| Plan: | Partiële herziening Bestemmingsplan Landelijk Gebied, Lange Brinkweg 87 |
|---|---|
| Status: | vastgesteld |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0342.BPLG0046-0301 |
In deze regels wordt verstaan onder:
de Partiële herziening Bestemmingsplan Landelijk Gebied, Lange Brinkweg 87 met Identificatienummer NL.IMRO.0342.BPLG0046-0301 van de gemeente Soest;
het bestemmingsplan Landelijk Gebied met identificatienummer NL.IMRO.0342.BPLG0002-0401 van de gemeente Soest;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
in afwijking van artikel 1, lid 1.32 uit het bestemmingsplan Landelijk Gebied wordt de bebouwing die is opgenomen in bijlage 1 van deze planregels niet gerekend tot de bebouwing bestaand;
een beplantingsplan waarmee de ruimtelijke kwaliteit in het plangebied wordt verhoogd en dat als bijlage 2 bij de planregels is gevoegd en als zodanig onderdeel uitmaakt van dit bestemmingsplan.
De regels behorende bij het bestemmingsplan Landelijk Gebied zijn onverminderd van toepassing voor de onderhavige partiële herziening, tenzij in deze partiële herziening anders wordt bepaald, met dien verstande dat de maatvoeringsaanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' in het bestemmingsplan Landelijk Gebied in de onderhavige partiële herziening wordt aangeduid als 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)'.
Aan de bestemmingsregels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied in lid 30.1 wordt een lid c toegevoegd:
c. de instandhouding en bescherming van een gemeentelijk monument, ter plaatse van de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding – gemeentelijk monumenten'.
Aan de bouwregels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied in lid 30.2 wordt een lid b toegevoegd:
b. op de gronden ter plaatse van de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding – gemeentelijk monumenten' dient de bouwmassa van de bestaande bebouwing te worden gehandhaafd.
In afwijking van het bepaald in lid 30.1 van het bestemmingsplan Landelijk Gebied mogen de gronden ter plaatse van de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding – gemeentelijk monumenten' worden gebruikt als bijbehorend bouwwerk ten behoeve van de bestemming "Wonen", met dien verstande dat de bebouwing niet mag worden gebruikt voor bewoning en ten behoeve van hobbymatige agrarische activiteiten.
Aan de bouwregels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied:
j. De omgevingsvergunning voor de bouw van een woning kan uitsluitend worden verleend onder de voorwaarde dat met uitvoering van de bouwwerkzaamheden pas kan worden aangevangen nadat alle voormalige agrarische bedrijfsbebouwing is gesloopt zoals is aangegeven in Bijlage 1 bij deze regels.
k. in afwijking van het bepaalde in lid 34.2.2, sub a mogen bijbehorende bouwwerken uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', bijbehorende bouwwerken zijn toegestaan.
Aan de specifieke gebruiksregels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied in lid 34.4 wordt een voorwaardelijke verplichting toegevoegd in lid c:
c. Teneinde te komen tot een zorgvuldige landschappelijke inpassing dient, binnen één jaar na het tijdstip van onherroepelijk worden van de omgevingsvergunning voor een woning als bedoeld in lid 3.2.1, sub j de gronden te zijn ingericht en ingericht te blijven overeenkomstig het landschappelijk inpassingsplan zoals opgenomen in Bijlage 2 bij deze regels, met dien verstande dat daarbij onder verboden gebruik in ieder geval wordt verstaan het gebruik ten behoeve van die bestemming "Wonen" na dat tijdstip, indien die inrichting overeenkomstig het landschappelijk inpassingsplan niet is gerealiseerd danwel niet in stand is gehouden.
Aan het bestemmingsplan Landelijk Gebied wordt artikel 48a "Waarde - Openheid" toegevoegd:
Artikel 48a Waarde - Openheid
48a.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Waarde - Openheid" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding van de voorkomende visueel-ruimtelijke kwaliteit die wordt ontleend aan de landschappelijke openheid, waarbij de bestemming "Waarde - Openheid" voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemming(en).
48a.2 Bouwregels
a Op deze gronden mogen geen gebouwen of bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd, met uitzondering van erfafscheidingen waarvan de maximum bouwhoogte 1 meter bedraagt.
b. De gronden als bedoeld in lid 48a.1 worden niet aangemerkt als erf als bedoeld in artikel 1 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht.
48a.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk
zijnde, of van werkzaamheden
48a.3.1 Verbod
Het is verboden om op de voor "Waarde - Openheid" aangewezen gronden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:
a. het beplanten van gronden met houtgewassen hoger dan 1 meter, ter plaatse van die gronden op het tijdstip van het van kracht worden van het plan niet reeds met houtgewassen waren beplant;
b. de bodem met meer dan 1 meter op te hogen boven het bestaande maaiveld;
c. het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 30 cm, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage (uitgezonderd het vervangen van bestaande drainage);
d. graven en dempen van sloten, afdammen, herprofileren van sloten of ander oppervlaktewater, aanbrengen van oeverbeschoeiing;
e. de aanleg van verhardingen groter dan 50 m² (zoals verharde wandel- of fietspaden en kavelpaden);
f. het aanleggen van boven- of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
48a.3.2 Uitzonderingen
Het verbod in lid 48a.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
a. normaal onderhoud, beheer en gebruik overeenkomstig de bestemming betreffen;
b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning;
d. onderdeel uitmaken van het landschappelijk inpassingsplan.
48a.3.3 Toetsingscriteria
De vergunning wordt verleend, indien de in lid 48a.3.1 bedoelde werken of werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van de visueel-ruimtelijke kwaliteit die wordt ontleend aan de landschappelijke openheid.
48a.3.4 Advies
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning winnen zij schriftelijk advies in bij een terzake deskundige, omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning de visueel-ruimtelijke kwaliteit die wordt ontleend aan de landschappelijke openheid wordt aangetast, en welke regels aan de vergunning moeten worden verbonden.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Deze regels kunnen worden aangehaald als "Regels Partiële herziening Bestemmingsplan Landelijk Gebied, Lange Brinkweg 87".