Plan: | TAM-omgevingsplan Eemdijk 3, Eemdijk |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0313.TAMhfst22aEemdijk3-ont1 |
Dit plan wijzigt het omgevingsplan Bunschoten in die zin dat na hoofdstuk 22, [een hoofdstuk 22a] wordt ingevoegd, bestaande uit de regels van dit plan. De hoofdstukken in dit plan moeten gelezen worden als afdelingen van [hoofdstuk 22a] van het omgevingsplan Bunschoten. In de artikelkop van de artikelen moet na het woord 'Artikel', na de spatie en direct voor het artikelnummer '[22a.] gelezen worden. In de kop van de bijlagen moet na het woord 'Bijlage', na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage '[22a.] gelezen worden.
De besluiten op grond van artikel 22.1, onder a, van Omgevingswet zijn niet van toepassing voor zover het gaat over regels opgenomen in een besluit als bedoeld in artikel 4.6, eerste lid, onder a, b, c, g, h, i, j, k, l of m, van de Invoeringswet Omgevingswet op de locatie, bedoeld in 1.4.
De regels in afdeling 22.2 met uitzondering van paragraaf 22.2.7.3, en afdeling 22.3 zijn niet van toepassing voor zover die regels in strijd zijn met regels in dit hoofdstuk.
De regels in dit hoofdstuk zijn van toepassing op de locatie TAM-omgevingsplan Eemdijk 3, Eemdijk [Hoofdstuk 22[a] omgevingsplan Bunschoten], waarvan de geometrische bepaalde planobjecten zijn vervat in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0313.TAMhfst22aEemdijk3-ont1.
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling, zijn van toepassing op dit plan.
In aanvulling op het bepaalde in 2.1 worden voor de toepassing van de regels in dit TAM-omgevingsplan de begrippen als bedoeld in 2.3 tot en met 2.42 gehanteerd.
Het TAM-omgevingsplan 'TAM-Omgevingsplan Eemdijk 3, Eemdijk' met identificatienummer NL.IMRO.0313.TAMhfst22aEemdijk3-ont1 van de gemeente Bunschoten;
De geometrisch bepaalde planobjecten met de daarbij behorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak dat is aangewezen voor een gebruiksdoel;
een aan een woning aangebouwd, al dan niet voor bewoning bestemd gebouw, dat als uitbreiding van die woning dient;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een bedrijf dat is ingericht voor zowel de grondgebonden als niet-grondgebonden activiteiten: het telen van gewassen of het houden van dieren, één en ander ten behoeve van het voortbrengen van producten;
aaneengesloten terrein, waarbinnen bedrijfsgebouwen, bijgebouwen, bedrijfswoning(en) met bijbehorend erf en tuin, andere bouwwerken zoals hooibergen, voersilo's, kuilvoerplaten, mestopslag, erfverharding, parkeervoorzieningen en erfbeplanting zijn geconcentreerd;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde;
een gedeelte van agrarische opstallen, bedoeld voor recreatief nachtverblijf door een persoon, gezin of andere groep van personen, die zijn/hun vaste woon- of verblijfplaats elders hebben; onder recreatief nachtverblijf is in ieder geval niet begrepen permanente bewoning door eenzelfde persoon, gezin of andere groep van personen;
een activiteit, die in of bij een woonhuis wordt uitgeoefend op een zodanige wijze dat het woonhuis in overwegende mate de woonfunctie behoudt;
ten aanzien van bebouwing: bebouwing die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan rechtens aanwezig is of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een vergunning;
ten aanzien van gebruik: het gebruik van grond en opstallen, zoals rechtens aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;
een niet voor bewoning bestemd gebouw, behorende bij en dienstbaar aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, dat in functioneel en architectonisch opzicht ondergeschikt is aan en ten dienste staat van het hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
schuttingen, muren, terrasschermen en andere gebouwde verticale afscheidingen welke al dan niet op de erfgrens zijn geplaatst;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt. Het betreft akkerbouw, vollegrondstuinbouw, fruitteelt en boomteelt en rundvee-, paarden-, schapen- of geitenhouderij voor zover bij deze veebedrijven het benodigde ruwvoer (gras, snijmaïs) geheel of vrijwel geheel afkomstig is van structureel bij het bedrijf behorende gronden;
het telen van gewassen en/of het weiden van dieren, anders dan in het kader van de uitoefening van een agrarisch bedrijf of een bedrijfsmatige agrarische nevenfunctie, niet zijnde een volkstuin;
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan. Bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen;
vormen van horeca die wat betreft exploitatievorm en openingstijden aansluiten bij winkelvoorzieningen en waar naast kleinere etenswaren tevens dranken worden verstrekt, zoals een theeschenkerij of een koffiehuis;
