Haarbrug Zuid

Nota Ruimte

De Nota Ruimte geeft de hoofdlijnen aan van het nationaal ruimtelijke beleid voor de komende decennia. Op 23 april 2004 heeft het kabinet de Nota Ruimte vastgesteld en aansluitend op 27 april 2004 ter behandeling aan de Tweede Kamer gezonden. Vervolgens is op 15 maart 2005 de definitieve versie gepubliceerd. De Nota Ruimte bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de belangrijkste bijbehorende doelstellingen voor de komende decennia.

De hoofddoelstelling van het nationaal ruimtelijk beleid is ruimte scheppen voor verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak dat Nederland ter beschikking staat. Het ruimtelijk beleid van het rijk richt zich met name op vier algemene doelen, te weten:

• de versterking van de internationale concurrentiepositie;
• het bevorderen van krachtige steden en een vitaal platteland;
• het borgen en ontwikkelen van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waar den;
• het borgen van veiligheid.

De Nota Ruimte is een integrale nota en brengt zo veel mogelijk rijksbeleid voor ruimtelijke onderwerpen in één nota samen en vervangt hiermee diverse Planologische Kern Beslissingen (PKB) en ruimtelijk relevante rijksnota's.

In de nota worden elementen voor de Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur aangegeven waar het Rijk verantwoordelijk voor is en worden basiskwaliteitseisen gegeven waaraan ruimtelijke plannen moeten voldoen.

In de Nota Ruimte zijn naast het Groene Hart ook enkele nieuwe nationale landschappen aangekondigd. Zo is in dit kader het landschap Arkemheen-Eemland aangewezen tot een nieuw nationaal landschap. In de Nota Ruimte is het volgende gesteld ten aanzien van de Nationale Landschappen.

Uitgangspunt is 'behoud door ontwikkeling': mits de kernkwaliteiten worden behouden of versterkt (ja, mits principe) zijn binnen Nationale landschappen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk. Er is ruimte voor ten hoogste de natuurlijke bevolkingsgroei (migratiesaldo nul) en voor regionale en lokale bedrijvigheid. Provincies zijn verantwoordelijk voor de uitwerking van het beleid voor nationale landschappen. Het rijk zal het streekplan hierop toetsen.

Op dit moment is de integrale Structuurvisie 2005-2015 van kracht. In deze Structuurvisie (voorheen: Streekplan 2005-2015) is de ontwikkelingsrichting van Bunschoten besproken. Daarbij wordt uitgegaan van de ontwikkeling van Haarbrug-Zuid.

Nationaal landschap Arkemheen-Eemland

Haarbrug-Zuid valt in het kerngebied van het Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland, waarin de extreme openheid, de slagenverkaveling en het veenweidekarakter (Kernkwaliteiten Nota Ruimte) optimaal beleefbaar zijn. Het kerngebied heeft betrekking op de aaneengesloten open ruimte in Eemland en Arkemheen.

Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland

Bunschoten ligt centraal in het Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland. Vanwege de unieke landschappelijke openheid, de slagenverkaveling, het veenweidekarakter en de rijke weidevogelstand heeft het gebied die status verworven. Ruimtelijke ontwikkeling zijn mogelijk mits de kernkwaliteiten van het landschap worden behouden of versterkt. Voor verstedelijking geldt migratiesaldo nul respectievelijk ruimte voor de regionale en lokaal georiënteerde bedrijvigheid als uitgangspunt.

Bebouwingsranden moeten zorgvuldig aansluiten op de landschappelijke kernkwaliteiten. In nationale landschappen is er ruimte voor nieuwe vormen van toerisme. Voor nationale landschappen geldt het algemeen natuurbeleid.

Voor het veenweidegebied gelden beperkingen voor de landbouw, maar ook kansen, verdieping en verbreding van de landbouw en de productie van groene diensten wordt gestimuleerd.

Veel omliggende gronden bestaan uit gronden met een agrarische functie die bij vestiging of uitplaatsing van stedelijke randactiviteiten zo min mogelijk mag worden aangetast.

Locatie Haarbrug-Zuid in Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland

Nota Mobiliteit

De "Nota Mobiliteit" is een verkeerskundige uitwerking van de Nota Ruimte en is door het parlement goedgekeurd waardoor hij van kracht is geworden. De nota geeft de volgende beleidsdoelen aan:

• het verbeteren van de interne en onderlinge bereikbaarheid van de nationale stedelijke netwerken en economische kerngebieden;
• een goed functionerend systeem voor het vervoer van personen en goederen als essentiële voorwaarde voor economische ontwikkeling;
• het inzetten op proces- en technologie innovatie ter realisering van de beleidsdoelen.

De uitgangspunten bij het realiseren van deze beleidsdoelen zijn betrouwbare reistijden, vlotte en veilige verkeersafwikkeling binnen de (inter)nationale wettelijke en beleidsmatige kaders van milieu en leefomgeving.Deze nota bevat ook beleid met betrekking tot verkeer, vervoer en veiligheid voor de decentrale overheden en is daarom in dit kader van belang.

Natura 2000

De Europese Unie heeft zich ten doel gesteld in 2010 de achteruitgang van de biodiversiteit te stoppen. Een belangrijk instrument hiervoor is de uitvoering van de gebiedsgerichte onderdelen van de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. Dit betekent het realiseren van een netwerk van natuurgebieden van Europees belang: het Natura 2000 netwerk. Dit netwerk heeft als hoofddoelstelling het waarborgen van de biodiversiteit in Europa. In dit verband is de afspraak gemaakt dat de lidstaten van de Europese Unie alle maatregelen nemen die nodig zijn om een "gunstige staat van instandhouding" van soorten en habitattypen van communautair belang te realiseren. Bij de vormgeving en keuze van maatregelen wordt rekening gehouden met de vereisten op economisch, sociaal en cultureel gebied, alsmede met regionale en lokale bijzonderheden. Het is evident dat aan te nemen maatregelen in het kader van veiligheid een zwaar gewicht wordt toegekend. In 2002 zijn de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn opgenomen in de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet 1998.

Structuurvisie "Zicht op Mooi Nederland"

Deze structuurvisie is vastgesteld in de ministerraad van 10 oktober 2008.

Het doel van deze structuurvisie is om de ruimtelijke kwaliteit van de snelwegomgeving te verbeteren en gebieden met herkenbare en kenmerkende landschapskwaliteiten in de snelwegomgeving veilig te stellen.

In deze structuurvisie zijn 12 (voorlopige nationale) snelwegpanorama's geselecteerd en zijn workshops gehouden met provincie en gemeenten. Hierin zijn de gebieden geanalyseerd en beschreven op gebiedskwaliteiten, ruimtelijke ontwikkelingen, opgaven en ambities. Op grond van inhoudelijke en bestuurlijke overwegingen zijn 3 snelwegpanorama's afgevallen en zijn 9 snelwegpanorama's definitief geselecteerd als nationaal Snelwegpanorama.

Een van de geselecteerde snelwegpanorama is het nationaal snelwegpanorama Eemland, dit is gelegen in het Nationaal landschap Arkemheen-Eemland. Door het beleid voor de nationale snelwegpanorama's in te bedden in het beleid voor Nationale landschappen en door gebruik te maken van hetzelfde uitvoeringsinstrumenten en -organisatie kan stapeling voorkomen worden.

Convenant bedrijventerreinen 2010-2020

Het kabinet heeft met provincies en gemeenten een convenant gesloten over een nieuwe aanpak van bedrijventerreinen. Doel is het stimuleren van een gezond economisch vestigingsklimaat waarbij open landschappen worden gespaard, verrommeling wordt tegengegaan en duurzaamheid wordt gestimuleerd.

Het convenant richt zich op herstructurering van bestaande bedrijventerreinen en het voorzien in nieuwe bedrijventerreinen. In het convenant is een planningsopgave opgenomen voor heel Nederland. Verder is de planningsopgave (indicatief) verdeeld over de verschillende provincies. Provincies maken in samenwerking met de gemeenten de provinciale behoefteraming, inclusief een vertaalslag naar de verschillende regio's.

In het convenant is verder aandacht besteed aan de kwaliteit van de bedrijventerreinen. Partijen zorgen ervoor dat bedrijven zowel economisch duurzaam als ruimtelijk toekomstbestendig zijn. Voor de regionale uitwerking zie het onderdeel 'Samenwerkingsagenda werklocaties regio Amersfoort 2030' in paragraaf 3.3.

Conclusie

Bovenstaande nota's vormen het beleidskader vanuit de Rijksoverheid. Het bestemmingsplan is binnen dit kader opgesteld. Het bestemmingsplan is dus in overeenstemming met het rijksbeleid. Waar nodig zijn aspecten, die raken aan het rijksbeleid, verder onderzocht en uitgewerkt in hoofdstuk 5.