Plan: | De Kronkels-Zuid |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0313.KronkelsZuid2300-0201 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan De Kronkels-Zuid met identificatienummer NL.IMRO.0313.KronkelsZuid2300-0201 van de gemeente Bunschoten;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
de achterste bouwperceelsgrens, zoals aangegeven in het 'beeldkwaliteitsplan De Kronkels Zuid', opgenomen in Bijlage 2 bij deze regels;
een locatie waar de consument uitsluitend via internet bestelde goederen kan afhalen en/of retourneren, waar uitsluitend logistiek en opslag van bestelde goederen gedurende een korte periode plaatsvindt en waarbij geen sprake is van uitstalling ten verkoop en/of overige activiteiten;
een bedrijf dat is ingericht voor zowel de grondgebonden als niet-grondgebonden activiteiten: het telen van gewassen of het houden van dieren, één en ander ten behoeve van het voortbrengen van producten;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een in de regels aangegeven percentage dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel, dat ten hoogste mag worden bebouwd;
een gebouw waarin het uitoefenen van bedrijvigheid (waaronder industriële, ambachtelijke, dienstverlenende, consumentverzorgende, therapeutische, sportfuncties en kantoren) wisselend kan worden uitgeoefend, waarbij de ruimtelijke uitstraling in overeenstemming is met die van één bedrijf;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een in hoofdzaak uit plastic of andere transparante materialen bestaand bouwwerk van lichte constructie, ten behoeve van het kweken en telen van gewassen;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van het bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan;
een op de verbeelding door bouwgrenzen omsloten vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waarop gebouwen zijn toegestaan;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
alle bouwwerken die geen voor mensen toegankelijk geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimten vormen;
iedere bovenbeëindiging van een bouwwerk;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, (waaronder de uitstalling ten verkoop), het verkopen en/of leveren van goederen aan degene die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
detailhandel in auto's, boten, motoren, dierbenodigdheden, caravans, landbouwwerktuigen, (grove) bouwmaterialen, keukens, badkamers en woninginrichting waaronder meubels, alsmede tuincentra en bouwmarkten, waarvoor vanwege de omvang en de aard van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig is voor de uitstalling;
het uitvoeren van werkzaamheden bestaande uit het bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, niet zijnde een garagebedrijf, een seksinrichting en/of een afhaalpunt;
voorzieningen voor opwekking en transport van duurzame energie, waaronder in ieder geval zonne- en windenergie worden begrepen;
onbebouwd gedeelte van een bouwperceel;
de fysieke begrenzing van een erf of perceel van een ernaast gelegen erf of van de openbare ruimte;
een vermaaksfunctie, die is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:
Onder een evenement wordt mede verstaan:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebouwen die dienen ter bewoning of een ander als geluidsgevoelig aangewezen gebouw zoals opgenomen in het Besluit geluidhinder;
een geluidzone zoals bedoeld in de Wet geluidhinder, waarbuiten de geluidbelasting vanwege het gezoneerd industrieterrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan;
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt. Het betreft akkerbouw, vollegrondstuinbouw, fruitteelt en boomteelt en rundvee-, paarden-, schapen- of geitenhouderij voor zover bij deze veebedrijven het benodigde ruwvoer (gras, snijmaïs) geheel of vrijwel geheel afkomstig is van structureel bij het bedrijf behorende gronden;
het telen van gewassen en/of het weiden van dieren, anders dan in het kader van de uitoefening van een agrarisch bedrijf of een bedrijfsmatige agrarische nevenfunctie, niet zijnde een volkstuin;
een onderdeel van een bedrijf, dat tot doel heeft het verstrekken van kleine etenswaren en/of maaltijden, al dan niet voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije dranken, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
een ruimte, als onderdeel van een bedrijf, die door haar aard, indeling en inrichting kennelijk is bedoeld voor het verrichten van werkzaamheden van hoofdzakelijk administratieve aard;
een zelfstandig bedrijf waarvan de werkzaamheden uitsluitend of in hoofdzaak van administratieve en/ of wetenschappelijke aard zijn;
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen, met uitzondering van grondgebonden veehouderij;
de niet naar de openbare ruimte gekeerde zijden van een bouwperceel;
een gebouw, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen beneden peil;
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden.
