Plan: | Uitwerkingsplan 11 Zuidpolder Woongebied, deelgebied 4.2 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | uitwerkingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0317.E029UWPZpolderWB11-Va01 |
Eemnes heeft een ontwikkelingsopgave voor woningen, met als belangrijkste doel het huisvesten van de eigen groeiende bevolking. De uitbreiding vindt in zuidelijke richting plaats in de Zuidpolder te Veen. Hier wordt aansluitend aan het dorp Eemnes een nieuwe woonwijk ontwikkeld. Met het bestemmingsplan 'Woongebied Zuidpolder', zoals dat op 28 januari 2013 door de gemeenteraad is vastgesteld, is de gewenste woningbouwontwikkeling mogelijk gemaakt.
Het bestemmingsplan biedt ruimte aan de ontwikkeling van een woonwijk met de daarbij horende ontsluiting, groen en watervoorziening. Daarnaast is, zoals in het bestemmingsplan bestemd, de geluidwerende voorziening langs de A27 gerealiseerd. Deze voorziening zorgt voor de geluidsreductie van het verkeer van de A27.
Op 15 februari 2016 is een partiële herziening van het bestemmingsplan 'Woongebied Zuidpolder' vastgesteld waarin de fasering uit de Woonvisie Eemnes 2015 is opgenomen. Het bestemmingsplan is herzien omdat het opgenomen maximaal aantal woningen per jaar en het gemiddeld aantal te bouwen woningen per jaar niet langer passend bleek.
Op 29 januari 2018 is de tweede herziening vastgesteld. Middels deze herziening is het vigerende bestemmingsplan 'Woongebied Zuidpolder' op een aantal punten aangepast, zoals het wegenpatroon waarmee de oriëntatie van de woningen verbeterd kan worden, de kaveldieptes door aanpassing van de woonvelden en enkele kleine aanpassingen op de plankaart en de regels. Het zijn aanpassingen waardoor het bestemmingsplan beter aansluit bij de huidige ontwikkelingen in de markt en bij de uitkomsten van de woonvisie. Deze tweede herziening geldt als vigerend plan voor de gehele Zuidpolder.
In dit bestemmingsplan zijn de woonvelden die nog niet eerder zijn uitgewerkt in een uitwerkingsplan als 'Wonen uit te werken' bestemd.
Inmiddels zijn de woningbouwplannen voor het deelgebied 4.2 in een vergevorderd stadium zodat de bestemming uitgewerkt kan worden. Dit is het elfde uitwerkingsplan. Dit uitwerkingsplan bevat in de huidige verkaveling 9 vrije kavels. Hier worden negen of tien woningen gerealiseerd. Het gaat om vrijstaande woningen met mogelijk één twee-onder-één-kap woning.
Het plangebied van het totale woongebied van de Zuidpolder ligt in de gemeente Eemnes. Eemnes ligt aan de noordzijde van de provincie Utrecht. Het plangebied ligt in de Zuidpolder te Veen ten zuiden van de bebouwde kom. Ten westen van het plangebied loopt de A27. Deze snelweg is een belangrijke verbinding tussen (de stad) Utrecht en Almere/Lelystad. Ten zuiden van de gehele Zuidpolder te Veen ligt de A1.
Figuur 1.1 Globale ligging plangebied.
De kavels grenzen aan het landelijk gebied ten zuiden van Zuidpolder en liggen aan de Blomsingel. Tussen de kavels en het landelijk gebied ligt aan de achterzijde een watergang en een paardenpad. Kavel 483 ligt op de hoek Blomsingel en de doorsteek naar het paardenpad. Het plangebied als onderdeel van het stedenbouwkundig plan is weergegeven in figuur 1.2. De huidige verkaveling voor dit uitwerkingsplan bevat negen of tien woningen, negen vrijstaande woningen, met mogelijk één twee-onder-één-kap woning (tien woningen). De hoekkavel is geen onderdeel van dit bestemmingsplan aangezien deze gronden nodig zijn bij de realisatie van de brugduiker ten westen van het plangebied.
Figuur 1.2 Verbeelding op stedenbouwkundig plan
Huidig gebruik
Voordat de ontwikkeling van de Zuidpolder begon had het plangebied een agrarische bestemming en was het ook als zodanig in gebruik. Een deel van het plangebied van dit uitwerkingsplan is in de huidige situatie nog in gebruik als weide.
In mei 2014 is gestart met het bouwrijp maken van het woongebied Zuidpolder. Rondom de reeds ontwikkelde deelplannen is agrarisch gebied gelegen, dit wordt in de komende fasen ontwikkeld.
Het plangebied voor dit uitwerkingsplan 11 (deelgebied 4.2) ligt in het zuidelijke deel van de Zuidpolder, ten zuiden van deelgebieden 3.1 en 3.2. Aan de westkant van het plangebied is deelgebieden 4.4 gelegen en ten oosten deelgebied 4.3.
De kavels grenzen aan het landelijk gebied ten zuiden van Zuidpolder en liggen aan de Blomsingel. Tussen de kavels en het landelijk gebied ligt aan de achterzijde een watergang en een paardenpad. Kavel 483 ligt op de hoek Blomsingel en de doorsteek naar het paardenpad. Aan de westzijde en noordzijde van de kavels zal de ontwikkeling van de Zuidpolder verder gaan, maar het volledige plangebied is inmiddels bouwrijp gemaakt. Op onderstaande figuren is een overzicht van het totale plan en de deelplannen te zien.
Figuur 1.3 Overzicht plan totaal
Figuur 1.4 Overzicht deelplannen
Het plangebied is een onderdeel van het bestemmingsplan 'Woongebied Zuidpolder, 2e herziening'. Conform dit bestemmingsplan is voor het plangebied de bestemming 'Wonen - Uit te werken' van toepassing. De bestemming 'Wonen - Uit te werken' maakt, na uitwerking, de realisering van het vervolg van de woonwijk Zuidpolder mogelijk. Het bestemmingsplan bevat de uitwerkingsregels op basis waarvan uitwerkingsplannen moeten worden opgesteld. Binnen het gehele woongebied zijn maximaal 500 woningen toegelaten. Daarnaast is er een voorlopig bouwverbod opgenomen. Hierin staat dat er op de gronden met de bestemming 'Wonen - Uit te werken' niet mag worden gebouwd voordat er een uitwerkingsplan is vastgesteld.
