Plan: | N225, fietspad Grebbeberg |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0340.BPGrebbebergN225-OH01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan N225, fietspad Grebbeberg met identificatienummer NL.IMRO.0340.BPGrebbebergN225-OH01 van de gemeente Rhenen;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
de verkoop en het te koop aanbieden, alsmede de uitstalling daarvan, van waren aan consumenten buiten vestigingen. Onder ambulante handel wordt mede verstaan (week)markten, standplaatsen buiten de markten en het venten;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolgde de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
samenhangend netwerk van natuurgebieden van (inter)nationaal belang met als doel de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten bestaande uit de meest waardevolle natuur- en bosgebieden en andere gebieden met belangrijke aanwezige en te ontwikkelen natuurwaarden;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een voorziening ten behoeve van recreatief nachtverblijf;
terrein of een deel van terrein ten behoeve van recreatief nachtverblijf in een tent, tentwagen, kampeerauto en/of caravan, niet zijnde een stacaravan, met de daarbij behorende kleinschalige centrale voorzieningen zoals een wasgelegenheid en toiletvoorziening;
een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten;
het opslaan of opgeslagen hebben van goederen en materialen, niet zijnde puin, afvalstoffen en aan hun gebruik onttrokken, gerede dan wel onklare machines, vaar-, vlieg-, en voertuigen, dan wel onderdelen daarvan;
een recreatief medegebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming;
een gemarkeerde strook van een rijbaan, die voldoende breed is voor rijdende voertuigen, met uitzondering van busstroken, op- en afritten, aansluitingen en opstelplaatsen;
een kampeermiddel zonder fundering met een maximale oppervlakte van 60 m², waarbij onder fundering wordt verstaan, een bouwwerk in de grond als basis voor een, al dan niet tot de constructie daarvan behorend, kampeermiddel, welke in zijn geheel of gedeeltelijk kan worden verplaatst;
de aan een bouwwerk, gebied of specifiek element in een gebied toegekende kenmerkende waarde op het gebied van cultuurhistorie, archeologie, geografie, aardkunde, natuur en/of ecologie.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ten aanzien van de bebouwing gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen:
Bij de aanleg van het ecoduct zoals opgenomen in het definitief ontwerp, dat als bijlage 1 bij de toelichting is gevoegd en onderdeel uitmaakt van deze regels, moet voldaan worden aan de volgende voorwaardelijke verplichtingen:
Gelijktijdig met de aanleg van het ecoduct, zoals opgenomen in het definitief ontwerp, dat als bijlage 1 bij de toelichting is gevoegd en onderdeel uitmaakt van deze regels, of in ieder geval voorafgaand aan de ingebruikname van dit ecoduct moet voldaan worden aan de volgende voorwaardelijke verplichting:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de hierna genoemde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.4.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van het werk of de werkzaamheid dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen. Onder waarden en functies worden in ieder geval verstaan de cultuurhistorische, natuurlijke en landschapswaarden in het betrokken gebied.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.4.1 is vereist voor:
De voor ‘Maatschappelijk – Begraafplaats’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ten aanzien van de bebouwing gelden de volgende regels:
Voorafgaande aan de aanpassingen aan de N225 en de aanleg van het fietspad, parkeerplaatsen, etc. zoals opgenomen in het definitief ontwerp, dat als bijlage 1 bij de toelichting is gevoegd en onderdeel uitmaakt van deze regels, moet voldaan worden aan de volgende voorwaardelijke verplichting:
Bij de uitvoering van de aanpassingen aan de N225 en de aanleg van het fietspad, parkeerplaatsen, etc., zoals opgenomen in het definitief ontwerp, dat als bijlage 1 bij de toelichting is gevoegd en onderdeel uitmaakt van deze regels, moet voldaan worden aan de volgende voorwaardelijke verplichtingen:
Gelijktijdig met de aanpassingen aan de N225 en de aanleg van het fietspad, parkeerplaatsen, etc., zoals opgenomen in het definitief ontwerp, dat als bijlage 1 bij de toelichting is gevoegd en onderdeel uitmaakt van deze regels, of in ieder geval voorafgaand aan de ingebruikname van de nieuwe (verkeers)voorzieningen moet voldaan worden aan de volgende voorwaardelijke verplichting:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.2 voor het bouwen van gebouwen ten dienste van de bestemming met een oppervlakte en een bouwhoogte van niet meer dan respectievelijk 30 m² en 5 m.
Voorafgaande aan de aanpassingen aan de N225 en de aanleg van het fietspad en parkeerplaatsen zoals opgenomen in het definitief ontwerp, dat als bijlage 1 bij de toelichting is gevoegd en onderdeel uitmaakt van deze regels, moet voldaan worden aan de volgende voorwaardelijke verplichting:
Bij de uitvoering van de aanpassingen aan de N225 en de aanleg van het fietspad, parkeerplaatsen en een ecoduct, zoals opgenomen in het definitief ontwerp, dat als bijlage 1 bij de toelichting is gevoegd en onderdeel uitmaakt van deze regels, moet voldaan worden aan de volgende voorwaardelijke verplichtingen:
Gelijktijdig met de aanpassingen aan de N225 en de aanleg van het fietspad, parkeerplaatsen, ecoduct, etc., zoals opgenomen in het definitief ontwerp, dat als bijlage 1 bij de toelichting is gevoegd en onderdeel uitmaakt van deze regels, of in ieder geval voorafgaand aan de ingebruikname van de nieuwe (verkeers)voorzieningen moet voldaan worden aan de volgende voorwaardelijke verplichting:
De voor ‘Waarde – Aardkundige waarden’ aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van aardkundige waarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de hierna genoemde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 6.3.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van het werk of de werkzaamheid dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen. Onder waarden en functies worden in ieder geval verstaan de cultuurhistorische, natuurlijke en landschapswaarden in het betrokken gebied.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in lid 6.3.1 is vereist voor:
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden in de bodem.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Het bepaalde onder 7.2.1 sub a geldt niet indien:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Onverminderd het in de Monumentenwet 1988 bepaalde is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning onder beperkingen verlenen en voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden op basis van de uitgevoerde archeologische onderzoeken waaronder:
Het onder 7.4.1 opgenomen verbod geldt niet:
De voor 'Waarde – Archeologisch Monument' aangewezen gronden zijn naast voor de overige aangewezen bestemmingen mede bestemd voor de bescherming van de aan de gronden eigen zijnde archeologische monumentale waarden zoals grafheuvels.
Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde – Archeologisch Monument' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn naast voor de overige aangewezen bestemmingen mede bestemd voor behoud en bescherming van cultuurhistorische waarden, waaronder in ieder geval worden gerekend:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de hierna genoemde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 9.3.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van het werk of de werkzaamheid dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen. Onder waarden en functies worden in ieder geval verstaan de cultuurhistorische, natuurlijke en landschapswaarden in het betrokken gebied.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in lid 9.3.1 is vereist voor:
De voor 'Waarde - Landgoed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de hierna genoemde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 10.4.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van het werk of de werkzaamheid dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen. Onder waarden en functies worden in ieder geval verstaan de cultuurhistorische, natuurlijke en landschapswaarden in het betrokken gebied.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in lid 10.4.1 is vereist voor:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor waterkering en doeleinden ten behoeve van de waterhuishouding.
Op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd die voldoen aan de volgende regels:
Het bepaalde onder 11.2.1 geldt niet indien er sprake is van bouwwerken die betrekking hebben op de aanpassingen van de N225 en de aanleg van het fietspad en parkeerplaatsen, zoals opgenomen in het definitief ontwerp, dat als bijlage 1 bij de toelichting is gevoegd. Deze bijlage maakt onderdeel uit van de regels.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 11.2 voor het bouwen van bouwwerken die op grond van het elders in deze regels bepaalde zijn toegestaan, mits dit niet strijdig is met de belangen van de waterkering, in welk kader de waterbeheerder wordt gehoord.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 11.4.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van het werk, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen. Bij deze beoordeling dient advies ingewonnen te worden bij de waterbeheerder. Bij de beoordeling wordt mede getoetst op natuurlijke en cultuurhistorische aspecten ten aanzien van begroeiing en dijkprofiel alsmede de aansluiting op het veenweidegebied.
Bij de afweging wordt in ieder geval betrokken de bestemmingsomschrijving van de ter plaatse geldende bestemming.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in 11.4.1 is vereist voor:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Indien de bestaande bebouwing afwijkt van de in deze regels gegeven voorschriften ten aanzien van:
zijn de bestaande maten, hellingen, dan wel afstanden en situering eveneens toegestaan.
Onder een gebruik strijdig met het bestemmingsplan wordt in elk geval verstaan:
Onder een gebruik, strijdig met het bestemmingsplan wordt niet verstaan het gebruiken of laten gebruiken van gronden ten behoeve van weekmarkten, jaarmarkten, evenementen, festiviteiten, manifestaties en horecaterrein, indien en voor zover daarvoor ingevolge een wettelijk voorschrift, vergunning, of ontheffing is verleend.
Bij een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, worden afgeweken van:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming Waarde - Archeologie geheel of gedeeltelijk verwijderen, indien op basis van een nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn, of als gronden ingevolge artikel 3 van de Monumentenwet 1988 zijn beschermd.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming Waarde - Archeologie geheel of gedeeltelijk veranderen voor gronden die op basis van nader archeologisch onderzoek of voortschrijdend inzicht archeologische waarden blijken te bevatten en een hoge, middelhoge, of lage verwachting blijken te hebben.
Met betrekking tot de voorbereiding van het stellen van nadere eisen ingevolge artikel 3.6 lid onder d Wro door burgemeester en wethouders, is Afdeling 3.4 (Uniforme openbare voorbereidingsprocedure) van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Bij een verwijzing naar andere wettelijke regelingen is bedoeld de desbetreffende wet zoals die luidt op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'N225, fietspad Grebbeberg'.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van | ||||||||||||||||
……………………… | ||||||||||||||||
De voorzitter, | De griffier, | |||||||||||||||
………. | ……… | |||||||||||||||