Plan: | Chw bestemmingsplan Beurskwartier 1 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BPCHWBEURSKWARTIE1-VA02 |
De uitleg van de begrippen zoals die in de Begrippenlijst Beurskwartier, bijlage 1 bij de regels, zijn opgenomen, is bepalend bij de uitleg van het bestemmingsplan.
Bij toepassing van de regels worden onderstaande regels over het meten en berekenen gebruikt.
De hoek die het dakvlak maakt ten opzichte van het horizontale vlak.
De inhoud van een bouwwerk: de inhoud, gemeten tussen
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Locaties met de functie Groen zijn bedoeld voor groen met de daarbij behorende voorzieningen, voor vergroting van de leefbaarheid en een gezond leefklimaat, voor water en speel- en verblijfsplekken. Locaties met de functie Groen zijn ook bedoeld voor groen dat een gezond leefklimaat voor flora en fauna vergroot, de biodiversiteit stimuleert en voedsel en schuilgelegenheid biedt aan dieren.
Activiteiten die passen bij het doel zijn toegestaan, zoals het aanleggen, gebruiken en in stand houden van groenvoorzieningen, voet- en fietspaden, bruggen, duikers en faunapassages, geluidwerende voorzieningen, veldjes voor het uitlaten van honden, watergangen, waterpartijen, ontmoetingsplaatsen al dan niet met zitbanken of speeltoestellen, kunstobjecten.
De volgende activiteiten zijn in ieder geval verboden:
Locaties met de functie Verkeer - Verblijfsgebied zijn bedoeld voor verblijf in de openbare ruimte, voor langzaam verkeer, gemotoriseerd verkeer, voor groen en water, en voor de bijbehorende voorzieningen.
De volgende activiteiten zijn in ieder geval verboden:
Op een locaties met de functie Woongebied wordt een transformatie naar een hoogstedelijk woongebied voor gezond, stedelijk leven, met een goede mix van woningen, centrumfuncties, groen en een fijnmazig verkeersnetwerk voor langzaam verkeer beoogd. De leden 5.2 tot en met 5.8 bevatten de voorwaarden waaronder deze transformatie gestalte moet krijgen.
2. In de openbare ruimte zijn toegangspaden, ontsluitingswegen, groenvoorzieningen, verblijfsgebied, terrassen, ongebouwde voorzieningen voor parkeren en het stallen van fietsen, voorzieningen voor het verzamelen en afvoeren van afval, waterberging, nutsvoorzieningen en de daarbij horende activiteiten toegestaan, waarbij de volgende regels in acht genomen worden:
a. de inrichting van de openbare ruimte voldoet aan de volgende voorwaarden:
3. Terrassen bij horecagelegenheden zijn toegestaan, als het gecumuleerde langtijdgemiddelde geluidniveau van het geluid dat op het terras veroorzaakt wordt, zoals stemgeluid, op de gevels van omliggende geluidgevoelige functies niet meer bedraagt dan 55 dB(A) voor de dagperiode (7-19 uur), 50 dB(A) voor de avondperiode (19-23 uur) en 45 dB(A) voor de nachtperiode (23-7 uur). Onder een gevel als bedoeld in dit lid wordt niet een dove gevel verstaan, zoals gedefinieerd in bijlage 1 bij de planregels.
De volgende activiteiten zijn in ieder geval verboden:
h. Als een terras wordt gerealiseerd op een locatie die afwijkt van de locaties, waarvan in het cumulatieonderzoek van DGMR, zoals opgenomen in bijlage 6 bij de regels, is uitgegaan, dan dient beoordeeld te worden of sprake is van een aanvaardbare gecumuleerde geluidbelasting op de gevel van (het) geluidgevoelige object(en).
1. In aanvulling op de vergunningplicht voor bouwen, zoals opgenomen in artikel 4.5 van het omgevingsplan van de gemeente Utrecht, gelden voor de vergunningverlening ook de beoordelingscriteria van lid 5.7 uit dit hoofdstuk. In geval van strijdigheid gaan de regels in dit hoofdstuk voor op de algemene regels uit het omgevingsplan.
1. Het bouwen binnen de functie 'Woongebied' is alleen toegestaan als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
a. een bouwwerk wordt gebouwd in overeenstemming met lid 5.2;
b. gebouwen voldoen aan de volgende voorwaarden:
c. de situering van de bouwblokken laat voldoende ruimte voor ecologische verbindingen met de gebieden rond het plangebied, een park in het noordelijke deel van minimaal 3.000 m2 en voor maatregelen in verband met de gevolgen van klimaatverandering, zoals wateroverlast en hoge temperaturen;
d. een gebouw levert een evenredige bijdrage aan het beheersen en beperken van de gevolgen van de klimaatverandering bijvoorbeeld met maatregelen die leiden tot een efficiënt energiegebruik, voorzieningen voor waterafvoer of groene daken op de lagere gebouwen;
e. voorzieningen in de ondergrond die nodig zijn voor het functioneren van het bouwwerk passen bij een doelmatige verdeling van het gebruik van de ondergrond en doorboren de scheidingslaag tussen de het eerste en het tweede waterhoudend pakket alleen als daar een dringende reden voor is;
f. de totale parkeerbehoefte van alle functies, berekend volgens de algemene regels over het realiseren van voldoende parkeergelegenheid, met de systematiek die in de toelichting is beschreven, mag het aantal van 1.359 parkeerplaatsen niet overschrijden;
g. geluidsonderzoek toont aan de hand van de door het Rijk uitgegeven Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai aan dat de geluidbelasting door activiteiten of installaties die bij de representatieve bedrijfssituaties van de Jaarbeurs horen op het moment van een aanvraag binnen de onderstaande normen blijft:
h. geluidsonderzoek toont aan de hand van de door het Rijk uitgegeven Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai aan dat de geluidbelasting door activiteiten of installaties van de kantoren aan de Graadt van Roggenweg op het moment van een aanvraag binnen de onderstaande normen blijft:
i. Als een geluidgevoelige gevel wordt gebouwd op een locatie die afwijkt van locaties waarvan in het cumulatieonderzoek van DGMR, zoals opgenomen in bijlage 6 bij de regels is uitgegaan, dan dient beoordeeld te worden of sprake is van een aanvaardbare gecumuleerde geluidbelasting op de gevel van het geluidgevoelige object.
j. Als een onderwijsgebouw wordt gebouwd op een locatie die afwijkt van de locatie, waarvan in het cumulatieonderzoek van DGMR, zoals opgenomen in bijlage 6 bij de regels, is uitgegaan, dan dient beoordeeld te worden of sprake is van een aanvaardbare gecumuleerde geluidbelasting op de gevel van het geluidgevoelige object.
2. Burgemeester en wethouders houden bij de beoordeling of een aanvraag voldoet aan de voorwaarden rekening met eerder verleende vergunningen.
Op locaties met de functie Wonen wordt een transformatie naar, in hoofdzaak, woningen beoogd. De leden 6.2 tot en met 6.7 bevatten de voorwaarden waaronder deze transformatie gestalte moet krijgen.
Op een locatie met de functie Wonen zijn de volgende activiteiten met inachtneming van de in de leden 6.3 tot en met 6.7 gestelde regels toegestaan:
Activiteiten die tot gevolg hebben dat de bestaande inrit van het parkeerterrein dat aangrenzend aan de functie Wonen aan de spoorzijde ligt geblokkeerd wordt zijn pas toegestaan op het moment dat het parkeerterrein via een nieuwe inrit bereikbaar is.
De volgende activiteiten zijn in ieder geval verboden:
1. In aanvulling op de vergunningplicht voor bouwen, zoals opgenomen in artikel 4.5 van het omgevingsplan van de gemeente Utrecht, gelden voor de vergunningverlening ook de beoordelingscriteria van lid 6.7 uit dit hoofdstuk. In geval van strijdigheid gaan de regels in dit hoofdstuk voor op de algemene regels uit het Omgevingsplan.
1. Het bouwen binnen de functie 'Wonen' is alleen toegestaan als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
a. geluidsonderzoek toont aan de hand van de door het Rijk uitgegeven Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai aan dat de geluidbelasting door het gebruiken van of door activiteiten van het parkeerterrein dat aangrenzend aan de functie Wonen aan de spoorzijde ligt op het moment van een aanvraag binnen de onderstaande normen blijft;
b. een gebouw is niet hoger dan de hoogte die de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m) op een locatie aangeeft, waarbij een gebouw maximaal 4 bouwlagen heeft op locaties met een maximum bouwhoogte van 15 meter en maximaal 9 bouwlagen op locaties met een maximum bouwhoogte van 30 meter;
c. alle ingangen van woningen en bij de woning horende gebouwen zijn toegankelijk voor mensen met een beperking;
d. een woning met woonruimten die allemaal of allemaal op één na op dezelfde verdieping liggen, wordt gebouwd als een nultredenwoning;
e. bouwactiviteiten die tot gevolg hebben dat de bestaande inrit van het parkeerterrein dat aangrenzend aan de functie Wonen aan de spoorzijde ligt geblokkeerd wordt, zijn pas toegestaan op het moment dat het parkeerterrein via een nieuwe inrit bereikbaar is.
2. Burgemeester en wethouders houden bij de beoordeling of een aanvraag voldoet aan de voorwaarden rekening met eerder verleende vergunningen.
Regels in dit hoofdstuk blijven buiten toepassing voor zover zij niet te verenigen zijn met een regel over de toegewezen functie, met uitzondering van de regel in artikel 8 lid 8.2, die altijd van toepassing is.
Het bouwen is alleen toegestaan als de activiteit bouwen past bij het doel van de functie en als ook de activiteit of activiteiten waar het bouwwerk voor gebouwd wordt passen bij het doel van de functie.
Op grond van dit bestemmingsplan is voor het bouwen geen vergunning nodig:
In de openbare ruimte is, als de toegewezen functies zich daartegen niet verzetten en de verkeersveiligheid, de waterveiligheid en de veiligheid van personen die in de openbare ruimte verblijven niet worden aangetast, het bouwen van de volgende voorzieningen toegestaan:
Burgemeester en wethouders kunnen, voor zover geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen, een vergunning verlenen voor:
Burgemeester en wethouders kunnen, in afwijking van artikel 9, lid 9.1, een tijdelijke vergunning verlenen voor het vergroten van een bijgebouw voor mantelzorg, ongeacht de gezamenlijke oppervlakte van aanbouwen en bijgebouwen, voor zover de vergroting voor het doel noodzakelijk is en geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende woonpercelen veroorzaakt. Zodra de vergunning vervalt, moet de vergroting ongedaan gemaakt worden voor zover die in strijd is met de regel onder 1.
Activiteiten die niet passen bij het in de regels beschreven doel van een functie die aan een locatie is toegewezen, gelezen met toepassing van artikel 12, zijn verboden.
Additionele horeca is als ondergeschikte activiteit toegestaan, onder de volgende voorwaarden:
Ondersteunende horeca is als ondergeschikte activiteit toegestaan in een winkel, onder de volgende voorwaarden:
In een horecabedrijf is winkelverkoop als ondergeschikte activiteit toegestaan, onder de volgende voorwaarden:
Een winkel met ondersteunende horeca of een horecabedrijf met ondersteunende verkoop mag een of meer gevelbankjes plaatsen, als die aan de volgende regels voldoen:
In afwijking van een regel waarin bepaald is dat alleen bedrijven van een bepaalde categorie van de Lijst van bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan, kunnen burgemeester en wethouders een vergunning verlenen voor een bedrijfsactiviteit die niet op deze lijst staat of die onder een hogere categorie valt dan in die regel is bepaald, voor zover die bedrijfsactiviteit naar aard en invloed op de omgeving gelijk kan worden gesteld aan de in die regel bepaalde categorie.
Dit artikel is alleen van toepassing op kruisingen van verkeersinfrastructuur of water met andere verkeersinfrastructuur of met water, waarbij de toegewezen functie, een andere functie doorkruist, wat onder meer blijkt uit het feit dat ter plaatse van de kruising aan weerszijden diezelfde andere functie is toegewezen.
Op de locatie van de kruising zijn naast de activiteiten die bij de toegewezen functie horen ook de activiteiten toegestaan die bij de functie horen die gekruist wordt.
Dit artikel treedt in werking op 1 januari 2022. Tot die datum blijven de vergelijkbare bepalingen in de Verordening op de archeologische monumentenzorg van toepassing.
Het volgende grondwerk is toegestaan:
Het het volgende grondwerk mag op een locatie binnen een zone met een archeologische verwachtingswaarde zonder vergunning uitgevoerd worden, voor zover de activiteit aan de op de locatie geldende voorwaarden voldoet:
Deze regels worden aangehaald als:
regels van het bestemmingsplan Beurskwartier 1.