Structuurbepalend groen, ontsluitingswegen en waterbergingsgebieden zijn voorzien en bestemd in bestemmingsplan 'Woongebied Zuidpolder, 2e herziening' en worden in de woonvelden in de uitwerkingsplannen uitgewerkt. Dit uitwerkingsplan is de uitwerking van een deel van het woonveld aan de Blomsingel, in het verlengde van het deel dat uitgewerkt is in 4.3. Door een kleine verschuiving van de Blomsingel en de paardenroute bij de uitwerking van de verkaveling is er een smalle strook met de bestemmingen 'Water' (zie paragraaf 3.4).
In het bestemmingsplan is het nationaal, provinciaal en gemeentelijk beleid wat van belang is voor de ontwikkeling van de Zuidpolder beschreven. Voor dit uitwerkingsplan gelden in hoofdzaak dezelfde beleidsstukken. In deze toelichting is het hoofdstuk beleid daarom grotendeels achterwege gelaten. Op 10 maart 2021 is de Omgevingsvisie provincie Utrecht en Interim Omgevingsverordening vastgesteld. In 2019 is er door de gemeente een nieuwe Woonvisie vastgesteld. Het actuele beleid is opgenomen in paragraaf 1.5 van de toelichting. Voor wat betreft de omgevingsaspecten zijn de onderzoeken uit het vigerende plan leidend voor dit uitwerkingsplan, dit wordt beschreven in Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten.
Omgevingsvisie provincie Utrecht
Op 10 maart 2021 is de Omgevingsvisie provincie Utrecht vastgesteld. In de Omgevingsvisie provincie Utrecht wordt het ruimtelijk beleid voor de periode tot 2050 beschreven.
Voor het planvoornemen zijn de volgende beleidslagen van belang:
Vitale steden en dorpen
Mensen vinden de provincie Utrecht aantrekkelijk om in te wonen en te werken. De regio U16 en de regio Amersfoort behoren tot de meest gespannen woningmarktregio’s in Nederland. De grote steden Utrecht en Amersfoort, en ook de andere steden en dorpen in de provincie Utrecht, zijn een populaire vestigingsplaats voor zowel inwoners als bedrijven en groeien snel. De behoefte aan wonen en werken is fors. Door het toenemend aantal huishoudens houdt de druk op de woningmarkt aan. Tot 2050 zijn 170.000 tot 202.000 extra woningen nodig om aan de volledige behoefte te voldoen (bron: Primos 2020). Voor de periode tot 2040 (de scope voor programmeren in de Ontwerp Omgevingsvisie) is de opgave 133.200 tot 165.700 woningen. De provincie kiest er in algemene zin voor om de ruimtevraag voor wonen en werken op een duurzame wijze te accommoderen via binnenstedelijke en binnendorpse ontwikkeling. Naast de omvangrijke opgave krijgen kleinere steden en dorpen zo mogelijk passende ontwikkelruimte om te bouwen ten behoeve van lokale vitaliteit.
Figuur 1.5 uitsnede kaart Omgevingsvisie provincie Utrecht - Vitale steden en dorpen
Regio Amersfoort
De regio is erg gewild als woonplek. Naast mensen die al in de regio zijn gevestigd, is er ook sprake van enige ‘overloop’ uit de rest van de Randstad. Om tegemoet te komen aan de verwachte behoefte aan woningen zullen er in de regio Amersfoort vanaf 2020 tot 2040 26.000 tot 31.000 woningen moeten worden toegevoegd. De totale plancapaciteit (hard, zacht en potentieel) eind 2020 omvat ca. 25.000 woningen. Daarbij wordt ingezet op woningbouwontwikkeling binnen bestaand stedelijk gebied en/of bij bestaande of nieuwe OV-knooppunten.
De voorgenomen ontwikkeling draagt positief bij aan de invulling van de woningbehoefte binnen de provincie en regio. Daarbij wordt binnen een bestaand stedelijk gebied ontwikkeld, waardoor het landelijk gebied niet wordt aangetast en de gemeente aantrekkelijk blijft om te wonen.
Interim Omgevingsverordening
Op 10 maart 2021 is de Interim Omgevingsverordening vastgesteld. De Interim Omgevingsverordening bevat regels voor gemeenten. De regels zijn nodig om het provinciale ruimtelijke beleid te kunnen realiseren.
Het van toepassing zijnde artikel voor dit plangebied is:
Artikel 9.15 Instructieregel verstedelijking
Onderbouwing provinciaal beleid
Het planvoornemen is om woningbouw te realiseren. Er is sprake van verstedelijking, omdat ten opzichte van het vigerende planologische regime nieuwe bouw- en functiemogelijkheden worden geboden voor de realisatie van woningbouw. De voorgenomen ontwikkeling past binnen het Kader voor regionale programmering wonen en werken van de Provincie Utrecht en zorgt niet voor extra bodemdaling.
Het uitwerkingsplan voorziet in een goede overgang van dichtbebouwd stedelijk gebied naar een landelijk buitengebied. Het plan draagt dan ook bij aan de leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit van de kernrandzone.
Bij het bouwplan is aandacht voor de kwaliteit van de woningen en de inpassing in de woonomgeving (zie ook Hoofdstuk 3 Stedenbouwkundig plan). Het uitwerkingsplan is daarmee niet in strijd met de omgevingsvisie en de Interim Omgevingsverordening.
Woonvisie Eemnes 2019-2023
Het woonbeleid van de gemeente Eemnes is opgenomen in de woonvisie. De belangrijkste doelstelling van het woonbeleid is om de woningvoorraad, nu en in de toekomst, zo goed mogelijk af te stemmen op de woonwensen van de inwoners van de gemeente Eemnes. De samenstelling van onze bevolking verandert, net als hun woonwensen. Daarom is het nodig om continue te werken aan het zo goed mogelijk laten aansluiten van vraag een aanbod op de lokale woningmarkt. Een passende woning voor iedere Eemnesser dat is het gemeentelijk doel.
