direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Uitwerkingsplan 9 Zuidpolder Woongebied, deelgebied 3.3
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0317.E029UWPZpolderWB9-Va01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Eemnes heeft een ontwikkelingsopgave voor woningen, met als belangrijkste doel het huisvesten van de eigen groeiende bevolking. De uitbreiding vindt in zuidelijke richting plaats in de Zuidpolder te Veen. Hier wordt aansluitend aan het dorp Eemnes een nieuwe woonwijk ontwikkeld. Met het bestemmingsplan 'Woongebied Zuidpolder', zoals dat op 28 januari 2013 door de gemeenteraad is vastgesteld, is de gewenste woningbouwontwikkeling mogelijk gemaakt.

Het bestemmingsplan biedt ruimte aan de ontwikkeling van een woonwijk met de daarbij horende ontsluiting, groen en watervoorziening. Daarnaast is, zoals in het bestemmingsplan bestemd, de geluidwerende voorziening langs de A27 gerealiseerd. Deze voorziening zorgt voor de geluidsreductie van het verkeer van de A27.


Op 15 februari 2016 is een partiële herziening van het bestemmingsplan 'Woongebied Zuidpolder' vastgesteld waarin de fasering uit de Woonvisie Eemnes 2015 is opgenomen. Het bestemmingsplan is herzien omdat het opgenomen maximaal aantal woningen per jaar en het gemiddeld aantal te bouwen woningen per jaar niet langer passend bleek.

Op 29 januari 2018 is de tweede herziening vastgesteld. Middels deze herziening is het vigerende bestemmingsplan 'Woongebied Zuidpolder' op een aantal punten aangepast, zoals het wegenpatroon waarmee de oriëntatie van de woningen verbeterd kan worden, de kaveldieptes door aanpassing van de woonvelden en enkele kleine aanpassingen op de plankaart en de regels. Het zijn aanpassingen waardoor het bestemmingsplan beter aansluit bij de huidige ontwikkelingen in de markt en bij de uitkomsten van de woonvisie. Deze tweede herziening geldt als vigerend plan voor de gehele Zuidpolder.

In dit bestemmingsplan zijn de woonvelden die nog niet eerder zijn uitgewerkt in een uitwerkingsplan als 'Wonen uit te werken' bestemd.


Inmiddels zijn de woningbouwplannen voor het deelgebied 3.3 in een vergevorderd stadium dat de bestemming uitgewerkt kan worden. Dit is het negende uitwerkingsplan. In dit uitwerkingsplan zijn ook de omliggende vrije kavels meegenomen. Dit uitwerkingsplan bevat in de huidige verkaveling 50 woningen, 39 woningen in deelgebied 3.3 en 11 vrije kavels.

1.2 Ligging plangebied

Het plangebied van het totale woongebied van de Zuidpolder ligt in de gemeente Eemnes. Eemnes ligt aan de noordzijde van de provincie Utrecht. Het plangebied ligt in de Zuidpolder te Veen ten zuiden van de bebouwde kom. Ten westen van het plangebied loopt de A27. Deze snelweg is een belangrijke verbinding tussen (de stad) Utrecht en Almere/Lelystad. Ten zuiden van de gehele Zuidpolder te Veen ligt de A1.

afbeelding "i_NL.IMRO.0317.E029UWPZpolderWB9-Va01_0001.jpg"

Figuur 1.1 Globale ligging plangebied. (bron: Globespotter)

Van de totale ontwikkeling van het woongebied Zuidpolder ligt het plangebied van het voorliggende uitwerkingsplan in

het oosten. Het plangebied als onderdeel van het stedenbouwkundig plan is weergegeven in figuur 1.2. De huidige verkaveling voor dit uitwerkingsplan bevat 9 benedenbovenwoningen, 6 sociale koopwoningen, 4 middeldure koopwoningen, 20 dure koopwoningen en 11 vrije kavels. Het aantal vrije kavels kan wijzigen bij de uitgifte van de kavels. De verkoop van de woningen en de kavels vindt gefaseerd plaats.

afbeelding "i_NL.IMRO.0317.E029UWPZpolderWB9-Va01_0002.jpg"

Figuur 1.2 Verbeelding op stedenbouwkundig plan

Huidig gebruik

Voordat de ontwikkeling van de Zuidpolder begon had het plangebied een agrarische bestemming en was het ook als zodanig in gebruik. Een deel van het plangebied van dit uitwerkingsplan is in de huidige situatie nog in gebruik als weide.

1.3 Planbegrenzing

In mei 2014 is gestart met het bouwrijp maken van het woongebied Zuidpolder. Rondom de reeds ontwikkelde deelplannen is agrarisch gebied gelegen, dit wordt in de komende fasen ontwikkeld.

Het plangebied voor dit uitwerkingsplan 9 (deelgebied 3.3) ligt in het oostelijk deel van de Zuidpolder, ten oosten en zuiden van reeds ontwikkelde woningen. Aan de westkant van het plangebied zijn deelgebieden 2.1 en 2.2 gelegen en ten noorden deelgebied 2.3.

Het plangebied ligt aan de zuidzijde rondom het Van Wijkplantsoen en aan de oostzijde aan de Groene buffer (tussen de Wakkerendijk en het plangebied), aan de westzijde aan de Hoogeboomstraat en aan de zuidzijde aan het agrarisch gebied, de rand van het plangebied. Aan de zuidwestzijde zal nog een deel ontwikkeld worden, maar het volledige plangebied is inmiddels bouwrijp gemaakt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0317.E029UWPZpolderWB9-Va01_0003.jpg"

Figuur 1.3 Overzicht deelplannen

1.4 Bestemmingsplan en uitwerkingsplan

Het plangebied is een onderdeel van het bestemmingsplan 'Woongebied Zuidpolder, 2e herziening'. Conform dit bestemmingsplan is voor het plangebied de bestemming 'Wonen - Uit te werken' van toepassing. De bestemming 'Wonen - Uit te werken' maakt, na uitwerking, de realisering van het vervolg van de woonwijk Zuidpolder mogelijk. Het bestemmingsplan bevat de uitwerkingsregels op basis waarvan uitwerkingsplannen moeten worden opgesteld. Binnen het gehele woongebied zijn maximaal 500 woningen toegelaten. Daarnaast is er een voorlopig bouwverbod opgenomen. Hierin staat dat er op de gronden met de bestemming 'Wonen - Uit te werken' niet mag worden gebouwd voordat er een uitwerkingsplan is vastgesteld.

Structuurbepalend groen, ontsluitingswegen en waterbergingsgebieden zijn voorzien en bestemd in bestemmingsplan 'Woongebied Zuidpolder, 2e herziening' en worden in de woonvelden in de uitwerkingsplannen uitgewerkt. Door een aantal kleine verschuivingen van de woonvelden bij de uitwerking van de verkaveling zijn er een aantal smalle stroken bestemd als 'Verkeer' en is de bestemming 'Wonen' op een aantal plekken iets verschoven (zie paragraaf 3.4).

In het bestemmingsplan is het nationaal, provinciaal en gemeentelijk beleid wat van belang is voor de ontwikkeling van de Zuidpolder beschreven. Voor dit uitwerkingsplan gelden in hoofdzaak dezelfde beleidsstukken. In deze toelichting is het hoofdstuk beleid daarom grotendeels achterwege gelaten. Provinciale Staten van Utrecht hebben op 12 december 2016 de herijking van de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (PRS) en Provinciale Ruimtelijke Verordening(PRV) vastgesteld. In 2019 is er door de gemeente een nieuwe Woonvisie vastgesteld. Het actuele beleid is opgenomen in paragraaf 3.1 van de toelichting. Voor wat betreft de omgevingsaspecten zijn de onderzoeken uit het vigerende plan leidend voor dit uitwerkingsplan, dit wordt beschreven in Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten.

1.5 Actueel beleid

Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie en Ruimtelijke Verordening

De Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (PRS) en Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV) zijn op 4 februari 2013 door de Provinciale Staten van Utrecht vastgesteld. De PRS en de PRV zijn sinds 2013 tweemaal herzien. In maart 2014 is de eerste partiële herziening van de PRS en PRV vastgesteld. De tweede partiële herziening van de PRV en PRS is op 3 november 2014 vastgesteld.

De PRS en PRV worden elke vier jaar opnieuw bekeken en eventueel aangepast, ofwel herijken. De herijking van de PRS en PRV zijn op 12 december 2016 integraal vastgesteld, dus met inbegrip van de 1e en 2e partiële herziening.

De herijking is tweemaal herzien. Deze herzieningen hebben voornamelijk betrekking op het beleid omtrent natuur, kantoren en agrarisch. Deze herzieningen zijn niet van invloed op het geldende beleid ter plaatse van het plangebied. Deze herzieningen zijn daarom buiten beschouwing gelaten in dit beleidskader.

Provinciaal beleid, Herijking 2016

Bij het concretiseren van het ruimtelijk beleid binnen de hoofdlijnen van de Provinciale structuurvisie worden 2 prioritaire keuzes gemaakt: inzetten op binnenstedelijke ontwikkeling en versterken van de kwaliteit van het landelijk gebied. Vanuit deze hoofdlijnen zijn de vier volgende pijlers voor de ruimtelijke ontwikkeling opgesteld:

  • 1. een duurzame leefomgeving;
  • 2. beschermen van kwaliteiten;
  • 3. vitale dorpen en steden;
  • 4. dynamisch landelijk gebied met kwaliteit;

In deze paragraaf zijn de hoofdlijnen, doelstellingen en het van toepassing zijnde beleid uit de PRV en PRS beschreven.

Vitale dorpen en steden

De derde doelstelling, vitale dorpen en steden, is van belang voor het plangebied. Over binnenstedelijke woningbouw wordt daarbij vermeld: 'In het ruimtelijk beleid maakt de Provincie de hoofdkeuze om in te zetten op de binnenstedelijke ontwikkeling. Het streven is dat ten minste twee derde van het woningbouwprogramma binnen de actuele rode contouren gerealiseerd wordt. Deze binnenstedelijke opgave biedt kansen om de leefbaarheid in de steden en dorpen te verbeteren, als er voldoende aandacht is voor de kwaliteit van de woningen en de woonomgeving. Daarom vindt de Provincie het belangrijk dat er aandacht is voor deze kwaliteit. De Provincie wil stimuleren dat overheden en marktpartijen zich gezamenlijk inspannen om de binnenstedelijke opgave te realiseren'.

Al geruime tijd maakt de Provincie in het ruimtelijk beleid gebruik van rode contouren als begrenzing van het stedelijk gebied. Dit is een belangrijk instrument: het draagt bij aan het handhaven van de kwaliteit van het landelijk gebied en ondersteunt het realiseren van de binnenstedelijke ambities.

In de structuurvisie (Herijking 2016) is het woongebied van de Zuidpolder opgenomen binnen de rode contour. Het woongebied is opgenomen omdat er een vastgesteld bestemmingsplan voor dit gebied ligt en daarmee wordt dit gebied niet langer gezien als uitbreidingslocatie.

Een klein gedeelte van het woongebied (aan de oostzijde) valt buiten de rode contour maar in dit gebied wordt geen woningbouw gerealiseerd. In de structuurvisie 2013-2028 lag het woongebied nog niet binnen deze contour en was het gebied aangewezen als toekomstige woonlocatie. De reden hiervoor is dat er destijds er nog geen vastgesteld bestemmingsplan was voor het woongebied Zuidpolder. Het bedrijventerrein Zuidpolder was al wel opgenomen in de rode contour van de structuurvisie 2013, aangezien dit bestemmingsplan destijds al was vastgesteld.

Stedelijk programma Eemnes

In het provinciale beleid is Utrecht opgedeeld in verschillende regio's, waarbij Eemnes in de regio Amersfoort valt. In het regionale stedelijke programma zijn van deze regio kleine wijzigingen aangebracht. Dat leidt tot een geringe ophoging van het woningbouwprogramma tot 16.530 woningen. Het programma voor Eemnes wordt hieronder nader toegelicht.

Voor de uitbreidingslocatie Zuidpolder is een bestemmingsplan vastgesteld, daarom is deze locatie opgenomen binnen de rode contour. Het programma voor Eemnes wat betreft 500 woningen wordt totaal in de PRS-periode gerealiseerd. Het programma wordt in de herijking 2016 met 50 woningen opgehoogd tot in totaal 590 woningen.


 
PRS 2013   Gerealiseerd 2013 t/m 2015   Herijking 2016  
  Binnenstedelijke
woningbouw  
uitleg   totaal     Binnenstedelijke
woningbouw  
uitleg   totaal  
Eemnes   90   450   540   78   590   0   590  

Tabel 1.1 Programma Woningbouw 2013 t/m 2028 (in aantallen woningen)

Provinciale Verordening

In artikel 4.1 van de Verordening zijn de regels ten aanzien van het stedelijk gebied vastgelegd. Een ruimtelijk besluit voor gronden die zijn aangewezen als ‘Stedelijk gebied’ kan bestemmingen en regels bevatten voor verstedelijking.

Van verstedelijking is sprake als een ruimtelijk besluit ten opzichte van het vigerende planologische regime nieuwe mogelijkheden biedt voor vestiging of uitbreiding van stedelijke functies. Dit is van toepassing op de ontwikkeling van het woongebied Zuidpolder.

