direct naar inhoud van Regels

0230BPLGOWB (Laagraven-Oudwulverbroek)

Status: Vastgesteld
Idn: NL.IMRO.0321.0230BPLGOWB-VAST

Artikel 10 Gemengd - Landgoed

 

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - Landgoed' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. herstel en instandhouding van de cultuurhistorische waarden van het kasteel met de bijbehorende gebouwen en tuinen, waarbij de volgende functies zijn toegestaan:

  1. zelfstandig wonen, al dan niet in combinatie met een beroep/bedrijf aan huis;

  2. kantoren;

  3. horeca in categorie 1, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1';

  1. behoud van, herstel en ontwikkeling van landschappelijke en cultuurhistorische waarden in de vorm van waardevolle laan-, singel-, houtwal- of bermbeplanting of andere groenvoorziening en van het bijzonder bij onverharde wegen;

  1. tuinen, erven en verhardingen;

  2. groenvoorzieningen;

  3. verkeers- en verblijfsvoorzieningen

  4. parkeervoorzieningen;

  5. speelvoorzieningen;

  6. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

  1. herstel en instandhouding van de natuurwaarden;

  2. recreatief medegebruik;

  3. bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, en andere werken.

 

10.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

 

10.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  1. hoofdgebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd.

  2. de goot- en bouwhoogte bedragen maximaal de hoogtes die zijn aangegeven ter plaatse van de (maatvoerings)aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)'.

 

10.2.2 Erfbebouwing

 

10.2.2.1 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  1. bijbehorende bouwwerken mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits deze noodzakelijk zijn voor de instandhouding en het herstel van de cultuurhistorische waarden van het kasteel Heemstede en de historische tuinen.

  2. de goothoogte van bijgebouwen bedraagt maximaal 5 meter;

  3. de bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt maximaal 8 meter.

 

10.2.2.2 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  1. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits deze noodzakelijk zijn voor de instandhouding en het herstel van de cultuurhistorische waarden van het kasteel Heemstede en de historische tuinen.

  2. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt maximaal 5 meter;

  3. de bouwhoogte van overige bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 2 meter, met uitzondering van erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van welke de bouwhoogte maximaal 1 m bedraagt.

 

10.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om nadere eisen te stellen met betrekking tot de situering en/of afmetingen van bebouwing, indien dit noodzakelijk is in verband met:

  1. een goede stedenbouwkundige en/of landschappelijke inpassing;

  2. een goede verkeerskundige inpassing;

  3. een goede inpassing van de cultuurhistorische waarden;

  4. een goede hydrologische inpassing;

  5. een goede brandveiligheid en rampenbestrijding.

 

10.4 Afwijking van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan via een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.2.1 onder e voor het vergroten van de inhoud van bedrijfswoningen tot maximaal 800 m3, mits:

  1. de belangen van omliggende agrarische bedrijven en woningen niet onevenredig worden geschaad;

  2. een goede stedenbouwkundige en/of landschappelijke inpassing plaatsvindt;

  3. er geen sprake is van milieuhygiënische belemmeringen.

 

10.5 Specifieke gebruiksregels

  1. voor de uitoefening van beroepen en bedrijven aan huis zoals genoemd in lid 10.1, gelden de volgende regels:

  1. de woonfunctie zal in overwegende mate behouden moeten blijven, met dien verstande dat uitsluitend minder dan 1/3 van het woonoppervlak, met een maximum van 100 m2, met inbegrip van de maximaal te realiseren aangebouwde bijbehorende bouwwerken, gebruikt mag worden;

  2. het gebruik mag niet plaatsvinden in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk, met uitzondering van kleinschalige kinderopvang;

  3. detailhandel is niet toegestaan met uitzondering van:

  • detailhandel in behandeling gerelateerde producten gelijktijdig bij een behandeling;

  • webwinkels, waarbij de goederen niet ter plaatse worden opgehaald en met een maximale oppervlakte van 20 m2 aan opslag en distributie van de te verhandelen goederen.

  1. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;

  2. ieder beroep of bedrijf aan huis dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving;

  3. ieder beroep of bedrijf aan huis dient uitgeoefend te worden door één bewoner zelf en maximaal één personeelslid;

  4. Er zijn maximaal twee beroepen en/of bedrijven aan huis toegestaan per woning;

  1. tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen voor activiteiten waardoor de cultuurhistorische waarden als bedoeld in lid 10.1 geheel of gedeeltelijk in gevaar kunnen worden gebracht.

 

10.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, en-of van werkzaamheden

 

10.6.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden op of in de in lid 10.1 bedoelde grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde,of werkzaamheden uit te (laten) voeren:

  1. het verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van de bodem;

  2. het uitvoeren van grondboringen en/of het indrijven van voorwerpen;

  3. het beplanten van gronden met houtgewas;

  4. het aanleggen en verharden van (bedrijfs)wegen, paden, het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, groter dan 200 m2, buiten agrarische bouwvlakken;

  5. het aanbrengen van ondergrondse leidingen en daarmee verband houdende constructies.

 

10.6.2 Uitzonderingen

Van het vereiste van een omgevingsvergunning zijn uitgezonderd werken en werkzaamheden die:

  1. behoren tot normaal onderhoud, beheer of gebruik overeenkomstig de bestemming;

  2. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende omgevingsvergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

 

10.6.3 Toelaatbaarheid

De genoemde omgevingsvergunning sub 10.6.1 kan slechts worden verleend, indien:

  1. geen onevenredige afbreuk gedaan wordt aan de aanwezige hydrologische, landschappelijke en cultuurhistorische waarden;

  2. advies is ingewonnen bij de verantwoordelijk waterbeheerder, voor zover de activiteiten betrekking hebben op het genoemde sub 10.6.2 onder a en b.