Plan: | HOV om de Zuid |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BPHOVOMDEZUID-0601 |
Collegeprogramma 2006-2010, Utrecht voor elkaar (2006)
In het collegeprogramma is voor de periode 2007-2010 een groot aantal uitgangspunten en maatregelen gepresenteerd, waarmee Utrecht verder gaat bouwen aan haar toekomst. Er is een onderverdeling gemaakt in acht thema's:
Met betrekking tot bereikbaarheid, luchtkwaliteit en milieu is de inzet gericht op een goed bereikbare stad, waar de bewoners gezonde lucht inademen.Maatregelen op het gebied van openbaar vervoer zijn:
Ten aanzien van de HOV Om de Zuid is verder aangegeven dat er een studie komt naar het (snel) omzetten van de busbaan in een trambaan.
Collegeprogramma 2009-2010, Investeren en doorpakken (2009)
In april 2009 is vanwege een gewijzigd college een nieuw collegeprogramma opgesteld voor een periode van tien maanden. In het nieuwe collegeprogramma zijn afspraken gemaakt over een beperkt pakket maatregelen en acties, die het college nog deze collegeperiode wil uitvoeren.
Ten aanzien van de HOV-plannen is in het collegeprogramma vermeld dat de gemeente in 2009 een quickscan naar de mogelijkheid van vertramming van bestaande of in aanleg zijnde HOV-banen op korte termijn laat uitvoeren.
Structuurvisie Utrecht (2004)
In de structuurvisie Utrecht (op 1 juli 2004 door de raad vastgesteld) wordt de gewenste toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van Utrecht beschreven. Daarbij wordt uitgegaan van de kernkwaliteiten van Utrecht:
Deze kernkwaliteiten zijn vertaald in drie ontwikkelingsperspectieven: De Markt, Het Podium en De Binnentuin. De ambitie en denkrichting van de perspectieven vormen het kader voor de toekomstige ontwikkeling van de stad.
Het verbeteren van de bereikbaarheid is één van de grote opgaven waar Utrecht voor staat, met name voor ontwikkelingen in het perspectief De Markt. Dat geldt zowel voor de (regionale) verbindingen de stad in en uit, als voor de interne ontsluiting. De HOV-verbinding van Utrecht-Centraal Station naar De Uithof is opgenomen in de structuurvisie.
Gemeentelijk Verkeer en vervoerplan (2005)
In het gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan (GVVP) 2005-2020 (op 8 september 2005 vastgesteld door de gemeenteraad), staat de gemeentelijke visie op het verkeer en vervoer in Utrecht tot 2020. Een langetermijnvisie op verkeer en vervoer is onder andere nodig om de groei van de mobiliteit in de toekomst goed op te kunnen vangen. De aanleg van de vrije trambaan HOV Om de Zuid maakt onderdeel uit van het netwerk dat is opgenomen in het GVVP.
Voor de middellange termijn heeft Utrecht een grotendeels vastgesteld OV-infrastructuurprogramma. Onderdeel van dit programma is de aanleg van Hoogwaardig Openbaar Vervoer. De stad ontwikkelt in de periode tot en met 2011 een netwerk van vrije banen voor snel Hoogwaardig Openbaar Vervoer binnen de stad. In het GVVP wordt in principe uitgegaan van een busbaan ter plaatse van de HOV-banen, maar is ook aangegeven dat deze omgezet kunnen worden naar een trambaan.
Nota Economisch Profiel Utrecht 2010 (2003)
De Nota Economisch Profiel Utrecht 2010, vastgesteld door de gemeenteraad op 6 maart 2003, beschrijft de economische kansen en mogelijkheden van de gemeente Utrecht. Het centrale thema van de nota is 'Utrecht, ontmoetingsplaats voor talent'. Utrecht kiest voor doorgaande economische groei en ontwikkeling, maar betracht daarbij nadrukkelijk selectiviteit. De volgende speerpunten van beleid zijn aangewezen:
Drie vestigingsplaatsfactoren gelden als absolute basisvoorwaarde voor een succesvolle stedelijke economische ontwikkeling:
Mobiliteit ten behoeve van economische groei dient te worden gefaciliteerd met (H)OV, auto en fiets. Utrecht blijft daarom investeren in bereikbaarheid en handhaaft haar positie als meest centrale en goed bereikbare vestigings- en gastvrije ontmoetingsplaats van Nederland.
Detailhandelsnota 'Boodschap aan winkels' (2000)
Eén van de belangrijkste doelstellingen uit de Detailhandelsnota 'Boodschap aan winkels' is het versterken van de nationale en regionale positie van Utrecht als winkelstad. Om dit te realiseren zijn een aansprekend aanbod woondetailhandel en een gevarieerd en hoogwaardig aanbod van winkels in het stadscentrum nodig en moeten de winkelgebieden goed bereikbaar zijn. In de wijken en buurten moeten inwoners terechtkunnen in aantrekkelijke winkelcentra voor een compleet aanbod van dagelijkse boodschappen. Op buurt- en wijkniveau streeft de gemeente naar het in stand houden en versterken van een perspectiefrijke stedelijke detailhandelsstructuur.
