direct naar inhoud van Regels

Landelijk Gebied

Status: Geconsolideerde versie
Idn: NL.IMRO.0342.BPLG0002-0401

Artikel 57 Algemene wijzigingsregels

 

57.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen

  1. Burgemeester en wethouders kunnen de begrenzing van bestemmings- en bouwvlakken wijzigen, zodanig dat de geldende oppervlakte van de bij de wijziging betrokken vlakken en zones niet meer dan 20% wordt verkleind of vergroot.

 

57.2 Wijziging gemeentelijke parkeernorm

Burgemeester en wethouders kunnen voor het toepassen van de gemeentelijke parkeernorm het bestemmingsplan, voor wat betreft artikel 1 onder 1.68 wijzigen voor zover dit nodig is in verband met een nieuwe door de gemeenteraad vastgestelde Nota Parkeernormen en Parkeerfonds.

 

57.3 Wro-zone - wijzigingsgebied 1

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin, dat de geldende bestemmingen ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied - 1' geheel, gedeeltelijk en/of gefaseerd kunnen worden gewijzigd in de bestemming 'Bos - Natuur' als bedoeld in artikel 6.

 

57.4 Wro-zone - wijzigingsgebied 2

Burgemeester en wethouders kunnen, ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 2' de bestemming ‘Bos-Natuur‘ wijzigen in de bestemming ‘Sport’ als bedoeld in artikel 29 met de functieaanduiding 'golfbaan’, met inachtneming van het volgende:

  1. de wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast voor het realiseren van een drivingrange bij het bestaande golfterrein;

  2. de wijzigingsbevoegdheid wordt uitsluitend toegepast als uit een onderzoek blijkt, dat er geen significante aantasting ontstaat voor de Ecologische Hoofdstructuur, zulks na overleg met de provincie Utrecht en wordt voldaan aan de voorwaarden die in dat kader nodig zijn;

  3. de wijzigingsbevoegdheid wordt uitsluitend toegepast als blijkt, dat de provincie Utrecht van oordeel is dat op grond van de Boswet voldoende wordt gecompenseerd;

  4. er sprake dient te zijn van een goede landschappelijke inpassing;

  5. de aanvrager dient middels een schriftelijk advies van een deskundige inzake cultuurhistorie, landschap en natuur in te gaan op het bepaalde onder b en c van dit lid. Dit advies is een onderdeel van de ruimtelijke onderbouwing als bedoeld onder g van dit lid;

  6. het wijzigingsplan houdt geen extra bebouwing in en mag ook niet leiden tot uitbreiding van bestaande bebouwing;

  7. de aanvrager dient aan de hand van een door een deskundige op te stellen ruimtelijke onderbouwing aan te tonen dat wordt voldaan aan het in dit lid bepaalde en dat de voorgestelde wijziging vanuit het oogpunt van stedenbouw, verkeer, milieu, geluid, cultuurhistorie, archeologie, landschap, natuur, flora en fauna, externe veiligheid en risiconormering geen beletsel vormt. Een inrichtingsplan dient onderdeel van de ruimtelijke onderbouwing te zijn. Daarin zullen ook de inrichtingseisen moeten zijn verwerkt die als eis voortvloeien uit het onderzoek als bedoeld onder b van dit lid.

 

57.5 Wro-zone - wijzigingsgebied 3

Burgemeester en wethouders kunnen, ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 3' de bestemming 'Bedrijf' wijzigen naar de bestemming 'Wonen' als bedoeld in artikel 34, met inachtneming van het volgende:

  1. ter plaatse ten hoogste 13 woningen, vrijstaand en/of twee aaneen, mogen worden gerealiseerd;

  2. de geluidbelasting aan de gevel van de nieuwe woningen ten gevolge van weg- en railverkeer mag de voorkeursgrenswaarde, dan wel de uiterste grenswaarde, zoals vastgelegd in de Wet geluidhinder, niet overschrijden. Hiervoor dient langs de spoorlijn Amersfoort - Utrecht een geluidscherm te worden gerealiseerd met de volgende eisen:

  1. plaats geluidscherm: langs het spoorwegtraject Amersfoort - Utrecht;

  2. lengte: 210 meter;

  3. hoogte: 1,6 meter bovenkant spoor + 0,5 meter vanaf het maaiveld; totale hoogte 2,10 meter;

  4. materiaal: absorberend aan zijde van het spoor.

  1. de bestaande bedrijfsbebouwing, plaatselijk bekend: De Beaufortlaan 22a, 22b en 24 wordt gesloopt. De sloop van deze gebouwen dient als voorwaardelijke verplichting in de regels van de planwijziging te worden opgenomen;

  2. de verontreinigde bodem onder de bestaande bedrijfsbebouwing als bedoeld onder c van dit lid is gesaneerd;

  3. voor het overige de bouw- en gebruiksregels van de bestemming ‘Wonen’ in acht worden genomen, met dien verstande dat de goot- en nokhoogte niet meer mogen bedragen dan 5 respectievelijk 11 meter en de afstand van de woning tot iedere perceelgrens niet minder dan 5 meter mag bedragen;

  4. aan een planwijziging wordt uitsluitend meewerking verleend indien vooraf met de gemeente een anterieure overeenkomst is gesloten;

  5. voor het parkeren moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid conform de gemeentelijke parkeernormen;

  6. de aanvrager dient aan de hand van een door een deskundige op te stellen ruimtelijke onderbouwing aan te tonen dat wordt voldaan aan het in dit lid bepaalde en dat de voorgestelde wijziging vanuit het oogpunt van stedenbouw, verkeer, milieu, geluid, cultuurhistorie, archeologie, landschap, natuur, flora en fauna, externe veiligheid en risiconormering geen beletsel vormt. Een inrichtingsplan dient onderdeel van de ruimtelijke onderbouwing te zijn.

 

57.6 Wro-zone - wijzigingsgebied 4

Burgemeester en wethouders kunnen, ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 4' de bestemming 'Agrarisch met waarden' wijzigen in de bestemming ‘Maatschappelijk’ als bedoeld in artikel 14, met inachtneming van het volgende:

  1. de wijzigingsbevoegdheid wordt uitsluitend toegepast voor het ontwikkelen van een brede school op het perceel Insingerstraat 39;

  2. de wijzigingsbevoegdheid wordt uitsluitend toegepast voor maatschappelijke activiteiten ter ondersteuning van de brede school als bedoeld onder a van dit lid;

  3. de oppervlakte van de binnen de gebiedsaanduiding 'wro-zone – wijzigingsgebied 4' bestaande en te realiseren bebouwing mag niet meer bedragen dan 3000 m2;

  4. voor het overige de bouw- en gebruiksregels van de bestemming ‘Maatschappelijk’ in acht worden genomen, met dien verstande dat voor wat betreft de goot- en bouwhoogte een maatvoering van 5 meter respectievelijk 7 meter is toegestaan;

  5. aan een planwijziging wordt uitsluitend medewerking verleend indien vooraf met de gemeente een anterieure overeenkomst is gesloten;

  6. voor het parkeren moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid conform de gemeentelijke parkeernormen;

  7. de aanvrager dient aan de hand van een door een deskundige op te stellen ruimtelijke onderbouwing aan te tonen dat wordt voldaan aan het in dit lid bepaalde en dat de voorgestelde wijziging vanuit het oogpunt van stedenbouw, verkeer, milieu, geluid, cultuurhistorie, archeologie, landschap, natuur, flora en fauna, externe veiligheid en risiconormering geen beletsel vormt. Een inrichtingsplan dient onderdeel van de ruimtelijke onderbouwing te zijn.

 

57.7 Wro-zone - wijzigingsgebied 5

Burgemeester en wethouders kunnen, ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 5' de bestemming 'Agrarisch met waarden' wijzigen in de bestemming ‘Maatschappelijk’ als bedoeld in artikel 14, met inachtneming van het volgende:

  1. de woonzorgvoorziening mag maximaal 25 wooneenheden, alsmede een daarbij behorende gemeenschappelijke ruimte met keuken en verblijfsruimte en een daarbij behorende bedrijfswoning omvatten;

  2. de onder a bedoelde woonzorgvoorziening mag alleen binnen het op de verbeelding aangegeven agrarisch bouwvlak worden gerealiseerd;

  3. de wijzigingsbevoegdheid wordt alleen toegepast, indien de op het perceel aanwezige voormalige agrarische bedrijfsgebouwen met een gezamenlijke oppervlakte van 2700 m2 worden gesloopt. De sloop van deze gebouwen dient als voorwaardelijke verplichting in de regels van de planwijziging te worden opgenomen;

  4. het wijzigingsplan voorziet in een versterking van de visueel-ruimtelijke kwaliteit van het gebied, zoals beschreven in bijlage 1 van de planregels voor het gebied Eempolder;

  5. er sprake dient te zijn van een goede landschappelijke inpassing;

  6. de aanvrager dient middels een schriftelijk advies van een deskundige inzake cultuurhistorie, landschap en natuur in te gaan op het bepaalde onder d en e van dit lid. Dit advies is een onderdeel van de ruimtelijke onderbouwing als bedoeld onder k;

  7. voor het overige de bouw- en gebruiksregels van de bestemming 'Maatschappelijk' in acht worden genomen;

  8. er mogen geen onevenredige beperkingen voor omliggende, bestaande agrarische bedrijven optreden;

  9. voor het parkeren moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid conform de gemeentelijke parkeernormen;

  10. aan een planwijziging wordt uitsluitend medewerking verleend indien vooraf met de gemeente een anterieure overeenkomst is gesloten;

  11. de aanvrager dient aan de hand van een door een deskundige op te stellen ruimtelijke onderbouwing aan te tonen dat wordt voldaan aan het in dit lid bepaalde en dat de voorgestelde wijziging vanuit het oogpunt van stedenbouw, verkeer, milieu, geluid, cultuurhistorie, archeologie, landschap, natuur, flora en fauna, externe veiligheid en risiconormering geen beletsel vormt. Een inrichtingsplan dient onderdeel van de ruimtelijke onderbouwing te zijn.

 

57.8 Wro-zone - wijzigingsgebied 6

Burgemeester en wethouders kunnen, ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 6' de bestemmingen 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - Monnickenbosch' en ‘Bos-Natuur‘ wijzigen in de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - Monnickenbosch' als bedoeld in artikel 28, met inachtneming van het volgende:

  1. de wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast, indien de autohandel de facto van het terrein is verwijderd;

  2. aan een planwijziging wordt uitsluitend medewerking verleend, indien vooraf met de gemeente een anterieure overeenkomst is gesloten;

  3. het wijzigingsplan dient te voldoen aan het gestelde in het advies van de provinciale commissie Recreatie & Toerisme d.d. 29 april 2010, nr. 2010INT259831 en aan de maatregelen zoals weergegeven in hoofdstuk 6 van het ecologisch onderzoek camping ’t Monninkenbosch van oktober 2009 opgesteld door Van den Bijtel, zoals opgenomen in bijlage 9 van de planregels:

  1. inbreiding van het huidige terrein met 30 jaarplaatsen, met dien verstande, dat de autohandel aantoonbaar is beëindigd;

  2. uitbreiding van het park aan de oostzijde met 75 toeristische c.q. seizoenplaatsen, mits voldaan wordt aan de voorwaarden zoals omschreven in hoofdstuk 3B van het advies van de provinciale commissie;

  3. de gevraagde westelijke uitbreiding niet toe te staan, maar te doen behouden voor de natuur, hetgeen betekent: herstellen als volwaardig bos binnen de EHS van deze 1 ha;

