direct naar inhoud van Regels
Plan: Woongebied 1 Vliegbasis Soesterberg
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0342.WPLG0021-0301

Regels

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS

Artikel 1 Begrippen

1.1 Van overeenkomstige toepassing verklaring

Op dit wijzigingsplan zijn de begrippen van het Moederplan zoals bedoeld in lid 1.4 van deze regels, van overeenkomstige toepassing, alsmede de begrippen hierna.

1.2 plan:

het wijzigingsplan 'Woongebied 1 Vliegbasis Soesterberg' met identificatienummer NL.IMRO.0342.WPLG0021-0301 van de gemeente Soest.

1.3 wijzigingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.

1.4 bestemmingsplan Vliegbasis Soesterberg

het 'bestemmingsplan Vliegbasis Soesterberg' met identificatienummer NL.IMRO.0342.BPLG0005-0401 van de gemeente Soest, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 21 juni 2012 (onherroepelijk 3 juli 2013), inclusief het bestemmingsplan 'Parapluplan omissies en Nota parkeernormen auto en fiets 4e herziening' met identificatienummer NL.IMRO.0342.PPSOE0006-0301 van de gemeente Soest, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 14 oktober 2021.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt gemeten conform de regels in artikel 2 van het bestemmingsplan zoals genoemd in lid 1.4 van deze regels.

Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS

Artikel 3 Woongebied

3.1 Van overeenkomstige toepassing verklaring

Op dit wijzigingsplan zijn de regels in artikel 10 van het bestemmingsplan zoals genoemd in lid 1.4 van deze regels van overeenkomstige toepassing, met in achtneming van het bepaalde in lid 3.2 en 3.3 van deze regels.

3.2 Aanvulling regels moederplan

Om te voorkomen dat de planologische mogelijkheden op het aangrenzende bedrijventerrein Soesterberg Noord, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-elektromotoren en generatorfabriek', leiden tot hinder voor de woonfunctie is een sublid 10.2.5. toegevoegd met een voorwaardelijke verplichting voor het woon- en leefklimaat.

3.3 Geconsolideerde regels

Het aangevulde artikel 10 van het bestemmingsplan zoals genoemd in lid 1.4 van deze regels luidt dan als volgt:

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, met daarbij behorende gebouwen en andere bouwwerken;
  • b. beroep of bedrijf aan huis;
  • c. tuinen en erven;
  • d. parkeervoorzieningen met bijbehorende ontsluitingsverhardingen, met dien verstande dat voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid conform de Nota parkeernormen auto en fiets 4e herziening;
  • e. groenvoorzieningen en een op de natuurwaarden van het plangebied afgestemde groene inrichting;
  • f. water en speelvoorzieningen;
  • g. wegen, fiets- en voetpaden;

bij de bestemming behorende overige voorzieningen, zoals verkeersvoorzieningen, ontsluitingswegen, nutsvoorzieningen, verblijfsgebieden, waterbergingen en straatmeubilair.

10.2 Bouwregels

10.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in gronden, als bedoeld in lid 10.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. woningen;
  • b. bijbehorende bouwwerken;
  • c. andere bouwwerken.

10.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van woningen, als bedoeld in lid 10.2.1 onder a, gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen uitsluitend grondgebonden vrijstaande, halfvrijstaande, aaneengebouwde en gestapelde woningen worden gebouwd;
  • b. het aantal woningen mag gemiddeld niet meer bedragen dan 30 per hectare;
  • c. de afstand van de voorgevel van de woning tot de naar de weg gekeerde perceelsgrens moet minimaal 3 meter bedragen;
  • d. tussen twee niet aaneengebouwde woningen mag de afstand van elk van de woningen tot de zijdelingse perceelsgrens niet minder bedragen dan hierna is aangegeven:

type woning   afstand  
Vrijstaande woningen   3 meter beide zijdelingse perceelsgrenzen
 
Twee-aaneen gebouwde woningen
 
3m  
Eindwoningen van aaneengebouwde woningen
 
3m  

  • e. de diepte van een woning mag niet meer bedragen dan 12 m;
  • f. de bouwhoogte van woningen mag niet meer bedragen dan 10 m;
  • g. het bebouwingspercentage van vrijstaande woningen inclusief bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 25% van het bouwperceel;
  • h. het bebouwingspercentage van halfvrijstaande woningen inclusief bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 30% van het bouwperceel;
  • i. het bebouwingspercentage van aaneengebouwde woningen inclusief bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 50% van het bouwperceel;
  • j. de breedte van een vrijstaande woning dient ten hoogste 15 m te bedragen, gemeten in de voorgevelrooilijn.