Ontwikkelingskader Horeca Utrecht (2007)
Het Ontwikkelingskader Horeca Utrecht geeft aan hoe de gemeente Utrecht om wil gaan met de vestiging van horeca in de stad. Utrecht kiest voor versterking van de horecafunctie in een aantal deelgebieden, met een bestaand cluster van horeca of functioneel gemengd karakter.
Voor een groot aantal gebieden zijn gebiedsprofielen opgesteld waarbij de mogelijke ontwikkelingsruimte en wenselijke ontwikkelingsrichting is aangegeven. Een gebied als Ooster/Westerkade vormt, met het oog op de realisatie van het Vaartsche Rijn OV-station langs het spoor, een poort naar de Binnenstad. In deze entreezone past een begeleidend voorzieningenaanbod, zoals kleinschalige themarestaurants, daghoreca en luxe restaurants
Groenstructuurplan Utrecht (2007)
Gemeente Utrecht heeft een groenstructuurplan vastgesteld ter behoud en ontwikkeling van de kwaliteiten van het stedelijk groen als onderdeel van een kwalitatief hoogstaand woon- en vestigingsklimaat. Het Groenstructuurplan (2007-2011) van Utrecht geeft in hoofdlijnen de gebruiksfunctie, de bestemming, de beeldende rol, de ecologische betekenis en het onderhoudskarakter van de groenvoorzieningen in de stad aan. Dit kunnen bestaande voorzieningen zijn of voorzieningen die nog ontwikkeld gaan worden.
De visie voor het stedelijk groen gaat uit van de verbetering van de kwaliteit van het huidige stedelijke groenareaal, het realiseren van groene verbindingen naar de omringende landschappen en uitbreiding van het groene areaal om Utrecht. De meest kansrijke en belangrijke onderdelen voor de ontwikkeling van de groenstructuur zijn:
In de visie op de stedelijke groenstructuur Utrecht 2030 is een aantal grote wegen, zoals de Waterlinieweg en de Koningsweg, maar ook de oevers van de Kromme Rijn aangeduid als groene aders. De sportvelden zijn aangegeven als bestaande groenstructuur. Voor sportvelden, die meestal een gesloten karakter hebben, is de ambitie deze meer toegankelijk te maken.
Bomenbeleid Utrecht (2009)
Eén van de belangrijkste doelen van het Utrechtse bomenbeleid is een samenhangende bomenstructuur voor de stad te verbeteren en te ontwikkelen, gebaseerd op cultuurhistorische, ruimtelijke en ecologische uitgangspunten en milieu. Voor 2030 zet de gemeente in op het behoud en de ontwikkeling van de bomenstructuur. Dit zal gebeuren door twee beleidsdoelstellingen.
Sinds 1 januari 2007 kennen alle gemeentelijke ruimtelijke plannen in de stad een bomenparagraaf. De bomenparagraaf biedt vanaf het begin en in alle fasen van een planproces de mogelijkheid een belangenafweging te maken over de gevolgen van een ruimtelijk plan voor bomen.
Welstandsnota (24 juni 2004)
In de Welstandsnota Utrecht, getiteld 'De schoonheid van Utrecht', is geformuleerd op welke wijze het welstandsbeleid van de gemeente Utrecht uitgevoerd zal worden. Dit betreft vanzelfsprekend de welstandstoetsing van bouwvergunningplichtige bouwwerken en toetsing op basis van de loketcriteria. Voor bouwvergunningplichtige bouwwerken geldt het volgende.
De Welstandsnota is per gebied raadpleegbaar, de loketcriteria voor lichtvergunningplichtige bouwwerken vormen een apart onderdeel. Onderhavig plangebied loopt door de Binnenstad en Wijk Oost. Er geldt voornamelijk een 'Open' beleidsniveau, inhoudende dat er sprake is van een vrije en open oriëntatie op het bestaande bebouwingsbeeld, er ruimte voor vernieuwing is en bij gedeeltelijke veranderingen van de structuur wordt aangesloten op de bestaande omgeving. Ter hoogte van de begraafplaatsen Soestbergen en Kovelswade en Lunet I en II wordt rekening gehouden met beleidsniveau 'Behoud'. In de omgeving van de Kromme Rijn en de Gansstraat-Koningsweg worden ontwikkelingen gestimuleerd die recht doen aan de bijzondere aard van deze structuren. Daar waar het plangebied in aanraking komt met een bestaande of historisch bepaalde karakteristiek van stedenbouwkundige, architectonische, landschappelijke of cultuurhistorische aard, zal het beleidsniveau 'Behoud' worden gerespecteerd, inhoudende dat primaire oriëntatie op monumentale en beeldbepalende kwaliteiten en eigenschappen van de gebouwen plaatsvindt, waarbij de authenticiteit zowel voor nieuwe als voor bestaande gebouwen voorop staat. Er zal worden voortgebouwd op de historische context, waarbij 'voortbouwen op' zowel op een traditionele als vooruitstrevende manier mag plaatsvinden. In het geval van het beleidsniveau 'Behoud' zijn nieuwe interpretaties mogelijk.