Buitenrand 2012, partiële herziening bedrijventerrein Eembrugge

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

Voorliggend rapport betreft het bestemmingsplan "Buitenrand 2012, partiële herziening bedrijventerrein Eembrugge" van de gemeente Eemnes.

1.1 Aanleiding en doel

Op 24 februari 2014 heeft de raad van de gemeente Eemnes het bestemmingsplan "Buitenrand 2012" vastgesteld. Dat bestemmingsplan bevat in grote lijnen twee deelgebieden: het gebied Goyergracht tussen de autosnelweg A27 en de gemeentegrens met Laren, en het bedrijventerrein in Eembrugge.

Sinds de vaststelling van het bestemmingsplan is een besluit genomen dat aanleiding geeft het plandeel 'Bedrijventerrein' op onderdelen te herzien. Het betreft het volgende besluit:

• een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State omtrent het bestemmingsplan (13 mei 2015)

Voorts is een aantal ambtshalve aanpassingen verwerkt die de lees- en bruikbaarheid van het bestemmingsplan vergroten, alsmede enkele actuele situaties.

1.2 Ligging en kadastrale begrenzing

Onderstaande afbeelding geeft de topografische situatie weer.

TOPOGRAFISCHE SITUATIE

Onderstaande afbeelding geeft de kadastrale situatie weer. Tevens is de plangrens van voorliggend bestemmingsplan ingetekend.

KADASTRALE SITUATIE

1.3 Vigerend bestemmingsplan

1.3.1 Bestemmingsplan "Buitenrand 2012"

Ter plaatse van het plangebied vigeert het bestemmingsplan "Buitenrand 2012":

• vastgesteld door de gemeenteraad op 24 februari 2014;
• onherroepelijk door uitspraak Raad van State op 13 mei 2015.

Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de vigerende verbeelding. De ligging van het plangebied is aangegeven.

UITSNEDE VERBEELDING VIGEREND BESTEMMINGSPLAN

Dit bestemmingsplan omvat het bedrijventerrein Eembrugge, gelegen ten noorden van de autosnelweg A1, tussen de Eem en de Bisschopsweg en tussen de Eem en de Eemweg. Het deelgebied Bedrijventerrein omvat hoofdzakelijk bedrijven maar ook een woning, agrarische gronden, verkeer, recreatie, water, groen en natuur.

N.B.	Het plangebied van het bestemmingsplan "Buitenrand 2012" omvat ook de het plandeel Goyergracht (niet afgebeeld). Voorliggende partiële herziening heeft geen invloed op de dit plandeel.

Hoofdstuk 2 Beschrijving herziening

In dit hoofdstuk worden per besluit de onderdelen van de partiële herziening van het vigerende bestemmingsplan beschreven.

2.1 Uitspraak Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Op 13 mei 2015 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan inzake de beroepen die door zes partijen zijn gedaan omtrent het bestemmingsplan "Buitenrand 2012". Van de ingestelde beroepen worden er twee gegrond verklaard, waarvan er slechts één van toepassing is op gronden binnen voorliggende partiële herziening.

De uitspraak leidt tot vernietiging van het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied 2012" "voor zover het betreft het plandeel met de bestemming 'Bedrijf' met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - afvalinzamel en -scheidingsdepot en groothandel in afvalstoffen' betreffende het perceel Eemweg 78A te Eemnes". De Afdeling draagt de raad voorts op om een nieuw besluit te nemen ten aanzien van dit plandeel.

Conform de uitspraak van de Afdeling zijn in voorliggende partiële herziening ter plaatse van perceel Eemweg 78A drie aspecten aangepast.

• 1. Per abuis was op het perceel niet de functieaanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1' opgenomen. Dit is middels dit bestemmingsplan hersteld. Naast dat in het algemeen bedrijven tot en met categorie 3.1 zijn toegestaan kan hierdoor ook gebruik gemaakt worden van het afwijken van de gebruiksregels in artikel 5.5. lid a waarmee ook bedrijven tot en met categorie 4.1, zoals aangegeven in de Staat van bedrijfsactiviteiten, die naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn met de toegelaten categorieën, kunnen worden gevestigd.

Tevens kan hierdoor gebruik gemaakt worden van het afwijken van de gebruiksregels in artikel 5.5. lid b waarmee ook bedrijven die niet zijn genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten maar naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn met de toegelaten bedrijven kunnen worden gevestigd;

• 2. Op de verbeelding is op het perceel een de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage, 70%' opgenomen, waarmee dit bebouwingspercentage van toepassing is op het perceel conform de regeling in artikel 5.2 lid b: 'het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan 45% van het bouwperceel, tenzij op de verbeelding een ander percentage is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)'';
• 3. De regeling in artikel 5.1 lid b: 'uitsluitend opslag van materialen ten behoeve van bedrijven behorende tot ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'opslag'' is aangepast naar: 'uitsluitend opslag van goederen, (bouw)materialen en materieel ten behoeve van bedrijven'. Hiermee is op het gehele bedrijventerrein binnen de bestemming 'Bedrijf' binnen- en buitenopslag mogelijk.

2.2 Ambtshalve aanpassingen

2.2.1 Eemweg 31A - groothandel zand en grind

• 1. Om de bestaande vergunde activiteiten, groothandel in zand en grind met milieucategorie 3.2, op het perceel positief te bestemmen is naast de functieaanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1', is ook de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - groothandel in zand en grind' opgenomen. Hiermee is op dit perceel naast bedrijven van maximaal milieucategorie 3.1 ook een groothandel in zand en grind in de milieucategorie 3.2 toegestaan. Verhoging van de milieucategorie levert geen extra hinder op voor de omgeving. De omliggende woningen liggen in een gemengd gebied waarmee de richtafstand met 1 stap terug gebracht mag worden. Voor deze situatie betekent dit dat de richtafstand 50 meter wordt. De afstand tot de dichtstbijzijnde woningen bedraagt meer dan 125 meter. Er wordt daarmee ruimschoots voldaan aan de richtafstand. Er wordt geen extra hinder voor de omwonenden verwacht.

2.2.2 Eemweg 78A - groothandel in zand en grind

• 1. Omdat de activiteiten behorend bij de 'specifieke vorm van bedrijf - afvalinzamel- en afvalscheidingsdepot en groothandel in afvalstoffen' niet meer uitgeoefend worden op het perceel is op het perceel de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - afvalinzamel- en afvalscheidingsdepot en groothandel in afvalstoffen' verwijderd.
• 2. Om de bestaande vergunde activiteiten, groothandel in zand en grind met milieucategorie 3.2, op het perceel positief te bestemmen is naast de functieaanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1', is ook de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - groothandel in zand en grind en opslag van mineralen' opgenomen. Hiermee is op dit perceel naast bedrijven van maximaal milieucategorie 3.1 ook een groothandel in zand en grind in de milieucategorie 3.2 toegestaan. Verhoging van de milieucategorie levert geen extra hinder op voor de omgeving. De omliggende woningen liggen in een gemengd gebied waarmee de richtafstand met 1 stap terug gebracht mag worden. Voor deze situatie betekent dit dat de richtafstand 50 meter wordt. De afstand tot de dichtsbijzijnde woningen bedraagt meer dan 60 meter. Er wordt daarmee voldaan aan de richtafstand. Er wordt geen extra hinder voor de omwonenden verwacht.

2.2.3 Eemweg 78 - betoncentrale

• 1. De in het vigerend bestemmingsplan gebruikte term 'specifieke vorm van bedrijf - aannemers- en wegenbouwbedrijf' past niet bij de activiteiten die op het perceel plaats vinden. Om de naam van de functieaanduiding beter te laten passen bij de activiteiten die plaats vinden is de naam van de functieaanduiding gewijzigd in 'specifieke vorm van bedrijf - bouwbedrijf algemeen',
• 2. Naast de algemene bouwbedrijfsactiviteiten wordt op het perceel ook beton gefabriceerd. Daarom is op dit perceel ook de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - betoncentrale' opgenomen. De productiecapaciteit is in de regels wel beperkt tot maximaal 100 ton/uur. Hiermee betreft het een milieucategorie 3.2 bedrijf. Bij een hogere productiecapaciteit zou het milieucategorie 4.2 worden en dit is op deze locatie niet gewenst in verband met de ligging van woningen aan de overkant van de Eem.
• 3. Naast de al genoemde functieaanduidingen is ook de functieaanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1' opgenomen. Hiermee zijn naast de specifieke bedrijfsactiviteiten ook bedrijven van maximaal milieucategorie 3.1 toegestaan.

Hierdoor kan ook gebruik gemaakt worden van het afwijken van de gebruiksregels in artikel 5.5. lid a waarmee ook bedrijven tot en met categorie 4.1, zoals aangegeven in de Staat van bedrijfsactiviteiten, die naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn met de toegelaten categorieën kunnen worden gevestigd.

Tevens kan hierdoor gebruik gemaakt worden van het afwijken van de gebruiksregels in artikel 5.5. lid b waarmee ook bedrijven die niet zijn genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten maar naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn met de toegelaten bedrijven kunnen worden gevestigd.

2.2.4 Eemweg 80 - groothandel zand en grind en opslag van mineralen

• 1. Naast de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - groothandel in zand en grind en opslag van mineralen', is ook de functieaanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1' opgenomen. Hiermee zijn naast het specifieke bedrijf ook bedrijven van maximaal milieucategorie 3.1 toegestaan.

Hierdoor kan ook gebruik gemaakt worden van het afwijken van de gebruiksregels in artikel 5.5. lid a waarmee ook bedrijven tot en met categorie 4.1, zoals aangegeven in de Staat van bedrijfsactiviteiten, die naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn met de toegelaten categorieën kunnen worden gevestigd.

Tevens kan hierdoor gebruik gemaakt worden van het afwijken van de gebruiksregels in artikel 5.5. lid b waarmee ook bedrijven die niet zijn genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten maar naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn met de toegelaten bedrijven kunnen worden gevestigd.

2.2.5 Eemweg 82 - asfaltcentrale

• 1. De in het vigerend bestemmingsplan gebruikte term 'specifieke vorm van bedrijf - aannemers- en wegenbouwbedrijf' past niet bij de activiteiten die op het perceel plaats vinden. Om de naam van de functieaanduiding beter te laten passen bij de activiteiten die plaats vinden is de naam van de functieaanduiding gewijzigd in 'specifieke vorm van bedrijf - asfaltcentrale'. De productiecapaciteit is in de regels wel beperkt tot maximaal 100 ton/uur. Bij een hogere productiecapaciteit zou het milieucategorie 4.2 worden en dit is op deze locatie niet gewenst in verband met de ligging van woningen aan de overkant van de Eem.
• 2. Naast de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - asfaltcentrale', is ook de functieaanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1' opgenomen. Hiermee zijn naast het specifieke bedrijf ook bedrijven van maximaal milieucategorie 3.1 toegestaan.
  Hierdoor kan ook gebruik gemaakt worden van het afwijken van de gebruiksregels in artikel 5.5. lid a waarmee ook bedrijven tot en met categorie 4.1, zoals aangegeven in de Staat van bedrijfsactiviteiten, die naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn met de toegelaten categorieën kunnen worden gevestigd.
  Tevens kan hierdoor gebruik gemaakt worden van het afwijken van de gebruiksregels in artikel 5.5. lid b waarmee ook bedrijven die niet zijn genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten maar naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn met de toegelaten bedrijven kunnen worden gevestigd.
• 3. Op het perceel Eemweg 82 is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor de bouw van een installatie voor het produceren van warmte of produceren van brandstof en verbranding daarvan. Onder voorwaarden mag het bedrijf duurzame energie opwekken. Eén van de voorwaarden is dat er geen geluids- en geuroverlast ontstaat.

2.2.6 Toestaan opslag

De regeling in artikel 5.1 lid b: uitsluitend opslag van materialen ten behoeve van bedrijven behorende tot ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'opslag' is aangepast naar: 'opslag, uitsluitend opslag van goederen, (bouw)materialen en materieel ten behoeve van het eigen bedrijf'. Hiermee is op het gehele bedrijventerrein binnen de bestemming 'Bedrijf' binnen- en buitenopslag mogelijk.

2.2.7 Functieaanduiding woonschepenligplaats

Nabij de brug van de Bisschopsweg over de Eem ligt reeds langere tijd een woonschip. De ligging van dit woonschip wordt met de functieaanduiding 'woonschepenligplaats' positief bestemd.

2.2.8 Laden en lossen langs de Eem

Uit overleg met de betrokken bedrijven is gebleken dat enkele bedrijven een watervergunning bezitten voor het laden- en lossen van goederen aan de waterzijde, maar dat in het bestemmingsplan per abuis geen laad- en losplaats was opgenomen.

Daarom is in voorliggende bestemmingsplan binnen de bestemming 'Bedrijf' op de kade aan de Eem een aanduiding 'laad- en losplaats' opgenomen (een laad- en losplaats voor opslag en overslag van stukgoed, bulkgoed en containers). Hiermee wordt het realiseren van een laad- en losplaats mogelijk gemaakt. Het gebruik van de laad- en losplaats is gekoppeld aan de watervergunning van de provincie. Voordat gebruik gemaakt kan worden van de laad- en losplaats zal dus van de provincie Utrecht een watervergunning moeten worden verkregen. In de vergunning wordt onder andere geregeld hoe groot de schepen mogen zijn en hoeveel schepen naast elkaar mogen liggen.

2.2.9 Groenzones groen bestemmen

Ten noordwesten van Eemweg 82 is de bestemming 'Groen' verbreed. De bestaande bomen op gemeentelijk grondgebied staan hiermee binnen de bestemming 'Groen' en worden beter beschermd.

2.2.10 Vergroten bebouwingspercentage

Uit controle is gebleken dat het in artikel 5.2.lid b opgenomen bebouwingspercentage van 40% niet voldoende is voor de bestaande situatie van de bedrijven. Het bebouwingspercentage is daarom verhoogd naar 45%.

2.2.11 Tekstuele aanpassingen

Om het bestemmingsplan beter leesbaar te maken en enkele ondergeschikte correcties aan te brengen, zijn de planregels op onderdelen aangepast. Het betreft onder meer aanpassingen aangaande:

• enkele begrippen;
• de oppervlakte van paardenbakken en de hoogte van paardenbakomheiningen;
• het toevoegen van afwijkingsmogelijkheden ten aanzien van de hoogte van erf- en terreinafscheidingen;
• het vereenvoudigen van de regels ten aanzien van nevenactiviteiten, en beroep en bedrijf aan huis.

Hoofdstuk 3 Uitvoeringsaspecten

Voorliggende partiële herziening is 'technisch' van aard en geeft deels uitvoering aan reeds genomen besluiten. De overige ambtshalve aanpassingen dienen ter verbetering van de lees- en bruikbaarheid van het plan of voorzien in urgente praktijksituaties. De partiële herziening heeft geen directe gevolgen voor de uitvoeringsaspecten.

Hoofdstuk 4 Economische uitvoerbaarheid

Artikel 6.12 lid 1 Wro verplicht de gemeente een exploitatieplan vast te stellen voor gronden waarop bepaalde bouwactiviteiten zijn voorgenomen, tenzij het kostenverhaal 'anderszins verzekerd' is (artikel 6.12 lid 2a Wro).

In artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) zijn de bouwactiviteiten genoemd waarvoor het vaststellen van een exploitatieplan verplicht is. De in voorliggend bestemmingsplan opgenomen ontwikkelingen behoren niet tot de in het Bro genoemde bouwactiviteiten. Het vaststellen van een exploitatieplan is derhalve niet verplicht.

Het plan wordt economisch uitvoerbaar geacht.

Hoofdstuk 5 Juridische aspecten

5.1 Algemeen

In dit hoofdstuk wordt toegelicht op welke wijze het plan juridisch is vertaald. Deze juridische vertaling is bindend. Het bestemmingsplan bestaat uit de juridische bindende planregels en verbeelding, en gaat vergezeld van een toelichting.

De planregels vormen de juridische regels voor gebruik van de gronden, de toegelaten bebouwing en het gebruik van aanwezige en/of op te richten bouwwerken.

De verbeelding geeft de geografische ligging van de bestemmingen en aanduidingen weer. De verbeelding vormt samen met de planregels het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan.

De toelichting heeft geen juridisch bindende werking. De toelichting heeft wel een belangrijke functie voor de onderbouwing van het plan en ook bij de verklaring van de bestemmingen en planregels.

5.2 Opzet van de partiële herziening

Voorliggend bestemmingsplan "Buitenrand 2012, partiële herziening bedrijventerrein Eembrugge" betreft een gedeeltelijke herziening van het vigerende bestemmingsplannen "Buitenrand 2012". Hierdoor is sprake van een afwijkende opzet in vergelijking met een 'regulier' bestemmingsplan.

Voor het inzichtelijk krijgen van de geldende juridisch-planologische situatie binnen het plangebied, is het daarom noodzakelijk om naast deze partiële herziening ook het genoemde vigerende bestemmingsplan te raadplegen; deze partiële herziening geeft geen compleet overzicht van de nieuwe juridisch-planologische situatie.

Verbeelding

Op de verbeelding zijn alleen de percelen waar naar aanleiding van deze bestemmingsplanherziening een aanpassing op de verbeelding plaatsvindt opgenomen. Op de andere percelen zijn nog steeds de vigerende bestemmingen van toepassing.

Regels

Voor de regels geldt dat de regels zijn weergegeven zoals die na vaststelling van voorliggende partiële herziening gelden. De niet-gemarkeerde regels hebben betrekking op de regels zoals deze al gelden vanuit het vigerende bestemmingsplan.

De wijzigingen dan wel aanvullingen/verwijderingen als gevolg van voorliggende partiële herziening zijn in de planregels apart gemarkeerd:

• Cursieve en geel gemarkeerde tekst betreft toevoegingen/wijzigingen.
• Doorgehaalde en groen gemarkeerde tekst betreft vervallen tekst.

Alleen de cursieve en geel gemarkeerde (toevoegingen/wijzigingen) of doorgehaalde en groen gemarkeerde (vervallen tekst) maken juridisch-planologisch onderdeel uit van deze partiële herziening.

De niet-gemarkeerde regels zijn ter informatie opgenomen zodat een goed beeld ontstaat van de nieuwe regels en hoe deze ingepast zijn in de (bestaande) regels van de vigerende plannen. Van belang is dat de niet-gemarkeerde regels niet opnieuw ter discussie gesteld kunnen worden omdat deze enkel een informatieve rol in deze herziening vervullen en formeel geen onderdeel van deze herziening uitmaken.

Hoofdstuk 6 Procedure

Het bestemmingsplan doorloopt de gebruikelijke procedure. De voorziene procedurestappen zijn:

• 1. terinzagelegging ontwerpbestemmingsplan
• 2. vaststelling door gemeenteraad
• 3. terinzagelegging vastgesteld bestemmingsplan