direct naar inhoud van Toelichting
Plan: De Biezenkamp 1 Leusden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0327.246-0401

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Het perceel Biezenkamp 1 in Leusden heeft een gemengde bestemming. Voor deze bestemming zijn een maximum bouwhoogte en een maximum goothoogte opgenomen. Deze wijkt af van de werkelijke situatie. Om deze reden is het noodzakelijk om het bestemmingsplan ter plaatse te herzien.

1.2 Ligging en begrenzing van het plangebied

Het plangebied ligt in het noordwesten van Leusden, ten oosten van de Zwarteweg en ten zuiden van het Ossensteegje.

Hieronder een overzicht van het plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0327.246-0401_0001.png"

Luchtfoto, plangebied rood omlijnd

1.3 Geldend bestemmingsplan

Voor het plangebied geldt het bestemmingsplan de Biezenkamp. Voor de gronden geldt de enkelbestemming 'Gemengd - 3'. Daarnaast geldt op een gedeelte de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 1'. Ook is een maximum bouwhoogte van 5 meter en een maximum goothoogte van 3 meter van toepassing. Als laatste is de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 2' van toepassing.

afbeelding "i_NL.IMRO.0327.246-0401_0002.png"

Uitsnede geldend bestemmingsplan, plangebied rood omlijnd

1.4 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de bestaande situatie. Hoofdstuk 3 beschrijft de relevante beleidsdocumenten. In hoofdstuk 4 wordt het plan beschreven. Hoofdstuk 5 bevat de juridische planbeschrijving. Tenslotte wordt in hoofdstuk 6 de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid beschreven.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

In het vorige bestemmingsplan Hamersveld 1997 was de goot- en bouwhoogte in overeenstemming met de werkelijke situatie. In het geldende bestemmingsplan is een maximale goot- en bouwhoogte opgenomen van respectievelijk 3 en 5 meter. De maximum bouw- en goothoogte worden aangepast op de verbeelding zodat dit overeenkomt met de werkelijk situatie. Dit betreft een technische aanpassing. De huidige situatie verandert niet.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

De wijziging van de goot en bouwhoogte op de verbeelding aan de bestaande maatvoering betreft een technische aanpassing. Het rijks-, provinciale en gemeentelijke beleid is niet van invloed op deze technische aanpassing.

Hoofdstuk 4 Milieuaspecten

Milieuaspect   Effect wijziging hoogte op verbeelding aan bestaande situatie  
Verkeer, vervoer en parkeren   Geen  
Water   Geen  
Natuur en landschap   Geen  
Cultuurhistorie   Geen  
Archeologie   Geen  
Geluid   Geen  
Bedrijven en milieuzonering   Geen  
Externe veiligheid   Geen  
Luchtkwaliteit   Geen  
Bodem   Geen  

Hoofdstuk 5 Juridische opzet

5.1 Planomschrijving

Het bestemmingsplan geeft een juridisch-planologisch kader voor het plangebied. Het bestemmingsplan bestaat uit geometrisch bepaalde bestemmingen; weergegeven op de verbeelding en uit regels voor het gebruik van de gronden en de daarop te realiseren opstallen, voor zover die regels in verband met de bestemming nodig zijn. Tevens gaat het bestemmingsplan vergezeld van deze toelichting, waarin de aan het plan ten grondslag liggende gedachten en onderzoeken, de uitkomsten van het overleg (ex artikel 3.1.1. van het Besluit op de ruimtelijke ordening) en een rapportering van de inspraak zijn opgenomen. De regels en verbeelding vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. De toelichting heeft geen juridische status.

5.2 Verbeelding

Op de verbeelding zijn de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden aangewezen. Deze bestemmingen betreffen aanduidingen van de doeleinden waarvoor de gronden mogen worden gebruikt. Op de verbeelding zijn tevens aanduidingen opgenomen met het oog op het aanwijzen van gebieden waarop een specifieke regeling in de planregels van toepassing is. Deze aanduidingen krijgen in de planregels een juridische betekenis.

5.3 Regels

5.3.1 Begrippen

Het opnemen van de begripsbepaling is beperkt tot die begrippen die in het bestemmingsplan De Biezenkamp 1 voorkomen. De begrippen geven een definitie van de in het bestemmingsplan opgenomen begrippen, zo mogelijk is aangesloten bij het handboek van de gemeente.

5.3.2 Bestemmingsregeling

Per bestemming zijn, voor zover noodzakelijk, de volgende onderdelen onderscheiden:

  • bestemmingsomschrijving;
  • bouwregels;
  • nader eisen;
  • specifieke gebruiksregels;
  • afwijking van de gebruiksregels.

Bestemmingsomschrijving

De bestemmingsomschrijving omvat een opsomming van de functies/gebruiksmogelijkheden die zijn toegestaan binnen de gegeven bestemming. Deze opsomming is van wezenlijk belang, aangezien deze de basis vormt voor de overige regels die opgenomen zijn binnen een bestemming.

Bouwregels

In de bouwregels zijn objectieve regels gesteld met betrekking tot de plaats en afmetingen van de gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Voor alle bestemmingen geldt dat de gebouwen binnen het bouwvlak gebouwd moeten worden. Op de kaart staat aangegeven wat de bouw- en/of goothoogte mogen zijn. Per artikel is aangegeven welke bouwwerken geen gebouwen zijnde gebouwd mogen worden en tot welke hoogte.

Nadere eisen

Bij de bestemmingen in dit bestemmingsplan zijn nadere eisen toegevoegd. Dit houd in dat Burgemeester en wethouders nadere eisen kunnen stellen aan

  • 1. de situering van bijgebouwen en overkappingen;
  • 2. de situering en de bouwhoogte van gebouwen ten dienste van nutsvoorzieningen en verkeers en verblijfsvoorzieningen;
  • 3. de situering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een grotere oppervlakte dan 6 m² en/of een grotere bouwhoogte dan 1,5 m.

met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • het straat- en/of bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;
  • de woonsituatie;
  • de sociale veiligheid.
5.3.3 Bestemmingen

In het bestemmingsplan De Biezenkamp 1 komen de volgende bestemmingen voor:

  • Gemengd - 3;
  • Waarde - Archeologie 1.

Hieronder wordt nader ingegaan op de bestemmingen.

Gemengd - 3

De gronden in bestemming ‘Gemengd - 3’ zijn bestemd voor dienstverlening, sportvoorzieningen, kantoren, maatschappelijke voorzieningen en wonen.

Waarde - Archeologie 1

Voor een deel van het gebied is bekend of is de verwachting dat er archeologische waarden aanwezig (kunnen) zijn. Om deze (eventuele) archeologische waarden te beschermen zijn regelingen opgenomen dat binnen deze gebieden grondwerkzaamheden van enige omvang en diepte alleen uitgevoerd mogen worden indien is aangetoond dat er geen archeologische waarden worden verstoord. Archeologisch onderzoek dient te worden verricht indien er bodemingrepen plaatsvinden die groter zijn dan 100 m² en dieper dan 30 cm zijn.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1 Economische uitvoerbaarheid

Bij de voorbereiding van een ontwerpbestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in de plantoelichting van een bestemmingsplan minimaal inzicht te worden gegeven in de economische uitvoerbaarheid van het plan. Tevens is met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening de verplichting ontstaan om, indien sprake is van ontwikkelingen waarvoor de gemeente redelijkerwijs kosten moet maken, bijvoorbeeld voor de aanleg van voorzieningen van openbaar nut, deze moeten kunnen worden verhaald op de initiatiefnemer c.q. ontwikkelaar.

Voorliggend plan voorziet in de wijziging van de bouw- en goothoogte op de verbeelding. De feitelijke situatie verandert niet. Om deze reden is de economische uitvoerbaarheid gewaarborgd.

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

6.2.1 Resultaten van zienswijze

Deze paragraaf zal worden ingevuld na terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.