Plan: | Hart van Hoograven Zuid |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BPBPHARTVHOOGRAVEN-0601 |
In het gemeentelijk beleid ligt wat betreft dit plangebied de focus op herstructurering van naoorlogse wijken en de bereikbaarheid. Zowel in het Collegeprogramma, de Structuurvisie Utrecht 2015-2030 als de woonvisie en 'Utrecht Vernieuwt' worden voor de herstructurering van Hoograven beleidsmaatregelen opgenomen.
De Structuurvisie Utrecht 2015-2030 bevat de gewenste toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van de stad Utrecht. Op Hoograven is het ontwikkelingsperspectief 'De Binnentuin' van toepassing. De opgave ligt daarom vooral in het onderhouden, vernieuwen en versterken van de kenmerkende wijkstructuren. De woonfunctie domineert. Maatvoering en wijkkenmerken zijn hierbij leidend. Er is een basispakket aan voorzieningen nodig en kleinschalige functiemenging is mogelijk. De herstructureringsaanpak van de naoorlogse wijken omvat naast fysieke ingrepen in woningen, investeringen in voorzieningen, scholen, ruimte voor cultuur ('broedplaatsen') en een aantrekkelijke woonomgeving. Bij de uitvoering van het programma 'Utrecht Vernieuwt', dat is opgesteld voor de vijf aandachtswijken in Utrecht, zijn 'versnelling' en 'maatwerk' de sleutelwoorden.
Wat betreft de Hoogbouwvisie (2005) en de Welstandsnota (2004) moet er rekening worden gehouden met de volgende uitgangspunten:
Woonbeleid
In de Visie Wonen 2030 en daarop volgend de Woonvisie 2009-2019 zijn kaders geschetst van het woonbeleid van de gemeente Utrecht op de lange termijn. In het Actieprogramma Wonen is de kwantitatieve woningbouwopgave geformuleerd. Uit zowel woningbehoefte-onderzoeken in het kader van de Ontwikkelingsvisie Noordvleugel Utrecht 2015-2030 als de woonvisies is gebleken dat nieuwbouw in de stad zich vooral moet richten op het realiseren van 'centrumstedelijke' en 'dorpsrand/landelijke' woonmilieus. Diversiteit in het aanbod is daarbij van belang, zodat het voor alle doelgroepen mogelijk is om een passende woning te vinden.
De beleidsdoelstellingen 'betere doorstroming op de woningmarkt' en 'verbetering van de kwaliteit van bestaande woningen' zijn vooral van toepassing op het bestemmingsplangebied. De maatregelen zijn gericht op het vergroten van de toegankelijkheid van sociale woningen en het vergroten van de keuzevrijheid voor mensen met een lager inkomen.
De kwaliteit van wijken en transformatie van de herstructureringswijken blijft ook de komende jaren van groot belang. Lopende processen in het kader van 'Utrecht Vernieuwt' worden voortgezet. In de nota Bouwen aan Wonen (2006) en in het collegeprogramma is vastgelegd dat van de totale nieuwbouw in de stad 40% sociale huur- en koop gerealiseerd dient te worden.
Beleid maatschappelijke voorzieningen
In mei 2007 heeft het College van B&W besloten dat in Utrecht Ouder en Kind Centra, later Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) genoemd, opgericht zullen worden. Dit besluit sluit aan op de oprichting van de Multidisciplinaire beoordelingsteams, de latere Jeugdadviesteams, een jaar eerder. De CJG krijgen als opdracht een herkenbare en laagdrempelige voorziening in de wijk te zijn waar ouders en jeugdigen makkelijk terecht kunnen voor alles op het gebied van opvoeden en opgroeien. Het gaat hier om de Informatie en Adviesrol van het CJG. Daarnaast is het CJG een samenwerkingsverband tussen de verschillende partners die een rol spelen in het preventieve jeugdbeleid zodat ouders en jeugdigen sneller en beter ondersteund en/of geholpen worden. De realisatie van de CJG gebeurt per wijk in samenwerking met de maatschappelijke partners in die wijk. Het bestemmingsplan Hart van Hoograven-zuid voorziet in de huisvesting van een CJG.
Verkeer- en vervoersbeleid
Het Gemeentelijk Verkeers- en vervoerbeleid is hoofdzakelijk weergegeven in het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan Utrecht 2005-2020 (2005). Daarnaast zijn specifieke aspecten, zoals parkeren, in afzonderlijke nota's uitgewerkt.
Het plangebied is aangeduid als een verblijfsgebied. Hier krijgen veiligheid en leefmilieu prioriteit. De parkeerbehoefte voor het plangebied wordt in beginsel bepaald op grond van de parkeernormen, die zijn vastgelegd in de partiële herijking Parkeernormen 2008. Uitgangspunt is dat, rekening houdend met de kenmerken van de locatie, functie en woningtypologie, bij nieuwbouw het parkeren zoveel mogelijk op eigen terrein wordt opgelost. De parkeernormen zijn gegeven met een bandbreedte, teneinde optimale flexibiliteit en maatwerk te bieden bij het realiseren van bouwplannen.