Al dan niet in combinatie met elkaar;
Onder een seksinrichting wordt niet verstaan:
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt;
een constructie langs een oever die tot aanlegplaats dient voor vaartuigen;
een houten terras op, of grenzend aan, het water;
de voorste bouwperceelsgrens, zoals aangegeven in het 'beeldkwaliteitsplan De Kronkels Zuid', opgenomen in Bijlage 2 bij deze regels;
de gehele dan wel gedeeltelijke uitbreiding, intensivering, verandering en/of beëindiging van bedrijfsactiviteiten;
een bouwwerk ten behoeve van de opwekking van windenergie;
het verlenen van diensten die bestaan uit het verlenen van economische of commerciële diensten aan derden, waarvan de uitoefening geschiedt in een rechtstreeks contact met het publiek, zoals banken, reisbureaus;
de zijdelingse bouwperceelsgrens, zoals aangegeven in het 'beeldkwaliteitsplan De Kronkels Zuid', opgenomen in Bijlage 2 bij deze regels.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten c.q. gerekend:
afstand tot de bouwperceelsgrens:
de kortste afstand van enig punt van een gebouw tot een grens van het bouwperceel;
afstand tot de perceelsgrens:
de kortste afstand van enig punt van een gebouw tot een grens van het perceel;
bebouwd oppervlak van een bouwperceel:
de buitenwerks gemeten oppervlakte van het op één bouwperceel staande c.q. op te richten gebouw of gebouwencomplex, gemeten op 1,0 m boven de gemiddelde grondslag van het aansluitende afgewerkte terrein, inclusief overkappingen;
bedrijfsvloeroppervlak:
het binnenwerkse vloeroppervlak van de ruimtes die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten;
bouwhoogte van een bouwwerk:
de hoogte in meters van het hoogste punt van een bouwwerk, gemeten vanaf het aan het bouwwerk aansluitende afgewerkte terrein, met dien verstande dat bij de berekening van de bouwhoogte schoorstenen, liftschachten, lichtkoepels, technische ruimtes en andere dergelijke aan een gebouw ondergeschikte bouwdelen buiten beschouwing blijven, antennes worden niet begrepen onder deze ondergeschikte bouwdelen;
goothoogte van een gebouw:
de hoogte in meters van de druiplijn, de bovenkant van de goot, het boeibord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel, gemeten vanaf het aan het gebouw aansluitende afgewerkte terrein;
inhoud van een bouwwerk:
de buitenwerks gemeten inhoud van een gebouw boven de afgewerkte begane grondvloer; zulks met inbegrip van erkers en dakkapellen;
lengte, breedte en diepte van gebouwen:
tussen de buitenzijde van de gevel en/of de harten van scheidsmuren;
oppervlakte van een bouwwerk:
bovengrondse bouwwerken: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk, exclusief in- en uitritten van gebouwde parkeervoorzieningen;
ondergrondse bouwwerken: tussen de buitenzijde van de gevels (wanden) en/of het hart van de scheidingsmuren.
ronde hoeken:
de afgeronde gedeelten van de bouwvlakken, zoals aangegeven op de verbeelding, gemeten vanaf het punt waar de bouwgrens overgaat van een rechte lijn in een boog, tot het punt waar de boog weer overgaat in een rechte lijn.
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 15, gelden de navolgende bouwregels:
Voor het bouwen gelden de volgende algemene regels:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van duurzame energievoorzieningen wordt uitsluitend verleend, nadat advies van de beheerder van de gasleiding ter plaatse van de bestemming 'Leiding - Gas' omtrent de veiligheid en leveringszekerheid van de betreffende leiding is verkregen.
