direct naar inhoud van 7.4 Opbouw regels
Plan: Den Engh, Terwijde
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPDENENGH-0601

7.4 Opbouw regels


De opzet van de bestemmingsregels is steeds gelijk:

  • bestemmingsomschrijving (met ondergeschikte en nevengeschikte doeleinden);
  • bouwregels;
  • nadere eisen waar de bestemmingsregeling dat nodig maakt;
  • afwijkingsregels van de bouwregels;
  • waar nodig: een bijzondere gebruiksregel;
  • afwijkingsregels van de gebruiksregels;
  • eventueel een aanlegvergunningstelsel ter bescherming van aanwezige cultuurhistorische, landschappelijke of natuurwaarden;
  • in een aantal gevallen een wijzigingsbevoegdheid.
7.4.1 Nadere eisen

Op basis van artikel 3.6, lid 1 onder d van Wro, kan worden bepaald dat burgemeester en wethouders met inachtneming van de bij het plan te geven regels, nadere eisen kunnen stellen ten aanzien van in het plan omschreven onderwerpen of onderdelen. Het stellen van nadere eisen kan betrekking hebben op een heel scala van onderwerpen. Zo kan bijvoorbeeld worden bepaald dat de nadere eisen betrekking hebben op de situering of afmetingen van gebouwen en/of bouwwerken, of op het stellen van eisen aan parkeergelegenheid op eigen terrein, maar evenzeer kunnen nadere eisen betrekking hebben op het treffen van bouwkundige voorzieningen en/of aanpassingen die van belang zijn voor een goede ruimtelijke ordening.

Nadere eisen dienen er voor om binnen de toegekende bestemming en bouwmogelijkheden maatwerk te kunnen leveren op perceelsniveau. De noodzaak voor dit maatwerk is gelegen in de specifieke ruimtelijke omstandigheden van het betreffende (of het aangrenzende) perceel, die niet op voorhand te regelen zijn in de algemeen geformuleerde bestemmingsregeling.

In dit bestemmingsplan kunnen Burgemeester en wethouders in de bestemming Gemengd 1 nadere eisen stellen aan de afmeting en de plaats van de bebowuing ten behoeve van:

  • een samenhangend bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid en (fietsparkeren);
  • de sociale veiligheid;
  • de handhaving van de oorspronkelijke parcellering.

En in de bestemming Gemengd 2 aan de afmeting en de plaats van de bebouwing ten behoeve van:

  • een samenhangend bebouwingsbeeld;
  • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken.

Samenhangend bebouwingsbeeld
Het is voor de invulling van dit gevoelige gebied van belang dat bebouwing zorgvuldig wordt ingepast.

Verkeersveiligheid
De veilige afwikkeling van het verkeer en het voorzien in voldoende (fiets)parkeerplaatsen op eigen terrein kunnen aanleiding zijn voor het stellen van nader eisen aan bebouwing. Hierbij zal het vooral gaan om maatregelen en eisen aan bebouwing voor het waarborgen van overzichtelijke verkeerssitiuaties, de doorstroming van het verkeer en de bereikbaarheid van gebouwen.

Sociale veiligheid
Vanuit sociale veiligheid kan het noodzakelijk zijn nadere eisen te stellen aan nieuwbouw of verbouw. Bijvoorbeeld aan de situering van de gebouwen zelf of de toegangen tot deze gebouwen die op plekken worden geraliseerd waarbij vanuit het aspect sociale veiligheid geen onveilige situaties of plekken mogen ontstaan maar zo veel mogelijk een veilig gevoel ontstaat voor de gebruikers en bezoekers van deze gebouwen en omliggende terreinen.

Handhaving van de oorspronkelijke parcellering
Het kan ter bescherming van de waardevolle oorspronkelijke parcellering noodzakelijk zijn om nadere eisen aan de nieuwbouw te stellen.

Gebruiksmogelijkheden naastgelegen gronden en/of bouwwerken
Het is niet de bedoeling dat naastgelegen gronden en/of bouwwerken hinder ondervinden van de ontwikkelingen op hun buurperceel. Vaak is dit met enkele aanpassingen te voorkomen. Te denken valt aan het stellen van nadere eisen aan de hoogte of aan de situering van bebouwing.