5.2.1 Inspraak
De verplichting om inspraak te verlenen op een projectbesluit, zoals dat was geregeld in artikel 6a WRO, is geschrapt. Hiermee is de verplichting komen te vervallen, maar niet inspraak als zodanig. Op grond van de gemeentelijke inspraakverordening wordt inspraak eveneens niet verplicht gesteld. In de verordening worden de regels gesteld als er besloten wordt inspraak te houden waaraan dan voldaan moet worden.
Bij de voorbereiding van een projectbesluit dient op grond van artikel 5.1.1, eerste lid Bro overleg gepleegd te worden met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn met de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het projectbesluit in het geding zijn.
De inspraakverordening stelt niet verplicht een ruimtelijke onderbouwing behorende bij een te nemen projectbesluit ter inzage te leggen ten behoeve van inspraak. In dit geval zal conform Afd. 3:4 Awb het ontwerp projectbesluit met bijbehorende stukken zoals deze ruimtelijke onderbouwing gedurende 6 weken ter inzage liggen. Hierbij is er de mogelijkheid van zienswijzen voor een ieder, ook voor overlegpartners. Na vaststelling door het college zal het definitieve projectbesluit bekend gemaakt worden. Het projectbesluit met bijbehorende ruimtelijke onderbouwing ligt na bekendmaking 6 weken ter inzage. Beroep is mogelijk bij de rechtbank, en daarna bij de Raad van State.