een tijdelijke maar langer dan drie maanden durende behoefte aan zorg op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, waarbij de zorgverlening gebeurt op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband. Er behoeft daarbij niet per sé sprake te zijn van een ouder-kind relatie;
een activiteit die uitsluitend uitgeoefend kan worden naast een feitelijk aanwezige hoofdfunctie en wat betreft vloeroppervlakte ondergeschikt is aan die hoofdfunctie;
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen, met uitzondering van grondgebonden veehouderij;
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar-, vlieg- of voertuig, ark of caravan, voorzover dat/die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent;
een niet overdekt terrein met daarbij behorende voorzieningen, ingericht voor het africhten, trainen en berijden van paarden en pony's en het anderszins beoefenen van de paardensport;
bewoning door eenzelfde persoon, gezin of andere groep van personen van een ruimte als hoofdwoonverblijf, waarbij niet aannemelijk is of kan worden gemaakt dat elders daadwerkelijk over een hoofdwoonverblijf wordt beschikt;
een gebouw, uitsluitend bestemd om te dienen voor recreatief nachtverblijf door een persoon, gezin of andere groep van personen, die zijn/hun vaste woon- of verblijfplaats elders hebben; onder recreatief nachtverblijf is in ieder geval niet begrepen permanente bewoning;
een inrichting, bestaande uit een of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht; onder een hiervoor bedoelde inrichting worden in elk geval verstaan: een bordeel;
de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel of, indien het een gebouw betreft met meerdere zodanige gevels, één van de gevels;
denkbeeldige, rechte lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen;
beroep of beroepsmatige dienstverlening op administratief, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch en daarmee gelijk te stellen gebied;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, niet zijnde een woonwagen, of voor de huisvesting van maximaal vier afzonderlijke personen wanneer er geen huishouden in het gebouw is ondergebracht en de vloeroppervlakte van de woning groter is dan 80 m2 bvo.
In aanvulling op en indien van toepassing in afwijking van het bepaalde in artikel 22.24 van het omgevingsplan gemeente Bunschoten, gelden de volgende meetbepalingen:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
boven de begane grondvloer, tussen de buitenwerkse gevelvlakken, harten van scheidsmuren en buitenwerkse dakvlakken, met inbegrip van erkers en dakkapellen, en in geval van een recreatiewoning ook onder de begane grondvloer, met inbegrip van kelders en souterrains.oppervlakte van een bouwwerk.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren , verticaal geprojecteerd op het onderliggende horizontale vlak.
afstanden tussen bouwwerken onderling en ook afstanden van bouwwerken tot erfscheidingen worden daar gemeten, waar deze afstanden het kleinst zijn.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Vergunningsplichtig daar waar het zichtbaar is vanaf de openbare (of publieke) ruimte houdt in vanaf een oogpunt van 1,60 m hoogte, staande op welke plaats dan ook in de publieke ruimte. Dat wat zichtbaar is, is vergunningsplichtig in de context van de gehele gevel.
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locatie die in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0313.TAMhfst22aEemdijk3-ont1 is aangewezen voor het gebruiksdoel Agrarisch met waarden.
Een locatie die is aangewezen voor het gebruiksdoel Agrarisch met waarden heeft de volgende functies:
Het is verboden om gronden en bouwwerken te gebruiken op een wijze die niet ten dienste staat van de in artikel 4.2 genoemde functies van de gronden.
Het is in ieder geval verboden om gronden buiten het bouwvlak te gebruiken voor:
Voor het bouwen van bouwwerken geldt het volgende:
Het bouwen van gebouwen is uitgesloten.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de omgevingsvergunning voor de bouwactiviteiten te verlenen in afwijking van artikel 4.6 indien:
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locatie die in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0313.TAMhfst22aEemdijk3-ont1 is aangewezen voor het gebruiksdoel Tuin.
Een locatie die is aangewezen voor het gebruiksdoel Tuin heeft de volgende functies:
Het is verboden om gronden en bouwwerken te gebruiken op een wijze die niet ten dienste staat van de in artikel 5.2 genoemde functies van de gronden.
Voor het bouwen van bouwwerken geldt het volgende:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van:
Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt de volgende regel:
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locatie die in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0313.TAMhfst22aEemdijk3-ont1 is aangewezen voor het gebruiksdoel Wonen.
Een locatie die is aangewezen als Wonen heeft de volgende functies:
Woningen en de daarbij behorende aan-, uit- en bijgebouwen mogen tot ten hoogste 15% van de aanwezige vloeroppervlakte per woning en tot een maximum van 40 m2 worden aangewend voor de uitoefening van een vrij beroep.
Het is in ieder geval verboden om gronden te gebruiken als opslag-, stort- of bergplaats van machines, voer- en vaartuigen en andere al of niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten, tenzij dit gebruik verband houdt met het beheer van de gronden ten behoeve van de in artikel 6.2 genoemde functies.
Voor het bouwen van bouwwerken geldt het volgende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan-, uit- en bijgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de omgevingsvergunning voor de bouwactiviteit te verlenen in afwijking van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de omgevingsvergunning voor de bouwactiviteit te verlenen in afwijking van artikel 6.7 lid b, met dien verstanden dat:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In afwijking van de beoordelingsregels zoals deze zijn opgenomen in dit plan kunnen burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning ook verlenen voor zover:
In afwijking van de beoordelingsregels zoals deze zijn opgenomen in dit plan kunnen burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning ook verlenen voor zover:
de afwijking betrekking heeft op een vermeerdering van de voorgeschreven maten en percentages, alsmede de inhoud en de oppervlakte van de bouwwerken;
de vermeerdering niet meer dan 10% bedraagt.
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning in afwijking van de regels in dit plan, een nutsvoorziening te bouwen.
De omgevingsvergunning wordt alleen verleend indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
De aanvrager om omgevingsvergunning dient de gegevens en bescheiden in die nodig zijn voor de toetsing van de beoordelingsregels.
Burgemeester en wethouders kunnen vanwege de belangen genoemd in artikel 9.1.2 voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning.
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning een woning te gebruiken voor de huisvesting buiten het verband van een huishouden met meer dan vier personen.
De omgevingsvergunning wordt alleen verleend indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
De aanvrager om omgevingsvergunning dient de gegevens en bescheiden in die nodig zijn voor de toetsing van de beoordelingsregels.
Burgemeester en wethouders kunnen vanwege de belangen genoemd in artikel 10.1.2 voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning.
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning een woning te gebruiken voor de huisvesting van meer dan 1 huishouden.
De omgevingsvergunning wordt alleen verleend indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
De aanvrager om omgevingsvergunning dient de gegevens en bescheiden in die nodig zijn voor de toetsing van de beoordelingsregels.
Burgemeester en wethouders kunnen vanwege de belangen genoemd in artikel 10.2.2 voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning.
De regels in dit artikel hebben voorrang op de regels in hoofdstuk 2.
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locatie die in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0313.TAMhfst22aEemdijk3-ont1 is aangewezen als overige zone - ecologie.
Een locatie die is aangewezen als overige zone - ecologie heeft mede als functie het beschermen van beschermde soorten zoals genoemd in de Omgevingswet.
De regels in dit artikel hebben voorrang op de regels in hoofdstuk 2.
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locatie die in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0313.TAMhfst22aEemdijk3-ont1 is aangewezen als vrijwaringszone - dijk.
Een locatie die is aangewezen als vrijwaringszone - dijk heeft mede als functie de bescherming, onderhoud en instandhouding van de primaire waterkering.
Het is verboden de gronden te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze waardoor de cultuurhistorisch en/of ruimtelijk waarden wordt ontsierd of in gevaar gebracht.
Op de gronden mag in afwijking van het bepaalde ten aanzien van de functies zoals genoemd in hoofdstuk 2, niet worden gebouwd anders dan ten behoeve van deze aanduiding.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de omgevingsvergunning voor de bouwactiviteit te verlenen in afwijking van het bepaalde in artikel 12.5 met dien verstande dat:
De regels in dit artikel hebben voorrang op de regels in hoofdstuk 2.
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locatie die in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0313.TAMhfst22aEemdijk3-ont1 is aangewezen als Waarde - Aardkundige waarden.
Een locatie die is aangewezen als Waarde - Aardkundige waarden heeft mede als functie het beschermen van aanwezige of naar verwachting aanwezige aardkundige waarden.
Op de gronden ter plaatse van de functie 'Waarde - Aardkundige waarden' mogen uitsluitend worden gebouwd:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om af te wijken van artikel 13.4, ten behoeve van bouwen ten behoeve van de overige aan deze gronden toegekende functie, indien is gebleken dat het oprichten van het bouwwerk, waarvoor een omgevingsvergunning wordt gevraagd, niet zal leiden tot een verstoring van de aardkundige waarden.
