a. de bedrijfsgebouwen dienen te worden gebouwd binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken, met uitzondering van in- en uitritten van gebouwde parkeervoorzieningen;
b. voor de situering van de bebouwing ten oosten van de Amersfoortseweg gelden - per bouwperceel - de volgende aanvullende bepalingen:
de bebouwing langs de Amersfoortseweg dient voor ten minste 80% in de naar de weg gekeerde bouwgrens te worden gebouwd;
de bouwgrens in de ronde hoeken dient voor tenminste 80% te worden bebouwd;
voor alle overige gebieden geldt dat de bouwgrens voor tenminste 50% dient te worden bebouwd;
c. ten oosten van de Amersfoortseweg geldt dat het bouwperceel voor tenminste 50% dient te worden bebouwd en voor maximaal 70% mag worden bebouwd;
d. ten westen van de Amersfoortseweg geldt dat het bouwperceel voor maximaal 50% mag worden bebouwd;
e. voor ondergronds bouwen geldt dat het bouwperceel voor 100% mag worden bebouwd;
f. de maximale bouwhoogte mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
g. de afstand tot de onderlinge zijdelingse en/of achterste perceelgrens en/of waterloop dient minimaal 2,5 m te bedragen;
h. de maximale voorgevelbreedte van de bebouwing ten westen van de Amersfoortseweg mag niet meer bedragen dan 15 m;
i. de onderlinge zijdelingse afstand van bebouwing ten westen van de Amersfoortseweg mag niet minder bedragen dan 5 m;
j. voor de bebouwing ten westen van de Amersfoortseweg geldt dat deze niet plat afgedekt mag worden;
k. voor de bebouwing ten westen van de Amersfoortseweg geldt dat de nokrichting van een gebouw haaks op de weg staat.