  4. de door Van den Bijtel in hoofdstuk 6 van zijn onderzoek opgenomen 'maatregelen' integraal te doen opnemen in een aan de vergunninghouder/eigenaar/beheerder op te leggen en uit te voeren inrichtings- en beheersplan voor het campingterrein;

  5. bij het in gebruik nemen van de oostelijke uitbreidingslocatie compensatie volgens de Boswet te doen plaatsvinden voor het oppervlak dat hierbij verloren gaat. Bij gebrek aan mogelijkheden op het campingterrein zal dit elders moeten gebeuren.

  1. voor het parkeren moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid conform de gemeentelijke parkeernormen;

  2. aan een planwijziging wordt uitsluitend medewerking verleend indien aanvrager aan de hand van een door een deskundige op te stellen ruimtelijke onderbouwing aantoont dat wordt voldaan aan hetgeen is gesteld in lid c van dit artikel en dat de voorgestelde wijziging vanuit het oogpunt van stedenbouw, verkeer, milieu, geluid, cultuurhistorie, archeologie, landschap, natuur, flora en fauna, externe veiligheid en risiconormering geen beletsel vormt. Het inrichtings- en beheersplan dient onderdeel van de ruimtelijke onderbouwing te zijn.

 

57.9 Wro-zone - wijzigingsgebied 7

Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de gebiedsaanduiding ‘wro-zone – wijzigingsgebied 7' het bestemmingsplan wijzigen voor de bouw van een woning, met dien verstande dat:

  1. de wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast voor de bouw van een vrijstaande woning met een bouwvlak van maximaal 8 x 12 meter en met een goot- en bouwhoogte van maximaal 3 meter en 7 meter;

  2. het wijzigingsplan voorziet in een versterking van de ruimtelijke kwaliteit van het gebied, zoals beschreven in bijlage 1 van de planregels voor het gebied Eempolder;

  3. er sprake dient te zijn van een goede landschappelijke inpassing;

  4. de aanvrager dient door middel van een schriftelijk advies van een deskundige inzake cultuurhistorie, landschap en natuur in te gaan op het bepaalde onder b en c van dit lid. Dit advies is een onderdeel van de ruimtelijke onderbouwing als bedoeld onder i van dit lid;

  5. de op het perceel bestaande woning Peter van den Breemerweg 3A en de aanwezige werkplaats met woning (totaal 245 m2) worden gesloopt en de vrijkomende grond als bestemming 'Tuin' wordt ingericht met een boomgaard. De sloop van deze bebouwing dient als voorwaardelijke verplichting in de regels van de planwijziging te worden opgenomen;

  6. een inrichtingsplan dient onderdeel te zijn van de ruimtelijke onderbouwing;

  7. de bouw- en gebruiksregels van de bestemming ‘Wonen’ als bedoeld in artikel 34 in acht moeten worden genomen;

  8. voor het parkeren moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid conform de gemeentelijke parkeernormen;

  9. de aanvrager aan de hand van een door een deskundige op te stellen ruimtelijke onderbouwing dient aan te tonen, dat wordt voldaan aan het in dit lid bepaalde en dat de voorgestelde wijziging vanuit het oogpunt van stedenbouw, verkeer, milieu, geluid, cultuurhistorie, archeologie, landschap, natuur, flora en fauna, externe veiligheid en risiconormering geen beletsel vormt.

 

57.10 Wro-zone - wijzigingsgebied 8

Verwijderd door de reactieve aanwijzing van Gedeputeerde Staten van 28 januari 2014.

 

57.11 Wro-zone - wijzigingsgebied 9

Burgemeester en wethouders kunnen, ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 9' de bestemming ‘Wonen’ wijzigen in de bestemming ‘Maatschappelijk’’ als bedoeld in artikel 14, met dien verstande dat:

  1. de bestaande woningen Soester Hoogt 4 en Soester Hoogt 6 gehandhaafd blijven;

  2. de wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast voor het realiseren van een woonzorgvoorziening in de bestaande woningen als genoemd onder a en in een uitbreiding van de bestaande bebouwing;

  3. de uitbreiding mag niet meer bedragen dan 20% van de netto vloeroppervlakte van de bestaande bebouwing;

  4. de woonzorgvoorziening maximaal 25 wooneenheden mag omvatten, alsmede een daarbij behorende gemeenschappelijke ruimte met keuken en verblijfsruimte en een daarbij behorende bedrijfswoning;

  5. de uitbreiding voor de woonzorgvoorziening niet hoger mag zijn dan 4 meter. Voor de bedrijfswoning geldt een maximum bouwvlak van 10 x 12 m en een goot- bouwhoogte van 3 meter respectievelijk 7 meter;

  6. de wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast als uit een onderzoek blijkt, dat er geen significante aantasting ontstaat voor de Ecologische Hoofdstructuur, zulks in overleg met de provincie Utrecht, en wordt voldaan aan de voorwaarden, die in dat kader nodig zijn;

  7. de wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast, als blijkt dat de provincie Utrecht van oordeel is, dat op grond van de Boswet voldoende wordt gecompenseerd;

  8. de noodzakelijke sloop van bestaande bijbehorende bouwwerken en andere werken bij de woningen Soester Hoogt 4 en 6 als voorwaardelijke verplichting in de regels van het wijzigingsplan wordt opgenomen;

  9. er sprake dient te zijn van een goede landschappelijke inpassing;

  10. de aanvrager door middel van een schriftelijk advies van een deskundige inzake cultuurhistorie, landschap en natuur dient in te gaan op het bepaalde onder f van dit lid. Dit advies is een onderdeel van de ruimtelijke onderbouwing als bedoeld onder n van dit lid; de bouw- en gebruiksregels van de bestemming ‘Maatschappelijk’ als bedoeld in artikel 14 in acht worden genomen;

  11. voor het parkeren moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid conform de gemeentelijke parkeernormen;

  12. aan een planwijziging uitsluitend medewerking wordt verleend indien vooraf met de gemeente een anterieure overeenkomst is gesloten;

  13. de aanvrager aan de hand van een door een deskundige op te stellen ruimtelijke onderbouwing dient aan te tonen, dat wordt voldaan aan het in dit lid bepaalde en dat de voorgestelde wijziging vanuit het oogpunt van stedenbouw, verkeer, milieu, geluid, cultuurhistorie, archeologie, landschap, natuur, flora en fauna, externe veiligheid en risiconormering geen beletsel vormt. Een inrichtingsplan dient onderdeel van de ruimtelijke onderbouwing te zijn.

 

57.12 Wro-zone - wijzigingsgebied 10

Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de gebiedsaanduiding ‘wro-zone - wijzigingsgebied 10’ de bestemming ‘Wonen’ wijzigen in de bestemming 'Bedrijf' als bedoeld in artikel 4, met inachtneming van het volgende:

  1. de bestaande woning wordt de bedrijfswoning;

  2. de bestaande bebouwing met een oppervlakte ter grootte van 215 m2 wordt gesloopt en vervangen door een nieuw bedrijfsgebouw ter grootte van 250 m2 en met een goot- en bouwhoogte van 3 meter respectievelijk 5 meter;

  3. het wijzigingsplan voorziet in een versterking van de ruimtelijke kwaliteit, zoals beschreven in bijlage 1 van de planregels voor het gebied Birkstraat;

  4. er moet sprake zijn van een goede landschappelijke inpassing;

  5. de aanvrager dient door middel van een schriftelijk advies van een deskundige inzake cultuurhistorie, landschap en natuur in te gaan op het bepaalde onder e en f van dit lid. Dit advies in een onderdeel van de ruimtelijke onderbouwing als bedoeld onder h van dit lid;

  6. aan de planwijziging wordt alleen medewerking verleend, indien vooraf met de gemeente een anterieure overeenkomst is gesloten;

  7. voor het parkeren moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid conform de gemeentelijke parkeernormen’;

  8. de aanvrager dient aan de hand van een door een deskundige op te stellen ruimtelijke onderbouwing aan te tonen, dat wordt voldaan aan het in dit lid bepaalde en dat de voorgestelde wijziging vanuit het oogpunt van stedenbouw, verkeer, milieu, geluid, cultuurhistorie, archeologie, landschap, natuur, flora en fauna, externe veiligheid en risiconormering geen beletsel vormt. Een inrichtingsplan dient onderdeel van de ruimtelijke onderbouwing te zijn.

 

57.13 Wro–zone - wijzigingsgebied 11

Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de gebiedsaanduiding ‘wro-zone – wijzigingsgebied 11’ de bestemming ‘Agrarisch met waarden’ wijzigen in de bestemmingen ‘Wonen', als bedoeld in artikel 34 en 'Tuin’ als bedoeld in artikel 30, met inachtneming van het volgende:

  1. ter plaatse mag 1 vrijstaande woning met bijbehorende tuin worden gerealiseerd;

  2. het woningvlak mag een breedte hebben van 8 meter en een diepte van 12 meter;

  3. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan 3 meter bedragen;

  4. de afstand van de voorgevel van de woning tot de wegzijde mag niet minder bedragen dan 8 meter en niet meer dan 18 meter;

  5. de goot- en nokhoogte van de woning mag niet meer bedragen dan 4 meter respectievelijk 9 meter;

  6. de aanvrager dient aan de hand van een door een deskundige op te stellen ruimtelijke onderbouwing aan te tonen dat wordt voldaan aan het in dit lid bepaalde en dat de voorgestelde wijziging vanuit het oogpunt van stedenbouw, verkeer, milieu, geluid, cultuurhistorie, archeologie, landschap, natuur, flora en fauna, externe veiligheid en risiconormering geen beletsel vormt. Een inrichtingsplan dient onderdeel van de ruimtelijke onderbouwing te zijn.

 

57.14 Wro–zone - wijzigingsgebied 12

Burgemeester en wethouders kunnen, ter plaatse van de gebiedsaanduiding ‘wro-zone – wijzigingsgebied 12’ de bestemming ‘Agrarisch met waarden’ wijzigen in de bestemmingen ‘Wonen' als bedoeld in artikel 34 en 'Tuin’ als bedoeld in artikel 30, met inachtneming van het volgende:

  1. ter plaatse mogen 2 woningen met bijbehorende tuinen worden gerealiseerd;

  2. de woningvlakken mogen ieder een breedte hebben van 8 meter en een diepte van 12 meter;

  3. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan 3 meter bedragen;

  4. de afstand van de voorgevel van de woning tot de wegzijde mag niet minder bedragen dan 8 meter en niet meer dan 18 meter;

  5. de goot- en nokhoogte van de woningen mag niet meer bedragen dan 4 meter respectievelijk 9 meter;

  6. de aanvrager dient aan de hand van een door een deskundige op te stellen ruimtelijke onderbouwing aan te tonen, dat wordt voldaan aan het in dit lid bepaalde en dat de voorgestelde wijziging vanuit het oogpunt van stedenbouw, verkeer, milieu, geluid, cultuurhistorie, archeologie, landschap, natuur, flora en fauna, externe veiligheid en risiconormering geen beletsel vormt. Een inrichtingsplan dient onderdeel van de ruimtelijke onderbouwing te zijn.

 

57.15 Wro–zone - wijzigingsgebied 13

Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de gebiedsaanduiding ‘wro-zone – wijzigingsgebied 13’ de bestemming ‘Agrarisch met waarden’ wijzigen in de bestemmingen ‘Wonen' als bedoeld in artikel 34, 'Tuin’ als bedoeld in artikel 30 en 'Verkeer' als bedoeld in artikel 31, met inachtneming van het volgende:

  1. ter plaatse mogen 3 woningen met bijbehorende tuinen worden gerealiseerd, waarbij maximaal 1 vrijstaande en 2 aaneengebouwde woningen gebouwd mogen worden;

  2. het woningvlak mogen ieder een breedte hebben van 8 meter en een diepte van 12 meter;

  3. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder dan 3 meter bedragen;

  4. de afstand van de voorgevel van de woning tot de wegzijde mag niet minder bedragen dan 8 meter en niet meer dan 18 meter;

  5. de goot- en nokhoogte van de woning mag niet meer bedragen dan 4 meter respectievelijk 9 meter;

  6. de aanvrager dient aan de hand van een door een deskundige op te stellen ruimtelijke onderbouwing aan te tonen, dat wordt voldaan aan het in dit lid bepaalde en dat de voorgestelde wijziging vanuit het oogpunt van stedenbouw, verkeer, milieu, geluid, cultuurhistorie, archeologie, landschap, natuur, flora en fauna, externe veiligheid en risiconormering geen beletsel vormt. Een inrichtingsplan dient onderdeel van de ruimtelijke onderbouwing te zijn.

 

57.16 Wro-zone - wijzigingsgebied 14

Verwijderd door de reactieve aanwijzing van Gedeputeerde Staten van 28 januari 2014.

 

57.17 Wro-zone - wijzigingsgebied 15

Burgemeester en wethouders kunnen, ter plaatse van de gebiedsaanduiding ‘wro-zone – wijzigingsgebied 15’ de bestemming ‘Agrarisch met waarden’ wijzigen in de bestemmingen ‘Wonen' als bedoeld in artikel 34 en 'Tuin’ als bedoeld in artikel 30, met inachtneming van het volgende:

  1. ter plaatse mag 1 vrijstaande woning met bijbehorende tuin worden gerealiseerd;

  2. het woningvlak mag een breedte hebben van 8 meter en een diepte van 12 meter;

  3. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan 5 meter bedragen;

  4. de afstand van de voorgevel van de woning tot de wegzijde mag niet minder bedragen dan 8 meter en niet meer dan 20 meter;

  5. de goot- en nokhoogte van de woning mag niet meer bedragen dan 3 meter respectievelijk 8 meter;

  6. aan een planwijziging uitsluitend medewerking wordt verleend, indien vooraf met de gemeente een anterieure overeenkomst is gesloten;

  7. de aanvrager dient aan de hand van een door een deskundige op te stellen ruimtelijke onderbouwing aan te tonen, dat wordt voldaan aan het in dit lid bepaalde en dat de voorgestelde wijziging vanuit het oogpunt van stedenbouw, verkeer, milieu, geluid, cultuurhistorie, archeologie, landschap, natuur, flora en fauna, externe veiligheid en risiconormering geen beletsel vormt. Een inrichtingsplan met een maximaal behoud van zichtlijnen dient onderdeel van de ruimtelijke onderbouwing te zijn.

 

57.18 Wro-zone - wijzigingsgebied 16

Burgemeester en wethouders kunnen, ter plaatse van de gebiedsaanduiding ‘wro-zone – wijzigingsgebied 16’ de bestemming ‘Agrarisch met waarden’ wijzigen in de bestemmingen ‘Wonen' als bedoeld in artikel 34 en 'Tuin’ als bedoeld in artikel 30, met inachtneming van het volgende:

  1. ter plaatse mag 1 vrijstaande woning met bijbehorende tuin worden gerealiseerd;

  2. het woningvlak mag een breedte hebben van 8 meter en een diepte van 12 meter;

  3. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan 5 meter bedragen;

  4. de afstand van de voorgevel van de woning tot de wegzijde mag niet minder bedragen dan 8 meter en niet meer dan 20 meter;

  5. de goot- en nokhoogte van de woning mag niet meer bedragen dan 3 meter respectievelijk 8 meter;

