direct naar inhoud van 5.1 Hoofdopzet
Plan: Rhenen Stad 2012
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0340.BPRhenenStad2012-oh01

5.1 Hoofdopzet

Het bestemmingsplan voor de stad Rhenen is een conserverend plan. Dat houdt in dat het plan zoveel mogelijk aansluit bij de bestaande planologische rechten en situatie in de stad. In die zin verandert er weinig voor bewoners en ondernemers in Rhenen.

Flexibiliteit

In een dynamisch gebied als de binnenstad is echter ook enige flexibiliteit gewenst. Deze flexibiliteit komt tot uiting in het gebruik van flexibele bestemmingen waarbinnen een mix van functies mogelijk is. Het betreft de bestemmingen 'Centrum-1', 'Centrum-2', 'Centrum-3', 'Gemengd-1', 'Gemengd-2' en 'Gemengd-3'.

De bestemming 'Centrum' is neergelegd in het (kern)winkelgebied van Rhenen. De bestemming 'Centrum-1' is het meest algemeen waarin zowel detailhandel, dienstverlening, bedrijvigheid, horeca (categorie 1) zijn toegestaan en wonen op de verdiepingen. De bestemming 'Centrum-2' is bedoeld voor de kiosk aan de Frederik van der Paltshof. De bestemming 'Centrum-3' is gebruikt voor de ontwikkeling van het project Binnenstad-Oost en kent middels aanduidingen verschillende projectgebieden.

De bestemming 'Gemengd' is gebruikt voor panden buiten het kernwinkelgebied waar een mix van functies al vigerend mogelijk is of in de toekomst wenselijk is. Het betreft met name enkele panden in de binnenstad en enkele verspreid door de stad gelegen panden. Binnen 'Gemengd-1' zijn bedrijvigheid en kantoren toegestaan met wonen op de verdiepingen. Ditzelfde geldt voor 'Gemengd-2' met uitzondering van het wonen. De bestemming 'Gemengd-3' is opgenomen voor een buurtwinkelcentrum aan de Valleiweg en een pand aan de Bontekoestraat. De bestemming is grotendeels gelijk aan 'Gemengd-1' met dien verstande dat detailhandel en wonen op alle bouwlagen is toegestaan.


Bebouwing

Het conserverende karakter komt goed tot uiting in de in het plan opgenomen bouwvlakken rondom de bebouwing. Deze bouwvlakken zijn overgenomen uit de vigerende bestemmingsplannen. De bouwvlakken liggen in de regel strak om de bestaande bebouwing heen, met name aan de voorzijde en de aan openbare ruimten gelegen zijgevels. Voor woningen in woongebieden wordt uitgegaan van zekere standaarddiepten van de bouwvlakken. Deze bedraagt 10 m bij aaneengebouwde woningen, 12 m bij half-vrijstaande woningen en 15 m bij vrijstaande woningen.


De hoofdgebouwen dienen binnen de bouwvlakken te blijven. De goot- en bouwhoogten van hoofdgebouwen is aangegeven op de verbeelding en waar nodig voorzien van een maximaal bebouwingspercentage.


De erfregeling

Ten aanzien van het bouwen van bijbehorende bouwwerken (zoals aan- en uitbouwen en bijgebouwen) sluit de regeling aan bij de definitie van het achtererf, zoals deze in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) worden gehanteerd. Op dit achtererf mag worden gebouwd. Dit betreft het erf aan de achterkant van de woning en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant van het hoofdgebouw.


Het openbaar toegankelijk gebied betreft:

  • openbaar groen: parken, plantsoenen en speelveldjes, die het gehele jaar (of een groot deel van het jaar) voor publiek algemeen toegankelijk zijn;
  • openbare wegen: alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten;
  • openbaar water: water (bijvoorbeeld een sloot, gracht, kanaal, rivier of vijver) dat voor enig gebruik open staat voor publiek. Hierbij valt te denken aan bevaarbaar water voor zowel beroeps- en pleziervaart, maar ook wateren waar het is toegestaan te zwemmen of te vissen en dergelijke.


De volgende voorbeelden verduidelijken wat als achtererfgebied wordt gezien.


afbeelding "i_NL.IMRO.0340.BPRhenenStad2012-oh01_0005.png"
De voorgevel

Voor de bepaling van het achterefgebied is ook het bepalen van de voorgevel (voorkant van het gebouw) van belang. De voorgevel wordt gedefinieerd als de naar de weg of openbare ruimte gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg of naar de openbare ruimte gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangerekend. In onduidelijke gevallen is op de verbeelding expliciet de voorgevel aangeduid middels de aanduiding 'gevellijn'.

De maatvoering van bijbehorende bouwwerken

Voor het op deze wijze bepaalde achtererfgebied is in de bestemming 'Wonen' een erfregeling opgenomen die voor de meeste percelen inhoud dat maximaal 25% van het erf mag worden bebouwd tot een maximum van 125 m². De toegestane goot- en bouwhoogte bedraagt 3, respectievelijk 4,5 m.

Overkappingen

Overkappingen vallen onder de definitie bijbehorende bouwwerken. Deze bijbehorende bouwwerken zijn in de bestemming Wonen aan bouwregels verbonden. De overkappingen zijn ook binnen het bouwvlak van de volgende bestemmingen toegestaan: Agrarisch, Bedrijf, Centrum - 1 t/m 3, Detailhandel, Gemengd - 1 t/m 3, Horeca, Kantoor, Maatschappelijk en Sport. Hier zijn expliciet regels opgenomen voor de bouwhoogte.


De historische binnenstad

De binnenstad van Rhenen heeft zwaar te leiden gehad van oorlogsgeweld. De stedenbouwkundige verkaveling is echter nog grotendeels gaaf gebleven. De bestaande en de gerestaureerde historische bebouwing, alsmede de daar goed bij aansluitende naoorlogse bebouwing levert een herkenbaar en karakteristiek beeld op van de binnenstad. Tezamen met de groenstructuur en stadsmuur rondom de binnenstad levert dit een cultuurhistorisch en stedenbouwkundig waardevol geheel op (zie ook bijlage 2.2.7)

Om deze waarden te beschermen is de bestemming 'Waarde - Beschermd stadsgezicht' opgenomen. Hierin zijn de waardevolle elementen en structuren van de binnenstad beschreven en gekoppeld aan specifieke bouwregels. Monumentale en karakteristieke panden zijn aangeduid als 'karakteristiek' en voorzien van een omgevingsvergunning voor het slopen van bouwwerken.