Visie en ambitie
Eemnes heeft een groen en dorps karakter. Een dorp waar mensen elkaar kennen en helpen als dat nodig is. De gemeente biedt extra ondersteuning aan mensen die wat extra ondersteuning kunnen gebruiken, bijvoorbeeld bij het vinden van een passende woning.
De gemeente vindt het belangrijk dat de inwoners in iedere levensfase een passende woning kunnen vinden. Voor mensen die een eerste of volgende stap in hun wooncarrière willen zetten zullen voldoende passende woningen beschikbaar moeten zijn. Dit wil de gemeente bereiken door enerzijds doorstroming te stimuleren, waarbij de mensen die het hardst nodig hebben ook het eerst worden helpen. Daarnaast zal de gemeente de komende jaren nog de nodige woningen bijbouwen in Eemnes. Denk daarbij onder meer aan de afronding van de Zuidpolder.
Nieuwbouw
De nieuwbouwproductie fluctueert vrij sterk door de jaren. Dit heeft te maken met de omvang van het nieuwbouwprogramma en economische omstandigheden. Het langjarig gemiddelde ligt in Eemnes op 30 opleveringen per jaar. Met de opleveringen van verschillende woonvelden in het project Zuidpolder stijgen het aantal opleveringen vanaf 2015. De komende jaren staan verschillende nieuwbouwprojecten op stapel. De afronding van de Zuidpolder is hiervan het grootste project. De nieuwbouwopgave voor de periode 2019-2023 bedraagt tussen de 210 en 235 woningen.
Conclusie
Het planvoornemen voorziet in een deel van de invulling van de Zuidpolder en voorziet daarmee ook in de behoefte aan nieuwbouw. Het planvoornemen is passend binnen het gemeentelijk woonbeleid.
Het uitwerkingsplan bestaat uit regels en een verbeelding. Voorliggend document is de toelichting op de regels en de verbeelding. De toelichting is als volgt ingedeeld.
Het tweede hoofdstuk beschrijft de uitwerkingsregels en de beoordeling van het plan hieraan. De voorziene stedenbouwkundige opzet komt in het derde hoofdstuk aan de orde. In hoofdstuk vier worden de aanvullingen op de omgevingsaspecten uit het vigerend bestemmingsplan besproken. Hoofdstuk vijf geeft een korte toelichting op de financiële aspecten van het plan. In hoofdstuk zes worden de juridische aspecten van het plan uiteengezet, waar onder meer de verschillende bestemmingen worden toegelicht. Hoofdstuk zeven tot slot bevat een beschrijving van de manier waarop omgegaan zal worden met de inspraakreacties.
In de regels van dit uitwerkingsplan worden de bestemmingen vastgelegd en de toekomstige bouw- en gebruiksmogelijkheden bepaald. Samen met de regels vormt de verbeelding het juridisch bindende gedeelte van het uitwerkingsplan. Op de verbeelding worden in het renvooi de aanduidingen en bestemmingen aangegeven.
Voor het uitwerken van de woonbestemming gelden de volgende uitwerkingsregels waaraan (indien van toepassing) voldaan moet worden:
Ad. A
Bij de uitwerking van de andere deelgebieden zal het uiteindelijk aantal woningen na realisatie van dit uitwerkingsplan in acht worden genomen.
Ad. B
Deze uitwerkingsregel is niet van toepassing omdat in dit uitwerkingsplan zich geen appartementen bevinden.
Ad. C
Uitwerkingsplan 11 Zuidpolder Woongebied, deelgebied 4.2, valt binnen de aanduiding 'zone - hogere grenswaarde'. Er worden in het plangebied van dit uitwerkingsplan maximaal 9 of 10 woningen gerealiseerd waarvoor een akoestisch onderzoek is uitgevoerd. Uit het onderzoek blijkt dat er voor 0 woningen een hogere waarde aangevraagd moet worden. Dit is nader toegelicht in paragraaf 4.1.
Ad. D
Met voorliggend uitwerkingsplan wordt voldaan aan de parkeernormen uit het bestemmingsplan 'Woongebied Zuidpolder, 2e herziening' (2018). Dit wordt nader toegelicht in paragraaf 3.6.1.
Parkeerplaatsen worden op eigen terrein en binnen de bestemming 'Verkeer' gerealiseerd. Op deze wijze zijn voldoende parkeerplaatsen beschikbaar.
Uitwerkingsplan 11 is de elfde uitwerking van de Zuidpolder. Het stedenbouwkundig raamwerk, waarin de woonvelden moeten worden ingevuld, ligt vast. Het programma zoals in het bestemmingsplan 'Woongebied Zuidpolder, 2e herziening' beschreven vormt de basis. Door co-creatie is met toekomstige bewoners gezorgd dat de invulling aansluit op de behoeften die in Eemnes bestaan, zowel kwantitatief als kwalitatief.
De invulling van de woonvelden is mede bepaald door toekomstige bewoners in diverse co-creatie avonden. Tijdens deze avonden konden de toekomstige bewoners hun mening geven over verschillende onderwerpen, onder andere over de gewenste woningtypen, de plaatsing van woningtypen in het stedenbouwkundig plan en de plaatsing van de woning op de individuele kavel.
De resultaten van deze gesprekken, de ontwikkelingen in de markt van de afgelopen jaren en de gesprekken met kopers van de woningen in de vorige deelplannen zijn input geweest voor het uiteindelijke stedenbouwkundige plan van dit elfde deelplan.
Daarnaast is er op de co-creatie avonden veel gesproken over de gewenste beeldkwaliteit wat heeft geresulteerd in het beeldkwaliteitsplan op hoofdlijnen voor het totale plangebied van de Zuidpolder.
Voor het woongebied Zuidpolder is de doelstelling uitgesproken om de Zuidpolder duurzaam te ontwikkelen. Dit doel is in het Programma van Eisen voor het stedenbouwkundig plan vertaald in criteria waaraan de planontwikkeling moet voldoen. Deze criteria richten zich op:
Ook dit onderwerp is uitgebreid aan bod gekomen tijdens de co-creatie avonden. Uitgangspunten voor de toepassing van duurzame materialen en duurzame energie is onder andere in het beeldkwaliteitsplan opgenomen. Daarnaast geldt voor alle woningen in dit deelgebied een EPC norm van 0. In dit deelgebied worden uiteraard alle woningen gasloos gerealiseerd.
Ook in de openbare ruimte maken we zoveel mogelijk gebruik van duurzame materialen en passen duurzame oplossingen toe ter voorkoming van wateroverlast en hittestress. Voor de beplanting kiezen we bomen, heesters en bloemen die de biodiversiteit in de wijk vergroten en een bijdrage leveren aan een aantrekkelijk leefgebied van insecten (zoals bijen) en vogels.
Dit elfde uitwerkingsplan, deelplan 4.2, is gelegen aan de zuidkant van het woongebied Zuidpolder.
De kavels grenzen aan het landelijk gebied ten zuiden van Zuidpolder en liggen aan de Blomsingel. Tussen de kavels en het landelijk gebied ligt aan de achterzijde een watergang en een paardenpad.
De west-oost georiënteerde kavelrichting van de landschappelijke onderlegger is in dit deelgebied afleesbaar door de loop van de Blomsingel, de paardenroute met watergangen op de grens met het agrarisch gebied.
Kavel 483 ligt op de hoek Blomsingel en de doorsteek naar het paardenpad en is daarmee een accentwoning.
Aan de overzijde van de Blomsingel wordt over enkele jaren een woonveld ontwikkeld met een variatie aan sociale, middeldure en dure woningen. De inrichting van het tegenovergelegen woonveld is nog niet bekend. Daarmee zijn ook de posities van bomen en inritten in de groenstrook aan de overzijde van de Blomsingel nog niet bepaald.
Het paardenpad wordt aangelegd op een dijkje achter de kavels. Deze route loopt vanaf de Wakkerendijk door Zuidpolder naar de Zuidersingel en vervolgens naar de tunnel onder de A27, richting het bos- en heidegebied. De dijk wordt ingezaaid met een bloeiend gras- en kruidenmengsel.
Voor de buurt is er aan het Van Eijdenplantsoen een grote groene ruimte die deels ook ingericht is als speelplek. De combinatie van water en groen in de wijk is medebepalend voor de ruimtelijke kwaliteit van de openbare ruimte in de Zuidpolder.
De ligging van de vrije kavels is iets verschoven ten opzichte van de plankaart van het bestemmingsplan 'Woongebied Zuidpolder, 2e herziening'. Dit is het resultaat van de verschuiving van de paardenroute, deze ging eerst over de Blomsingel, maar is nu verschoven naar de zuidelijke grens van het plangebied. Dit zorgt voor een landelijke invulling van de plangrens, passend bij het landelijk dorpse sfeer van de Zuidpolder.
De structuur van de buurt is niet veranderd, het zijn minimale verschuivingen tussen de bestemmingen 'Verkeer', 'Groen', 'Water' en 'Wonen - uit te werken'.
Het paardenpad ligt door deze verschuiving binnen de bestemming 'Water' in het bestemmingsplan 'Woongebied Zuidpolder, 2e herziening'. Binnen deze bestemming zijn ook groenvoorzieningen toegestaan en daarmee ook het dijkje met paardenpad. Omdat het binnen het bestemmingsplan 'Woongebied Zuidpolder, 2e herziening' past, is deze wijziging niet in dit uitwerkingsplan opgenomen.
Deze verschuiving zorgt er ook voor dat de watergang iets naar het noorden is verschoven in de bestemming 'Wonen - uit te werken', daarom is op de plankaart een smal strookje 'Water' opgenomen.
Door deze verschuiving ligt een strookje van de parkeerplaatsen langs de Blomsingel in de bestemming 'Groen' van het bestemmingsplan 'Woongebied Zuidpolder, 2e herziening'. Binnen de bestemming 'Groen' is in artikel 3.3 een binnenplanse afwijking opgenomen voor het realiseren van parkeerplaatsen in deze bestemming. Omdat het binnen het bestemmingsplan 'Woongebied Zuidpolder, 2e herziening' past, is deze wijziging niet in dit uitwerkingsplan opgenomen.
Dorpse sfeer in de woonvelden
Het dorpse woonmilieu dat gecreëerd is door een gevarieerde stedenbouwkundige structuur is doorvertaald in de woonvelden. De woonvelden liggen binnen het raamwerk van deze structuur. De gewenste dorpse sfeer wordt versterkt door diverse elementen die bepalend zijn voor een dorps karakter zoals, diversiteit in kavelgroottes, variatie in woningtypen; parkeren zoveel mogelijk op eigen terrein; en gevarieerde oriëntatie op de omgeving.
Het uitwerkingsplan bestaat uit een woongebied waar 9 woningen worden gerealiseerd. Om het parkeren zoveel mogelijk uit de straat te houden, hebben de woningen parkeren op eigen terrein.
De invulling van vrije kavels resulteren in een ontspannen woonmilieu met een dorps en landelijk karakter. Dit zorgt voor een andere woonsfeer in de buurt. Door variatie in kavelgroottes en de positie van de woning op de kavel ontstaat de gewenste variatie voor de dorpse sfeer. Op kavel 483 staat een accentwoning op de hoek van dit woonveld. De andere hoek, kavel 474, is nog niet meegenomen in dit uitwerkingsplan vanwege de ligging nabij de nog te realiseren brugduiker. Deze woning vormt ook een accentwoning in combinatie met de te bouwen brugduiker. Op onderstaand afbeelding is de verkaveling en inrichting weergegeven. Dit betreft een conceptversie.
Figuur 3.1 Overzichtskaart Zuidpolder met de vrije kavels (475, 476, 477, 478, 479, 480, 481, 482 en 483) aangeduid (deelgebied 4.2 aangegeven met een rode lijn)
De woonvelden van het Uitwerkingsplan 11 Zuidpolder Woongebied, deelgebied 4.2 zijn bestemd voor woningen. Het woningbouwprogramma voor heel Zuidpolder is opgenomen in de 'Allonge 2 Project Zuidpolder Woningbouw te Eemnes' d.d. februari 2021. Zie onderstaande tabel 3.1.
kenmerk | huur | koop | % | omschrijving | |
Cat. 1 | < €720,-- | < €218.000,-- | 35% | Sociaal | |
Cat. 2 | €720,-- tot €825,-- | €218.000,-- tot €270.000,-- | 17,5% | Middenduur | |
Cat. 3 | €825,-- tot €1000,-- | €270.000,-- tot €330.000,-- | 17,5% | Middenduur | |
Cat. 4 | > €1000,-- | > €330.000,-- | 30% | Duur & Topduur |
Verdeling tussen huur en koop in segment sociaal op basis van ca. 50:50
Verdeling tussen huur en koop in segment midden n.t.b.
