direct naar inhoud van 4.13 Milieueffectenrapportage
Plan: HOV om de Zuid
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPHOVOMDEZUID-0601

4.13 Milieueffectenrapportage

De gemeente is gehouden om bij een voorgenomen plan of project te onderzoeken of de activiteit(en) merplichtig zijn. Een eerste indicatie hiervoor zijn de drempelwaarden in lijst C (merplicht) en D (merbeoordelingsplicht) van het Besluit m.e.r. Vanwege het arrest van het Europese Hof van 17/10/2009 (C-255/08) kan ook onder de drempelwaarden van het Besluit m.e.r. sprake zijn van een mer(beoordelings)plicht.

Naast de omvang van de activiteit, waarvoor de drempelwaarde een indicatie geeft, moet ook naar de andere criteria worden gekeken, die staan vermeld in bijlage III van richtlijn betreffende de milieueffectbeoordeling (85/337/EEG, 1985, gewijzigd 97/11/EG en 2003/35/EG). Doordat volgens het Hof het Besluit m.e.r. conflicteert met deze richtlijn, heeft de richtlijn rechtstreekse werking. Zolang de landelijke wetgeving niet is aangepast, is de gemeente gehouden zelf te bepalen - aan de hand van de criteria van bijlage III - of in een project een mer(beoordelings)plicht aan de orde is. De Afdeling Bestuursrechtspraak RvS heeft dit bevestigd in de uitspraak van 17/3/2010 (200904456/1/M2).

De bepaling of een plan of project een aanzienlijk milieueffect kan hebben, op grond waarvan een mer(beoordeling) nodig is, geschiedt aan de hand van de volgende criteria:
1. Kenmerken project / activiteit
Omvang, te bepalen aan de hand van de drempelwaarden (C-/D-lijst)
Aard: gebruik natuurlijke hulpbronnen, productie afvalstoffen, verontreiniging en hinder, risico van ongevallen
2. Plaats van het project / activiteit
Bijzondere gevoeligheden in en om het gebied, bestaande grondgebruik, rijkdom / kwaliteit / regeneratievermogen van natuurlijke hulpbronnen van het gebied / hoge bevolkingsdichtheid
3. Samenhang met andere activiteiten
Cumulatie met andere projecten
4. Kenmerken van de (mogelijk belangrijke) nadelige milieugevolgen
Bereik, grensoverschrijdend karakter effect, orde / grootte / complexiteit effect, waarschijnlijkheid, duur, frequentie, onomkeerbaarheid effect

De mermotivering is te beschouwen als een compacte versie van de merbeoordeling. De vraag die beantwoord moet worden is of, gelet op de omvang (waarvoor de drempelwaarde een indicatie geeft), én de aard en de ligging van het project, sprake kan zijn van aanzienlijke milieueffecten, waardoor het opstellen van een mer(beoordeling) noodzakelijk is.

HOV om de Zuid
Het bovenstaande betekent dat voor HOV om de Zuid een mermotivering moet worden uitgevoerd. Hieronder staan de onderdelen ingevuld. De basisinformatie over het project, de omgeving en de milieueffecten zijn ontleend aan de onderzoeksinformatie die bij de voorbereiding van het bestemmingsplan is verkregen.

Merplicht volgens de C-lijst

2.2   De aanleg van een boven- of ondergrondse spoorweg, vrijliggende busbaan, zweefspoor of andere bijzondere constructie.   In gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op een boven- of ondergrondse spoorweg, vrijliggende busbaan, zweefspoor of andere bijzondere constructie met een tracélengte van 5 kilometer of meer buiten de bebouwde kom in een gevoelig gebied of een bufferzone.   Het plan, bedoeld in de artikelen 2a, 4a, 7, 10, 11, eerste lid, en 36c van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.   De vaststelling van het tracé door de Minister van Verkeer en Waterstaat, het provinciaal bestuur of het gemeentebestuur dan wel van het plan, bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening dan wel bij het ontbreken daarvan van het plan, bedoeld in artikel 10 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening wanneer dat het tracé bepaalt.  