10.2.3 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij woningen gelden de volgende regels:

  • a. de bijbehorende bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan op het bij een woning behorende bouwperceel op een afstand van 3 m achter de voorgevel of het verlengde daarvan;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij de woning mag niet meer bedragen dan in de tabel is aangegeven:

bouwperceel kleiner dan 1.000m²
 
bouwperceel 1.000m² of groter  
75m²   75m² + 2% van de oppervlakte van het bouwperceel tot een maximum van 150m²  

  • c. mits het totaal aan bebouwing buiten het bouwvlak niet meer bedraagt dan 20% van de bij een woning behorende gronden;
  • d. de goot- en bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragendan 3 respectievelijk 5 meter.

10.2.4 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:

Bouwwerk   bouwhoogte
 
voor de voorgevel van het hoofdgebouw   1 meter  
achter de voorgevel van het hoofdgebouw   2 meter  
geluidscherm   10 meter  
Vlaggen- en andere masten   5 meter  

  • b. voor het bouwen van een zwembad dient het volgende in acht te worden genomen:
    • 1. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens dient tenminste 3 meter te bedragen;
    • 2. het totaal aan bebouwing buiten het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 20% van de bij een woning behorende gronden.

10.2.5 Voorwaardelijke verplichting woon- en leefklimaat

De omgevingsvergunning voor bouwen van (een) woning(en) kan alleen worden verleend als de bedrijfsactiviteiten zijn beëindigd, ter plaatse van waar het bestemmingsplan 'Chw bestemmingsplan-plus met verbrede reikwijdte Soesterberg Noord' de bestemming 'Bedrijventerrein' met aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-elektromotoren en generatorfabriek' geldend is. Indien wel bedrijfsactiviteiten plaatsvinden, dan moet voldoende zijn verzekerd dat hinder van industrielawaai met geluidsmaatregelen wordt voorkomen. Indien de genoemde bestemming met aanduiding ten tijde van de verlening van de omgevingsvergunning voor de bouw van (een) woning(en) reeds is gewijzigd naar een woonbestemming, dan is deze voorwaardelijke verplichting niet meer van toepassing.

10.3 Specifieke gebruiksregels

10.3.1 Aan huis gebonden beroep en aan huis gebonden bedrijf

Woningen en bijbehorende bouwwerken mogen worden gebruikt ten behoeve van de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of een aan huis gebonden bedrijf, met dien verstande dat:

  • a. het beroep of bedrijf door de hoofdbewoner van de woning wordt uitgeoefend, welke hoofdbewoner maximaal 1 medewerker in dienst mag hebben;
  • b. maximaal 50 m² van de vloeroppervlakte van de woning en de bijbehorende bouwwerken voor de bedoelde activiteiten mag worden gebruikt;
  • c. door de bedrijvigheid geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk optreedt, met dien verstand dat, behoudens in- en uitladen, geen bedrijfsmatige activiteiten in het openbaar gebied rond de betreffende kleinschalige bedrijvigheid mogen plaatsvinden.


10.3.2 strijdig gebruik onbebouwde gronden

Als strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt, het gebruik van de in lid 10.1 bedoelde gronden, die onbebouwd zijn, voor:

  • a. buitenopslag van goederen ten behoeve van de uitoefening van een beroep - of bedrijf aan huis, en
  • b. behoudens in- en uitladen, overige bedrijfsactiviteiten in de openbare ruimte rond de betreffende woning.

10.3.3 gebruik vrijstaande bijbehorende bouwwerken

Het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken dient functioneel ondergeschikt te zijn aan het hoofdgebouw, dus te gebruiken voor functies zoals garage, stalling, hobbyruimte, bergruimte, kas, huisdierenverblijf, en voor een aan huis gebonden bedrijf of beroep.

Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 5 Van overeenkomstige toepassing verklaring

Op dit wijzigingsplan zijn verder de algemene regels in hoofdstuk 3 van het bestemmingsplan zoals genoemd in lid 1.4 van deze regels van overeenkomstige toepassing,

Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS

Artikel 6 Overgangsrecht

6.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het wijzigingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit, geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
  • c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
6.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het wijzigingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het wijzigingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 7 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het wijzigingsplan 

'Woongebied 1 Vliegbasis Soesterberg'.