direct naar inhoud van 7.6 Artikelsgewijze toelichting
Plan: Kop van Leeuwesteyn Zuid
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPKOPVLEEUWEZUID-0601

7.6 Artikelsgewijze toelichting


Voor een aantal bestemmingen is in deze paragraaf een nadere toelichting opgenomen.


Hoofdstuk 1: Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In dit artikel is een opsomming gegeven van in het plan opgenomen begrippen. Deze begrippen worden in dit artikel gedefinieerd, dat wil zeggen dat in dit artikel wordt bepaald op welke wijze de begrippen uitgelegd dienen te worden.

Artikel 2 Wijze van meten

In dit artikel wordt uitgelegd op welke wijze, de in het plan bepaalde maatvoeringen moeten worden berekend.


Hoofdstuk 2: bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf

Deze bestemming is toegekend aan de gronden waar de hallen zijn gevestigd. Binnen de bestemming is een aantal bouw- en gebruiksregels opgenomen. Het bestemmingsplan spreekt zich niet uit over het materiaalgebruik of de inrichting van het gebied.

Het bouwen is aan een aantal specifieke voorwaarden gebonden. De bebouwing mag niet hoger zijn dan 12 meter. De bebouwing dient binnen het bouwvlak te worden gebouwd. Het bouwvlak is strak om de bestaande bebouwing gelegd, er is geen uitbreidingsmogelijkheid bij de hallen. Buiten het bouwvlak mogen geen gebouwen worden gebouwd. Wel mogen gebouwen van ondergeschikte aard, zoals een fietsenberging, buiten het bouwvlak worden gebouwd. Deze bebouwing mag niet meer dan 6 m² bedragen en niet hoger dan 3 meter zijn. Tevens zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan tot 3 meter, met uitzondering van terrein- en erfafscheidingen welke 4,5 meter hoog mogen zijn.

Ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' is het toegestaan om in de weekenden en op feestdagen detailhandel in de vorm van kraamverkoop te voeren.

Detailhandel is alleen in de weekenden en op feestdagen toegestaan, omdat de Utrechtse Bazaar op deze locatie veel verkeer aantrekt. De verkeerscapaciteit van de wegen is niet berekend op het verwerken van het verkeer van de Utrechtse Bazaar en van het bedrijvenpark Papendorp, zoals beschreven in paragraaf 4.5.

Het bedrijvenpark Papendorp wordt in het weekend en op feestdagen nauwelijks gebruikt, hierdoor is het voor de wegcapaciteit geen probleem om het verkeer van de Utrechtse Bazaar in het weekend te verwerken.

Artikel 4 Groen

Langs het Amsterdam-Rijnkanaal ligt een ecologische verbindingszone. Ter bescherming van deze ecologische verbindingszone is de groenstrook langs het kanaal bestemd als 'Groen'. Binnen deze bestemming zijn geen gebouwen toegestaan.

Artikel 5 Verkeer

De doorgaande wegen in het gebied zijn bestemd als 'Verkeer'. Deze bestemming heeft als hoofddoel het faciliteren van de ontsluitingswegen van het plangebied. Binnen deze bestemming zijn naast verhardingen ook groen-, water- en nutsvoorzieningen mogelijk.

Artikel 6 Verkeer - Parkeergarage

Binnen het plangebied wordt de bouw van een parkeergarage beoogd. Deze wordt middels de bestemming Verkeer – Parkeergarage mogelijk gemaakt. Binnen deze bestemming is het mogelijk om binnen het bouwvlak een parkeergarage te bouwen met 2.000 parkeerplaatsen. Binnen de parkeergarage is tevens ruimte voor 700 m² aan gemengde functies, zoals detailhandel, dienstverlening en horeca. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld een Kwik-Fit, Carglass of een kiosk. Tevens behoort een beheerdersrruimte (kantoorruimte) tot de mogelijkheden ten behoeve van de parkeergarage.

De parkeergarage heeft een maximale bouwhoogte van 30 meter. Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' is een onderdoorgang toegestaan van minimaal 5 meter, gemeten vanaf de bovenkant van de HOV-baan. Binnen deze bestemming zijn daarnaast ook groen-, water- en nutsvoorzieningen mogelijk.

Binnen deze bestemming is het mogelijk gemaakt om een passage/loopbrug over de HOV baan te realiseren die het P+R-gebouw verbindt met de HOV halte.