Tabel 3.1 woningbouwprogramma volgens de Woonvisie Eemnes 2019 - 2023
Binnen dit elfde uitwerkingsplan wordt een deel hiervan gerealiseerd in het onderstaande programma:
Op 28 januari 2019 is de Woonvisie Eemnes 2019 - 2023 door de gemeenteraad vastgesteld. Deze woonvisie geeft voor Eemnes en specifiek voor Zuidpolder sturing aan het woningbouwprogramma en het bouwtempo. Zo wordt in de woonvisie een behoefte gesignaleerd voor nieuwbouw en doorstroming. De dure koopwoningen zorgen ervoor dat een doorstroming ontstaat binnen de gemeente. Aan de dure en top dure woningen worden door de woonvisie geen eisen gesteld.
Geluidwerende voorziening
Voor de ontwikkeling van woningbouw is een geluidwerende voorziening langs de A27 gerealiseerd. Hiervoor is in het bestemmingsplan de strook langs de A27 opgenomen als 'Herziening geluidwering Zuidpolder'.
Voor een deel van de woningen in de Zuidpolder zal na de bouw van de geluidwering toch een hogere grenswaarde moeten worden aangevraagd. Uitwerkingsplan 11, deelgebied 4.2, valt binnen de aanduiding 'zone - hogere grenswaarde'. Daarom is voor de te realiseren woningen in dit deelplan een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Uit het onderzoek blijkt dat er voor 0 woningen een hogere waarde aangevraagd moet worden. Dit is nader toegelicht in paragraaf 4.1.
Voor de ontsluiting van de nieuwe wijk is de Zuidersingel aangewezen als de belangrijkste verkeersader. Vanaf de Zuidersingel lopen de ontsluitingswegen het plangebied in.
De eerste wijkontsluiting, de Ruizendaallaan, ligt ten zuiden van het gemeentehuis en loopt door tot aan dit deelgebied 2.3.
De tweede wijkontsluiting is de Schoutensingel/Blomsingel. Het plangebied van dit uitwerkingsplan ligt direct aan deze tweede wijkontsluiting.
De inrichting van de wegen in de Zuidpolder is afhankelijk van de functie van die wegen binnen het systeem. De wijkontsluiting krijgt een andere inrichting en profilering dan de erftoegangswegen. De wegen worden ingericht volgens de eisen van 'duurzaam veilig'. Binnen de wijk zullen alle wegen een maximale toegestane snelheid van 30 kilometer per uur hebben. De auto is waar mogelijk 'te gast': Elk profiel moet ten minste een bepaalde mate van verblijfskwaliteit in zich hebben.
Figuur 3.2 Ontsluiting Zuidpolder
Parkeren
In het plan wordt uitgegaan van een parkeernormering die gekoppeld is aan het prijsniveau van de woning, overeenkomstig de aanbevelingen uit de ASVV 2012.
Voor het bepalen van de te hanteren parkeernormen is het plangebied getypeerd als een 'weinig stedelijk gebied'. De parkeernormen uit het vigerende bestemmingsplan worden overgenomen.
Voor het voorliggende plan zijn de volgende parkeernormen van toepassing;
Type / Segment | Eenheid | Min.* | Bezoekersaandeel** |
Goedkoop *** | woning | 1,7 | 0,3 |
Middelduur *** | woning | 1,9 | 0,3 |
Duur *** | woning | 2,2 | 0,3 |
Serviceflat / aanleunwoning | woning | 0,6 | 0,3 |
Seniorenwoning / benedenbovenwoning | woning | 1,4 | 0,3 |
Bedrijf, beroep aan huis | 40 m² bvo | 0,4 | - |
*) norm per woning inclusief bezoekers aandeel
**) minimum aantal per woning op de openbare weg t.b.v. bezoekers
Tabel 3.2 parkeernormen uitwerkingsplan
Het benodigd aantal parkeerplaatsen wordt gerealiseerd door parkeerplaatsen te maken in de openbare ruimte en op eigen terrein bij alle woningen in dit deelgebied.
Parkeren op eigen terrein
Gestreefd wordt naar zoveel mogelijk parkeren op eigen terrein. De parkeerplaatsen op eigen terrein tellen niet volledig mee in de parkeerbalans. Hiervoor zal gerekend worden met de berekeningsaantallen uit de ASVV 2004 (CROW, 2004):
Parkeervoorziening* | Theoretisch aantal | Berekeningsaantal | Opmerking |
Enkele oprit zonder garage | 1 | 0,8 | Oprit min. 5,0m diep |
Lange oprit zonder garage | 2 | 1,0 | Oprit min. 11,0m diep |
Dubbele oprit zonder garage | 2 | 1,7 | Oprit min. 4,5m breed |
Garage zonder oprit (bij woning) | 1 | 0,4 | |
Garagebox niet bij woning | 1 | 0,5 | |
Garage met enkele oprit | 2 | 1,0 | Oprit min. 5,0m diep |
Garage met lange oprit | 3 | 1,3 | Oprit min. 11,0m diep |
Garage met dubbele oprit | 3 | 1,8 | Oprit min. 4,5m breed |
Tabel 3.3 parkeren op eigen terrein
Parkeren op straat
Een klein deel van het parkeren wordt in het openbaar gebied op straat opgelost. Langs de Blomsingel worden langsparkeerplaatsen gerealiseerd.
Parkeerbalans
Onderstaande parkeerbalans laat het benodigde aantal parkeerplaatsen zien voor deelplan 4.2.
Voor de 9 woningen in dit plandeel zijn in totaal 19,8 parkeerplaatsen nodig. Hiervan worden er 16,2 op privéterrein gerealiseerd. In de openbare ruimte is er plek voor 4 parkeerplaatsen. Dit levert een positieve parkeerbalans op van +0,4. Er worden dus voldoende parkeerplaatsen gerealiseerd.
