direct naar inhoud van Regels

0230BPLGOWB (Laagraven-Oudwulverbroek)

Status: Vastgesteld
Idn: NL.IMRO.0321.0230BPLGOWB-VAST

Artikel 18 Water

 

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. waterberging;

  2. waterhuishouding;

  3. bermen, bermstroken en bermsloten;

  4. waterlopen en waterpartijen;

  5. recreatie ter plaatse van de aanduiding 'recreatie';

  6. infiltratievoorzieningen;

  7. kruisingen en overbruggingen ten behoeve van verkeersdoeleinden;

  8. behoud van de cultuurhistorische waarden.

 

18.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

  2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen maximaal 5 meter hoog zijn.

 

 

18.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om nadere eisen te stellen met betrekking tot de situering en/of afmetingen van bebouwing, indien dit noodzakelijk is in verband met:

  1. een goede stedenbouwkundige en/of landschappelijke inpassing;

  2. een goede verkeerskundige inpassing;

  3. een goede hydrologische inpassing;

  4. een goede brandveiligheid en rampenbestrijding.

 

 

18.4 Afwijking van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan via een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.2, mits:

  1. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de waterstaatsbelangen;

  2. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de waterbeheerder.

 

 

18.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval;

  2. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen.

 

 

 

18.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

 

18.6.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden op of in de in lid 18.1 van dit artikel bedoelde grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (laten) voeren:

  1. het graven en dempen van sloten en andere watergangen, het vergroten of verkleinen van het doorstromingsprofiel, het aanbrengen of verwijderen van dammen en stuwen en het aanbrengen van drainage.

 

18.6.2 Uitzonderingen

Van het vereiste van een omgevingsvergunning zijn uitgezonderd werken en werkzaamheden die:

  1. van zodanig geringe omvang en/of ondergeschikte betekenis zijn dat daardoor geen aantasting plaatsvindt van te beschermen historische groenelementen;

  2. behoren tot normaal onderhoud, beheer of gebruik overeenkomstig de bestemming;

  3. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende omgevingsvergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

 

18.6.3 Toelaatbaarheid

De genoemde omgevingsvergunning in 18.6.1 kan slechts worden verleend, indien:

  1. geen onevenredige afbreuk gedaan wordt aan de waterhuishoudkundige functie van de gronden;

  2. het bevoegd gezag vooraf schriftelijk advies inwint bij de waterbeheerder.