direct naar inhoud van Artikel 5 Groen
Plan: Den Engh, Terwijde
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPDENENGH-0601

Artikel 5 Groen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen, gazons en beplantingen;
  • b. watergangen en waterpartijen;
  • c. waterbeheer en waterberging;
  • d. dierenweides;
  • e. fiets-en voetpaden;
  • f. kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. speelvoorzieningen;
  • i. ter plaatse van de specifieke functieaanduiding 'waarde-cultuurhistorie' tevens voor het behoud van de aanwezige cultuurhistorische waarden;
  • j. ter plaatse van de specifieke functieaanduiding 'parkeerterrein' tevens voor parkeervoorzieningen;
  • k. de bij de bestemming behorende voorzieningen zoals kunstwerken waaronder duikers, bruggen en faunapassages.
5.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

5.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen, met uitzondering van erf- en perceelafscheidingen welke niet meer dan 1 meter hoog mogen zijn;
  • b. de bouwhoogte van speelvoorzieningen mag in afwijking van het bepaalde vermeld onder a., niet meer bedragen dan 4 meter;
  • c. het gestelde onder a. geldt niet voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter geleiding, begeleiding en regeling van het verkeer.
5.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden
  • a. Ter plaatse van de in 5.1 onder i bedoelde aanduiding is een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, vereist voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden:
    • 1. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de bestemmingsomschrijving is aangegeven, en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
    • 2. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
    • 3. het permanent opslaan van goederen waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen;
    • 4. het plaatsen van onroerende objecten zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair;
  • b. de omgevingsvergunningsplicht als bedoeld in het vorige lid is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
    • 1. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor ontheffing is verleend;
    • 2. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
    • 3. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. de werken en werkzaamheden zoals bedoeld in 5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens te beslissen wint het college van burgemeester en wethouders vooraf advies in bij de beheerder van de betreffende leiding.
5.4 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in lid 5.3 onder a is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten.