Type plan: beheersverordening
Naam van het plan: Bedrijventerrein Bramenberg
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0317.BVBedrtBramenberg-Va01

Toelichting

 
1 Inleiding
1.1 De beheersverordening
Conform de Wet ruimtelijke ordening is de gemeente Eemnes bezig haar bestemmingsplannen te actualiseren. Voor het bedrijventerrein Bramenberg (voorheen Zuidbuurt) is het vigerende bestemmingsplan nog niet geactualiseerd. De actualisering van het bestemmingsplan voor dit gebied is momenteel in uitvoering. Voor het plangebied Bedrijventerrein Bramenberg zal de actualisatie middels een nieuw bestemmingsplan niet voor de wettelijk voorgeschreven datum afgerond zijn. Voor het plangebied betekent dit dat tussentijds de regeling geactualiseerd moet worden.
 
Om alsnog aan de actualiseringsplicht te voldoen, bestaat als alternatief voor een nieuw bestemmingsplan de mogelijkheid een beheersverordening op te stellen. Dit instrument leent zich voor situaties waarbij redelijkerwijs geen ruimtelijke ontwikkelingen voorzien kunnen worden of waarbij onduidelijk is op welke termijn ruimtelijke ontwikkelingen verwacht kunnen worden. Voor die situaties legt een beheersverordening de ruimtelijke mogelijkheden uit de vigerende bestemmingsplannen vast en blijven ook alle legale situaties toegestaan die van die vigerende plannen afwijken. 
  
Gelet op de uitgangspunten dat er:
  1. geen ruimtelijke ontwikkelingen worden voorzien binnen de termijn van geldigheid van de verordening;
  2. de gemeente kiest voor behoud van de fysieke en functionele structuur van het gebied;
  3. de vigerende regelingen afdoende ruimte bieden voor kleinschalige ontwikkelingen op perceelsniveau;
kiest de gemeente Eemnes voor het instrument 'beheersverordening' voor het plangebied Bedrijventerrein Bramenberg om aan de actualiseringsplicht uit de Wro te voldoen.
1.2 Ligging verordeningsgebied
De begrenzing van het verordeningsgebied is weergegeven in figuur 1.1.
 
Figuur 1.1. Ligging verordeningsgebied 
1.3 Vigerende plannen
In het verordeningsgebied is het volgende plan van kracht: 
  1. Bestemmingsplan Bedrijventerrein Zuidbuurt (29 mei 2006)
Dit plan komt, zoals in de Wet ruimtelijke ordening is bepaald, bij inwerkingtreding van de beheersverordening te vervallen.
  
Op termijn zal het nog op te stellen bestemmingsplan Bedrijventerrein Bramenberg de planologische regeling van het verordeningsgebied overnemen.
2 Beleidsaspecten
2.1 Inleiding
In het kader van deze beheersverordening is getoetst welke beleidsstukken op rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau relevant zijn. Gelet op het uitgangspunt voor deze beheersverordening – voortzetting van de bestaande situatie, inclusief de planologische mogelijkheden –  is een uitgebreidere toetsing niet noodzakelijk. De conclusie is dat deze beleidsaspecten de totstandkoming van de beheersverordening niet in de weg staan.
 
3 Juridische toelichting
3.1 Inleiding
In dit hoofdstuk wordt de keuze voor het instrument beheersverordening uiteengezet en een uitleg gegeven bij de planologische regeling.
 
3.2 De beheersverordening
3.2.1 Het instrument
De gemeente is gehouden aan de zogenoemde actualiseringsplicht op grond van artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening. Deze actualiseringsplicht betekent dat de gemeente ervoor dient te zorgen dat het hele grondgebied is voorzien van actuele bestemmingsplannen of beheersverordeningen, dat wil zeggen niet langer dan 10 jaar geleden vastgesteld. Voor Bedrijventerrein Bramenberg wordt de 10 jaarstermijn niet gehaald.
 