Figuur 3.3 Parkeerbalans deelgebied 4.2
Voor de toekomstige bewoners is het belangrijk dat er voldoende langzaam verkeersverbindingen aanwezig zijn met voorzieningen en recreatieve routes. De verbindingen naar de voorzieningen bestaan uit heldere routes naar het dorpshart en overige voorzieningen, zoals scholen en sportvelden.
Aan de noordwestzijde van het plangebied is via de Beukeboomstraat een langzaam verkeersverbinding bereikbaar welke wordt aangesloten op de bestaande ontsluitingsstructuur. Aan de noordoostzijde ligt er een voetpad door de verschillende woonvelden, langs diverse speelplekken, richting het speelveld aan de Karwij.
Aanvullend op het langzaam verkeersnetwerk voor de fiets en de voetganger ligt er door de Zuidpolder een ruiterpad. Deze loopt ten zuiden van deelgebied 4.2 over het dijkje langs het water. Deze verbinding loopt vanaf de Wakkerendijk naar de Te Veenweg Zuid.
Voor de waterstructuur is voldaan aan verschillende eisen van het waterschap. In ieder geval dient het oppervlaktewater in het plangebied 100% van de gedempte watergangen te compenseren, daarnaast moet 10% van het verhard oppervlak aan water worden toegevoegd.
Binnen de Zuidpolder wordt 1,4 ha open water gerealiseerd wat voldoende is en aanvullend wordt er 0,75 ha in de retentiezone gerealiseerd (50% van het totale oppervlak van de retentiezone).
Daarnaast is voldaan aan de eisen van het waterschap op het gebied van waterdiepte, taludhellingen en plasdrasbermen in de profielen en is rekening gehouden met waterbreedtes voor het onderhoud van de watergangen, overwegend rijdend.
De groenstructuur van de Zuidpolder sluit aan op de bestaande groenstructuur van Eemnes en is onderdeel van de hoofdstructuur van de wijk. De landschapsrichting van de ondergrond is in hoofdzaak aanleiding voor verschillende groene verbindingen. Langs de Blomsingel ligt een groenstrook in deze landschapsrichting. Aan de zuidelijke grens ligt de paardenroute in een landelijk profiel van groen en water. De woningen liggen daarmee aan een openbare ruimte die is ingericht met groen en water. Daarnaast worden er in het gehele plangebied van de Zuidpolder veel bomen geplant.
Spelen
Gezinnen vormen een grote deel van de doelgroep in de nieuwe Zuidpolder. Het aspect 'spelen in de wijk' is daarom erg belangrijk. Voor de buurt is er aan het Van Eijdenplantsoen een grote groene ruimte die deels ook ingericht is als speelplek voor kinderen van 0-6 en voor kinderen van 6-12 jaar en er is een grote wijkspeelplaats in de noordoosthoek van de Zuidpolder.
Voor de beeldkwaliteit van de woningen is een beeldkwaliteitsplan op hoofdlijnen opgesteld. Dit document omvat de regels en richtlijnen voor de realisatie van alle gebouwen die in het plangebied van de Zuidpolder zullen worden gerealiseerd. Het beeldkwaliteitsplan is een inspiratiebron die bij de bouwplanontwikkeling zal worden toegepast om de ambitie, sfeer en intentie van de beeldkwaliteit te realiseren.
Een charmant karakter van architectuur en stedenbouw
Het dorpse karakter van Eemnes is uitgangspunt voor de beeldkwaliteit van de Zuidpolder. Kenmerkend voor de bestaande, wat oudere bebouwing van Eemnes is de duidelijke samenhang en tegelijkertijd de verscheidenheid. De verscheidenheid zit in de omvang van de bouwvolumes en in de detailleringen van de gebouwen. Dit alles echter binnen een traditionele architectuurstijl en traditioneel materiaal- en kleurgebruik.
Een langgerekt stratenpatroon met variatie in plekken
In het Masterplan is de beoogde dorpse sfeer al herkenbaar. In het plan spelen variatie in plekken, informele openbare ruimte en de ontspannen manier van ordenen een belangrijke rol. Binnen het langgerekte patroon van het onderliggend landschap zijn er geknikte verspringende straten gemaakt. Hierdoor ontstaan er in het plan kleinschalige ruimtes. Door de afwisseling in straatbreedte worden informele plekken en pleintjes gevormd. De straten zijn vervolgens ontworpen met weinig onderscheid en zonering; de voetganger heeft er prioriteit. De auto wordt zo min mogelijk op straat geparkeerd maar op de eigen oprijlaan of in parkeerhofjes tussen de woningen. Hierdoor blijft er in de straten ruimte voor een inrichting met veel bomen en overig groen. Zo biedt de Zuidpolder een aangename ruimte voor ontmoeten en verblijven.
Variatie in eenheid
In de Zuidpolder is een grote variatie van woningtypen gepland. Deze zullen gemixt worden toegepast door de gehele wijk, waardoor een gevarieerd straatbeeld ontstaat, wat bijdraagt aan de gewenste dorpse sfeer. In het deelgebied 4.2 worden de woningtypen; vrijstaand en mogelijk twee-onder-één-kap gerealiseerd. Door de variatie in kavelgroottes en posities van de woningen ontstaat het gevarieerde straatbeeld. Een woning in het deelplan vormt een accentwoning.
Om te komen tot een samenhangende wijk, zijn juist bindende elementen belangrijk. De architectuurstijl sluit aan op die van de oorspronkelijke bebouwing van Eemnes. De eenheid ligt onder andere in de toepassing van kappen, kenmerkende detaillering als gootklossen en houten betimmering in de kopgevel en het traditionele materiaal- en kleurgebruik. Op deze manier ontstaat de gewenste variatie, maar is er ook sprake van een samenhangende dorpse sfeer en een eigen identiteit voor de Zuidpolder
Voor het bestemmingsplan 'Woongebied Zuidpolder, 2e herziening' zijn in 2017 verscheidene onderzoeken uitgevoerd waaruit is gebleken dat, er vanuit omgevingsaspecten gezien, geen belemmeringen zijn voor het ontwikkelen van woningen in de Zuidpolder. Derhalve wordt voor het voorliggende plan aangesloten bij de conclusies uit deze onderzoeken.
