Plan: | Vastgesteld wijzigingsplan Birkstraat 84 (locatie Vosseveld) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0342.WPSOE0002-0301 |
Algemeen
Het Europese Verdrag inzake de bescherming van het archeologische erfgoed ( het Verdrag van Malta, bij wet 26 februari 1998) geeft aan dat archeologie internationaal in de belangstelling staat. Het Verdrag van Malta bepaalt onder andere dat het archeologisch belang wordt meegewogen bij besluitvorming in ruimtelijke ordeningsaspecten en -procedures. Bij elke activiteit waarmee de bodem wordt verstoord in een gebied met archeologische waarde of verwachting moet in een zo vroeg mogelijk stadium worden bepaald of een nader onderzoek noodzakelijk is. In 2007 is als uitwerking van het Verdrag van Malta de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) in werking getreden. Doel van deze wet is de bescherming van de aanwezig en de te verwachten archeologische waarden door het reguleren van bodemverstorende activiteiten. De Wamz gaat uit van het zo vroeg mogelijk betrekken van archeologische waarden in het ruimtelijk ordeningsproces. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan en bij de bestemming van de in het plan begrepen gronden moet dan ook rekening worden gehouden met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten archeologische resten. Daarom is het voor het opstellen van een bestemmingsplan noodzakelijk te onderzoeken in hoeverre in betreffende gronden archeologische resten aanwezig kunnen zijn. Gebieden, waar resten aanwezig (kunnen) zijn, kunnen met een dubbelbestemming archeologie door het bestemmingsplan worden beschermd. Voorafgaand aan de bodemverstorende ingrepen dient dan in bepaalde gevallen nader onderzoek te worden uitgevoerd. De Wamz geeft aan dat bij bodemverstorende ingrepen van meer dan 100 m2 archeologisch onderzoek nodig is. Voor archeologisch waardevolle gebieden gelden voor bodemingrepen strengere eisen. Hiervan mag met goed onderbouwd beleid worden afgeweken.
Voor het grondgebied in Soest is een Archeologische beleidsadvieskaart opgesteld die aangeeft welke gebieden archeologisch waardevol zijn en welke een hoge, middelhoge en lage verwachtingswaarde hebben. Deze kaart, de Beleidsnota Archeologie en de Beleidsregels archeologisch onderzoek bij bodemverstorende ingrepen zijn op 28 juni 2011 door het college van burgemeester en wethouders van Soest vastgesteld. De beleidsregels hebben werking vanaf 7 juli 2011.
Samengevat is archeologisch onderzoek nodig als de (nog niet eerder verstoorde) bodem dieper dan 30 cm minus maaiveld wordt verstoord:
Situatie in het wijzigingsplan
Het gebied van het wijzigingsplan heeft een hoge archeologische verwachting (AVW1), daarom is een bureauonderzoek gecombineerd met een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Op basis van het bureauonderzoek en verkennend booronderzoek geldt een hoge verwachting op resten gerelateerd aan de herenhuizen inclusief een gracht, eventuele middeleeuwse of nieuwetijd boerderijen en erf resten en/of ontginningssporen. Daarnaast worden resten uit eerdere archeologische perioden niet uitgesloten. Er worden geen intacte vuursteen vindplaatsen verwacht.
Tijdens de boringen zijn op twee plaatsen grachtvullingen aangeboord. In het bureauonderzoek en het verkennend booronderzoek worden twee adviezen gegeven;
In het bureauonderzoek en het verkennend booronderzoek (rapport d.d. 26 april 2012) wordt tevens gesteld dat de sloopwerkzaamheden van het bestaande schoolgebouw tot maaiveld kan plaatsvinden en dat beneden maaiveld archeologische sloopbegeleiding noodzakelijk is. Uitgangspunt is dat een karterend proefsleuvenonderzoek uitgevoerd gaat worden. Hiervoor dient eerst een programma van eisen opgesteld te worden, welke ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de gemeente.
Op basis van de resultaten van het proefsleuvenonderzoek zullen nadere conclusies met betrekking tot de archeologie getrokken kunnen worden.