Plan: | Herziening BP bedrijventerrein Zuidpolder |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0317.ZuidpBT1herz-Va01 |
Het bestemmingsplan 'Herziening BP bedrijventerrein Zuidpolder ' met identificatienummer NL.IMRO.0317.ZuidpBT1herz-Va01 van de gemeente Eemnes.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat en daaraan functioneel ondergeschikt is.
Onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.
De aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Het met een aanduiding of in de regels aangegeven percentage, dat aangeeft hoeveel van het desbetreffende bouwperceel ten hoogste mag worden bebouwd met gebouwen en overkappingen.
Een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen, waarbij eventuele detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop en/of levering van ter plaatse vervaardigde bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.
Het gezamenlijk oppervlak van kantoren, winkels of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
Een uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op het zelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegenaan gebouwd gebouw, of een ander bouwwerk, met een dak.
Een vrijstaand gebouw dat in functioneel en architectonisch opzicht ondergeschikt is aan en hoort bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en niet gebruikt mag worden voor bewoning, gasten- of nachtverblijf.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
De grens van een bouwvlak.
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
De grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegestaan.
Een bovenbeëindiging van een gebouw.
Een constructie ter vergroting van een gebouw, welke zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
Een ondergeschikte opbouw op het dakvlak van een gebouw, ten behoeve van voorzieningen zoals trappenhuizen, luchtbehandelings- en liftinstallaties.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop) verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen, die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
een detailhandelsbedrijf te onderscheiden in de volgende categorieën:
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Een voorziening in de vorm van een scherm, wal, muur en dergelijke die dient ter afscherming van verkeerslawaai.
Een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
Een door het gemeentebestuur als zodanig aangewezen of ingerichte voor jongeren bedoelde openbare locatie, waar jongeren elkaar kunnen ontmoeten en kunnen recreëren, al dan niet met voorzieningen en/of bouwwerken en gebouwen.
Een gesloten en (gedeeltelijk) hellende bovenbeëindiging van een bouwwerk.
Het doorlopende gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of vrijwel gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen wordt begrensd en dat geheel onder het (straat)peil is gelegen.
Voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, religie, sport, onderwijs, openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen sectoren.
Kantoorruimte die een onlosmakelijk deel van de totale bedrijfsvoering uitmaakt.
Voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
Een kelder of een souterrain.
Functie waarvoor maximaal 40% van de vloeroppervlakte als zodanig mag worden gebruikt
Een bouwwerk, zonder of met één of meerdere wanden, dat dient om een grondoppervlak te overkappen.
Bedrijfstype | parkeerplaatsen per 100 m2 bvo |
Detailhandel in volumineuze goederen | 8,0 |
Showroom | 2 |
Garage | 3 |
Bedrijfsverzamelgebouw | 2 |
Kantoor | 3,5 |
Loods/productiehal | 1,0 |
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan personen, zoals reisbureau, kapper, fysiotherapeut, schoonheidssalon, belwinkel, internetcafé.
Gelijkend op een gevel, maar zonder achterliggend gebouw.
De Staat van Bedrijfsactiviteiten die een onderverdeling van bedrijfsactiviteiten aangeeft, die een gelijke of nagenoeg gelijke invloed hebben op een nabij gelegen of omringende woonomgeving aangeeft.
ruimte voor het parkeren van motorvoertuigen, al dan niet op de openbare weg, welke voorziet in het benodigde aantal parkeerplaatsen, dat voldoet aan de in dit plan gestelde parkeernormen.
De denkbeeldige lijn die direct langs de voorgevel van een gebouw en in het verlengde daarvan, over de gehele breedte van het bouwperceel, getrokken kan worden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of harten van gemeenschappelijke scheidsmuren, op 1 meter boven peil.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Op de tot Bedrijventerrein bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat:
Op de tot Bedrijventerrein bestemde gronden gelden voor parkeren en opslag de volgende gebruiksregels:
De voor Waarde - Archeologie aangewezen gronden zijn, bij wijze van dubbelbestemming, bestemd voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Op de voor Waarde - Archeologie aangewezen gronden gelden de volgende bouwregels:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming Waarde – Archeologie geheel of gedeeltelijk te verwijderen van de plankaart en uit de regels, indien en voor zover naar hun oordeel uit het KNA conform archeologisch onderzoeksrapport als bedoeld in het 4.2 lid 1 genoegzaam blijkt dat er geen archeologische waarden zijn te verwachten of kunnen worden geschaad.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen ter afwijking van:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor zover het betreft de begrenzingen van de op de plankaart aangegeven bestemmingen, met dien verstande dat:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Herziening BP bedrijventerrein Zuidpolder van de gemeente Eemnes.