direct naar inhoud van 3.2 Bodemkwaliteit
Plan: Wonen-West
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0313.WonenWest1100-0201

3.2 Bodemkwaliteit

Beleid en regelgeving

Bij het aanvragen van een omgevingsvergunning (bouwvergunning) voor het ontwikkelen van een (inbreidings)locatie voor onder meer woningbouw, dient een bodemonderzoek te worden overlegd. Indien geen bodemonderzoek is verricht of het bodemonderzoek is ouder dan vijf jaar, zal bij de afgifte van een omgevingsvergunning voor het realiseren van woningen een (nieuw) bodemonderzoek moeten worden verricht.


Situatie

In het voorliggende bestemmingsplan wordt slechts één nieuwe ontwikkeling op een inbreidingslocatie mogelijk gemaakt. De inbreidingslocatie Jan Zwart-plantsoen is gelegen midden in een woonwijk en er wordt niet verwacht dat hier bodemverontreiniging aanwezig is. In het kader van de omgevingsvergunning zal een bodemonderzoek moeten worden uitgevoerd. Vooralsnog is onderzoek voor dit bestemmingsplan niet noodzakelijk.


Indien nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden zal in het kader van de omgevingsvergunning een bodemonderzoek uitgevoerd moeten worden. Indien hieruit voortkomt dat de kwaliteit van de bodem niet volstaat voor het beoogde gebruik, dan zal de bodem gesaneerd worden totdat de kwaliteit wel volstaat.


Uitgangspunten voor het bestemmingsplan

  • In het bestemmingsplan worden, met uitzondering van één inbreidingslocatie, geen nieuwe ontwikkelingen bij recht toegestaan. Er doen zich geen conflicten voor ten aanzien van bodemkwaliteit.