1.1 plan:
het bestemmingsplan ‘Pon Campus’ met identificatienummer NL.IMRO.0327.243-0401 van de gemeente Leusden;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 ander bouwwerk:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
1.6 automotive en mobiliteitssector:
bedrijven in de sectoren automotive en mobiliteitstechnologie gericht op het vastgesteld, de ontwikkeling, kleinschalige assemblage en productie, onderhoud, reparatie, het testen, de marketing, distributie en verkoop van auto's en andere (motor)voertuigen;
1.7 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of andere bouwwerken;
1.8 bebouwingspercentage:
de oppervlakte van gebouwen binnen het bouwvlak of, bij afwezigheid daarvan, het bestemmingsvlak, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak;
1.9 bedrijf:
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten;
1.10 bedrijfsgebouw:
niet voor bewoning bestemd gebouw ten dienste van een bedrijf, instelling of andere voorziening;
1.11 begane grond:
de onderste bouwlaag van een gebouw, niet zijnde een kelder;
1.12 bestaand(e) bouwwerk, object, afmeting, percentage, afstand, plaats, situatie of gebruik:
bouwwerk, object, afmeting, percentage, afstand, plaats, situatie of gebruik, zoals dat of die rechtens bestaat of mag bestaan ten tijde van het ter inzage leggen van het vastgesteld van dit bestemmingsplan;
1.13 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.14 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.15 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats;
1.16 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.17 bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, met uitzondering van kelder- en kapverdiepingen;
1.18 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.19 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en andere bouwwerken zijn toegelaten;
1.20 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.21 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.22 kantoor:
een gebouw of een deel van een gebouw in de vorm van een ruimtelijk en bouwkundig zelfstandige eenheid dat geheel of grotendeels in gebruik is of te gebruiken is voor bureaugebonden werkzaamheden of daaraan ondersteunende activiteiten;
1.23 ondergeschikt kantoor:
een gebouw of een deel van een gebouw dat geheel of grotendeels in gebruik is of te gebruiken is voor bureaugebonden werkzaamheden of daaraan ondersteunende activiteiten, waarbij deze werkzaamheden en activiteiten uitsluitend worden verricht ten dienste van en ondergeschikt zijn aan een andere functie dan kantoor op hetzelfde bouwperceel;
1.24 peil:
- voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
1.25 promotionele activiteiten
kleinschalige evenementen die worden georganiseerd ten dienste van de aanwezige bedrijven in de automotive en mobiliteitssector, zoals de onthulling van een nieuwe auto, een open dag, een dealerbijeenkomst, een bijeenkomst voor klanten of dagen waar diverse producten worden gepromoot. De activiteiten kunnen zowel in de bedrijfsgebouwen als buiten op het bedrijfsterrein plaatsvinden. Voor het houden van de activiteiten gelden de volgende voorwaarden:
- activiteiten zijn alleen tussen 08.00 en 23:00 toegestaan;
- maximaal 2.000 bezoekers;
- bezoekersparkeren vindt plaats op het eigen bedrijfsterrein of op parkeerplaatsen in de omgeving waarbij de bezoekers met pendelbussen worden vervoerd;
- het maximale bronvermogen van versterkte muziek is 120 dB(A) in geval van een popspectrum en 110 dB(A) in het geval van een housespectrum;
1.26 risicovolle inrichting:
een inrichting waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico dan wel een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in genoemd Besluit en/of een inrichting waarbinnen een risicobron aanwezig is met een contour voor het plaatsgebonden risico van 10-6 per jaar berekend conform de uitgangspunten zoals vastgelegd in de Regeling externe veiligheid inrichtingen;
1.27 seksinrichting:
een inrichting, bestaande uit een of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht; onder een hiervoor bedoelde inrichting worden in elk geval verstaan: een bordeel;
1.28 voorgevel:
de naar de weg gekeerde zijde, van een gebouw gelegen gevel of, indien het een gebouw betreft met meerdere zodanige gevels, één van die gevels;
1.29 voorgevelrooilijn:
de lijn die horizontaal loopt door het buitenwerks vlak van de voorgevel, tot aan de perceelsgrenzen;
1.30 waterhuishoudkundige voorzieningen:
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit.