15.1 Algemeen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van de desbetreffende regels van het plan, voor:
-
a. het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals antenne-installaties en vlaggenmasten met een maximum hoogte van 10 m.
-
b. afwijkingen van de aangegeven maten, met een maximum van 10%;
-
c. een afwijking op ondergeschikte punten van de begrenzing van de bestemmingen, indien zulks in het belang is van het verkeer of noodzakelijk is voor een behoorlijke inrichting van het terrein, dan wel de noodzaak daartoe blijkt bij uitzetting van het plan in het terrein, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 3 m.