direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Rhenen Stad 2012
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0340.BPRhenenStad2012-oh01

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven zoals genoemd in categorie 1 en categorie 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, opgenomen in bijlage 1 van deze regels;
  • b. ambachtelijke bedrijvigheid;
  • c. bedrijven uitsluitend ter plaatse van de aanduiding die hierna is vermeld bij de code, waarmee het desbetreffende bestemmingsvlak is aangegeven:

Code functieaanduiding   Type bedrijf  
verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg   Verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg  
specifieke vorm van bedrijf - zand- en grindhandel   Zand- en grindhandel  
tuincentrum   Tuincentrum  

  • d. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is één bedrijfswoning toegestaan, dan wel het aangegeven aantal ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bedrijfswoningen';
  • e. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', kantoorfuncties;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h. nutsvoorzieningen,
    met de daarbij behorende:
  • i. wegen en paden;
  • j. erven en (parkeer)terreinen;
  • k. bouwwerken.

4.2 Bouwregels
  • a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
    • 1. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
    • 2. het bouwvlak mag voor 100% worden bebouwd, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' een ander bebouwingspercentage is aangegeven;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' mag één bedrijfswoning worden gebouwd;
    • 4. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)';
    • 5. bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning zijn toegestaan, met dien verstande dat:
      • bijbehorende bouwwerken worden gebouwd achter (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfswoning;
      • de goot- en bouwhoogte niet meer mogen bedragen dan respectievelijk 3,30 m en 4,50 m.

  • b. Voor het bouwen van dakkapellen op bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
    • 1. voor het bouwen van een dakkapel op bedrijfswoningen aan de achterzijde of zijgevel niet grenzend aan openbaar gebied gelden de volgende regels:
      • de onderzijde van de dakkapel ligt meer dan 0,50 m en niet meer dan 1 m boven de dakvoet;
      • de bovenzijde van de dakkapel ligt meer dan 0,50 m onder de daknok;
      • de zijkanten van de dakkapel liggen meer dan 0,50 m van de zijkant van het dakvlak. Bij hoekkepers aan de bovenkant van de dakkapel gemeten;
      • bij meer dan één dakkapel moet er een regelmatige rangschikking op een horizontale rij zijn met een minimale tussenruimte van 0,50 m;
      • de breedte van de dakkapel mag niet meer bedragen dan 2/3 van de breedte van het dakvlak;
      • de gezamenlijke oppervlakte voor dakkapellen, dakramen, zonnepanelen en andere dakdoorbrekingen mag niet meer bedragen dan 2/3 van het dakvlak;
      • De hoogte van de dakkapel mag niet meer bedragen 1,50 meter;
    • 2. voor het bouwen van een dakkapel op bedrijfswoningen aan de voorzijde of zijgevel grenzend aan openbaar gebied gelden de volgende regels:
      • bij een dwarskap moet de afstand van de dakkapel tot de voorgevel minimaal 3 m bedragen;
      • de onderzijde van de dakkapel ligt meer dan 0,50 m en niet meer dan 1 m boven de dakvoet;
      • de bovenzijde van de dakkapel ligt meer dan 0,50 m onder de daknok;
      • de zijkanten van de dakkapel liggen meer dan 0,90 m van de zijkant van het dakvlak. Bij hoekkepers aan de bovenkant van de dakkapel gemeten;
      • bij meer dan één dakkapel moet er regelmatige rangschikking op een horizontale rij zijn met een minimale tussenruimte van 0,50 m;
      • de breedte van de dakkapel mag niet breder zijn dan 1/2 van de breedte van het dakvlak met een maximum van 3,00 m;
      • de hoogte van de dakkapel mag niet meer bedragen dan 1,50 m;
      • de gezamenlijke oppervlakte voor dakkapellen, dakramen, zonnepanelen en andere dakdoorbrekingen mag niet meer bedragen dan 1/2 van het dakvlak.

  • c. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
    • 1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m voor (het verlengde van) de voorgevel en 2 m daarachter;
    • 2. de bouwhoogte van lichtmasten en vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 8 m;
    • 3. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.

  • d. Voor het bouwen van overkappingen gelden de volgende regels:
    • 1. overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
    • 2. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3,30 m.

4.3 Specifieke gebruiksregels
4.3.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen:

  • a. groothandel, uitgezonderd ter plaatse van de functieaanduiding 'groothandel' waar groothandel wel is toegestaan;
  • b. detailhandel, uitgezonderd ter plaatse van de functieaanduiding 'detailhandel' waar detailhandel wel is toegestaan en uitgezonderd ondergeschikte detailhandel.
4.3.2 Bedrijfsmatige opslag

Uitsluitend opslag ten behoeve van bedrijven zoals aangegeven in lid 4.1 is toegestaan. Opslag van puin, afvalstoffen en aan hun gebruik onttrokken, gerede dan wel onklare machines, vaar-, vlieg-, en voertuigen, dan wel onderdelen daarvan, valt niet onder toegestaan gebruik.

4.4 Afwijken van de gebruiksregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.1 sub a ten behoeve het vestigen van bedrijfsactiviteiten die zijn genoemd in categorie 3.1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten van bijlage 1 die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijfsactiviteiten die zijn genoemd in categorie 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten genoemd in bijlage 1.

4.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn op grond van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd het plan ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied' te wijzigen in de bestemmingen 'Wonen' en 'Verkeer - Verblijfsgebied', met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. het aantal woningen mag niet meer dan 35 per hectare bedragen;
  • b. de goot- en bouwhoogte van woningen mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 7 m en 10 m;
  • c. de oppervlakte en bouwhoogte van gebouwen van openbaar nut en autoboxen mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 20 m² en 3,5 m;
  • d. voldaan wordt aan het gestelde bij of krachtens de Wet geluidhinder;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden mogen niet worden aangetast;
  • f. er dient voldoende parkeerruimte te worden gerealiseerd in relatie tot de te verwachten parkeerbehoefte;
  • g. het plan aan het waterschap is voorgelegd en het daarop positief heeft geadviseerd.