| Plan: | Partiële herziening Bestemmingsplan Landelijk Gebied, Lange Brinkweg 87a en 89 |
|---|---|
| Status: | vastgesteld |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0342.BPLG0018-0302 |
In deze regels wordt verstaan onder:
de Partiële herziening Bestemmingsplan Landelijk Gebied, Lange Brinkweg 87a en 89 met Identificatienummer NL.IMRO.0342.BPLG0018-0302 van de gemeente Soest;
het bestemmingsplan Landelijk Gebied met identificatienummer NL.IMRO.0342.BPLG0002-0401 van de gemeente Soest;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
in afwijking van artikel 1, lid 1.32 uit het bestemmingsplan Landelijk Gebied wordt de bebouwing die is opgenomen in bijlage 1 van deze planregels niet gerekend tot de bebouwing bestaand;
een beplantingsplan waarmee de ruimtelijke kwaliteit in het plangebied wordt verhoogd en dat als bijlage 2 bij de planregels is gevoegd en als zodanig onderdeel uitmaakt van dit bestemmingsplan;
een bedrijfswoning, behorend tot of voorheen behorend tot een agrarisch be-drijf die door een derde bewoond mag worden en die wordt beschouwd als onderdeel van die inrichting;
voorzieningen ten behoeve van het opvangen en lokaal verwerken van hemelwater afkomstig van verhard oppervlak op het perceel, zoals reservoirs voor opvang en/of hergebruik van hemelwater en infiltratiesystemen voor hemelwater met toebehoren (leidingen, zandvangputten e.d.).
De regels behorende bij het bestemmingsplan Landelijk Gebied zijn onverminderd van toepassing voor de onderhavige partiële herziening, tenzij in deze partiële herziening anders wordt bepaald, met dien verstande dat de maatvoeringsaanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' in het bestemmingsplan Landelijk Gebied in de onderhavige partiële herziening wordt aangeduid als 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)'.
Aan de bestemmingsomschrijving in lid 4.1 van het bestemmingsplan Landelijk Gebied wordt onder w en x toegevoegd:
w. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - paardenbak' een buitenrijbak en een paddock;
x. waterhuishoudkundige voorzieningen.
Aan de bouwregels in lid 4.2.1 van het bestemmingsplan Landelijk Gebied wordt een voorwaardelijke verplichting toegevoegd in lid f:
f. in afwijking van het bepaalde sub b. mag het bebouwd oppervlak groter zijn dan het aangegeven bebouwingspercentage, met dien verstande dat binnen één jaar na het onherroepelijk worden van de omgevingsvergunning voor een bedrijfsgebouw waarmee de hoeveelheid bestaande bebouwing wordt uitgebreid, de bebouwing die in bijlage 1 is aangegeven is gesloopt.
Aan de bouwregels in lid 4.2.4 van het bestemmingsplan Landelijk Gebied wordt een lid d toegevoegd :
d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - paardenbak':
1. mag de hoogte van het hekwerk maximaal 1,35 meter bedragen;
2. mogen maximaal 6 lichtmasten van maximaal 6 meter hoog worden geplaatst.
Aan de specifieke gebruiksregels in lid 4.4 van het bestemmingsplan Landelijk Gebied wordt onder h een voorwaardelijke verplichting toegevoegd:
h. Teneinde te komen tot een zorgvuldige landschappelijke inpassing dient, binnen één jaar na het tijdstip van onherroepelijk worden van de omgevingsvergunning voor een bedrijfsgebouw als bedoeld in lid 3.1.2, sub f, de gronden te zijn ingericht en ingericht te blijven overeenkomstig het landschappelijk inpassingsplan voor zover dat inpassingsplan betrekking heeft op de gronden met de bestemming "Bedrijf", met dien verstande dat daarbij onder verboden gebruik in ieder geval wordt verstaan het gebruik ten behoeve van die bestemming "Bedrijf" na dat tijdstip, indien die inrichting overeenkomstig het landschappelijk inpassingsplan niet is gerealiseerd danwel niet in stand is gehouden.
Aan de bestemmingsomschrijving in artikel 34, lid 1 van het bestemmingsplan Landelijk Gebied wordt onder r en s toegevoegd:
r. een plattelandswoning ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - plattelandswoning';
s. waterhuishoudkundige voorzieningen.
Aan de bouwregels in lid 34.2.1 van het bestemmingsplan Landelijk Gebied wordt een lid j en k toegevoegd:
j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - plattelandswoning' mag een plattelandswoning worden gebouwd:
1. waarvan de inhoud niet meer bedraagt dan 880 m³; en
2. is de algemene afwijkingsregel uit artikel 56, lid 56.1, sub b niet van toepassing voor het vergroten van de inhoud van de plattelandswoning;
k. De omgevingsvergunning voor de bouw van een plattelandswoning kan uitsluitend worden verleend onder de voorwaarde dat met uitvoering van de bouwwerkzaamheden pas kan worden aangevangen nadat alle voormalige agrarische bedrijfsbebouwing is gesloopt zoals is aangegeven in Bijlage 1 bij deze regels.
Aan de specifieke gebruiksregels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied in lid 34.4 wordt onder c. toegevoegd:
c. de breedtemaat voor de in-/uitrit ten behoeve van de woning bedraagt ten minste 3 en maximaal 4 meter;
Aan de specifieke gebruiksregels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied in lid 34.4 wordt een voorwaardelijke verplichting toegevoegd in lid d:
d. Teneinde te komen tot een zorgvuldige landschappelijke inpassing dient, binnen één jaar na het tijdstip van onherroepelijk worden van de omgevingsvergunning voor de plattelandswoning als bedoeld in lid 3.2.2, sub j de gronden te zijn ingericht en ingericht te blijven overeenkomstig het landschappelijk inpassingsplan voor zover dat inpassingsplan betrekking heeft op de gronden met de bestemming "Wonen", met dien verstande dat daarbij onder verboden gebruik in ieder geval wordt verstaan het gebruik ten behoeve van die bestemming "Wonen" na dat tijdstip, indien die inrichting overeenkomstig het landschappelijk inpassingsplan niet is gerealiseerd danwel niet in stand is gehouden.
Aan het bestemmingsplan Landelijk Gebied wordt artikel 48a "Waarde - Openheid" toegevoegd:
Artikel 48a Waarde - Openheid
48a.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Waarde - Openheid" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding van de voorkomende visueel-ruimtelijke kwaliteit die wordt ontleend aan de landschappelijke openheid, waarbij de bestemming "Waarde - Openheid" voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemming(en).
48a.2 Bouwregels
Op deze gronden mogen geen gebouwen of bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd, met uitzondering van erfafscheidingen waarvan de maximum bouwhoogte 1 meter bedraagt.
48a.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk
zijnde, of van werkzaamheden
48a.3.1 Verbod
Het is verboden om op de voor "Waarde - Openheid" aangewezen gronden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:
a. het beplanten van gronden met houtgewassen hoger dan 1 meter, ter plaatse van die gronden op het tijdstip van het van kracht worden van het plan niet reeds met houtgewassen waren beplant;
b. de bodem met meer dan 1 meter op te hogen boven het bestaande maaiveld;
c. het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 30 cm, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage (uitgezonderd het vervangen van bestaande drainage);
d. graven en dempen van sloten, afdammen, herprofileren van sloten of ander oppervlaktewater, aanbrengen van oeverbeschoeiing;
e. de aanleg van verhardingen groter dan 50 m² (zoals verharde wandel- of fietspaden en kavelpaden);
f. het aanleggen van boven- of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
48a.3.2 Uitzonderingen
Het verbod in lid 48a.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
a. normaal onderhoud, beheer en gebruik overeenkomstig de bestemming betreffen;
b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning;
d. onderdeel uitmaken van het landschappelijk inpassingsplan.
48a.3.3 Toetsingscriteria
De vergunning wordt verleend, indien de in lid 48a.3.1 bedoelde werken of werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van de visueel-ruimtelijke kwaliteit die wordt ontleend aan de landschappelijke openheid.
48a.3.4 Advies
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning winnen zij schriftelijk advies in bij een terzake deskundige, omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning de visueel-ruimtelijke kwaliteit die wordt ontleend aan de landschappelijke openheid wordt aangetast, en welke regels aan de vergunning moeten worden verbonden.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Deze regels kunnen worden aangehaald als "Regels 'Partiële herziening Bestemmingsplan Landelijk Gebied, Lange Brinkweg 87a en 89".