  6. aan een planwijziging wordt uitsluitend medewerking verleend indien vooraf met de gemeente een anterieure overeenkomst is gesloten;

  7. de aanvrager dient aan de hand van een door een deskundige op te stellen ruimtelijke onderbouwing aan te tonen, dat wordt voldaan aan het in dit lid bepaalde en dat de voorgestelde wijziging vanuit het oogpunt van stedenbouw, verkeer, milieu, geluid, cultuurhistorie, archeologie, landschap, natuur, flora en fauna, externe veiligheid en risiconormering geen beletsel vormt. Een inrichtingsplan met een maximaal behoud van zichtlijnen dient onderdeel van de ruimtelijke onderbouwing te zijn.

 

57.19 Wro-zone - wijzigingsgebied 17

Verwijderd door de reactieve aanwijzing van Gedeputeerde Staten van 28 januari 2014.

 

57.20 Wro-zone - wijzigingsgebied 18

 

Burgemeester en wethouders kunnen, ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 18 de bestemming 'Agrarisch met waarden' wijzigen naar de bestemmingen 'Wonen' als bedoeld in artikel 34, 'Tuin' als bedoeld in artikel 30 en 'Verkeer' als bedoeld in artikel 31, met inachtneming van het volgende:

  1. ter plaatse mogen ten hoogste 4 woningen, vrijstaand en/of twee aaneen, worden gerealiseerd;

  2. het agrarisch bedrijf wordt ter plaatse beëindigd en de bestaande bedrijfsbebouwing wordt gesloopt. De beëindiging van het agrarische bedrijf ter plaatse en de sloop van deze gebouwen dient als voorwaardelijke verplichting in de regels van de planwijziging te worden opgenomen;

  3. een woningvlak mag maximaal een breedte hebben van 8 meter en een diepte van 12 meter;

  4. de afstand tussen de woningvlakken en de verkeersbestemming van de Insingerstraat mag niet minder dan 8 meter bedragen;

  5. de afstand tussen de woningvlakken en de nieuwe verkeersbestemming mag niet minder dan 2 meter bedragen;

  6. de afstand tussen de woningvlakken en de overige perceelgrenzen tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan 5 meter bedragen;

  7. de gronden tussen de verkeersbestemming en voor de voorgevel en tenminste 3 meter achter de voorgevel van de nieuwe woningen krijgen de bestemming ‘Tuin’;

  8. de goot- en nokhoogte van de woning mag niet meer bedragen dan 3 meter respectievelijk 8 meter;

  9. voor het overige de bouw- en gebruiksregels van de bestemmingen ‘Wonen’ , 'Tuin' en 'Verkeer' in acht worden genomen;

  10. aan een planwijziging wordt uitsluitend meewerking verleend, indien vooraf met de gemeente een anterieure overeenkomst is gesloten;

  11. voor het parkeren moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid conform de gemeentelijke parkeernormen;

  12. de aanvrager dient aan de hand van een door een deskundige op te stellen ruimtelijke onderbouwing aan te tonen, dat wordt voldaan aan het in dit lid bepaalde en dat de voorgestelde wijziging vanuit het oogpunt van stedenbouw, verkeer, milieu, geluid, cultuurhistorie, archeologie, landschap, natuur, flora en fauna, externe veiligheid en risiconormering geen beletsel vormt. Een inrichtingsplan dient onderdeel van de ruimtelijke onderbouwing te zijn.

 

57.21 Wro-zone - wijzigingsgebied 19

Verwijderd door de reactieve aanwijzing van Gedeputeerde Staten van 28 januari 2014.

 

57.22 Wro-zone - wijzigingsgebied 20

Verwijderd door de reactieve aanwijzing van Gedeputeerde Staten van 28 januari 2014.

 

Postadres:
Postbus 2000
3760 CA Soest
Telefoon: (035) 6093411
E-mail: postbus2000@soest.nl