Groen- en waterbeleid
Het groen- en waterbeleid is te herleiden uit het Groenstructuurplan Utrecht (2007), het Bomenbeleid Utrecht (2009) en het Waterplan Utrecht (2004).
Eén van de kansrijke onderdelen voor de ontwikkeling van de groenstructuur in de stad is het versterken van het groen in de naoorlogse wijken en het versterken van verbindingen en nader ontwikkelen van groene verbindingen, ook naar het buitengebied toe. In de Visie Stedelijk Groenstructuur Utrecht 2030 is voor dit plangebied van belang dat bestaande elementen van de stedelijke groenstructuur worden beschermd, zoals het structurerend buurtgroen. Menging van het stedelijk groen met andere stedelijke functies is in principe mogelijk. De randvoorwaarde is dat het groene karakter, de kwaliteiten en het gebruik van groen wordt behouden of verbeterd. De bomenstructuur komt grotendeels overeen met deze stedelijke groenstructuur. Op de bomenstructuurkaart is de 't Goylaan als één van de stadslanen aangegeven.
Met het opstellen van het Waterplan Utrecht is afgesproken te streven naar een watersysteem dat aansluit bij de natuurlijke omstandigheden op en om Utrechts grondgebied. Er zijn afspraken gemaakt voor het terugdringen van de verontreiniging van het oppervlaktewater en de veranderde waarden van het water voor de stad beter te benutten.
Kadernota Duurzaam bouwen
Voor de thema's Duurzaam Bouwen, Energie en Grondstoffen heeft de gemeente in het verleden gemeentelijke doelstellingen vastgelegd. Dit is te lezen in de Kadernota Duurzaam Bouwen uit 1993 met de uitwerkingen Beleidskader Integrale Woonkwaliteit (2000 + 2006), Leidraad duurzame gemeentelijke bouwprojecten (1997) en Duurzaam materiaalgebruik openbare ruimte (onderdeel Handboek openbare ruimte). In het milieubeleidsplan is dit nog eens bevestigd.
Centraal in het duurzaam bouwen beleid van de gemeente staat het visiedocument van de initiatiefnemer over duurzaam huisvesten. Daarin verwoordt de initiatiefnemer zijn visie op de toekomstbestendigheid van de planontwikkeling en de bouwwerken, vast te leggen in een ambitie. Vanuit die visie wordt geconcretiseerd naar maatregelen.
Op het gebied van energie is de Kadernota Duurzaam Bouwen van belang, maar ook de ambities zoals die verwoord zijn in het Milieubeleidsplan. De gemeente heeft in dit laatste plan en in het beleidsplan "Utrecht creëert nieuwe energie" op energiegebied een duidelijke ambitie vastgelegd en wel Utrecht in 2030 CO2-neutraal. Ontwikkel- en herstructureringslocaties moeten een bijdrage leveren om deze ambitie te realiseren. In Utrecht is in veel wijken een infrastructuur voor warmtelevering (stadsverwarming) aanwezig. Aansluiting hierop is vanuit milieu-effect (vermindering uitstoot broeikasgassen) nuttig en verstandig, maar ook voor een beter binnenmilieu in woningen is het een goede optie. Een andere toepassing met een grote potentie zijn duurzame oplossingen zoals urban windmills en zonne-energiecentrales op daken en aan gevels. Op dit moment wordt gestreefd naar een 50% lagere uitstoot van broeikasgassen in de bedrijfsvoering ten opzichte van een gasgestookt bouwwerk op het niveau van de huidige bouwregelgeving, stapsgewijs aan te scherpen in de komende jaren.
Programma Utrecht creëert nieuwe energie
In mei 2008 heeft het college het programma "Utrecht creëert nieuwe energie" vastgesteld. Dit programma geeft invulling aan de geformuleerde doelstelling om in 2012 75.000 ton CO2 te reduceren. Het programma zet in op de thema's wonen, werken en mobiliteit, gemeentelijke organisatie en profilering. Met Utrecht creëert nieuwe energie kiest Utrecht voor een stadsbreed energie- en klimaat programma. Voor elke thema zijn doelstellingen en activiteiten opgenomen.
Beleidskader Integrale Woonkwaliteit
Het Beleidskader Integrale Woonkwaliteit (IWK) uit 2000 is met ingang van 14 maart 2006 herzien. Het aantal regels om duurzaamheid van nieuwbouwwoningen te waarborgen, is teruggebracht tot een tweetal harde eisen. De verplichte maatregelen zijn: