direct naar inhoud van Artikel 7 Maatschappelijk - onderwijs
Plan: Centrum kanaleneiland deelgebied 3
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPCENKANDEELGEB3-0601

Artikel 7 Maatschappelijk - onderwijs

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Maatschappelijk - onderwijs aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen in de vorm van onderwijs voorzieningen;
  • b. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'overbouwing' uitsluitend een overbouwing ten behoeve van de onder a genoemde functies;
  • c. verkeer en verblijfsgebied;
  • d. de bij de bestemming behorende verkeers-, parkeer- en groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, water, tuinen, erven en terreinen.
7.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. Voor het realiseren van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogere waarde met inachtneming van de in dit besluit gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt
7.2.1 Gebouwen
  • a. de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte' mag niet worden overschreden;
  • b. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'overbouwing' uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van een overbouwing, onder de volgende voorwaarden;
    • 1. ter plaatse van de figuur 'gevellijn' dient de bebouwing ten behoeve van de overbouwing, in de gevellijn te worden gebouwd;
    • 2. bebouwing ten behoeve van de overbouwing mag uitsluitend plaatsvinden vanaf de bovenkant van de 2e bouwlaag;
7.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen, met dien verstande dat terrein- en erfafscheidingen uitsluitend achter (het verlengde) van de de voorgevel zijn toegestaan en maximaal 2 meter hoog mogen zijn;
  • b. het gestelde onder a. geldt niet voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter geleiding, begeleiding en regeling van het verkeer.
  • c. In afwijking van het gestelde onder a. mag de bouwhoogte van vlaggenmasten niet meer dan 6 meter bedragen.
7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats, de afmeting en de gevelindeling van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie, waaronder in ieder geval wordt verstaan het voorkomen van windhinder en het voorzien in een goed akoestisch woon- en leefklimaat;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken.