direct naar inhoud van Artikel 5 Wonen - Uit te werken
Plan: Leebrug II 2e fase
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0321.0310BPLEEBRUG2F2-VAST

Artikel 5 Wonen - Uit te werken

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen al dan niet in combinatie met beroep en bedrijf aan huis;
  • b. geluidswerende voorzieningen;
  • c. groen- en speelvoorzieningen;
  • d. nutsvoorzieningen, uitgezonderd zendmasten;
  • e. verkeer en verblijf, waaronder parkeren;
  • f. water;
  • g. alle overige voorzieningen die functioneel tot een woongebied behoren.

5.2 Uitwerkingsregels

Burgemeester en wethouders werken het plan uit met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, sub b van de Wet ruimtelijke ordening en met inachtneming de volgende uitwerkingsregels:

5.2.1 Wonen
  • a. tussen Het Hout en de percelen Weteringhout 10 en 12 dient een verkeersverbinding gerealiseerd te worden;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten westen van de verbinding als genoemd onder a ten hoogste 11 m, waarbij hoofdgebouwen met een kap worden afgedekt;
  • c. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten oosten van de verbinding als genoemd onder a ten hoogste 20 m;
  • d. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten oosten van de verbinding als genoemd onder a ten hoogste 24 m;
  • e. woningen ten westen van de verbinding als genoemd onder a worden vrijstaand of twee-aaneen gerealiseerd;
  • f. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 m bedragen, met uitzondering van erafscheidingen van welke de bouwhoogte maximaal 2 m bedraagt;
  • g. de gemiddelde woningdichtheid bedraagt ten minste 25 woningen per hectare en ten hoogste 35 woningen per ha;
  • h. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij woningen, waaronder tevens begrepen carports en overkappingen, mag per woning ten hoogste bedragen 50 m2, met een goothoogte van maximaal 3 m, mits een bouwperceel naast en achter de woning gelegen voor ten hoogste 1/3 gedeelte bebouwd wordt;
  • i. in afwijking van het hiervoor bepaalde mag, ten behoeve van lichamelijk gehandicapten, het totale oppervlak aan bijbehorende bouwwerken per woning, buiten het bebouwingsvlak, ten hoogste 100 m2 bedragen, mits een bouwperceel, voor zover gelegen naast en achter de woning voor ten hoogste 1/3 gedeelte bebouwd wordt;
  • j. in afwijking van het bepaalde onder f. mogen woningen en bijbehorende bouwwerken worden gebouwd en gebruikt voor beroep en bedrijf aan huis, waarbij geldt dat:
    • 1. de woonfunctie zal in overwegende mate behouden moeten blijven, met dien verstande dat uitsluitend minder dan de helft van het woonoppervlak, met een maximum van 100 m2, met inbegrip van de maximaal te realiseren aangebouwde bijbehorende bouwwerken, gebruikt mag worden;
    • 2. het gebruik mag niet plaatsvinden in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk, met uitzondering van kleinschalige kinderopvang;
    • 3. detailhandel is niet toegestaan met uitzondering van:
      • behandeling gerelateerde producten gelijktijdig bij een behandeling;
      • webwinkels, waarbij de goederen niet ter plaatse worden opgehaald en met een maximale oppervlakte van 20 m2 aan opslag en distributie van de te verhandelen goederen;
    • 4. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
    • 5. ieder beroep of bedrijf aan huis dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving;
    • 6. ieder beroep of bedrijf aan huis dient uitgeoefend te worden door één bewoner zelf en maximaal één personeelslid;
    • 7. er zijn maximaal twee beroepen en/of bedrijven aan huis toegestaan per woning.
  • k. in afwijking van het hiervoor bepaalde gebruik van een bestaand bijgebouw ten behoeve van wonen of het plaatsen van een tijdelijke woonunit bij een woning, ten behoeve van mantelzorg waarvan de medische/sociale urgentie is aangetoond en waarvoor het bouwwerk ondergeschikt is aan de woning, met een maximale maat van 80 m2.
  • l. uitwerking vindt plaats nadat is gebleken dat de bodem geschikt is voor de beoogde functie.

5.2.2 Verkeer en parkeren
  • a. voldaan dient te worden aan een parkeernorm van:
bejaardenwoning   0,8  
seniorenwoning   1,2  
huur (laag)   1,3  
huur (hoog) en koop (laag)   1,5  
koop (midden)   1,7  
koop (duur)   1,9  

in deze normen is rekening gehouden met reserveparkeerruimte van 0,2 parkeerplaats.

5.2.3 Groen en water
  • a. kleinere speelterreinen moeten zoveel mogelijk worden gesitueerd in de nabijheid van langzaam verkeersroutes;
  • b. de hoogte van bebouwing ten behoeve van de groendoeleinden in de vorm van onder meer speelvoorzieningen mag ten hoogste 3 m bedragen;
  • c. indien water wordt gedempt, dient het water elders binnen het plangebied te worden gecompenseerd.

5.2.4 Ondergronds bouwen
  • a. ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen een op te nemen bouwvlak;
  • b. het oppervlak aan ondergrondse bouwwerken mag niet meer bedragen dan het toegestane oppervlak aan bouwwerken boven peil, vermeerderd met 15 m²;
  • c. de ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt maximaal 4 m onder peil;
  • d. bij het berekenen van de geldende bebouwingspercentages, of van het in deze regels maximaal te bebouwen oppervlak, wordt de oppervlakte van ondergrondse gebouwen mede in aanmerking genomen.
5.3 Bouwregels

Op de tot 'Wonen - Uit te werken' bestemde gronden mag slechts worden gebouwd in overeenstemming met een in werking getreden uitwerkingsplan en met inachtneming van de in dat plan opgenomen regels, met dien verstande dat burgemeester en wethouders kunnen toestaan dat gebouwd mag worden voordat een zodanig plan in werking is getreden, indien de op te richten bouwwerken overeenstemmen met dan wel op verantwoorde wijze kunnen worden ingepast in een reeds uitgewerkt plan of een daarvoor gemaakt ontwerp.