De regels in dit artikel hebben voorrang op de regels in hoofdstuk 2.
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locatie die in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0313.TAMhfst22aEemdijk3-ont1 is aangewezen als Waarde - Archeologie 5.
Een locatie die is aangewezen als Waarde - Archeologie 5 heeft mede als functie het beschermen van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
Bij de aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.26 van dit omgevingsplan worden naast de gegevens en bescheiden zoals genoemd in 22.35 van dit omgevingsplan, een rapport te worden overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
De omgevingsvergunning wordt alleen verleend indien door die bouwactiviteiten, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer archeologische waarden van de betreffende gronden, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
In het belang van de archeologische monumentenzorg kunnen aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.26 van dit omgevingsplan, de volgende verplichtingen worden verbonden:
De aanvullende aanvraagvereisten van artikel 14.4.1 geldt niet indien er sprake is van:
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning de volgende aanlegactiviteiten te verrichten:
Het verbod van artikel 14.5.1 geldt niet voor aanlegactiviteiten:
Bij de aanvraag om omgevingsvergunning worden voor de toetsing aan dit omgevingsplan in ieder geval de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
De omgevingsvergunning wordt alleen verleend indien door die aanlegactiviteiten, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer archeologische waarden van de betreffende gronden, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
De regels in dit artikel hebben voorrang op de regels in hoofdstuk 2.
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locatie die in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0313.TAMhfst22aEemdijk3-ont1 is aangewezen als Waarde - Cultuurhistorie gebieden.
Een locatie die is aangewezen als Waarde - Cultuurhistorie gebieden heeft mede als functie de versterking en ontwikkeling van de aanwezige cultuurhistorische en ruimtelijke waarden. Objecten met cultuurhistorische en ruimtelijke waarden zijn aangegeven op de bij deze regels behorende bijlage 2 (Cultuurhistorie Buitengebied Bunschoten) en nader aangeduid als:
Deze functie is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende functies.
Het is verboden de gronden te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze waardoor de cultuurhistorisch en/of ruimtelijk waarden wordt ontsierd of in gevaar gebracht.
De aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.26 van dit omgevingsplan worden naast de gegevens en bescheiden zoals genoemd in 22.35 van dit omgevingsplan, enkel verleend indien uit cultuurhistorisch onderzoek blijkt dat de ruimtelijke karakteristiek en de cultuurhistorische waarden niet op onaanvaardbare wijze worden verstoord of vernietigd, met in achtneming van het volgende:
Bij de afweging voor verlening van de in artikel 15.5.1 bedoelde omgevingsvergunning, dient de Monumentencommissie om advies te worden gevraagd.
De regels in dit artikel hebben voorrang op de regels in hoofdstuk 2.
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locatie die in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0313.TAMhfst22aEemdijk3-ont1 is aangewezen als Waarde - Grebbelinielandschap.
Een locatie die is aangewezen als Waarde - Grebbelinielandschap heeft mede als functie het behoud, herstel en bescherming van de herkenbaarheid en de beleefbaarheid van de cultuurhistorische waarden, deeluitmakende van de Grebbelinie zoals beschreven in Bijlage 1 (Beeldkwaliteitsplan Grebbelinie).
Het is verboden om de gronden en bouwwerken te gebruiken waarbij onevenredige aantasting plaatsvindt van de herkenbaarheid en de beleefbaarheid van de cultuurhistorische waarden, deel uitmakende van de Grebbelinie.
De aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.26 van dit omgevingsplan worden naast de gegevens en bescheiden zoals genoemd in 22.35 van dit omgevingsplan, enkel verleend indien door de bouwactiviteiten, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen onevenredige aantasting plaats vindt van de herkenbaarheid en de beleefbaarheid van de cultuurhistorisch waarden, deel uitmakende van de Grebbelinie;
Bij de afweging voor verlening van de in artikel 16.5.1 bedoelde omgevingsvergunning, wordt in ieder geval het bepaalde in Bijlage 1 (Beeldkwaliteitsplan Grebbelinie) behorende bij deze regels betrokken.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van dit artikel aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 17.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 17.1.1 met maximaal 10%.
Het bepaalde in artikel 17.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van dit artikel, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het plan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 17.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 17.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van dit artikel voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het bepaalde in artikel 17.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.