direct naar inhoud van Artikel 8 Gemengd - 3
Plan: Kern Elst 2012
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0340.BPKernElst2012-oh01

Artikel 8 Gemengd - 3

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijfsactiviteiten genoemd in categorie 1 en categorie 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, opgenomen in bijlage 1 van deze regels, op de begane grond;
  • b. ambachtelijke bedrijvigheid op de begane grond;
  • c. detailhandelsbedrijven, met uitzondering van detailhandelsbedrijven die uitsluitend via internet verkopen;
  • d. maatschappelijke voorzieningen;
  • e. kantoren;
  • f. wonen, al dan niet in combinatie met beroep- en bedrijf aan huis;
  • g. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 2', horeca genoemd in categorie 1 en 2 van de Staat van horeca-activiteiten, opgenomen in bijlage 2 van deze regels;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. nutsvoorzieningen;
  • k. water en waterhuishoudkundige voorzieningen,
    met de daarbij behorende:
  • l. wegen en paden;
  • m. erven en terreinen;
  • n. bouwwerken.

Het aantal woningen bedraagt niet meer dan het bestaande aantal.

8.2 Bouwregels
  • a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
    • 1. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
    • 2. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)'.

  • b. Voor het bouwen van dakkapellen op woningen gelden de volgende regels:
    • 1. voor het bouwen van een dakkapel aan de achterzijde of zijgevel niet grenzend aan openbaar gebied gelden de volgende regels:
      • de onderzijde van de dakkapel ligt meer dan 0,50 m en niet meer dan 1 m boven de dakvoet;
      • de bovenzijde van de dakkapel ligt meer dan 0,50 m onder de daknok;
      • de zijkanten van de dakkapel liggen meer dan 0,50 m van de zijkant van het dakvlak. Bij hoekkepers aan de bovenkant van de dakkapel gemeten;
      • bij meer dan één dakkapel moet er een regelmatige rangschikking op een horizontale rij zijn met een minimale tussenruimte van 0,50 m;
      • de breedte van de dakkapel mag niet meer bedragen dan 2/3 van de breedte van het dakvlak;
      • de gezamenlijke oppervlakte voor dakkapellen, dakramen, zonnepanelen en andere dakdoorbrekingen mag niet meer bedragen dan 2/3 van het dakvlak;
      • De hoogte van de dakkapel mag niet meer bedragen 1,50 meter;
    • 2. voor het bouwen van een dakkapel aan de voorzijde of zijgevel grenzend aan openbaar gebied gelden de volgende regels:
      • bij een dwarskap moet de afstand van de dakkapel tot de voorgevel minimaal 3 m bedragen;
      • de onderzijde van de dakkapel ligt meer dan 0,50 m en niet meer dan 1 m boven de dakvoet;
      • de bovenzijde van de dakkapel ligt meer dan 0,50 m onder de daknok;
      • de zijkanten van de dakkapel liggen meer dan 0,90 m van de zijkant van het dakvlak. Bij hoekkepers aan de bovenkant van de dakkapel gemeten;
      • bij meer dan één dakkapel moet er regelmatige rangschikking op een horizontale rij zijn met een minimale tussenruimte van 0,50 m;
      • de breedte van de dakkapel mag niet breder zijn dan 1/2 van de breedte van het dakvlak met een maximum van 3,00 m;
      • de hoogte van de dakkapel mag niet meer bedragen dan 1,50 m;
      • de gezamenlijke oppervlakte voor dakkapellen, dakramen, zonnepanelen en andere dakdoorbrekingen mag niet meer bedragen dan 1/2 van het dakvlak.

  • c. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
    • 1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m voor (het verlengde van) de voorgevel en niet meer dan 2 m achter het verlengde van de voorgevel;
    • 2. de bouwhoogte van lichtmasten en vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 8 m;
    • 3. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.

  • d. Voor het bouwen van overkappingen gelden de volgende regels:
    • 1. overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
    • 2. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3,30 m.

8.3 Specifieke gebruiksregels
8.3.1 Bedrijfsmatige opslag

Uitsluitend opslag ten behoeve van bedrijven zoals aangegeven in lid 8.1 is toegestaan. Opslag van puin, afvalstoffen en aan hun gebruik onttrokken, gerede dan wel onklare machines, vaar-, vlieg-, en voertuigen, dan wel onderdelen daarvan, valt niet onder toegestaan gebruik.

8.3.2 Beroep- en bedrijf aan huis

Voor de uitoefening van het beroep- en bedrijf aan huis zijn de volgende regels van toepassing:

  • a. de omvang van de uitoefening van het beroep- en bedrijf aan huis mag niet meer bedragen dan 25 m2;
  • b. in afwijking van het bepaalde in sub a mag de omvang van de uitoefening van het beroep- en bedrijf aan huis niet meer bedragen dan 50% van het grondoppervlak van de woning en de bijbehorende bouwwerken, mits op eigen terrein in extra parkeerplaatsen wordt voorzien zoals is weergegeven in de navolgende tabel:
    Omvang van de uitoefening van het beroep- en bedrijf aan huis   Aantal extra te realiseren parkeerplaatsen  
    26 - 50 m2   1  
    51 - 100 m2   2  
    101 - 150 m2   3  
    151 - 200 m²   4  
    201 m² of meer   5  
  • c. bedrijfsactiviteiten uit categorie 1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten zijn ook toegestaan;
  • d. detailhandel en buitenopslag zijn niet toegestaan;
  • e. het beroep- en bedrijf aan huis wordt in ieder geval uitgeoefend door de bewoner.

8.4 Afwijken van de gebruiksregels
8.4.1 Bedrijfsactiviteiten categorie 3.1

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 8.1 sub a ten behoeve het vestigen van bedrijfsactiviteiten die zijn genoemd in categorie 3.1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten van bijlage 1 die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijfsactiviteiten die zijn genoemd in categorie 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten genoemd in bijlage 1.

8.4.2 Bedrijfsactiviteiten categorie 2 bij beroep- en bedrijf aan huis

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sublid 8.3.2 sub c ten behoeve van het vestigen van bedrijfsactiviteiten die zijn genoemd in categorie 2 van de Staat van bedrijfsactiviteitenvan bijlage 1 die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijfsactiviteiten die zijn genoemd in categorie 1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten genoemd in bijlage 1.