In 2007 is op basis van een advies 'merplicht HOV om de Zuid' van Tauw het volgende geconcludeerd (notitie 25 juli 2007):

Criterium   Wordt hier aan voldaan?   Toelichting  
5 km of meer   Ja   Totale lengte max. ca. 8 km  
Buiten bebouwde kom   Nee   Hele plangebied heeft karakter bebouwde kom c.q. is in wegenlegger als zodanig aangewezen  
In gevoelig gebied   Ja   Betreft twee kleine gedeelten van het tracé  

Er moet (cumulatief) aan alle criteria zijn voldaan, wil sprake zijn van merplicht. Dit is af te leiden uit de omschrijving van de drempelwaarden in het Besluit m.e.r., waarin de criteria “in één adem” worden genoemd. Weliswaar is het tracé langer dan 5 kilometer en is er gedeeltelijk sprake van doorsnijding van gevoelig gebied, maar aangezien de trambaan binnen de bebouwde kom ligt, is er geen merplicht voor de aanleg van de trambaan. Dit is ook in lijn met de toelichting op het Besluit m.e.r. dat het de bedoeling is geweest de aanleg van locale tramverbindingen uit te sluiten van merplicht.

Op basis van het huidige Besluit m.e.r. is het tramtraject HOV om de Zuid niet mer(beoordelings)plichtig. In het licht van de recente – voorgenoemde - jurisprudentie ligt dit momenteel genuanceerder. Naast de omvang, dient ook specifiek gekeken te worden naar de aard en ligging van het project.

Punt 1a. Kenmerken project, omvang
Het totale HOV traject om de Zuid is 8 km lang, met als onderscheiden tracédelen:

  • gedeelte Adama van Scheltemabaan, nu een busbaan van 1,1 km;
  • nieuwe tramweg tussen de Bleekstraat en aansluiting huidige tracé bestaande busbaan op de Uithof, 4,7 km
  • bestaande busbaan in de Uithof, te veranderen in trambaan, 1,8 km;
  • wellicht doortrekking tramlijn naar toekomstig transferium bij de Uithof, 0,3 km.

Het nieuwe tracé omvat maximaal ca. 5 km, het overige betreft een opwaardering van de bestaande busbaan.

Punt 1b. Kenmerken project, aard
In Utrecht wordt een HOV-netwerk gecreëerd, bedoeld om de mobiliteit in, en daarmee de kwaliteit van, de stad te verbeteren. De (tram)baan om de Zuid is daar een onderdeel van. De volgende uitgangspunten zijn gehanteerd:

  • HOV-netwerk is onderdeel van het totale verkeersnetwerk. De baan om de Zuid wordt geïntegreerd in haar omgeving. Bij de inpassing is rekening gehouden met bestaande (cultuurhistorische, landschappelijk en ecologisch) waardevolle gebieden.
  • Gezien de schaarste ruimte in Utrecht is gestreefd naar intensief ruimtegebruik en wordt bestaande en nieuwe infrastructuur zo dicht mogelijk tegen elkaar aangelegd of door dubbel gebruik van functies en ruimte.
  • Bij het ontwerp is rekening gehouden met sociale veiligheid
  • Het behoud en zo mogelijk verbeteren van bestaande verbindingen, waaronder ecologische verbindingen.

Het HOV-netwerk heeft daarmee overwegend positieve effecten voor de leefkwaliteit in de stad, waarbij de inpassing op een verantwoorde manier wordt vormgegeven.

Punt 2. Plaats van het project / activiteit
Binnen het HOV-tracé worden de volgende tracédelen onderscheiden. Deze tracédelen zijn verdeeld op basis van stedelijke en landschappelijke gebieden zoals benoemd zijn in de Structuurvisie Utrecht 2015-2030:

Tabel 1: Typering tracédelen en omstandigheden

Tracedeel   typering omgeving   Omstandigheden  
tracédeel S: Adema van Scheltemabaan;   centrumgebied   busbaan aanwezig  
tracédeel A1: Vaartsestraat-Pelikaanstraat   'gemengd' stedelijk woongebied   baan op relatief korte afstand van de bestaande bebouwing. Spoorwegen aanwezig. De kwaliteit van de leefomgeving is een aandachtspunt  
tracédeel A2: Begraafplaatsen tot sportvelden Maarschalkerweerd-zuid   stedelijke groenstructuur   twee monumentale begraafplaatsen en verdedigingswerken (Lunetten, onderdeel Nieuwe Hollandse Waterlinie  
tracédeel A3: Sportvelden Maarschalkerweerd-zuid tot Laan van Maarschalkerweerd   stedelijke groenstructuur   landschappelijke openheid met ecologische verbindingszones  
tracédeel B1: Koningsweg tot A27   stedelijke groenstructuur in combinatie met gemengd stedelijk milieu en stedelijk en groenstedelijk woonmilieu   baan in en aan de rand van groter groengebieden (Kromme Rijnpark en omstreken).  
tracédeel B2: A27 tot Uithof   kenniscentrum / universiteit   kruisingen hoofdwegen  
tracédeel U: Uithof (universiteit, ziekenhuizen)   kenniscentrum / universiteit   campusachtige omgeving, busbaan aanwezig  

