Plan: | Hofstad IVb |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0321.0301HS4BWONEN-VSBP |
het bestemmingsplan "Hofstad IVb" met identificatienummer NL.IMRO.0321.0301HS4BWONEN-VSBP van de gemeente Houten;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
bebouwing waarbij de hoofdgebouwen aan beide zijden in de perceelsgrens zijn gebouwd, met dien verstande dat de eindwoning slechts aan één zijde in de zijdelingse perceelsgrens hoeft te worden gebouwd;
proces waarbij de uitvoering van niet-archeologische werkzaamheden door een archeoloog wordt begeleid en waarbij in het Programma van Eisen (PvE) de onderzoeksvra(a)g(en) en de te behalen onderzoeksdoelstellingen worden verwoord;
onderzoek dat wordt verricht door een dienst, bedrijf of instelling dat werkt conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA);
het vermoeden over het voorkomen van (de aard, omvang en kwaliteit van) archeologische waarden in het onderzoeksgebied;
oudheidkundige waarde, vooral in de vorm van archeologische relicten in hun oorspronkelijke context. Zowel grote complexen/structuren zoals nederzettingsterreinen, als afzonderlijke vondsten kunnen met deze term worden aangeduid;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel (dan wel bouwvlak of bestemmingsvlak) dat is of mag worden bebouwd;
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten;
beroep of bedrijf dat in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie verenigbaar is; hieronder wordt in ieder geval niet verstaan het voeren van een:
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
alle grondwerkzaamheden/activiteiten die een effect hebben op het voortbestaan van (archeologische) waarden of verwachtingen in de bodem;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en gedeeltelijke ondergrondse bouwdelen, maar met uitsluiting van geheel ondergrondse bouwdelen en zolders;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
waarden van een gebied of daar aanwezige zaken, verband houdend met het bouwkundig erfgoed, het stedenbouwkundig erfgoed, de historische groenwaarden, het historisch-geografisch erfgoed en de bekende en verwachte archeologische waarden;
de gemeentelijk (beleids)archeoloog of een andere door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het terrein van de archeologie;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
een bouwkundige constructie waarin:
de bouwlaag op de begane grond;
bijbehorende bouwwerken en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
ruimte binnen een woning voor zover die kennelijk als slaap-, woon-, of eetkamer wordt gebruikt of voor zodanig is bestemd, alsmede een keuken van tenminste 11 m2;
bebouwing waarbij de hoofdgebouwen boven dan wel beneden en/of naast elkaar gesitueerd zijn waarbij per woning een zelfstandige toegankelijkheid, al dan niet direct vanaf het voetgangersniveau, gewaarborgd is;
de als zodanig aangegeven lijn, waar de voorgevel van een hoofdgebouw op moet zijn georiënteerd;
bebouwing waarbij de hoofdgebouwen aan één zijde in de zijdelingse perceelsgrens zijn gebouwd en aan de andere zijde niet, waarbij onderscheid gemaakt kan worden in:
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
Het opvangen van kinderen op locatie, al dan niet tegen betaling, waarbij de volgende indeling wordt aangehouden:
Hierin staan de minimale vereisten waaraan een organisatie moet voldoen bij het uitvoeren van werkzaamheden in het kader van de archeologische monumentenzorg. Zowel onderzoekstechnisch als wat betreft het personeel;
het in bewaring houden van goederen;
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
de grens van een bouwperceel;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
het Programma van Eisen (PvE) is een door een bevoegde overheid opgesteld of bekrachtigd document dat de probleem- en doelstelling van de te verrichten werkzaamheden geeft en de daaruit af te leiden eisen formuleert met betrekking tot het uit te voeren werk;
prostitutie in een daarvoor ingerichte ruimte en in dienstverband (seksclub, bordelen, privé-huizen), niet zijnde sekswinkels, seksbioscopen, sekstheaters en daarmee gelijk te stellen bedrijfstypen;
Meet- en beoordelingsrichtlijn deel B 'Hinder voor personen in gebouwen' van de Stichting Bouwresearch Rotterdam
de snijlijn van de voorgevel van het hoofdgebouw of hoofdgebouw en het grondvlak waarop het hoofdgebouw zich bevindt alsmede het verlengde daarvan;
bebouwing waarbij de hoofdgebouwen aan beide zijden niet zijn gebouwd in de perceelsgrens;
een detailhandelvestiging waar goederen via het internet of via de telefoon worden besteld en betaald;
terrein dat op basis van de Erfgoedwet is aangewezen als beschermd archeologisch monument en als zodanig is ingeschreven bij het Kadaster;
een complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van één zelfstandig huishouden, niet zijnde een woonschip, of -ark;
het bewonen van een zelfstandige woonruimte;
woonruimte met een eigen toegang, die door een huishouden kan worden bewoond zonder dat het huishouden daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte;
een woning of zelfstandig gedeelte van een gebouw dat bedoeld is voor de huisvesting van personen die niet zelfstandig kunnen wonen en die geestelijke en/of lichamelijke verzorging behoeven.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt alleen verleend als:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van hoofdgebouwen kan niet eerder worden verleend dan nadat is aangetoond dat de trillingen in de gebouwen beperkt blijven tot de in de SBR richtlijn weergegeven waarden.
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen zijn toegestaan met dien verstande dat de maximale oppervlakte 15 m2 per gebouw en de maximale bouwhoogte 3 meter bedraagt.
Uitsluitend de volgende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om nadere eisen te stellen met betrekking tot de situering en/of afmetingen van bebouwing, indien dit noodzakelijk is in verband met:
Het gebruik van gebouwen ten behoeve van de doeleinde zoals genoemd in artikel 3.1 onder a en b is uitsluitend toegestaan indien:
Voor de uitoefening van beroepen en bedrijven aan huis zoals genoemd in artikel 8.1, gelden de volgende regels:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Gebouwen zijn niet toegestaan.
Uitsluitend de volgende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om nadere eisen te stellen met betrekking tot de situering en/of afmetingen van bebouwing, indien dit noodzakelijk is in verband met:
De voor 'Tuin - Voortuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om nadere eisen te stellen met betrekking tot de situering en/of afmetingen van bebouwing, indien dit noodzakelijk is in verband met:
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Bouwwerken zijn toegestaan met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om nadere eisen te stellen met betrekking tot de situering en/of afmetingen van bebouwing, indien dit noodzakelijk is in verband met:
De voor 'Verkeer - Wegverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Gebouwen zijn uitsluitend toegestaan in de vorm van nutsvoorzieningen, met dien verstande dat de maximale oppervlakte 15 m2 per gebouw en de maximale bouwhoogte 3 meter bedraagt.
Uitsluitend de volgende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om nadere eisen te stellen met betrekking tot de situering en/of afmetingen van bebouwing, indien dit noodzakelijk is in verband met:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt alleen verleend als:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' kan een omgevingsvergunning voor het bouwen van hoofdgebouwen niet eerder worden verleend dan nadat is aangetoond dat de trillingen in de gebouwen beperkt blijven tot de in de SBR richtlijn weergegeven waarden.
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen zijn toegestaan met dien verstande dat de maximale oppervlakte 15 m2 per gebouw en de maximale bouwhoogte 3 meter bedraagt.
Uitsluitend de volgende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om nadere eisen te stellen met betrekking tot de situering en/of afmetingen van bebouwing, indien dit noodzakelijk is in verband met:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 8.2.2 onder h voor het ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende bouwhoogte' verhogen van de toegestane maximum bouwhoogte tot 16 meter.
Afwijking als bedoeld in artikel 8.4.1 kan slechts worden verleend mits ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd.
Het gebruik van gebouwen ten behoeve van de doeleinden zoals genoemd in artikel 8.1 onder a is uitsluitend toegestaan indien:
Voor de uitoefening van beroepen en bedrijven aan huis zoals genoemd in artikel 8.1, gelden de volgende regels:
De voor 'Waarde - Archeologie - 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor:
Bij wettelijk beschermde archeologische monumenten is de Erfgoedwet van toepassing. Op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is het verboden om zonder omgevingsvergunning het rijksmonument te slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels:
Het maximum aantal woningen in het plangebied bedraagt 220, waaronder begrepen de (zorg)woningen zoals opgenomen in de bestemming 'Gemengd'.
Als verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval verstaan:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bestemmingsregels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10 %.
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in lid 1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Hofstad IVb'.