direct naar inhoud van Artikel 9 Recreatie
Plan: Landelijk gebied 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0317.Landelijkgeb2011-0203

Artikel 9 Recreatie

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een recreatiewoning, ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning';
  • b. een jacht- en passantenhaven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven';


met de daarbij behorende:

  • c. bouwwerken;
  • d. erven en terreinen.


Per afzonderlijk bestemmingsvlak is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan.


Onder het doel 'jacht- en passantenhaven' mag het wateroppervlak van de haven maximaal 13.600 m² bedragen.


Onder het doel 'jacht- en passantenhaven' zijn mede begrepen:

  • een jachthaven met ten hoogste 250 ligplaatsen;
  • recreatief nachtverblijf;
  • maximaal 10 recreatiewoningen.

9.2 Bouwregels
  • a. Ten aanzien van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' gelden de volgende regels:
    • 1. de recreatiewoning mag een maximale inhoud hebben van 600 m3, inclusief bijkeuken en berging;
    • 2. de recreatiewoning mag een maximale goot- en bouwhoogte hebben van respectievelijk 4,5 m en 8,5 m.
  • b. Ten aanzien van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'jacht- en passantenhaven' gelden de volgende regels:
    • 1. de bedrijfswoning mag een maximale inhoud hebben van 600 m3 en een maximale goot- en bouwhoogte van respectievelijk 5 m en 6,5 m;
    • 2. bij de bedrijfswoning mag ten hoogste 80 m2 aan bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd, met een maximale goot- en bouwhoogte van respectievelijk 3 m en 4 m;
    • 3. de bouwhoogte van aanlegsteigers, kademuren, beschoeiingen, botenhellingen en speelvoorzieningen mag niet meer bedragen dan 4 m;
    • 4. de bouwhoogte van hijsinstallaties, verwijsborden, lichtmasten en bakens mag niet meer bedragen dan 6 m;
    • 5. recreatiewoningen mogen een maximale inhoud hebben van 200 m3 en een maximale goot- en bouwhoogte van respectievelijk 3,5 m en 6 m;
    • 6. de zijdelingse afstand tussen recreatiewoningen mag niet minder bedragen dan 6 m;
    • 7. gebouwen ten dienste van de jachthaven, zoals een gebouw voor sanitaire voorzieningen, kantoor en een werkplaats mogen een maximale gezamenlijke oppervlakte hebben van 900 m2 en een goot- en bouwhoogte van respectievelijk 5 m en 6,5 m;
    • 8. een clubhuis ten behoeve van de jachthaven mag een maximale oppervlakte hebben van 100 m2 en een maximale goot- en bouwhoogte van respectievelijk 5 m en 6,5 m.

9.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

  • de ruimtelijke kenmerken;
  • de gebruiksmogelijkheden en waarden van aangrenzende gronden;
  • de verkeersveiligheid;
  • het stiltegebied;


nadere eisen stellen aan:

  • a. de plaats van de gebouwen;
  • b. de nokrichting van hoofdgebouwen in die zin dat deze haaks op de richting van de weg dient te staan.

9.4 Specifieke gebruiksregels

Onder een gebruik, strijdig met deze bestemming, als bedoeld in Artikel 24 lid 1, wordt in ieder geval begrepen:

  • a. het gebruik ten behoeve van bewoning en verhuur van recreatiewoningen ter plaatse van de aanduiding 'jacht- en passantenhaven' in de periode van 1 november tot en met 31 maart, met uitzondering van permanente bewoning van bedrijfswoningen. verhuur van de recreatiewoning ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' is gedurende het gehele jaar toegestaan;
  • b. het gebruik van recreatiewoningen voor permanente bewoning.