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen van de in lid 3.2.2 en/of lid 3.2.3 bedoelde bouwwerken staat vast dat het bouwperceel wordt voorzien van beplanting met een omvang van minimaal 10% van de grootte van dat betreffende bouwperceel en dat deze groenvoorziening in stand wordt gehouden. Voor de berekening van deze maat van minimaal 10% mag al het buitenpandige groen op het perceel worden meegenomen, zoals beplanting op het dak en beplanting op de buitenwanden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 3.2.2 sub d teneinde de op de verbeelding aangegeven maximum bouwhoogte te verhogen tot maximaal 20 m, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders zijn bij een omgevingsvergunning bevoegd af te wijken van het bepaalde in 3.2.3 sub c, teneinde de maximum bouwhoogte van silo's, antennes e.d. te verhogen tot 30 m, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Gebruik (functie) | min. aantal parkeerplaatsen per 100 m² bvo, incl. parkeren werknemer |
kantoorruimte | 2,5 |
garage/servicestation | 3,2 |
bedrijfsverzamelgebouw | 1,7 |
groothandel, transport | 1,6 |
industrie, ambacht, bouw | 2,8 |
opslag | 0,9 |
(diep)vrieshal | 0,1 |
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval begrepen:
De ingebruikname en het in gebruik houden van gronden ten behoeve van bedrijfsactiviteiten is uitsluitend toegestaan, indien de stikstofbijdrage van het totale bedrijventerrein maximaal 0,00 mol/ha/jaar is. Hiertoe dient bij ingebruikname en gedurende het in gebruik zijn van de gronden als bedoeld in artikel 3.1 voldaan te worden aan de volgende voorwaarden:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken overeenkomstig de bestemmingsomschrijving zonder de gewenste beeldkwaliteit van de bebouwing te realiseren conform het in Bijlage 2 bij de regels opgenomen 'beeldkwaliteitsplan De Kronkels Zuid' onder paragraaf 4.1, 4.2, 4.3 en hoofdstuk 5.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 sub g. en gebouwde ondergrondse parkeervoorzieningen toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 3.4.1 sub a, teneinde bedrijven toe te staan die niet zijn opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten (zie bijlagen bij de regels), dan wel die in een hogere milieucategorie zijn opgenomen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 3.4.2 sub f, teneinde risicovolle inrichtingen toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 3.4.1 sub b, teneinde het toegestane kantooroppervlak met maximaal 10% te vergroten tot een maximum van 2.000 m² bedrijfsvloeroppervlak, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken bij een omgevingsvergunning van het bepaalde in artikel 3.4.2 sub i, voor het gebruik van een bestaand bedrijfsgebouw ten behoeve van een zelfstandig kantoor, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 3.1 sub e, teneinde detailhandel in volumineuze goederen toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken bij een omgevingsvergunning van het bepaalde in artikel 3.1, voor het gebruik ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen, sportvoorzieningen of zakelijke dienstverlening, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.4.2 sub j ten behoeve van het toestaan van een afhaalpunt, waarbij voldaan dient te worden aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 3.4.4, mits de welstandcommissie een positief advies heeft uitgebracht over een bouwplan dat afwijkt van het in Bijlage 2 bij de regels opgenomen 'beeldkwaliteitsplan De Kronkels Zuid'.
De op de verbeelding voor 'Bedrijventerrein - 2 (Haarbrug-Zuid)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 15, gelden de navolgende bouwregels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 4.2.1 sub d, teneinde de op de verbeelding aangegeven maximum bouwhoogte bij een huidige maximum bouwhoogte van 8,0 m of 10,0 m te verhogen met maximaal 2,0 m en bij een huidige maximum bouwhoogte van 12,0 m of meer te verhogen met maximaal 4,0 m, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders zijn bij een omgevingsvergunning bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 4.2.3 sub c, teneinde de maximum bouwhoogte van silo's, antennes e.d. te verhogen tot 30,0 m, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 4.2.1 sub b, teneinde een maximum bebouwingspercentage van 85 % toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 4.2.1 sub c, voor het realiseren van onder maaiveld gelegen parkeervoorzieningen, voor het bebouwen van gronden buiten het bouwperceel, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 4.2.1 sub f van de voorgeschreven minimum afstand tot de perceelsgrenzen, mits hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de brandveiligheid ter plaatse. Hiertoe dient de brandweer te worden gehoord.