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) biedt gemeenten de mogelijkheid om in plaats van een bestemmingsplan een beheersverordening voor een gebied vast te stellen. Een beheersverordening vormt, net als het bestemmingsplan, het kader waaraan onder andere bouwaanvragen worden getoetst en op basis waarvan de gemeente handhavend kan optreden op het moment dat in strijd met bepalingen uit de verordening wordt gehandeld (denk aan illegale gebruiksvormen of illegale bebouwing).
 
De gemeente kiest er daarom voor om voor dit gebied nog geen bestemmingsplan, maar een beheersverordening vast te stellen. Deze beheersverordening heeft tot doel de bestaande situatie te beheren. 
  
Een beheersverordening is een beheerregeling voor het bestaand gebruik voor een gebied met een lage dynamiek waarin geen ruimtelijke ontwikkelingen zijn voorzien binnen de horizon van de verordening. Het begrip 'bestaand' kan daarbij zowel 'eng' als 'ruim' worden uitgelegd. Bij bestaand gebruik in enge zin worden alleen de bestaande feitelijk aanwezige functies en bebouwing vastgelegd. Het gaat daarbij om gebruik en bouwen inclusief hetgeen op basis van verleende vergunningen is toegestaan, maar nog niet is gerealiseerd.
 
Bij bestaand gebruik in ruime zin wordt het vigerende bestemmingsplan als uitgangspunt genomen.
 
In dit geval is gekozen voor de ruime variant, door de vigerende regeling voor het verordeningsgebied van toepassing te verklaren. Wel zijn wijzigingsbevoegdheden hieruit verwijderd. Dit omdat een beheersverordening wettelijk gezien geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk mag maken.
  
Bestanddelen beheersverordening
 
Anders dan bij het bestemmingsplan bepaalt de Wet ruimtelijke ordening (Wro) niet uit welke elementen een beheersverordening bestaat. Het is wel duidelijk dat de beheersverordening betrekking heeft op een gebied en regels geeft voor het beheer van dat gebied en voor het vastleggen van de bestaande situatie. De beheersverordening heeft een digitale component en sluit aan bij de digitale opzet van de instrumenten van de Wro.
 
Dat maakt dat een beheersverordening bestaat uit:
  • een object, dat bestaat uit het gebied waarop de verordening betrekking heeft. Dat is op de bijbehorende verbeelding aangegeven als verordeningsgebied, met een of meer objecten binnen het gebied, die op de verbeelding zijn aangeven als besluit(sub)vlak;
  • regels die gekoppeld zijn aan het gebied en/of de objecten en die kunnen gaan over gebruiken, bouwen, aanleggen en slopen, afwijken met een omgevingsvergunning en eventueel overgangsrecht.
 
3.2.2 Keuze voor beheersverordening
Voor het verordeningsgebied is er geen sprake van concrete voorgenomen ontwikkelingen. Mogelijk zullen zich binnen de horizon van de verordening op kleine schaal ontwikkelingen voordoen, zoals wijzigingen van (het uiterlijk van) hoofdgebouwen en het (her)inrichten van openbaar gebied, zoals de aanleg van groenvoorzieningen.  
 
Om de bestaande kwaliteit van het gebied te behouden wordt de beheersverordening ingezet. De beheersverordening is voor dit doel het geschikte instrument, omdat het juist bedoeld is om de bestaande situatie vast te leggen, terwijl kleinschalige ruimtelijke wijzigingen mogelijk blijven, voor zover passend bij een gebied met lage dynamiek.
 
Gebleken is dat het huidige planologische kader van onderhavig plangebied nog voldoende actueel is. Er is daarom voor gekozen uit te gaan van de huidige planologische mogelijkheden. Binnen de huidige regeling worden geen ongewenste ontwikkelingen en mogelijkheden geboden, waardoor het huidige bestemmingsplan de basis is voor deze verordening.
 
3.3 Uitleg van de regeling
3.3.1 Uitgangspunten regeling
De beheersverordening is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
  • beheer van de bestaande legale situatie (gebruik en bouwen);
  • (in principe) het behoud van de planologische ruimte zoals deze in de geldende plannen is opgenomen en de in de tussentijd verleende vrijstellingen/afwijkingen. 
Zowel het behoud van de bestaande situatie als het behoud van de planologische ruimte vormen de onderlegger voor de beheersverordening. Om de planologische ruimte uit de vigerende plannen in deze verordening over te nemen, is de regeling uit de vigerende plannen in deze verordening overgenomen.
 
In de regeling is expliciet bepaald dat indien de bestaande legale situatie afwijkt van hetgeen op het kaartbeeld en/of in de regels is bepaald, de bestaande legale situatie alsnog is toegestaan.
  
Met de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), is een aantal termen, die gebruikt werden in de voorgaande bestemmingsplannen, niet meer actueel. In plaats van een aanlegvergunning, wordt nu gesproken over een 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden' en in plaats van een vrijstelling, is er nu sprake van een afwijking. De inhoud en de bedoeling van de regels wijzigen echter niet, er is sprake van een nieuwe naam van de vergunningen. In deze verordening is aangegeven hoe deze vergunningen nu moeten worden gelezen.
  
3.3.2 Overige legale situaties
Situaties die niet voldoen aan de ter plaatse geldende regeling op basis van de plannen zoals hierboven aangehaald, maar wel legaal tot stand gekomen zijn, blijven eveneens toegestaan. Dit is bepaald in artikel 2 sub b.
 
Het kan daarbij gaan om zowel bouw- als gebruiksmogelijkheden overeenkomstig een eerder doorlopen ruimtelijke procedure.
 
3.4 Procedureel
De beheersverordening is een gemeentelijke verordening. In tegenstelling tot een bestemmingsplan of omgevingsvergunning, staat tegen de vaststelling van een beheersverordening geen beroep open. De beheersverordening wordt digitaal vastgesteld tegelijk met de verordening op papier. Bij verschil in uitleg is de digitale versie doorslaggevend.
  
Een beheersverordening kent, net als andere gemeentelijke verordeningen, geen directe rechtsbescherming. Dit is pas aan de orde in het kader van vergunningverlening. Op basis van de beheersverordening kan een omgevingsvergunning voor het bouwen worden afgegeven of geweigerd. Op het moment dat een belanghebbende het niet eens is met deze vergunning of deze weigering kan hij dit besluit aanvechten. Dit kan ertoe leiden dat de bestuursrechter een uitspraak over de verleende of geweigerde omgevingsvergunning moet doen. De rechter kan hierbij kijken naar de gronden waarop de omgevingsvergunning is verleend, waaronder de beheersverordening (indirecte toetsing). Indien de rechter van mening is dat de gemeenteraad voor het onderhavige perceel geen beheersverordening had mogen vaststellen, omdat er op voorhand allerlei ruimtelijke ontwikkelingen te voorzien waren, dan kan de rechter de beheersverordening onverbindend verklaren en in het verlengde hiervan het besluit tot verlenen van de omgevingsvergunning vernietigen, omdat het niet op goede gronden is genomen (exceptie van onwettigheid). In deze situatie blijft de beheersverordening bestaan, maar heeft deze geen rechtskracht.
    
4 Omgevingsaspecten
4.1 Inleiding
In dit hoofdstuk wordt beschreven op welke wijze rekening is gehouden met de in en rond het verordeningsgebied voorkomende relevante omgevingsaspecten.
 
Omdat deze beheersverordening enkel de bestaande planologische situatie voortzet, is de onderzoeksopgave van beperkte omvang. Om die reden is de afweging per aspect beknopt weergegeven in een tabel.  
4.2 Afweging
aspectkaderbeoordelingafweging
VerkeerOntsluiting en verkeersgeneratieDe ontwikkeling mag niet leiden tot een verslechtering van de doorstroming op de ontsluitende wegen.Omdat uitsluitend de vigerende ruimtelijke mogelijkheden worden overgenomen, leidt de beheersverordening niet tot nieuwe verkeersgeneratie.
Ook de wegenstructuur blijft ongewijzigd. De ontsluiting van het gebied is hiermee gewaarborgd.
WaterWatertoetsHet plan moet voldoen aan een goede waterkwantiteit en -kwaliteit, wateropvang en -afvoer en bescherming tegen het water.Los van beperkte uitbreidingsmogelijkheden (op bestaande percelen, binnen bouwvlak) die overeenkomen met de mogelijkheden uit de vigerende plannen, zijn geen nieuwe ontwikkelingen voorzien. De waterkwantiteit en -kwaliteit blijft zodoende ongewijzigd, evenals de opvang en afvoer.
Ecologie
Natuurbeschermingswet 1998Is er sprake van significant negatieve effecten? Aangezien er geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, zijn er geen negatieve effecten.
 Flora- en faunawet
Is er sprake van aantasting, verontrusten of verstoren van beschermde dier- en plantensoorten, hun nesten, holen en andere voortplantings- of vaste rust- en verblijfplaatsen?De beheersverordening gaat uit van de bestaande situatie, er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Overtreding van de Flora- en faunawet treedt dan ook niet op.
ArcheologieArcheologische beleidsadvieskaartArcheologische waarden en verwachtingswaarden dienen beschermd te worden. Het bestaande regime, en daarmee ook deze beheersverordening kent geen bouwmogelijkheden welke onevenredige afbreuk doen aan de aanwezige archeologische waarden. Overigens kent het plangebied een middelhoge tot hoge archeologische verwachtingswaarde.
CultuurhistorieBesluit ruimtelijke ordening Zijn de aanwezige cultuurhistorische waarden voldoende beschermd tegen nieuwe ontwikkelingen? De beheersverordening betreft een conserverende regeling. Er is geen specifieke bescherming van cultuurhistorische waarden noodzakelijk, aangezien de beheersverordening geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt die de cultuurhistorische waarden kunnen aantasten. Rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten zijn op grond van de Monumentenwet en de gemeentelijke Monumentenverordening voldoende beschermd. Overigens bevinden zich in het verordeningsgebied geen Rijksmonumenten en /of gemeentelijke monumenten.
Relatie met omliggende (bedrijfs) functiesBedrijven en milieuzoneringZijn er bedrijfsfuncties in de omgeving aanwezig/mogelijk?De vigerende mogelijkheden voor bedrijven zijn met dezelfde kaders toegestaan. Bovendien worden geen milieugevoelige functies mogelijk gemaakt.
Zodoende leiden de bedrijven en milieugevoelige functies onderling niet tot functionele beperkingen.
Bodemkwaliteit Besluit bodemkwaliteitBodemkwaliteit dient voldoende te zijn voor beoogde functieAangezien de verordening uitgaat van de bestaande situatie, is in beginsel geen bodemonderzoek noodzakelijk. In het geval van sloop- en bouwwerkzaamheden moet voor de bodemkwaliteit in het kader van een omgevingsvergunning als nog een bodemonderzoek worden verricht.
LuchtkwaliteitWet luchtkwaliteitWordt voldaan aan de genoemde grenswaarden in de Wet luchtkwaliteit?De verordening maakt geen nieuwe functies mogelijk, waardoor de verkeersaantrekkende werking gelijk blijft. De luchtkwaliteit wordt zodoende niet beïnvloed.
WegverkeerslawaaiWet geluidhinderWordt voldaan aan de genoemde grenswaarden in de Wet geluidhinder?Op de locatie worden geen nieuwe geluidsgevoelige functies mogelijk gemaakt, waardoor akoestisch onderzoek in het kader van de Wet geluidhinder achterwege kan blijven.
BeeldkwaliteitWelstandsnotaWordt de beeldkwaliteit van het verordeningsgebied voldoende geborgd?Los van beperkte uitbreidingsmogelijkheden (op bestaande percelen, binnen bouwvlak) die
overeenkomen met de mogelijkheden uit de vigerende plannen, zijn geen nieuwe
ontwikkelingen voorzien. Hiermee wordt de beeldkwaliteit voldoende behouden. Verder blijkt uit de Welstandsnota 2012 van de gemeente Eemnes dat bij onderhavig bedrijventerrein de bestaande gebouwde omgeving het kwalitatieve referentiepunt is voor ieder (vergunningplichtig) bouwwerk.