direct naar inhoud van 4.7 Archeologie en cultuurhistorie
Plan: Veenendaalsestraatweg 10, Elst
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0340.PBVdaalsestrweg10-de02

4.7 Archeologie en cultuurhistorie

In 1992 is het Europese ‘Verdrag van Malta’ opgesteld met het doel het archeologisch erfgoed in de bodem beter te kunnen beschermen. Dit verdrag is door Nederland in 1998 ondertekend. Bij ruimtelijke ontwikkelingen geldt het uitgangspunt, dat archeologische waarden zoveel mogelijk behouden en geconserveerd blijven in de bodem. Met ingang van 1 september 2007 is het Verdrag van Valletta geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving middels de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMZ.) Door deze wetgeving zijn gemeenten verplicht rekening te houden met archeologische waarden in het ruimtelijk ordeningsbeleid.

De gemeente Rhenen is momenteel bezig met het formuleren van het archeologiebeleid, daarom hanteert de gemeente bij beslissingen rondom archeologie voorlopig de landelijke Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW) opgesteld door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, de Archeologische Monumentenkaart (AMK) en de door de provincie Utrecht opgestelde Interimregeling provinciale vrijstelling archeologietoets (december 2007).

Het plangebied ligt binnen een zone die op de landelijke Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW) wordt aangemerkt als een gebied met een hoge archeologische trefkans. Daarnaast is in de Cultuurhistorische Hoofdstructuur van de provincie Utrecht aan het gebied een hoge archeologische verwachtingswaarde toegekend. In de vrijstellingsregeling van de provincie Utrecht wordt vermeld dat indien een plangebied kleiner is dan 2.500 m2 (0,25 ha) het wordt vrijgesteld van archeologisch onderzoek. Het moet daarbij echter aan een aantal aan de vrijstellingsregeling verbonden voorwaarden voldoen. Uitgangspunt is dat de vrijstelling alleen geldt voor plangebieden waar alleen archeologische resten verwacht worden, en niet voor gebieden waar deze al zijn vastgesteld of daar al concrete aanwijzingen voor zijn. Verder geldt deze ondergrens niet indien het plangebied zich bevindt binnen 250 meter van een archeologische monument volgens de AMK. Hoewel het plangebied kleiner is dan 2.500 m2 heeft een archeologische quickscan (Bijlage 1) aangetoond dat de kans op het aantreffen van archeologische waarden groot is en dat het plangebied bovendien is gelegen binnen een straal van 250 van een archeologisch monument. Op basis van deze quickscan is het noodzakelijk om bij bodemroerende activiteiten verdere stappen te nemen in de Archeologische Monumentenzorg-cyclus (AMZ-cyclus).

De werkzaamheden ten behoeve van de uitbreiding van het parkeerterrein zijn reeds uitgevoerd. Voorliggend ruimtelijke onderbouwing dient er dan ook enkel voor om het gebruik als parkeerterrein toe te staan. Bij deze werkzaamheden voor de uitbreiding van het parkeerterrein is sprake geweest van ophoging van het terrein en derhalve zijn er geen bodemroerende werkzaamheden uitgevoerd. De kans op het schaden van mogelijke aanwezige archeologische resten is dan ook nihil. Het bevoegd gezag acht nader archeologisch onderzoek in het kader van dit project in eerste instantie dan ook niet noodzakelijk.