De toelichting op een ruimtelijk besluit voor gronden die zijn aangewezen als ‘Stedelijk gebied’ bevat een beschrijving van de wijze waarop rekening is gehouden met energiebesparing en het toepassen van duurzame energiebronnen. Bij zowel het bouwen als renoveren van kantoren en woningen en bedrijfsruimten als het herstructureren of aanleggen van woonwijken en bedrijventerreinen is het van belang dat gemeenten en initiatiefnemers nadenken over het gebruik van alternatieve vormen van energie en energiebesparende technieken (onder andere toepassen van restwarmte, Warmte Koude Opslag en aardwarmte). Hiermee dragen ruimtelijke plannen bij aan het doel van 10% duurzame energiegebruik in 2020 zoals verwoord in de PRS.

afbeelding "i_NL.IMRO.0317.E029UWPZpolderWB9-Va01_0004.jpg"

Figuur 1.4 Uitsnede kaart 'rode contour, Herijking Provinciaal Ruimtelijke Structuurvisie 2016

Het uitwerkingsplan voorziet in een goede overgang van dichtbebouwd stedelijk gebied naar een landelijk buitengebied. Het plan draagt dan ook bij aan de leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit van de kernrandzone.

Bij het bouwplan is aandacht voor de kwaliteit van de woningen en de inpassing in de woonomgeving (zie ook Hoofdstuk 3 Stedenbouwkundig plan). Het uitwerkingsplan is daarmee niet in strijd met de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (PRS) en Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV).

Woonvisie Eemnes 2019-2023

Het woonbeleid van de gemeente Eemnes is opgenomen in de woonvisie. De belangrijkste doelstelling van het woonbeleid is om de woningvoorraad, nu en in de toekomst, zo goed mogelijk af te stemmen op de woonwensen van de inwoners van de gemeente Eemnes. De samenstelling van onze bevolking verandert, net als hun woonwensen. Daarom is het nodig om continue te werken aan het zo goed mogelijk laten aansluiten van vraag een aanbod op de lokale woningmarkt. Een passende woning voor iedere Eemnesser dat is het gemeentelijk doel.

Visie en ambitie

Eemnes heeft een groen en dorps karakter. Een dorp waar mensen elkaar kennen en helpen als dat nodig is. Als gemeente bieden we extra ondersteuning aan mensen die wat extra ondersteuning kunnen gebruiken, bijvoorbeeld bij het vinden van een passende woning.


We vinden het belangrijk dat onze inwoners in iedere levensfase een passende woning kunnen vinden. Voor mensen die een eerste of volgende stap in hun wooncarrière willen zetten zullen voldoende passende woningen beschikbaar moeten zijn. Dit bereiken we enerzijds door het stimuleren van doorstroming, waarbij we de mensen die het hardst nodig hebben ook het eerst willen helpen. Daarnaast zullen we de komende jaren nog de nodige woningen bijbouwen in Eemnes. Denk daarbij onder meer aan de afronding van de Zuidpolder.

Nieuwbouw

De nieuwbouwproductie fluctueert vrij sterk door de jaren. Dit heeft te maken met de omvang van het nieuwbouwprogramma en economische omstandigheden. Het langjarig gemiddelde ligt in Eemnes op circa 30 opleveringen per jaar. Met de opleveringen van verschillende woonvelden in het project Zuidpolder zien we het aantal opleveringen vanaf 2015 stijgen. De komende jaren staan verschillende nieuwbouwprojecten op stapel. De afronding van de Zuidpolder is hiervan het grootste project. De nieuwbouwopgave voor de periode 2019-2023 bedraagt tussen de 210 en 235 woningen.

Conclusie

Het planvoornemen voorziet in een deel van de invulling van de Zuidpolder en voorziet daarmee ook in de behoefte aan nieuwbouw. Het planvoornemen is passend binnen het gemeentelijk woonbeleid.

1.6 Leeswijzer

Het uitwerkingsplan bestaat uit regels en een verbeelding. Voorliggend document is de toelichting op de regels en de verbeelding. De toelichting is als volgt ingedeeld.

Het tweede hoofdstuk beschrijft de uitwerkingsregels en de beoordeling van het plan hieraan. De voorziene stedenbouwkundige opzet komt in het derde hoofdstuk aan de orde. In hoofdstuk vier worden de aanvullingen op de omgevingsaspecten uit het vigerend bestemmingsplan besproken. Hoofdstuk vijf geeft een korte toelichting op de financiële aspecten van het plan. In hoofdstuk zes worden de juridische aspecten van het plan uiteengezet, waar onder meer de verschillende bestemmingen worden toegelicht. Hoofdstuk zeven tot slot bevat een beschrijving van de manier waarop omgegaan zal worden met de inspraakreacties.

In de regels van dit uitwerkingsplan worden de bestemmingen vastgelegd en de toekomstige bouw- en gebruiksmogelijkheden bepaald. Samen met de regels vormt de verbeelding het juridisch bindende gedeelte van het uitwerkingsplan. Op de verbeelding worden in het renvooi de aanduidingen en bestemmingen aangegeven.

Hoofdstuk 2 Uitwerkingsregels

2.1 Inleiding

Voor het uitwerken van de woonbestemming gelden de volgende uitwerkingsregels waaraan (indien van toepassing) voldaan moet worden:

  • a. het aantal woningen bedraagt ten hoogste 500 voor het totale plangebied;
  • b. van het aantal gebouwde woningen mag ten hoogste 10% uit gestapelde woningen bestaan;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'zone - hogere grenswaarde' mogen ten hoogste 50 woningen worden gebouwd waar een hogere grenswaarde voor is verkregen. Dit aantal mag door de toename van het aantal te bouwen woningen niet worden overschreden.
  • d. gronden mogen slechts worden gebruikt indien zeker is gesteld dat voldoende parkeerruimte op de gronden met de bestemming 'Verkeer' of 'Wonen - Uit te werken' in het plangebied is gerealiseerd.

2.2 Beoordeling per uitwerkingsregel

Ad. A

Bij de uitwerking van de andere deelgebieden zal het uiteindelijk aantal woningen na realisatie van dit uitwerkingsplan in acht worden genomen.

Ad. B

In dit uitwerkingsplan bevinden zich 9 benedenbovenwoningen, 3 benedenwoningen en 6 bovenwoningen. 9 woningen is 1,8% van de in totaal 500 woningen die mogelijk zijn in het totale bestemmingsplan. Bij de uitwerking van de andere uitwerkingsplannen zal het percentage gestapelde woningen in acht worden genomen. In totaal is nu 8,8% van het totaal van 500 woningen gestapeld.

Ad. C

Deze uitwerkingsregel is niet van toepassing omdat het uitwerkingsplan niet binnen het aanduidingsgebied 'geluidzone - hogere grenswaarde' is gelegen.

Ad. D

Met voorliggend uitwerkingsplan wordt voldaan aan de parkeernormen uit het bestemmingsplan 'Woongebied Zuidpolder, 2e herziening' (2018) met de toevoeging van een parkeernorm voor 'benedenbovenwoningen'. Dit wordt nader toegelicht in paragraaf 3.6.1.

Parkeerpockets worden mogelijk gemaakt op de gronden met de aanduiding ‘parkeerterrein’ en daarnaast worden parkeerplaatsen op eigen terrein en binnen de bestemming 'Verkeer' gerealiseerd. Op deze wijze zijn voldoende parkeerplaatsen beschikbaar.

Hoofdstuk 3 Stedenbouwkundig plan

3.1 Doelstellingen

Uitwerkingsplan 9 is de negende uitwerking van de Zuidpolder. Het stedenbouwkundig raamwerk, waarin de woonvelden moeten worden ingevuld, ligt vast. Het programma zoals in het bestemmingsplan 'Woongebied Zuidpolder, 2e herziening' beschreven vormt de basis. Door co-creatie is met toekomstige bewoners gezorgd dat de invulling aansluit op de behoeften die in Eemnes bestaan, zowel kwantitatief als kwalitatief.

3.2 Co-creatie

De invulling van de woonvelden is mede bepaald door toekomstige bewoners in diverse co-creatie avonden. Tijdens deze avonden konden de toekomstige bewoners hun mening geven over verschillende onderwerpen, onder andere over de gewenste woningtypen, de plaatsing van woningtypen in het stedenbouwkundig plan en de plaatsing van de woning op de individuele kavel.

De resultaten van deze gesprekken, de ontwikkelingen in de markt van de afgelopen jaren en de gesprekken met kopers van de woningen in de vorige deelplannen zijn input geweest voor het uiteindelijke stedenbouwkundige plan van dit negende deelplan.

Daarnaast is er op de co-creatie avonden veel gesproken over de gewenste beeldkwaliteit wat heeft geresulteerd in het beeldkwaliteitsplan op hoofdlijnen voor het totale plangebied van de Zuidpolder.

3.3 Duurzaamheid

Voor het woongebied Zuidpolder is de doelstelling uitgesproken om de Zuidpolder duurzaam te ontwikkelen. Dit doel is in het Programma van Eisen voor het stedenbouwkundig plan vertaald in criteria waaraan de planontwikkeling moet voldoen. Deze criteria richten zich op:

  • Duurzame gebiedsontwikkeling
  • Duurzaam wonen (prettig wonen afgestemd op de behoefte met de mogelijkheid tot aanpassingen)
  • Gebruik van duurzame materialen
  • Toepassing van duurzame energie

Ook dit onderwerp is uitgebreid aan bod gekomen tijdens de co-creatie avonden. Uitgangspunten voor de toepassing van duurzame materialen en duurzame energie is onder andere in het beeldkwaliteitsplan opgenomen. Daarnaast geldt voor alle woningen in dit deelgebied een EPC norm van 0. In dit deelgebied worden uiteraard alle woningen gasloos gerealiseerd.

Ook in de openbare ruimte maken we zoveel mogelijk gebruik van duurzame materialen en passen duurzame oplossingen toe ter voorkoming van wateroverlast en hittestress. Voor de beplanting kiezen we bomen, heesters en bloemen die de biodiversiteit in de wijk vergroten en een bijdrage leveren aan een aantrekkelijk leefgebied van insecten (zoals bijen) en vogels.

3.4 Structuur

Dit negende uitwerkingsplan, deelplan 3.3, is gelegen aan de oostkant van het woongebied Zuidpolder. De opzet van de verkaveling van het oostelijk deel van de Zuidpolder is anders van opzet dan de rest van de Zuidpolder. De woonvelden zijn gelegen om één centrale groene plek in de buurt. Het deelgebied 3.3 wordt gevormd door 2 woonvelden rondom deze groene plek en een strook van 11 vrije kavels aan de oost- en zuidgrens van het plangebied.

De west-oost georiënteerde kavelrichting van de landschappelijke onderlegger is in dit deelgebied afleesbaar door de loop van de Hilhorststraat en de aangelegen vrije kavels aan de zuidzijde van dit plangebied met een smalle watergang/greppel op de grens met het agrarisch gebied.

De groenplek centraal in de buurt zorgt voor de gewenste groene woonkwaliteit in de wijk. De combinatie van water en groen in de wijk is mede bepalend voor de ruimtelijke kwaliteit van de openbare ruimte in de Zuidpolder.

Dorpse sfeer in de woonvelden

Het dorpse woonmilieu dat gecreëerd is door een gevarieerde stedenbouwkundige structuur is doorvertaald in de woonvelden. De woonvelden liggen binnen het raamwerk van deze structuur. De gewenste dorpse sfeer wordt versterkt door diverse elementen die bepalend zijn voor een dorps karakter zoals, diversiteit in kavelgroottes, variatie in woningtypen; parkeren zoveel mogelijk op eigen terrein en in parkeerkoffers; en gevarieerde oriëntatie op de omgeving.

Het uitwerkingsplan bestaat uit een woongebied waar circa 50 woningen worden gerealiseerd (afhankelijk van het aantal vrije kavels). Om het parkeren zoveel mogelijk uit de straat te houden, is er één parkeerkoffer in het oostelijke woonveld, wordt gebruik gemaakt van de parkeerkoffer in deelgebied 2.3 en hebben de meeste woningen parkeren op eigen terrein.

Het oostelijke woonveld is iets verschoven ten opzichte van de plankaart van het bestemmingsplan 'Woongebied Zuidpolder, 2e herziening'. Dit is noodzakelijk omdat een aantal van de straten in deelgebied 2.3 in plaats van éénrichtingsstraten is uitgewerkt als tweerichtingsstraten.

Ook is het pleintje aan de westzijde van het plangebied iets vergroot zodat het mooi aansluit op de balustrade van de benedenbovenwoningen.

De structuur van de buurt is niet veranderd, het zijn minimale verschuivingen tussen de bestemmingen 'Verkeer' en 'Wonen - uit te werken'.

Het moederplan biedt voor deze kleine wijzigingen de mogelijkheid in artikel 12. Hierin wordt onder andere als voorwaarde gesteld dat het totale oppervlak openbaar gebied niet wordt verkleind. Hier wordt bij deze wijziging aan voldaan.


De invulling met een gevarieerd woonprogramma resulteren in een ontspannen woonmilieu met een dorps en landelijk karakter. Het pleintje aan de westzijde van het plangebied is een centrale plek in de wijk. De benedenbovenwoningen zijn hier direct aan gelegen, wat zorgt voor een mooie wand aan deze ruimte.

In het deelgebied zijn een aantal bijzondere woningen opgenomen. De tweekapper op de hoek van het plein en de tweekappers bij de entree van het plantsoen zijn accentwoningen. De positionering van de woningen op de kavels zorgt onder andere voor de accentuering en begeleiding van de ruimtes. Parkeren vindt daarom bij al deze woningen achterop de kavels plaats. Om dit mogelijk te maken is er in op de plankaart een specifieke aanduiding opgenomen om de woningen op deze manier op de kavels te kunnen positioneren.

afbeelding "i_NL.IMRO.0317.E029UWPZpolderWB9-Va01_0005.jpg"

Figuur 3.1 Voorlopig ontwerp stedenbouwkundig plan (deelgebied 3.3 donker gekleurd)

3.5 Programma

De woonvelden van het Uitwerkingsplan 9 Zuidpolder Woongebied, deelgebied 3.3 zijn bestemd voor woningen en één parkeerkoffer. Het woningbouwprogramma voor heel Zuidpolder is opgenomen in de 'Allonge Project Zuidpolder Woningbouw te Eemnes' uit 2016. Zie onderstaande tabel 3.1.

segment   prijs   %   aantal   UWP 1 t/m 9  
betaalbaar   koop < €203.630,--   12%   60   65  
  sociale huur   13%   65   31  
middelduur   €203.630,-- tot €353.630,--   25%   125   102  
duur   €353.630,-- tot €503.630,--   25 - 30%   125   53  
topduur   > €503.630,--   20 - 25%   125   91  

Tabel 3.1 verdeling over de categorieën, prijspeil 1 januari 2016

Binnen dit negende uitwerkingsplan wordt een deel hiervan gerealiseerd in het onderstaande programma:

  • 9 benedenbovenwoningen
  • 6 sociale koopwoningen
  • 4 middeldure koopwoningen
  • 20 (top) dure koopwoningen
  • 11 vrije kavels (aantal kan wijzigen bij uitgifte kavels).

In de laatste kolom van tabel 3.1 is weergegeven wat dit cumulatief betekent.


Op 28 januari 2019 is de Woonvisie Eemnes 2019 - 2023 door de gemeenteraad vastgesteld. Deze woonvisie geeft voor Eemnes en specifiek voor Zuidpolder sturing aan het woningbouwprogramma en het bouwtempo. Zo wordt in de woonvisie een behoefte gesignaleerd voor woningen voor één en twee persoonshuishoudens, woningen in het segment middelduur tot €330.000,- VON en midden huur tot maximaal €1.000,--/maand waarbij ca. 40% nul trede wordt uitgevoerd. Voorgesteld wordt het aandeel sociaal en middenduur en/of middenhuur te verhogen naar beiden 35%. Daarnaast wordt voorgesteld het bouwtempo terug te brengen naar gemiddeld ca. 30 woningen per jaar. Momenteel wordt onderzocht op welke wijze de woonvisie kan worden opgenomen in het programma voor Zuidpolder.

Geluidwerende voorziening

Voor de ontwikkeling van woningbouw is het noodzakelijk om een geluidwerende voorziening langs de A27 aan te leggen. Hiervoor is de strook langs de A27 opgenomen in het bestemmingsplan 'Herziening geluidwering Zuidpolder'. De geluidswering is afgelopen jaar gerealiseerd.

Voor een deel van de woningen in de Zuidpolder zal na de bouw van de geluidwering toch een hogere grenswaarde moeten worden aangevraagd. Dit uitwerkingsplan valt niet binnen de aanduiding 'zone - hogere grenswaarde'. Daarom hoeft voor de te realiseren woningen in dit deelplan geen aanvullend akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd.

3.6 Verkeer

3.6.1 Autoverkeer

Voor de ontsluiting van de nieuwe wijk is de Zuidersingel aangewezen als de belangrijkste verkeersader. Vanaf de Zuidersingel lopen de ontsluitingswegen het plangebied in.

De eerste wijkontsluiting, de Ruizendaallaan, ligt ten zuiden van het gemeentehuis en loopt door tot aan dit deelgebied 2.3 (ten noorden van deelgebied 3.3). Het plangebied wordt ontsloten vanaf de Ruizendaallaan/Hilhorststraat aan de noordzijde van het deelgebied.

De tweede wijkontsluiting is de Schoutensingel/Blomsingel. Deze ontsluiting komt ten zuidwesten van deelgebied 3.3 aan op de Hoogeboomstraat. Het plangebied wordt ontsloten vanaf de Schoutensingel/Blomsingel/Hoogeboomstraat aan de zuidwestzijde van het deelgebied. Binnen het deelgebied ligt de Hilhorststraat als doorgaande verbinding in de buurt en liggen meerdere korte ontsluitingsstraten rondom het Van Wijkplantsoen.

De inrichting van de wegen in de Zuidpolder is afhankelijk van de functie van die wegen binnen het systeem. De wijkontsluiting krijgt een andere inrichting en profilering dan de erftoegangswegen. De wegen worden ingericht volgens de eisen van 'duurzaam veilig'. Binnen de wijk zullen alle wegen een maximale toegestane snelheid van 30 kilometer per uur hebben. De auto is waar mogelijk 'te gast': Elk profiel moet ten minste een bepaalde mate van verblijfskwaliteit in zich hebben.

afbeelding "i_NL.IMRO.0317.E029UWPZpolderWB9-Va01_0006.jpg"

Figuur 3.3 Ontsluiting Zuidpolder

Gelijktijdig met het opstellen van dit uitwerkingsplan wordt er gewerkt aan een nieuw verkeersbesluit. Hierin zullen een aantal korte eenrichtingsstraten worden omgezet naar tweerichtingsstraten.

Parkeren

In het plan wordt uitgegaan van een parkeernormering die gekoppeld is aan het prijsniveau van de woning, overeenkomstig de aanbevelingen uit de ASVV 2012.

Voor het bepalen van de te hanteren parkeernormen is het plangebied getypeerd als een 'weinig stedelijk gebied'. De parkeernormen uit het vigerende bestemmingsplan worden overgenomen.

Voor het voorliggende plan zijn de volgende parkeernormen van toepassing;

Type / Segment   Eenheid   Min.*   Bezoekersaandeel**  
Goedkoop ***   woning   1,7   0,3  
Middelduur ***   woning   1,9   0,3  
Duur ***   woning   2,2   0,3  
Serviceflat / aanleunwoning   woning   0,6   0,3  
Seniorenwoning / benedenbovenwoning   woning   1,4   0,3  
Bedrijf, beroep aan huis   40 m² bvo   0,4   -  

*) norm per woning inclusief bezoekers aandeel

**) minimum aantal per woning op de openbare weg t.b.v. bezoekers

Tabel 3.1 parkeernormen uitwerkingsplan

Het benodigd aantal parkeerplaatsen wordt gerealiseerd door parkeerplaatsen te maken in de openbare ruimte, in ‘parkeerkoffers’, en op eigen terrein. Dit laatste zal plaatsvinden bij bijna alle woningen, met uitzondering van de tussenwoningen en een enkele hoekwoning.

Parkeren op eigen terrein

Gestreefd wordt naar zoveel mogelijk parkeren op eigen terrein, maar alleen bij woningen die hiervoor de ruimte hebben. De parkeerplaatsen op eigen terrein tellen niet volledig mee in de parkeerbalans. Hiervoor zal gerekend worden met de berekeningsaantallen uit de ASVV 2004 (CROW, 2004):

Parkeervoorziening*   Theoretisch aantal   Berekeningsaantal   Opmerking  
Enkele oprit zonder garage   1   0,8   Oprit min. 5,0m diep  
Lange oprit zonder garage   2   1,0   Oprit min. 11,0m diep  
Dubbele oprit zonder garage   2   1,7   Oprit min. 4,5m breed  
Garage zonder oprit (bij woning)   1   0,4    
Garagebox niet bij woning   1   0,5    
Garage met enkele oprit   2   1,0   Oprit min. 5,0m diep  
Garage met lange oprit   3   1,3   Oprit min. 11,0m diep  
Garage met dubbele oprit   3   1,8   Oprit min. 4,5m breed  

Tabel 3.2 parkeren op eigen terrein

Parkeerkoffer

Parkeerkoffers zijn parkeerplaatsen tussen en achter de woningen in. Deze liggen verscholen tussen de woningen met de korte zijde aan de doorgaande weg. In deelgebied 2.3 loopt de parkeerkoffer door tot achter de woningen. De toegangen naar deze parkeerkoffers worden versmald met bijvoorbeeld hekwerken, poorten of hagen. Zo krijgen de parkeerkoffers een semi-openbaar karakter. Binnen deelgebied 3.3 wordt één parkeerkoffer gerealiseerd in het oostelijke woonveld en wordt deels gebruik gemaakt van de parkeerkoffer in deelgebied 2.3.

Parkeren op straat

Naast de parkeerkoffer wordt een klein deel van het parkeren in het openbaar gebied op straat opgelost. Langs de Hilhorststraat en rondom het Van Wijkplantsoen worden langsparkeerplekken gerealiseerd.

Parkeerbalans

Onderstaande parkeerbalans laat het benodigde aantal parkeerplaatsen zien voor deelplan 3.3.

Voor de 50 woningen in dit plandeel zijn in totaal 98,6 parkeerplaatsen nodig. Hiervan worden er 42,7 op privéterrein gerealiseerd. In de openbare ruimte is er plek voor 58 parkeerplaatsen. Verdeeld over 3 zones (21, 22 en 23) levert dit een positieve parkeerbalans op van + 2,1. Er worden dus voldoende parkeerplaatsen gerealiseerd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0317.E029UWPZpolderWB9-Va01_0007.jpg"

Figuur 3.4 Parkeerbalans deelgebied 3.3

3.6.2 Langzaam verkeer

Voor de toekomstige bewoners is het belangrijk dat er voldoende langzaam verkeersverbindingen aanwezig zijn met voorzieningen en recreatieve routes. De verbindingen naar de voorzieningen bestaan uit heldere routes naar het dorpshart en overige voorzieningen, zoals scholen en sportvelden.

Aan de noordwestzijde van het plangebied is via de Hoogeboomstraat een langzaam verkeersverbinding bereikbaar welke wordt aangesloten op de bestaande ontsluitingsstructuur.

Aanvullend op het langzaam verkeersnetwerk voor de fiets en de voetganger ligt er door de Zuidpolder een ruiterpad. Deze komt de wijk in de noordoosthoek van dit plangebied en loop in de groenstrook langs de Hilhorststraat naar de zuidelijke grens van de Zuidpolder, waar de route verder loopt langs het water.

3.7 Water en Groen

3.7.1 Waterstructuur

Voor de waterstructuur is voldaan aan verschillende eisen van het waterschap. In ieder geval dient het oppervlaktewater in het plangebied 100% van de gedempte watergangen te compenseren, daarnaast moet 10% van het verhard oppervlak aan water worden toegevoegd.

Binnen de Zuidpolder wordt 1,4 ha open water gerealiseerd wat voldoende is en aanvullend wordt er 0,75 ha in de retentiezone gerealiseerd (50% van het totale oppervlak van de retentiezone).

Daarnaast is voldaan aan de eisen van het waterschap op het gebied van waterdiepte, taludhellingen en plasdrasbermen in de profielen en is rekening gehouden met waterbreedtes voor het onderhoud van de watergangen, overwegend rijdend.

3.7.2 Groenstructuur

De groenstructuur van de Zuidpolder sluit aan op de bestaande groenstructuur van Eemnes en is onderdeel van de hoofdstructuur van de wijk. De landschapsrichting van de ondergrond is in hoofdzaak aanleiding voor verschillende groene verbindingen. De grote groenplek, het Van Wijkplantsoen, in deze buurt is hierop een uitzondering. In aanvulling op de langgerekte plantsoenen Van Eijdenplantsoen en Van Wegenplantsoen is in deze buurt gekozen voor een groot vierkant veld. Dit biedt andere mogelijkheden voor de inrichting en het gebruik waardoor de variatie van bijvoorbeeld speelgelegenheden toeneemt. De plek ligt centraal in de buurt en is daarmee voor alle woningen goed bereikbaar. Bijna alle woningen liggen daarmee of aan het groene veld of aan de buitenrand, aan het plein of aan het landschap.

Spelen

Gezinnen vormen een grote deel van de doelgroep in de nieuwe Zuidpolder. Het aspect 'spelen in de wijk' is daarom erg belangrijk. In deelgebied 3.3 is een speelruimte aangewezen in het plantsoen.

3.8 Beeldkwaliteit

Voor de beeldkwaliteit van de woningen is een beeldkwaliteitsplan op hoofdlijnen opgesteld. Dit document omvat de regels en richtlijnen voor de realisatie van alle gebouwen die in het plangebied van de Zuidpolder zullen worden gerealiseerd. Het beeldkwaliteitsplan is een inspiratiebron die bij de bouwplanontwikkeling zal worden toegepast om de ambitie, sfeer en intentie van de beeldkwaliteit te realiseren.

Een charmant karakter van architectuur en stedenbouw

Het dorpse karakter van Eemnes is uitgangspunt voor de beeldkwaliteit van de Zuidpolder. Kenmerkend voor de bestaande, wat oudere bebouwing van Eemnes is de duidelijke samenhang en tegelijkertijd de verscheidenheid. De verscheidenheid zit in de omvang van de bouwvolumes en in de detailleringen van de gebouwen. Dit alles echter binnen een traditionele architectuurstijl en traditioneel materiaal- en kleurgebruik.

Een langgerekt stratenpatroon met variatie in plekken

In het Masterplan is de beoogde dorpse sfeer al herkenbaar. In het plan spelen variatie in plekken, informele openbare ruimte en de ontspannen manier van ordenen een belangrijke rol. Binnen het langgerekte patroon van het onderliggend landschap zijn er geknikte verspringende straten gemaakt. Hierdoor ontstaan er in het plan kleinschalige ruimtes. Door de afwisseling in straatbreedte worden informele plekken en pleintjes gevormd. De straten zijn vervolgens ontworpen met weinig onderscheid en zonering; de voetganger heeft er prioriteit. De auto wordt zo min mogelijk op straat geparkeerd maar op de eigen oprijlaan of in parkeerhofjes tussen de woningen. Hierdoor blijft er in de straten ruimte voor een inrichting met veel bomen en overig groen. Zo biedt de Zuidpolder een aangename ruimte voor ontmoeten en verblijven.

Variatie in eenheid

In de Zuidpolder is een grote variatie van woningtypen gepland. Deze zullen gemixt worden toegepast door de gehele wijk, waardoor een gevarieerd straatbeeld ontstaat, wat bijdraagt aan de gewenste dorpse sfeer. In het deelgebied 3.3 worden de woningtypen; benedenbovenwoning, eengezinswoning, twee-onder-één-kap en vrijstaand gerealiseerd. Deze afwisseling van woningtypen past bij de dorpse sfeer. Een aantal woningen in het deelplan vormen een accent in het plan.

Om te komen tot een samenhangende wijk, zijn juist bindende elementen belangrijk. De architectuurstijl sluit aan op die van de oorspronkelijke bebouwing van Eemnes. De eenheid ligt onder andere in de toepassing van kappen, kenmerkende detaillering als gootklossen en houten betimmering in de kopgevel en het traditionele materiaal- en kleurgebruik. Op deze manier ontstaat de gewenste variatie, maar is er ook sprake van een samenhangende dorpse sfeer en een eigen identiteit voor de Zuidpolder

Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Voor het bestemmingsplan 'Woongebied Zuidpolder, 2e herziening' zijn in 2017 verscheidene onderzoeken uitgevoerd waaruit is gebleken dat, er vanuit omgevingsaspecten gezien, geen belemmeringen zijn voor het ontwikkelen van woningen in de Zuidpolder. Derhalve wordt voor het voorliggende plan aangesloten bij de conclusies uit deze onderzoeken.

Wat betreft het aspect geluid, het deelplan 3.3 is niet gelegen in het aanduidingsgebied 'geluidzone - hogere grenswaarden'. Daarom is geen aanvullend geluidsonderzoek nodig.

Op 4 februari 2013 is een ontheffing van de Flora- en faunawet verleend aangaande het voornemen voor de aantasting van vaste verblijfplaatsen voor een paartje van de kerkuil en steenuil aan de Wakkerendijk (ontheffing met nummer FF/75C/2012/0317).
De werkzaamheden waarvoor en de maatregelen waaronder de ontheffing is verleend zijn uitgevoerd.

In de navolgende paragraaf wordt het waterstructuurplan voor de Zuidpolder toegelicht welke in 2012 is opgesteld voor de Zuidpolder. Dit plan is niet geactualiseerd in het kader van het bestemmingsplan 'Woongebied Zuidpolder, 2e herziening' maar is nog wel van toepassing.

4.1 Waterstructuurplan Zuidpolder

Voor de ontwikkelingen in de Zuidpolder, het bedrijventerrein en het woongebied, is een waterstructuurplan opgesteld (2 mei 2012). In aanvulling hierop is door Civil Support een aangepast waterstructuurplan opgesteld (d.d. november 2013).

Op dit moment is het totale gebied bouwrijp. Voor de ontwikkeling bestond het plangebied uit grasland en water. De functiewijziging van het plangebied heeft significante veranderingen van het watersysteem met zich meegebracht. Dit had kunnen leiden tot problemen met waterkwantiteit (inundatie, water op straat) en waterkwaliteit (stank, vissterfte, etc.). Maar de ontwikkeling bood juist ook kansen om een uitgebalanceerd watersysteem vorm te geven. Hiermee hebben we problemen in de toekomst voorkomen.

Omdat het gebied onderdeel uitmaakte van een poldersysteem, heeft het onderzoek het hele peilvak in ogenschouw genomen.

Het oppervlakte water van de Zuidpolder is verdeeld in 4 peilgebieden, een deel van de Zuidpolder waar een zelfde waterpeil heerst. Er wordt gebruik gemaakt van 4 waterpeilen door het hoogteverloop in het maaiveld en de hoogte van de bestaande peilgebieden in de directe omgeving.

Om het oppervlaktewater vertraagd af te voeren zijn stuwen toegepast, hierdoor blijft het water zo lang mogelijk in de Zuidpolder.

In de onderstaande figuur zijn de peilgebieden en stuwen weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0317.E029UWPZpolderWB9-Va01_0008.jpg"

Figuur 4.2 schematische weergave peilgebieden

In de onderstaande tabel zijn de afvoerende oppervlakken (inclusief open water) per peilgebied weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0317.E029UWPZpolderWB9-Va01_0009.jpg"

Figuur 4.3 afvoerende oppervlakken en oppervlaktewater per peilgebied

Aan de noordoostzijde van de Zuidpolder, in de groenzone tussen de Zuidpolder en de Wakkerendijk, zijn twee retentievoorzieningen opgenomen. Een retentievoorziening is een verlaagd gebied waar water tijdelijk kan worden gebufferd bij veel regenval. Beide voorzieningen hebben een volume van 1.500 m3. Deze gebieden worden gebruikt om overtallig oppervlaktewater te bufferen en is meegenomen in de bergingsberekening.

Met het waterschap Vallei en Veluwe is naar aanleiding van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Zuidpolder' in het kader van het artikel 3.1.1 Bro vooroverleg, overeenstemming bereikt dat het tekort van de wateropgave van het bedrijventerrein in het woongebied zal worden gecompenseerd.

4.1.1 Watertoets

Het oppervlaktewatersysteem voor Zuidpolder en de uitbreiding van het bedrijventerrein Zuidbuurt watert van west naar oost af naar het oostelijk gelegen landelijk peilgebied, aan de andere zijde van de Wakkerendijk. Hiervoor wordt een nieuwe onderdoorgang door de Wakkerendijk gerealiseerd.

Dit nieuwe watersysteem sluit nergens aan op het bestaande watersysteem van de bebouwde kom van Eemnes. Het bestaande watersysteem kan namelijk geen extra afvoer dragen. Het pen oppervlaktewatersysteem voor de Zuidpolder voldoet aan de ontwerp- en bergingseisen van het waterschap. Zo is er gekeken naar de maximaal toelaatbare peilstijging bij van te voren bepaalde buien en of het watersysteem voldoende buffer heeft. Uit de toetsing blijkt dat het watersysteem ruim voldoet aan de bergingseisen van het waterschap. Daarnaast is het ontwerp getoetst aan de ontwerpeisen van het waterschap voor beheer en onderhoud, zoals taluds en waterbreedtes.

De sloten worden vanaf de rijbaan onderhouden, m.u.v. de watergang grenzende aan de wijk Zuidbuurt aan de noordzijde van de Zuidpolder. Hiervoor worden 2 inlaatplaatsen aangebracht om varend onderhoud mogelijk te maken.

De riolering bestaat uit een systeem waarbij huishoudelijk afvalwater en regenwater gescheiden worden ingezameld. Het huishoudelijke afvalwater wordt ingezameld en afgevoerd naar een rioolgemaal.

Verharding, van woningen en wegen, die grenzen aan oppervlaktewater kunnen daar rechtstreeks op worden aangesloten. De overige verharding wordt middels hemelwaterriolering afgevoerd.

Het plangebied watert af door de sloten ten en plaatselijk aanvullende drainage, een ondergronds buizenstelsel voor het afvoeren van water naar sloten. Uit de berekeningen blijkt dat alleen de wegen die niet grenzen aan een sloot voorzien hoeven te worden van drainage.

4.1.2 Geohydrologie en drainage

In het rapport van Civil Support worden 4 peilen aangebracht, namelijk:

  • Bedrijventerrein, met als peil +0,10 m (t.o.v. N.A.P.);
  • Zuidwestelijke deel van de nieuwbouwlocatie, met als peil -0,30 m (t.o.v. N.A.P.);
  • Noordwestelijke deel van de nieuwbouwlocatie, met als peil -0,50 m (t.o.v. N.A.P.);
  • Oostelijk deel van de nieuwbouwlocatie, met als peil -0,70 m (t.o.v. N.A.P.).

Hoofdstuk 5 Juridische planbeschrijving

5.1 Systematiek bestemmingen

De planregels zijn opgedeeld in 4 hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk worden de inleidende regels gegeven. In het tweede hoofdstuk is de bestemmingsregeling gegeven die gelden voor het plangebied. In hoofdstuk 3 zijn vervolgens de algemene regels opgenomen. Tot slot staan in hoofdstuk 4 de overgangs- en slotregels.

Dit uitwerkingsplan is een uitwerking van het bestemmingsplan 'Woongebied Zuidpolder, 2e herziening'. Krachtens artikel 3.6 onder 3 Wro maken de regels van dit uitwerkingsplan deel uit van het bestemmingsplan. Derhalve is in deze uitwerking naast de regels alleen de naam waaronder het plan kan worden aangehaald vastgelegd. Voor de begripsbepalingen wordt verwezen naar het bestemmingsplan 'Woongebied Zuidpolder, 2e herziening'. In dit uitwerkingsplan is een bestemming uit het moederplan uitgewerkt: 'Wonen - Uit te werken'. Hiertoe zijn in het uitwerkingsplan de bestemmingen Verkeer en Wonen opgenomen.


Onderstaand is uiteen gezet wat de functie van het artikelen is binnen het bestemmingsplan.

Artikel 2 Verkeer

Binnen deze bestemming wordt de verkeersruimte van het plangebied mogelijk gemaakt. Op de gronden met deze bestemming is de verkeersruimte met daarbij behorende voorzieningen opgenomen en eveneens zijn parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, groenvoorzieningen, waterhuishoudkundige doeleinden en nutsvoorzieningen mogelijk binnen deze bestemming.

Artikel 3 Wonen

Binnen deze bestemming zijn de te realiseren woningen opgenomen. Hiernaast biedt de bestemming tevens ruimte aan beroepsmatige activiteiten aan huis en aan tuinen, erven en bijgebouwen. Binnen de bestemming zijn de bebouwingsvlakken voor de hoofdbebouwing aangegeven, die via de regels bepalen welke de gebruiks- en inrichtingsmogelijkheden zijn, zoals die gelden ten aanzien van de situering van de woningen, de bouwhoogte en de situering van bijgebouwen.

Op de gronden met de aanduiding 'parkeerterrein' is parkeren binnen dit uitwerkingsplan mogelijk.

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

Bij ontwikkelingen die middels het bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt, is het noodzakelijk aan te tonen in hoeverre de beoogde plannen financieel haalbaar zijn en wie de risicodragende partij is. In dit kader is in afdeling 6.4 Wro bepaald dat de gemeenteraad een exploitatieplan moet vaststellen, indien een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan is voorgenomen. Hiervan kan worden afgeweken indien de plankosten anderzijds zijn verzekerd, bijvoorbeeld door een anterieure overeenkomst.

De gemeente Eemnes voert de ruimtelijke ontwikkeling zoals die in het bestemmingsplan mogelijk is gemaakt gezamenlijk met de overige grondeigenaren in het plangebied uit. Hiertoe is een samenwerkingsovereenkomst getekend op 22 augustus 2013 die dient als anterieure overeenkomst in het kader van de Wro. De kosten die met de ruimtelijke ontwikkeling samenhangen worden gedekt door de opbrengsten die voortkomen uit de uitgifte van bouwrijpe kavels. Door in de samenwerkingsovereenkomst alle afspraken vast te leggen, waarmee het kostenverhaal zeker is gesteld, is het dus niet nodig om een exploitatieplan vast te stellen.

Hoofdstuk 7 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

7.1 Ter inzage legging

Burgemeester en wethouders moeten met toepassing van artikel 3.6, lid 1b van de Wet ruimtelijke ordening het moederplan uitwerken. Een besluit tot planuitwerking mag pas worden vastgesteld nadat belanghebbenden in de gelegenheid zijn gesteld tegen het ontwerp van het uitwerkingsplan zienswijzen naar voren te brengen.

Het ontwerp uitwerkingsplan is in het kader van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) vanaf 4 juli 2019 gedurende 6 weken ter inzage gelegd. Gedurende deze periode was er de mogelijkheid om zienswijzen op het uitwerkingsplan in te dienen. Er zijn geen zienswijzen ingediend. Het uitwerkingsplan is op 27 augustus 2019 vastgesteld.