Artikel 7 Verkeer - Parkeren

Binnen het plangebied komt één parkeerterrein. Deze wordt via de bestemming Verkeer - Parkeren mogelijk gemaakt. Binnen deze bestemming zijn daarnaast ook groen-, water- en nutsvoorzieningen mogelijk. Gebouwen mogen alleen binnen het bouwvlak worden gebouwd, buiten het bouwvlak mogen alleen gebouwen van ondergeschikte aard, zoals een fietsenstalling of bushalte, worden gebouwd. Tevens is binnen de bestemming Verkeer – Parkeren één bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten toegestaan met een maximale bouwhoogte van 30 meter.


Artikel 8 Water

Het Amsterdam Rijnkanaal heeft de bestemming Water.

Artikel 9 Waarde - Archeologie

Ter bescherming van de ter plaatse te verwachten archeologische waarden is de dubbelbestemming Waarde - Archeologie opgenomen.

Artikel 10 Waterstaat - Waterkering

De oeverzone langs het Amsterdam Rijnkanaal krijgt de dubbelbestemming waterstaatsdoeleinden. Bij de afwegingen omtrent invulling van de onderliggende bestemmingen dient een zwaar gewicht aan de aanwezige waterstaatsbelangen toegekend te worden.


Hoofdstuk 3: Algemene regels

Artikel 11 Algemene aanduidingsregels

Dit artikel heeft betrekking op de algemene aanduidingsregels. In het plan komt de aanduiding 'geluidzone - industrie' voor. Deze zone is opgenomen om zichtbaar te maken waar een te hoge geluidsbelasting wordt tegengegaan vanwege het industrieterrein op geluidsgevoelige objecten.

Artikel 12 Antidubbeltelbepaling

Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat een stuk grond dat al eens was betrokken bij het verlenen van een omgevingsvergunning bouwen bij de beoordeling van latere bouwplannen nogmaals wordt betrokken.

Artikel 13 Algemene bouwregels

Naast de regels in het bestemmingsplan, zijn in de bouwverordening ook voorschriften opgenomen. Het bestemmingsplan gaat in principe vóór deze bepalingen, maar in dit artikel is bepaald welke voorschriften uit de bouwverordening naast het bestemmingsplan van kracht blijven. Het gaat daarbij om voorschriften van stedenbouwkundige aard, zoals de bereikbaarheid van bouwwerken van wegverkeer en brandblusvoorzieningen, bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten, de ruimte tussen bouwwerken en parkeergelegenheid bij gebouwen. Daarnaast regelt dit artikel de mogelijkheid voor (beperkte) overschrijdingen van bebouwingsgrenzen die op de kaart zijn aangegeven.

Artikel 14 Algemene gebruiksregels

De Wro bevat een algemeen verbod om de gronden en bebouwing in strijd met het bestemmingsplan te gebruiken. Een algemeen gebruiksverbod hoeft derhalve niet meer in de planregels te worden opgenomen. Het is wel mogelijk om in het bestemmingsplan aan te geven wat onder verboden gebruik in ieder geval wordt verstaan. In dit artikel is opgenomen dat onder verboden gebruik wordt verstaan: onbebouwde gronden te gebruiken als staanplaats voor onderkomens als opslagplaats voor onklare voer-, vlieg- en vaartuigen of onderdelen daarvan of als stortplaats voor puin en afvalstoffen.

Artikel 15 Algemene afwijkingsregels

Dit artikel regelt afwijkingsmogelijkheden voor het college van burgemeester en wethouders. Dit heeft primair tot doel enige flexibiliteit in de regels aan te brengen. Ze kunnen worden toegepast als er niet op grond van de bestemmingsregelingen in hoofdstuk 2 al een afwijking verleend kan worden. Het gaat dan om een afwijking van maten, afmetingen en percentages, het plaatsen van objecten van beeldende kunst, het realiseren van kleine nutsgebouwtjes, het plaatsen van zend- en/of sirenemasten, of waarschuwingsmasten.

Artikel 16 Algemene wijzigingsregels

Dit artikel regelt een wijzigingsbevoegdheid voor het college van burgemeester en wethouders om bestemmingsgrenzen aan te kunnen passen indien dat noodzakelijk is voor een betere inpassing van het plan of vanwege terreinomstandigheden.

