direct naar inhoud van 5.2 Planregels
Plan: Leebrug II 2e fase
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0321.0310BPLEEBRUG2F2-VAST

5.2 Planregels

De juridisch bindende onderdelen van het bestemmingsplan worden gevormd door de verbeelding in combinatie met de regels. Dit deel van de toelichting beoogt een beschrijving te geven van de wijze waarop de plannen voor het plangebied zijn vertaald in de verbeelding en regels. Hierbij wordt de opzet van de regels gevolgd.

Ten aanzien van de opgenomen regels kan het volgende worden opgemerkt:

Inleidende regels

In artikel 1 Begrippen en artikel 2 Wijze van meten zijn defenities bepaald en geeft uitleg hoe in het plan genoemde maten en afmetingen worden bepaald.

Enkelbestemmingen

De bestemming "Verkeer - Wegverkeer" (artikel 3) is opgenomen voor de de verkeersruimte in het plangebied. Dit betreft de bestaande weg het Hoonpad.

De bestemming "Water" (artikel 4) is opgenomen voor de watergang aan de westzijde van het plangebied.

De bestemming "Wonen - Uit te werken" (artikel 5) is de belangrijkste bestemming binnen het plangebied. Aan de uit te werken bestemming zijn uitwerkingsregels gekoppeld met betrekking tot maximale goothoogte, woningdichtheid, parkeerplaatsen en bijgebouwen.

Dubbelbestemming

Voor een gedeelte van het plangebied geldt een hoge archeologische verwachtingswaarde. Hiervoor is de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie 2" (artikel 6) opgenomen. Bodemingrepen zijn hier uitsluitend toegestaan indien deze kleiner zijn dan 500 m2 of gelden voor een diepte minder dan 50 cm beneden het maaiveld. Indien dit niet kan worden vermeden, moet eerst archeologisch onderzoek worden uitgevoerd, alvorens bodemingrepen mogelijk zijn.

Algemene regels

Artikel 7 t/m 11 zijn algemene regels opgenomen ten aanzien van bestaande maten, ondergronds bouwen en algemene afwijkings- en wijzigingsregels. Artikel 2.1, lid 1, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht omvat een verbod om gronden in strijd met hun bestemming te gebruiken. De algemene gebruiksregels in artikel 8 omvatten daarom alleen een verbod om gronden en bouwwerken voor prostitutiebedrijven te gebruiken. Het plangebied is overwegend een woongebied. Het gemeentebestuur is van mening dat in een woongebied seksinrichtingen ongewenst zijn vanwege de uitstraling die dit gebruik heeft. De kwaliteit van de woon- en leefomgeving wordt hierdoor negatief beïnvloed.

Overgangs- en slotregels

In artikel 12, 13 en 14 zijn tot slot de in het Besluit ruimtelijke ordening voorgeschreven standaarregels voor het Overgangsrecht bouwen en gebruik en de naamgeving van het plan opgenomen.