direct naar inhoud van 4.4 Ecologie
Plan: Weteringsteeg 51
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0340.BPWeteringsteeg51-oh01

4.4 Ecologie

Vanuit de huidige natuurwetgeving is de initiatiefnemer bij ruimtelijke ingrepen verplicht op de hoogte te zijn van de in het projectgebied mogelijk voorkomende beschermde natuurwaarden.

Het plan dient zowel aan de Flora- en faunawet als aan de Natuurbeschermingswet 1998 getoetst te worden. Deze natuurwetgeving kan mogelijk beperkingen opleggen aan de voorgenomen sloop- en nieuwbouwactiviteiten.

4.4.1 Natuurbeschermingswet
4.4.1.1 Wettelijk kader

De natuurbeschermingswet biedt de minister de mogelijkheid gebieden aan te wijzen als beschermd natuurmonument. In of nabij deze beschermde natuurmonumenten is het, zonder vergunning van Gedeputeerde Staten, verboden handelingen te verrichten, te doen verrichten of te gedogen die schadelijk zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis van het natuurmonument, of voor planten en dieren in het natuurmonument. De Habitatrichtlijngebieden en de Vogelrichtlijngebieden zijn aangewezen als beschermde natuurmonumenten. Deze gebieden vormen gezamenlijk de Natura 2000 gebieden. Bij werkzaamheden in of nabij een Natura 2000-gebied dient getoetst te worden of er negatieve effecten zijn op de natuurwaarden.

4.4.1.2 Situatie plangebied

Het plangebied ligt niet in of nabij een beschermd natuurgebied. Het voorliggend plan zal dan ook geen effect hebben op deze beschermde gebieden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0340.BPWeteringsteeg51-oh01_0010.jpg"

Afbeelding 4.1: ligging dichtstbijzijnde Natura 2000 gebied (met geel aangeduid) en plangebied (met rood aangeduid).

4.4.2 Flora/ en faunawet
4.4.2.1 Wettelijk kader

Op grond van de Flora- en faunawet gelden algemene verboden tot het verwijderen van beschermde plantensoorten van hun groeiplaats, het beschadigen, vernielen, wegnemen of verstoren van voortplantings- of vaste rustplaatsen of verblijfplaatsen van beschermde diersoorten of het opzettelijk verontrusten van een beschermde diersoort. Voor activiteiten die een bedreiging kunnen vormen voor deze beschermde soorten, moet ontheffing worden gevraagd.

4.4.2.2 Situatie plangebied

Voor de start van de sloop van de oude bebouwing en de nieuwbouw is een quickscan naar beschermde soorten flora en fauna op de betreffende locaties vereist. Waarbij nadrukkelijk gekeken dient te worden naar vleermuizen en broedvogels die mogelijk in de oude gebouwen aanwezig zijn. Tevens dient men op basis van artikel 2, lid 1 en 2, rekening te houden met de zorgplicht in de Flora- en faunawet.