Op 4 februari 2013 is een ontheffing van de Flora- en faunawet verleend aangaande het voornemen voor de aantasting van vaste verblijfplaatsen voor een paartje van de kerkuil en steenuil aan de Wakkerendijk (ontheffing met nummer FF/75C/2012/0317).
De werkzaamheden waarvoor en de maatregelen waaronder de ontheffing is verleend zijn uitgevoerd.
In de navolgende paragrafen wordt het geluidsonderzoek, stikstofonderzoek en het waterstructuurplan toegelicht.
Het deelplan 4.2 is gelegen in het aanduidingsgebied 'geluidzone - hogere grenswaarden', daarom is aanvullend geluidsonderzoek uitgevoerd.
Het stikstofonderzoek is vanwege de nieuwe regelgeving (vervallen van de PAS) uitgevoerd voor dit uitwerkingsplan.
Het waterstructuurplan is in 2012 is opgesteld voor de Zuidpolder. Dit plan is niet geactualiseerd in het kader van het bestemmingsplan 'Woongebied Zuidpolder, 2e herziening' maar is nog wel van toepassing.
Adviesbureau Royal Haskoning heeft de geluidsbelastingen op de woningen in deelgebied 3.4 en 4.2 onderzocht. Indien er op deze woningen sprake is van een overschrijding van de voorkeurswaarde in de Wet geluidhinder dan dient voor deze woningen een hogere waarde te worden vastgesteld. De memo (d.d. 20 juli 2021) behorende bij dit onderzoek is opgenomen in Bijlage 1.
Kader
De woningen bevinden zich binnen de geluidzone van twee relevante wegen: Zuidersingel en de Rijksweg A27. In de Wet geluidhinder wordt de Zuidersingel als een stedelijke situatie beschouwd en de Rijksweg A27 als buitenstedelijke situatie. Voor beide wegen gelden derhalve een andere ten hoogste toelaatbare geluidbelasting.
De voorkeurswaarde bedraagt 48 dB voor beide wegen. De ten hoogste toelaatbare geluidbelasting bedraagt 63 dB voor de Zuidersingel en 53 dB voor de Rijksweg.
Op de berekende geluidbelastingen is conform art. 110g Wgh de wettelijke aftrek toegepast.
Resultaten
Rijksweg A27
De geluidbelastingen vanwege de Rijksweg A27 zijn niet hoger dan de voorkeurswaarde van 48 dB.
Zuidersingel
De geluidbelastingen vanwege de Zuidersingel zijn niet hoger dan de voorkeurswaarde van 48 dB.
Conclusie
De geluidbelastingen vanwege de Rijksweg A27 en Zuidersingel zijn niet hoger dan de voorkeurswaarde van 48 dB. Het planvoornemen kan vanuit dit aspect gerealiseerd worden.
Een onderzoek stikstofdepositie is uitgevoerd. Het rapport is als Bijlage 2 bijgevoegd. Op basis van het uitgevoerde onderzoek is gesteld dat het projecteffect op de Natura 2000-gebieden ten gevolge van de gebruiksfase kleiner dan of gelijk is aan 0,00 mol/ha/jaar. Bij een dergelijk projecteffect zorgt het beoogde plan niet voor een significante toename in stikstofdepositie en kunnen negatieve effecten worden uitgesloten. Op basis van het onderzoek blijkt dat er geen vergunning Wet natuurbescherming (gebiedsbescherming) benodigd is voor het aspect stikstof.
Voor de ontwikkelingen in de Zuidpolder, het bedrijventerrein en het woongebied, is een waterstructuurplan opgesteld (2 mei 2012). In aanvulling hierop is door Civil Support een aangepast waterstructuurplan opgesteld (d.d. november 2013).
Op dit moment is het totale gebied bouwrijp. Voor de ontwikkeling bestond het plangebied uit grasland en water. De functiewijziging van het plangebied heeft significante veranderingen van het watersysteem met zich meegebracht. Dit had kunnen leiden tot problemen met waterkwantiteit (inundatie, water op straat) en waterkwaliteit (stank, vissterfte, etc.). Maar de ontwikkeling bood juist ook kansen om een uitgebalanceerd watersysteem vorm te geven. Hiermee hebben we problemen in de toekomst voorkomen.
Omdat het gebied onderdeel uitmaakte van een poldersysteem, heeft het onderzoek het hele peilvak in ogenschouw genomen.
Het oppervlaktewater van de Zuidpolder is verdeeld in 4 peilgebieden, een deel van de Zuidpolder waar eenzelfde waterpeil heerst. Er wordt gebruik gemaakt van 4 waterpeilen door het hoogteverloop in het maaiveld en de hoogte van de bestaande peilgebieden in de directe omgeving.
Om het oppervlaktewater vertraagd af te voeren zijn stuwen toegepast, hierdoor blijft het water zo lang mogelijk in de Zuidpolder.
In de onderstaande figuur zijn de peilgebieden en stuwen weergegeven.
Figuur 4.2 schematische weergave peilgebieden
In de onderstaande tabel zijn de afvoerende oppervlakken (inclusief open water) per peilgebied weergegeven.
Figuur 4.1 afvoerende oppervlakken en oppervlaktewater per peilgebied
Aan de noordoostzijde van de Zuidpolder, in de groenzone tussen de Zuidpolder en de Wakkerendijk, zijn twee retentievoorzieningen opgenomen. Een retentievoorziening is een verlaagd gebied waar water tijdelijk kan worden gebufferd bij veel regenval. Beide voorzieningen hebben een volume van 1.500 m3. Deze gebieden worden gebruikt om overtallig oppervlaktewater te bufferen en is meegenomen in de bergingsberekening.
Met het waterschap Vallei en Veluwe is naar aanleiding van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Zuidpolder' in het kader van het artikel 3.1.1 Bro vooroverleg, overeenstemming bereikt dat het tekort van de wateropgave van het bedrijventerrein in het woongebied zal worden gecompenseerd.
Het oppervlaktewatersysteem voor Zuidpolder en de uitbreiding van het bedrijventerrein Zuidbuurt watert van west naar oost af naar het oostelijk gelegen landelijk peilgebied, aan de andere zijde van de Wakkerendijk. Hiervoor wordt een nieuwe onderdoorgang door de Wakkerendijk gerealiseerd.
Dit nieuwe watersysteem sluit nergens aan op het bestaande watersysteem van de bebouwde kom van Eemnes. Het bestaande watersysteem kan namelijk geen extra afvoer dragen. Het pen oppervlaktewatersysteem voor de Zuidpolder voldoet aan de ontwerp- en bergingseisen van het waterschap. Zo is er gekeken naar de maximaal toelaatbare peilstijging bij van tevoren bepaalde buien en of het watersysteem voldoende buffer heeft. Uit de toetsing blijkt dat het watersysteem ruim voldoet aan de bergingseisen van het waterschap. Daarnaast is het ontwerp getoetst aan de ontwerpeisen van het waterschap voor beheer en onderhoud, zoals taluds en waterbreedtes.
De sloten worden vanaf de rijbaan onderhouden, m.u.v. de watergang grenzende aan de wijk Zuidbuurt aan de noordzijde van de Zuidpolder. Hiervoor worden 2 inlaatplaatsen aangebracht om varend onderhoud mogelijk te maken.
De riolering bestaat uit een systeem waarbij huishoudelijk afvalwater en regenwater gescheiden worden ingezameld. Het huishoudelijke afvalwater wordt ingezameld en afgevoerd naar een rioolgemaal.
Verharding, van woningen en wegen, die grenzen aan oppervlaktewater kunnen daar rechtstreeks op worden aangesloten. De overige verharding wordt middels hemelwaterriolering afgevoerd.
Het plangebied watert af door de sloten en plaatselijk aanvullende drainage, een ondergronds buizenstelsel voor het afvoeren van water naar sloten. Uit de berekeningen blijkt dat alleen de wegen die niet grenzen aan een sloot voorzien hoeven te worden van drainage.
In het rapport van Civil Support worden 4 peilen aangebracht, namelijk:
De planregels zijn opgedeeld in 4 hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk worden de inleidende regels gegeven. In het tweede hoofdstuk is de bestemmingsregeling gegeven die gelden voor het plangebied. In hoofdstuk 3 zijn vervolgens de algemene regels opgenomen. Tot slot staan in hoofdstuk 4 de overgangs- en slotregels.
Dit uitwerkingsplan is een uitwerking van het bestemmingsplan 'Woongebied Zuidpolder, 2e herziening'. Krachtens artikel 3.6 onder 3 Wro maken de regels van dit uitwerkingsplan deel uit van het bestemmingsplan. Derhalve is in deze uitwerking naast de regels alleen de naam waaronder het plan kan worden aangehaald vastgelegd. Voor de begripsbepalingen wordt verwezen naar het bestemmingsplan 'Woongebied Zuidpolder, 2e herziening'. In dit uitwerkingsplan is een bestemming uit het moederplan uitgewerkt: 'Wonen - Uit te werken'. Hiertoe zijn in het uitwerkingsplan de bestemmingen Water en Wonen opgenomen.
Onderstaand is uiteengezet wat de functie van de artikelen is binnen het bestemmingsplan.
Artikel 2 Water
Ter compensatie van de toename in bebouwing wordt binnen het plangebied open water gerealiseerd. De nieuwe watergang wordt opgenomen met de bestemming Water. Binnen deze bestemming zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan met een maximale bouwhoogte van 3 m. Ten behoeve van de verkeersontsluiting van het plangebied is het mogelijk om bruggen en duikers te realiseren. Eveneens worden hier voor de flexibiliteit van het plan ook groenvoorzieningen toegestaan.
Artikel 3 Wonen
Binnen deze bestemming zijn de te realiseren woningen opgenomen. Hiernaast biedt de bestemming tevens ruimte aan beroepsmatige activiteiten aan huis en aan tuinen, erven en bijgebouwen. Binnen de bestemming zijn de bebouwingsvlakken voor de hoofdbebouwing aangegeven, die via de regels bepalen welke de gebruiks- en inrichtingsmogelijkheden zijn, zoals die gelden ten aanzien van de situering van de woningen, de bouwhoogte en de situering van bijgebouwen.
Bij ontwikkelingen die middels het bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt, is het noodzakelijk aan te tonen in hoeverre de beoogde plannen financieel haalbaar zijn en wie de risicodragende partij is. In dit kader is in afdeling 6.4 Wro bepaald dat de gemeenteraad een exploitatieplan moet vaststellen, indien een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan is voorgenomen. Hiervan kan worden afgeweken indien de plankosten anderzijds zijn verzekerd, bijvoorbeeld door een anterieure overeenkomst.
De gemeente Eemnes voert de ruimtelijke ontwikkeling zoals die in het bestemmingsplan mogelijk is gemaakt gezamenlijk met de overige grondeigenaren in het plangebied uit. Hiertoe is een samenwerkingsovereenkomst getekend op 22 augustus 2013 die dient als anterieure overeenkomst in het kader van de Wro. De kosten die met de ruimtelijke ontwikkeling samenhangen worden gedekt door de opbrengsten die voortkomen uit de uitgifte van bouwrijpe kavels. Door in de samenwerkingsovereenkomst alle afspraken vast te leggen, waarmee het kostenverhaal zeker is gesteld, is het dus niet nodig om een exploitatieplan vast te stellen.
Burgemeester en wethouders moeten met toepassing van artikel 3.6, lid 1b van de Wet ruimtelijke ordening het moederplan uitwerken. Een besluit tot planuitwerking mag pas worden vastgesteld nadat belanghebbenden in de gelegenheid zijn gesteld tegen het ontwerp van het uitwerkingsplan zienswijzen naar voren te brengen.
Het ontwerp uitwerkingsplan is in het kader van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) vanaf 6 oktober 2021 gedurende 6 weken ter inzage gelegd. Gedurende deze periode was er de mogelijkheid om zienswijzen op het uitwerkingsplan in te dienen. Er zijn geen zienswijzen ingediend. Het uitwerkingsplan is op 7 december 2021 vastgesteld.