Hoewel de tracédelen S en U buiten dit bestemmingsplan vallen en planologisch worden geregeld in andere bestemmingsplannen, worden ook deze delen in ogenschouw genomen. De effecten van de tracédelen worden nader besproken onder punt 4.

Punt 3. Samenhang met andere ontwikkelingen
Een deel van het HOV-tracé (te weten A1, gedeelte A2) ligt parallel aan het spoor Utrecht Centraal Station - Houten. Het spoor zal uitgebreid worden in het kader van het spoorproject VleuGel (Vleuten-Geldermalsen)/RSS (Randstadspoor). Hiervoor is een tracébesluit genomen. In dit tracébesluit is rekening gehouden met de mogelijke komst van de HOV-baan als bus of tram. De spoorverbreding en de HOV gaan beide afzonderlijk gepaard met geluidschermen en andere mitigerende maatregelen. Toename van de geluidbelasting blijft hierdoor beperkt, terwijl het geluidniveau beneden de maximale grenswaarden blijft (zie paragraaf 4.1 Geluidhinder).

Punt 4. Kenmerken van de (relevante) milieueffecten voor HOV om de Zuid en overige ontwikkelingen
De milieueffecten van HOV om de Zuid en samenhangende ontwikkelingen worden beschreven in onderzoeken die ten grondslag liggen aan het bestemmingsplan. Hieronder worden alleen die effecten benoemd die een aandachtspunt vormen gelet op de ontwikkelingen en de omgeving.

Tabel 2: milieueffecten HOV om de Zuid en mogelijk samenhangende ontwikkelingen

Milieu-effect    
Geluid   Het HOV traject loopt noodzakelijkerwijs door stedelijk gebied, waar hogere geluidniveaus spelen, en ligt in enkele deelgebieden nabij geluidgevoelige functies. Hiernaar is onderzoek uitgevoerd. Nergens worden de maximale wettelijke grenswaarden overschreden, waarbij ook de samenloop met de spoorverbreding in ogenschouw is genomen. In de deeltrajecten worden waar nodig de passende mitigerende maatregelen getroffen. Zie nader de paragraaf 4.1 Geluidhinder.  
Lucht   Uit het oogpunt van blootstelling aan luchtverontreiniging zijn de beide HOV-varianten (bus en tram) gunstiger dan de huidige busroute, aangezien er meer mensen (langdurig blootgesteld) wonen langs de huidige busroute dan langs de toekomstige HOV-baan.
Uit de emissieberekeningen voor stikstof(di)oxiden en fijn stof voor het gehele traject van Centraal Station naar De Uithof blijkt de HOV-busvariant gunstiger dan de huidige autonome situatie. De vertramde HOV-variant kent géén tot verwaarloosbare emissies en is voor het milieu uit oogpunt van luchtkwaliteit het gunstigst.
Uit onderzoek blijkt dat het project geen (of nauwelijks) verkeersaantrekkende werking tot gevolg heeft. Daarnaast blijkt uit het luchtrapport dat er sprake is van een verbetering van de luchtkwaliteit. Er kan redelijkerwijs uitgesloten worden geacht dat dit project tot een verslechtering van de luchtkwaliteit zal leiden. Zie nader paragraaf 4.3 Luchtkwaliteit.  
Trillingen   In de toekomst zal het trillingsniveau, ter plaatse van de woningen aan de Pelikaanstraat, als gevolg van de treinen afnemen. Ook met de additionele trillingen door de tram, zal het toekomstige trillingsniveau ter plaatse van de woningen aan de Pelikaanstraat, van de trein en de tram samen lager zijn dan de huidige situatie en volgens de berekeningen voldoen aan de norm. De trillingen voldoen in de toekomstige situatie aan de streefwaarde zowel qua intensiteit als qua duur van de trillingen, zowel overdag als 's nachts. Elders in het plangebied zal de trillingshinder minder zijn en ook binnen de norm vallen. Zie nader paragraaf 4.4 Trillingen.  
Natuur   Het plangebied is niet gelegen in of nabij een beschermd natuurgebied.
Het plangebied doorsnijdt de ecologische verbindingszones zoals door de provincie vastgelegd op de provinciale natuurbeleidskaart. De doorsnijding van de (provinciale) ecologische verbindingszones zal als gevolg van mitigerende maatregelen geen negatieve effecten hebben op het functioneren van de verbindingszones. Hiertoe worden bijvoorbeeld faunapassages uitgevoerd.
Binnen het plangebied bevinden zich enkele beschermde soorten. Om de verstorende effecten te verminderen of te voorkomen, zijn er maatregelen getroffen. Ontheffing voor de soorten is aangevraagd en verleend. Zie nader paragraaf 4.9 Ecologie.  
Cultuurhistorie   Drie monumenten langs het tracé zijn beschermd in het kader van de Monumentenwet: de Algemene begraafplaatsen Kovelswade en Soestbergen en De Lunetten. Dit zijn drie rijksmonumenten. De Lunetten zijn als onderdeel van de Hollandse Waterlinie voorgedragen voor de lijst van UNESCO met cultureel werelderfgoed.
Voor de Algemene begraafplaats Soestbergen geldt dat het tracé buiten de grenzen van het monument blijft. Bij de Algemene begraafplaats Kovelswade en de Lunetten gaat de trambaan over een klein deel van het terrein.
De aanwezigheid van de rijksmonumenten is gedurende het gehele besluitvormings- en ontwerpproces onderdeel geweest van de te maken afwegingen. Na overleg met de Rijksdienst voor Monumentenzorg is een inpassingsvisie opgesteld, om de invloed van de trambaan op de kwaliteit van de monumenten zo beperkt mogelijk te houden. Door het uitvoeren van de maatregelen die in deze inpassingsvisie staan, vindt een zorgvuldige inpassing plaats en blijft de invloed van de trambaan beperkt. Naar verwachting zal ontheffing van de Monumentenwet voor alle (rijks)monumenten worden verkregen. Zie nader paragraaf 4.11 Cultuurhistorie.  

