Plan: | Vastgesteld wijzigingsplan Birkstraat 84 (locatie Vosseveld) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0342.WPSOE0002-0301 |
Algemeen
Bij het opstellen van bestemmingsplannen (en ook een wijzigingspan) moet rekening gehouden worden met de gevolgen van de ontwikkeling voor de natuur. Met het inwerking treden van de Flora- en Faunawet krijgt de natuurtoets een sterker accent in de totale beoordeling van de milieu- en waardenaspecten in de bestemmingsplannen.
In de toelichting wordt ingegaan op de actuele situatie op basis van (recente) archiefgegevens en veldonderzoek. Voor de ontwikkelingslocaties die in het bestemmingsplan meegenomen wordt, dient een zogenaamde 'natuurtoets' uitgevoerd te worden. In de natuurtoets wordt de actuele situatie in relatie gebracht tot de ruimtelijke ingreep. In de toelichting zal dan het volgende worden opgenomen:
In het bestemmingsplan (wijzigingsplan) zal rekening moeten worden gehouden met de uitgevoerde natuurtoets en zullen de keuzen die wat betreft dit aspect worden gemaakt, juridisch worden verankerd. Het plan dient, in geval van een ontwikkelingslocatie, voldoende juridische mogelijkheden te bieden voor de duurzame aanleg en instandhouding van waardevolle groenstructuren.
Situatie in het wijzigingsplan
De locatie Vosseveld is geen onderdeel van een gebied waarvoor de natuurbeschermingswet geldt. Ook ligt de locatie niet in de nabijheid van een Natura 2000 gebied. Daarnaast is de locatie Vosseveld geen onderdeel van de Ecologische Hoofd Structuur (EHS). Zowel de aanvullende regelgeving vanuit de Natura 2000 als de EHS zijn daarom niet van toepassing.
In 2009 is een flora- en fauna onderzoek gedaan. Naar aanleiding daarvan is in 2011 aanvullend onderzoek naar vleermuizen gedaan op de locatie Vosseveld. Daaruit is gebleken dat de locatie als baltsgebied voor de waargenomen vleermuissoorten fungeert. Naar aanleiding van de planontwikkeling is in april 2012 aanvullend gekeken of er in de bomen die gekapt gaan worden holtes bevinden waarvan vleermuizen gebruik maken. Dit is niet het geval. Er is daarom geen ontheffing van de flora- en faunawet vereist (rapporten d.d. 23 december 2011 en 13 april 2012 ).
Aanvullend zal met het verlichtingsplan voor de buitenruimte rekening gehouden worden dat deze niet verstorend zal werken op de aanwezige vleermuizen, zodat voldaan wordt aan de eisen van de flora- en faunawetgeving. De huidige verlichting van het terrein blijft daarbij zo veel mogelijk gehandhaafd. De calamiteitenverlichting bij de nooduitgangen en langs de vluchtwegen om het gebouw zullen aangestuurd worden door de Brandmeldinstallatie. Deze verlichting zal in geval van een calamiteit aangaan.