Artikel 17 Overige regels

Sinds het opnemen van een definitieverandering in de Wet geluidhinder (via de Crisis- en herstelwet, artikel 3.18) is het mogelijk om vast te leggen dat een gebied onderdeel uitmaakt van een industrieterrein in de zin van de Wet geluidhinder. In dit bestemmingsplan geval gaat het om dat gedeelte van het plangebied dat onderdeel uitmaakt van het gezoneerde bedrijventerrein Hooggelegen/Papendorp.

In artikel 1 van de Wet geluidhinder is de definitie van 'industrieterrein' als volgt gedefinieerd:

'een terrein waaraan in hoofdzaak een bestemming is gegeven voor de vestiging van inrichtingen en waarvan de bestemming voor het gehele terrein of een gedeelte daarvan de mogelijkheid insluit van vestiging van 'grote lawaaimakers'.'

Op de verbeelding van deze bestemmingsplan Kop Leeuwensteyn Zuid liggen (onder de aanduiding 'geluidszone-industrie') verkeersdoeleinden en een deel van een inrichting (parkeergarage) die níet tot het gezoneerde industrieterrein behoren. Met de toevoeging van artikel 17 aan de planregels wordt dit nu juridisch en conform de Wet geluidhinder vastgelegd.


Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 18 Overgangsrecht

In het nieuwe Besluit ruimtelijke ordening (in werking 1 juli 2008) is overgangsrecht opgenomen dat in elk bestemmingsplan moet worden overgenomen.

Indien de in het plan opgenomen regels. voor wat betreft gebruik of bebouwing, afwijken van een bestaande legale situatie, dan zijn daarop de overgangsbepalingen van toepassing. De overgangsbepaling heeft tot doel bestaande belangen te respecteren totdat realisering van de nieuwe regels plaatsvindt.

Voor bouwwerken die onder het overgangsrecht vallen, is bepaald dat deze gedeeltelijk mogen worden vernieuwd of veranderd, mits de bestaande afwijking niet wordt vergroot. Gehele vernieuwing is in principe uitgesloten, waaronder ook gefaseerde vernieuwing van een bouwwerk wordt verstaan. Het doel van het overgangsrecht is dat het bestaande bouwwerk in de bestaande staat in stand mag worden gehouden. Uitsluitend na het tenietgaan van het bouwwerk door een calamiteit, waarmee onder andere brand of extreme weersomstandigheden wordt bedoeld, is onder voorwaarden gehele vernieuwing toegestaan.

Vergunningplichtige bouwwerken die zonder vergunning zijn opgericht, kunnen door overgangsrecht niet gelegaliseerd worden. Bouwen zonder vergunning is immers een overtreding van de Woningwet die niet door een regeling in een bestemmingsplan ongedaan kan worden gemaakt.

Wel kan met een beroep op het overgangsrecht een aanvraag worden ingediend voor de verbouw van een illegaal bouwwerk. Om te voorkomen dat een dergelijke aanvraag moet worden gehonoreerd, is in de overgangsbepaling van dit plan opgenomen dat deze slechts van toepassing is op legale bouwwerken.

Voor het gebruik dat onder het overgangsrecht valt, is bepaald dat dit gebruik mag worden voortgezet. Het gebruik mag eveneens worden gewijzigd, voor zover de afwijking ten opzichte van het toegestane gebruik niet vergroot wordt.

Hiervoor is reeds aangegeven dat illegale bouwwerken niet gelegaliseerd kunnen worden door overgangsrecht. Voor gebruik is dat in principe wel mogelijk maar vanuit het oogpunt van handhaving ongewenst. Gezien het voorgaande is in de overgangsbepaling opgenomen dat het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende plan, van het overgangsrecht is uitgesloten.

Ook na het van kracht worden van dit plan kan dus nog met succes handhavend worden opgetreden tegen gebruik dat reeds in strijd was met het voorgaande bestemmingsplan. Dit laatste is uiteraard mede afhankelijk van andere aspecten, waaronder de vraag of het strijdige gebruik reeds zolang plaatsvindt dat de gemeente haar rechten heeft verwerkt.

Artikel 19 Slotregel

In dit artikel is de naam van het bestemmingsplan, de citeertitel, omschreven.