie tussen functioneel samenhangende wijken en gebieden verbeterd.

4.1.1 Programma

De Langzaamverkeersbrug is geprojecteerd tussen de Croeselaan (ter plaatse van de Knoopkazerne en de Rabobank) aan de westzijde van het spoor en de nieuwe Stationsstraat ter hoogte van het Moreelspark Noord aan de oostzijde van het spoor. De brug is, ondanks het feit dat deze een spooremplacement kruist, primair een interwijkverbinding. In het oorspronkelijke Programma van Eisen heeft de brug de functie van interwijkverbinding, waarbij toevoeging van trappen naar de perrons als een optie is opgenomen. Het ontwerp van de brug maakt realisatie zowel met als zonder trappen naar de perrons mogelijk.
Er wordt uitgegaan van een gefaseerde realisatie van de brug; allereerst als interwijkverbinding zonder trappen naar de perrons. De huidige prognosen van het aantal reizigers geven aan dat voor een goed functioneren van de OV-terminal het niet nodig is om direct trappen naar de perrons aan te brengen. Op basis van monitoring van de reizigersaantallen kan het moment worden bepaald waarop toevoeging van de trappen wel nodig is.

4.1.2 Stedenbouwkundig plan

Er is voor wat betreft het ontwerp van de langzaamverkeersbrug ingezet op een overspanning in een heldere en eenduidige verschijningsvorm. De brug kenmerkt zich door de langgerekte esplanade met een hoge gebruiks- en verblijfskwaliteit die onder meer is gerealiseerd door de vorm, detaillering en de integratie van een bomenlaan in het ontwerp. Het bouwwerk fungeert zo meer als een hoogwaardige voortzetting van de stedelijke ruimte dan specifiek als infrastructureel object. De verschillende zichtlijnen en oriëntaties komen voort uit en sluiten aan op de gegeven stedenbouwkundige situatie, waardoor de brug zich op een vanzelfsprekende manier in het stedelijk weefsel voegt. De bomenlaan op de brug vormt een verhoogde verlenging van de bomenlaan dat reeds aanwezig is op de aansluitende route richting de binnenstad. De brug verzorgt zo een ervaring van eenheid en continuïteit die bijdraagt aan de vanzelfsprekendheid van het gebruik.

Door te kiezen voor een doeltreffende en efficiënte constructie met steunpunten op de perrons is er maximaal ingezet op het comfort en de beleving van de gebruiker. Dit komt in de eerste plaats tot uitdrukking in de ruimtelijke opzet en inrichting van het brugdek zelf. Door de heldere organisatie van stromen en een middenzone met bomen en ruimte voor toekomstige perrontrappen ontstaat er een verhoogde laan boven het spoor voorzien van optimaal gebruiksgemak en een hoge ruimtelijke kwaliteit.

Doelbewust is gekozen voor het scheiden van de fietsers- en voetgangersstromen, want dit levert een vele malen grotere capaciteit op dan wanneer deze stromen worden gemengd. Ook draagt een scheiding van fietsers en voetgangersstromen bij aan de veiligheid (Afbeelding 4.2). Daarnaast is de voetgangerszone aan de OVT-zijde (noordzijde) gesitueerd. In een toekomstige situatie met perrontrappen zullen gebruikers zo bij het overstappen tussen perrons zicht blijven houden op de sporen. Ook is dit de zijde waar in de toekomst het verhoogde Forum van de Knoopkazerne op aan zal sluiten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0344.BPLANGZAAMVERKEERS-0401_0007.png"

Afbeelding 4.2: Impressie scheiding vervoersstromen langzaamverkeersbrug


Aanlandingen
De aanlandingen aan de oost- en westzijde hebben ieder hun eigen uitwerking passend in het stedelijk weefsel en aanliggende projecten en ontwikkelingen. De toegankelijkheid van de langzaamverkeersbrug voor minder validen is expliciet mogelijk gemaakt door realisatie van een lift ter plaatse van de aanlandingen oost en westzijde.

Aanlanding westzijde
Zoals eerder omschreven ligt de aanlanding aan de westzijde in het verlengde van de brug, parallel aan de Mineurslaan langs de Rabobank. Ook het brugprofiel is hier doorgezet en loopt geleidelijk naar beneden. Hierbinnen bevinden zich twee clusters van trappen voor voetgangers en fietsers. In het hart van de brug bevindt zich de lift, welke als doorlooplift is uitgevoerd voor optimaal gebruiksgemak met fietsen. Het bomenritme is hier in de middenzone doorgezet.

Het doorzetten van het brugprofiel zorgt voor een open, lichte en ruimtelijke situatie op het maaiveld. Er ontstaan geen donker hoekjes die een bedreiging vormen voor de sociale veiligheid. Ook het zicht op de lift is onbelemmerd en open, zowel vanuit de aankomstrichting (Croeselaan), als vanuit de mineurslaan en het westelijk busstations.

afbeelding "i_NL.IMRO.0344.BPLANGZAAMVERKEERS-0401_0008.png"

Afbeelding 4.3 Impressie aanlanding Langzaamverkeersbrug westzijde


Aanlanding oostzijde
Aan de oostzijde kruist de brug het nieuw te ontwerpen busstation en landt de brug aan op de Nieuwe Stationsstraat. Deze aanlanding beschikt net als de westelijke aanlanding over een lift en een fietstrap. Vanwege de beperkte beschikbare ruimte op het maaiveld is deze aanlanding anders uitgevoerd dan de Westzijde.

De gewijzigde layout van het oostelijk bus- en tramstation biedt voldoende ruimte voor de inpassing van een trappartij in het hart van de brug. Deze steekt direct na het overkruisen van het spoortracé onder het brugdek uit richting het Moreelse Park. Dit komt de oriëntatie van de gebruiker op zijn vervolgroute ten goede en draagt bij aan het uinodigende karakter van de Rabobrug. De trap is aan beide zijden voorzien van een fietsgoot. De lift is aan de zuidelijke kant van de brug gepositioneerd en als doorlooplift uitgevoerd.

Het brugdek, inclusief boom steekt een stukje uit over de fietstrap. Dit versterkt van de herkenbaarheid van de brug in het stedelijk weefsel. Door de overstek blijft de brug vanuit alle richtingen, en straks ook vanuit het Stationsplein Oost goed zichtbaar. Een bijkomend noodzaak voor het overstek is de ruimtelijke organisatie op het brugdek zelf. Door de beperkte ruimte op maaiveld komen lift en trap op een ander punt boven. Het overstek creëert hier extra ruimte die nodig is om de diverse gebruikersstromen goed af te handelen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0344.BPLANGZAAMVERKEERS-0401_0009.png"

Afbeelding 4.4 Impressie aanlanding Langzaamverkeersbrug oostzijde