Grondgebruik (functie) | Aantal parkeerplaatsen per 100 m² bvo, incl. parkeren werknemers |
Kantoorruimte | 2,5 |
Garage, servicestation | 3,2 |
Bedrijfsverzamelgebouw | 1,7 |
Groothandel, transport | 1,6 |
Industrie, ambacht, bouw | 2,8 |
Opslag | 0,9 |
(Diep)vrieshal | 0,1 |
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval begrepen:
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 4.4.3, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken overeenkomstig de bestemmingsomschrijving zonder de gewenste beeldkwaliteit van de bebouwing te realiseren conform het in Bijlage 4 bij de regels opgenomen beeldkwaliteitsplan Haarbrug-Zuid.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 4.4.1 sub a, teneinde bedrijven toe te staan die niet zijn opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten (zie Bijlage 1 bij de regels), dan wel die in een hogere milieucategorie zijn opgenomen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 4.4.2 sub g, teneinde risicovolle inrichtingen toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 4.4.1 sub b, teneinde het toegestane kantooroppervlak met maximaal 10% te vergroten tot een maximum van 2.000 m² bedrijfsvloeroppervlak, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - afwijkingsgebied 3' kunnen burgemeester en wethouders bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 4.4.2 sub i, voor het toestaan van een zelfstandig kantoor met een lokale binding, met dien verstande dat het bepaalde in artikel 3.4.2 van het 'Inpassingsplan Kantoren' van de provincie Utrecht met identificatienummer NL.IMRO.9926.IP1606Kantoren-VA01 onverkort van toepassing is.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 4.4.1 sub c, teneinde de toegestane maximum oppervlakte voor detailhandel te vergroten tot 80 m² bedrijfsvloeroppervlak, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 4.1, teneinde detailhandel in volumineuze goederen toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken bij een omgevingsvergunning van het bepaalde in artikel 4.1, voor het gebruik ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen, sportvoorzieningen of zakelijke dienstverlening, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.4.2 sub l ten behoeve van het toestaan van een afhaalpunt, waarbij voldaan dient te worden aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 4.4.5, mits de welstandcommissie een positief advies heeft uitgebracht over een bouwplan dat afwijkt van het in Bijlage 4 bij de regels opgenomen beeldkwaliteitsplan Haarbrug-Zuid.
Burgemeester en wethouders zijn, ingevolge artikel ingevolge artikel 3.6, lid 1, sub a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de aanduiding 'bedrijfswoning' van de verbeelding te verwijderen nadat het feitelijk gebruik als bedrijfswoning is beëindigd.
Burgemeester en wethouders zijn, ingevolge artikel 3.6, lid 1, sub a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het bestemmingsplan, bij toepassing van de bevoegdheid zoals opgenomen in artikel 4.6.1, de specifieke gebruiksregels, zoals opgenomen in artikel 4.4.2 sub d en 4.4.2 sub e, te verwijderen, nadat het feitelijk gebruik als bedrijfswoning is beëindigd.
Burgemeester en wethouders zijn, ingevolge artikel 3.6, lid 1, sub a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het bestemmingsplan ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied' te wijzigen door het bouwvlak te vergroten, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 15, gelden de navolgende bouwregels:
Er zijn geen gebouwen toegestaan.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 5.1, teneinde de bouw van steigers toe te staan mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 15, gelden de navolgende bouwregels:
Op deze gronden zijn uitsluitend nutsvoorzieningen, zoals gasdrukregelstations en transformatorstations toegestaan, met dien verstande dat per gebouw:
De op de verbeelding voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 15, gelden de navolgende bouwregels:
Op deze gronden zijn geen gebouwen toegestaan.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 7.2.2, teneinde de bouw van steigers toe te staan mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen:
Het is verboden op en in de gronden, zoals bedoeld in 8.1 de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren te doen of te laten uitvoeren, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning:
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in lid 8.5.1 is vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden:
Burgemeester en wethouders verlenen de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 8.5.1 alleen indien door de genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, dan wel door de gevolgen daarvan, hetzij direct, hetzij indirect de waarden, belangen en/of functies die het plan beoogt te beschermen in lid 8.1 onder a, niet blijvend onevenredige of niet onevenredig kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.
De op de verbeelding voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming), tevens bestemd voor het behoud en bescherming van de ter plaatse aanwezige en/of de te verwachten archeologische waarden.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning ) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in artikel 9.3.1 opgenomen verbod is niet van toepassing op werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in artikel 9.3.1, wordt verleend indien - mede gelet op een door de aanvrager op te stellen (inrichtingsplan) geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische en cultuurhistorische waarden van het gebied.