Conclusie
In aanvulling op de conclusie van 2007 over de merplicht kan worden geconcludeerd:

- De HOV om de Zuid omvat 8 km tracé, waarvan 5 km nieuw HOV-tracé, en loopt binnen de bebouwde kom, waarvoor op grond van het huidige Besluit m.e.r. geen mer(beoordelings)plicht geldt.
- Gelet op de ligging van het tracé zijn er enkele aandachtsgebieden waarnaar tijdens de voorbereiding van het bestemmingsplan, in overleg met de betreffende instanties, specifiek onderzoek is verricht:

A1 Pelikaan: geluid/trilling, overschrijdt niet de wettelijke grenswaarden, en bovendien zijn waar
nodig passende mitigerende maatregelen voorzien, zodat de inpassing passend is in de stedelijke context. Overigens heeft het plan een positief effect op de luchtkwaliteit.

A2 Begraafplaatsen tot sportvelden Maarschalkerweerd-zuid: een tweetal Rijksmonumenten worden in beperkte mate doorsneden: Kovelwade (aantasting perk), Lunet II (aantasting watergang). In overleg met Rijksdienst voor monumentenzorg is een inpassingsvisie tot stand gekomen voor een zorgvuldige inpassing van het HOV-tracé. Onderdeel hiervan zijn mitigerende maatregelen, waardoor de effecten tot een minimum beperkt blijven.

A3: Doorsnijding ecologische verbindingingszone. Door het nemen van mitigerende maatregelen treden er geen negatieve effecten op op het functioneren van de verbindingszone. Ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet is aangevraagd en zal naar verwachting worden verleend.

Samenhang met de naastgelegen spoorontwikkelingen, is bezien. Gekozen is voor afzonderlijke maatregelen voor het spoor en HOV. De vast te stellen hogere waarden zullen, overeenkomstig de Wet geluidhinder, niet leiden tot een onaanvaardbare geluidsbelasting. Toename van de geluidbelasting blijft hierdoor beperkt. Hetzelfde geldt voor de trillingen.

Gelet op de omvang, de aard en de ligging van het project, waarbij de te verwachten ontwikkelingen in de omgeving mede in ogenschouw zijn genomen, is geen sprake is van aanzienlijke milieueffecten, zodat geen mer(beoordeling) nodig is.