Afgeronde rechthoek: Bestemmingsplan Nieuwe Veenendaalseweg 196
×××	Inhoudsopgave
××	Hoofdstuk 2: Bestemmingsplan
×	Artikel 6: Algemene gebruiksregels
Ø	Artikel 8: Algemene procedureregels
ØØ	Hoofdstuk 4: Overgangs- en slotregels	
Artikel 7    Algemene afwijkingsregels

7.1         Afwijkingsmogelijkheden

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, en mits de wettelijke bepalingen inzake natuurregelgeving, water en archeologie in acht worden genomen, afwijken van:

a.                   de bestemmingsregels en toestaan dat bestemmingsgrenzen ten behoeve van het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;

b.                   de bestemmingsregels en toestaan dat bestemmingsgrenzen en bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft, dit tot een maximum van 1.00m;

c.                    in het plan gestelde maten en percentages, mits de afwijkingen beperkt blijven tot ten hoogste 10% van de in het plan aangegeven maten en percentages;

d.                   de bestemmingsregels en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van het bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits:

1.       de inhoud per gebouwtje niet meer bedraagt dan 60 m3;

2.       de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 4 m;

e.                   het bepaalde ten aanzien van het tijdelijk gebruik van bijbehorende bouwwerken bij woningen en bedrijfswoningen, en toestaan dat een bijbehorend bouwwerk wordt verbouwd en gebruikt ten behoeve van bewoning, met dien verstande dat:

1.       het bewoning betreft in het kader van mantelzorg, hetgeen te dient worden aangetoond aan de hand van een CIZ-indicatie;

2.       de oppervlakte van het bijbehorend bouwwerk niet meer mag bedragen dan 80 m2;

3.       van het vervallen van de noodzaak van mantelzorg dient door of vanwege de gebruiker van het hoofdgebouw waaraan of waarbij de mantelzorg is verleend, aan burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling te worden gedaan;

4.       indien de noodzaak van mantelzorg is vervallen gaan burgemeester en wethouders over tot intrekking van de afwijking.

f.                    het bepaalde ten aanzien van de bestemmingsregels bij woningen en bedrijfswoningen, en toestaan dat een tijdelijke woonunit wordt geplaatst en gebruikt, met dien verstande dat:

1.       het bewoning betreft in het kader van mantelzorg, hetgeen te dient worden aangetoond aan de hand van een CIZ-indicatie;

2.       de oppervlakte van de tijdelijke woonunit niet meer mag bedragen dan 80 m2;

3.       de bouwhoogte van de tijdelijke woonunit niet meer mag bedragen dan 4 m;

4.       de afstand van de tijdelijke woonunit tot aangrenzende percelen dient minimaal 2 m te bedragen;

5.       de maximale afstand van de tijdelijke woonunit tot het hoofdgebouw bedraagt niet meer dan 15 m;

6.       van het vervallen van de noodzaak van mantelzorg dient door of vanwege de gebruiker van het hoofdgebouw waaraan of waarbij de mantelzorg is verleend, aan burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling te worden gedaan;

7.       indien de noodzaak van mantelzorg is vervallen gaan burgemeester en wethouders over tot intrekking van de afwijking.