In geval van een aanvraag van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.10 Wabo, en op de verbeelding aangegeven bestemming 'Waarde - Archeologie' aangegeven gronden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning, de bestemming 'Waarde - Archeologie' op de verbeelding en de regels van het plan te wijzigen:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 10.1 mag ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en) slechts worden gebouwd overeenkomstig de regels van die bestemming(en) en mits de aanvrager van een omgevingsvergunning een archeologisch onderzoeksrapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Het bepaalde in lid 10.2.1 met betrekking tot het overleggen van een archeologisch onderzoeksrapport is niet van toepassing indien:
Het college van burgemeester en wethouders verleent de in lid 10.2.1 bedoelde vergunning indien naar zijn oordeel uit het daar genoemde rapport genoegzaam blijkt dat:
De volgende genoemde voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de omgevingsvergunning verbonden worden:
De in lid 10.2.1 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 11.1 mag ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en) slechts worden gebouwd overeenkomstig de regels van die bestemming(en) en mits de aanvrager van een omgevingsvergunning een archeologisch onderzoeksrapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Het bepaalde in lid 11.2.1 met betrekking tot het overleggen van een archeologisch onderzoeksrapport is niet van toepassing indien:
Burgemeester en wethouders verlenen de in lid 11.2.1 bedoelde vergunning indien naar zijn oordeel uit het daar genoemde rapport genoegzaam blijkt dat:
De volgende genoemde voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de omgevingsvergunning verbonden worden:
De in lid 11.2.1 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 12.1 mag ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en) slechts worden gebouwd overeenkomstig de regels van die bestemming(en) en mits de aanvrager van een omgevingsvergunning een archeologisch onderzoeksrapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Het bepaalde in lid 12.2.1 met betrekking tot het overleggen van een archeologisch onderzoeksrapport is niet van toepassing indien:
Het college van burgemeester en wethouders verleent de in lid 12.2.1 bedoelde vergunning indien naar zijn oordeel uit het daar genoemde rapport genoegzaam blijkt dat:
De volgende genoemde voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de omgevingsvergunning verbonden worden:
De in lid 12.2.1 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4' naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 13.1 mag ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en) slechts worden gebouwd overeenkomstig de regels van die bestemming(en) en mits de aanvrager van een omgevingsvergunning een archeologisch onderzoeksrapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Het bepaalde in lid 13.2.1 met betrekking tot het overleggen van een archeologisch onderzoeksrapport is niet van toepassing indien:
Burgemeester en wethouders verlenen de in lid 13.2.1 bedoelde vergunning indien naar zijn oordeel uit het daar genoemde rapport genoegzaam blijkt dat:
De volgende genoemde voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de omgevingsvergunning verbonden worden:
De in lid 13.2.1 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 5' naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bij het toepassen van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte onderdelen van gebouwen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen gevel- en kroonlijsten, erkers, balkons en overstekende daken en afvoerpijpen voor hemelwater buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,0 m bedraagt. Voor afzuiginstallaties en zonnepanelen mag de maximale bouwhoogte worden overschreden tot een maximum van 2,0 m. Voor kleine windmolens mag de maximale bouwhoogte worden overschreden tot een maximum van 6,0 m.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om nadere eisen te stellen aan de situering en afmetingen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, indien dit noodzakelijk is:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door het wijzigen of geheel of gedeeltelijk verwijderen van de aanduiding 'geluidzone - industrie' ten behoeve van het wijzigen of (gedeeltelijke) opheffen van de zonering, indien:
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone – cultuurhistorisch waardevol gebied' zijn de gronden in aanvulling op het bepaalde in de regels als bedoeld in Hoofdstuk 2, mede bestemd voor het behoud, de versterking en ontwikkeling van de aanwezige cultuurhistorische waarden in de vorm van een historische cope-ontginning met een kenmerkende noord-zuid verkaveling.
Ter plaatse van de in 16.3.1 bedoelde gronden mag met inachtneming van de regels als bedoeld in Hoofdstuk 2 worden gebouwd, met dien verstande dat voor het bouwen van lichtmasten en/of verlichtingsarmaturen de volgende regels gelden:
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - ecologie 2' gelden, in aanvulling op het bepaalde in de regels als bedoeld in Hoofdstuk 2, de volgende regels:
Ter plaatse van de in 16.5.1 bedoelde gronden mag met inachtneming van de regels als bedoeld in Hoofdstuk 2 worden gebouwd, met dien verstande dat voor het bouwen van lichtmasten en/of verlichtingsarmaturen de volgende regels gelden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van de desbetreffende regels van het plan, voor:
Afwijken bij omgevingsvergunning is niet mogelijk indien daardoor ernstige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, en de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'De Kronkels-Zuid'.